DANIËL IN DEN LEEUWENKUIL. De Scl\ool met den Bijbel. De getrouwe dienstmaagd. 11. Zending. Een verborgen Christen. Eigenaardige Schriftver klaring. De aanhouder wint. Indien. Als ik zwak ben, dar\ ben ik macl\tig. Zij deelden Herodes mede, datBetle- hem de aangewezen plaats was, maar nooit lezen wij van hun optrekken naar die plaats om te zien wat daar was geschied. En daarna had geen enkel woord des Heeren hen kunnen overtuigen van de komst van den Koning uit het huis van David. Thans zijn zij geheel en al te zeer verblind om den gehangene als Koning te belijden. Laat ons echter niet als zij staan voor het kruis des Heeren. Gelijk in de geheele omwandeling des Heeren op aar de, zoo had Hij ook aan het vloekhout geène gestalte, dat wij Hem zouden be geerd hebben. Uitwendig geoordeeld, was aan Hem geen gedaante of heerlijkheid van een Koning. En toch een Koning moet Hij ge naamd worden. Als de tweede persoon in de godde lijke Drieëenheid is Hij Koning over alle schepselen. Koning der koningen en Heere-der heeren is ook Zijn naam. In de schepping der wereld was Hij werk zaam en nog steeds onderhoudt Hij al wat is. Doch bijzonder worden wij door het opschrift van Pilatus gewezen op zijn koningschap over het volk des ver- bonds. Hier treedt de stadhouder op als belijder van de waarheid tegen wil en dank, en inaakt openbaar, dat hij geen macht heeft dan die hem van Boven gegeven is. De Koning der Joden! Zoo was ook gesproken door den En gel tot Maria. Haar werd geprofeteerd „God de Heere zal Hem den troon van zijn vader David geven. En hij zal over het huis Jacobs Koning zijn in dei- eeuwigheid, en zijns Koninkrijks zal geen einde zijn." Christus, de Heere van David en de Zoon van David, is Koning op den troon van dezen man naar Gods hart. Als zoodanig is Hij die Koning, die met zijn Woord en Geest Zijn volk re geert en bij de verworvene verlossing beschut en behoudt. David heeft gestreden om het volk rust te geven van al zijne vijanden van rondom. De Zone Davids heeft geleden en ge streden 0111 de Zijnen te bevrijden van hunne in- en uitwendige vijanden. Salomo, de vredevorst, regeerde daarna en Juda en Israël woonden zeker, een iegelijk onder zijnen wijnstok, en onder zijnen vijgeboom. De eeuwige Vredevorst schenkt zijn volk de eeuwige rust. De middelaar Gods en der menschen strijdt Zelve tegen de tegenstanders en afvalligen om v.'ede te verwerven voor Zijne schapen. In dien kamp offert Hij eigen leven, opdat Hij den laatsten vijand te niet zou doen. Zichzelve geeft Hij over om den overste der wereld, den vorst der duisternis den doodelijken slag toe te brengen. Meer dan Salomo is hier Voor hen, die alleen op het uitwen dige staren, blijft het verborgen. De Joden verwachtten den Messias als een aardsch Koning met majesteit en heerlijkheid en krachtig strijdende tegen de gehate Romeinen. Dus waren zij verstrikt en hoorden niet en zagen niet. Zelfs de dicipelen verstonden niets van het werk des Heeren. Door de krachtige werking van het Woord en den Geest zijn zij bevrijd en tot erken tenis der waarheid gekomen- Nu staan zij nog te zien op het kruis, en de hoop wordt steeds kleiner in hunne harten. Door de genade Gods zijn ze voor afval bewaard gebleven, maar hebben uit de opstanding mogen verstaan het verlossingswerk van den Koning der Joden. Dit juist is noodig om in den gekrui sigde den Koning te aanschouwengena - dige werking des H. Geestus. Licht is vereischt in de duisternis van het natuurlijke booze hart. Dan zal de mensch eerst Hem, die een vloek geworden is, zien als den gewilligen Strijder en Lijder. Dan kan hij het wa re geloof bezitten, dat Jezus aan het kruis als Koning huldigt. Moge het kruis den Joden eene erger nis en den Grieken eene dwaasheid zijn, voor hem, die arm en nooddruftig is, blijft de beteekenis van het opschrift niet verborgen. Het vernedert hem voor het aangezichte van den heiligen God. Zulk een, met het doodelijke gif van den ouden slang in zijne aderen, slaat de oogen naar den Vorst Messias, die gelijk de koperen slang verhoogd is. Hoe zalig dan het oog des geloofs te mogen vestigen op het opschrift: De Koning der Joden, niet der zoogenaamde Joden volgens de besnijdenis, maar der ware kinderen van Abraham, machtig om té verlossen van de straf, die Hij zelf heeft gedragen. God geve U, bevrijde ziele, maar steeds te zien op den verhoogden KoningHij doe u altijd gedenken in dagen van benauwdheid en duisternis naar lichaam en geest, hoe Hij, de Koning, onder het recht des Heeren is doorgegaan. Een dienstknecht immers is niet meerder dan zijn Heer. Hij bleef een Koning ook in Zijn lijden, blijft gij een dienaar, een dienstknecht. Wanneer de strijd zwaar is met den vorst der duisternis en zijne bondge- nooten, vleesch en wereld, is de eenige toevlucht tot Christus. Tot steun en sterkte van de bekommerden staat er geschreven boven den kruispaalJezus de Koning der Joden. Aan het vloek hout hangend, strijd Hij als een mach tig Vorst tegen de macht des duivels, 't Gebed stijge op naar den troon der genade om Hem alzoo te mogen ken nen. Een vijand van het rijk der waar heid zet het opschrift boven het kruis. Wat weet een mensch toch slechts weinig, waarvoor de Heere hem ge bruikt. Pilatus besefte niet het gewicht van hetgeen hij schrijft. Zijn eigen handschrift getuigt tegen hem. Vree- selijk is het te vallen in de handen van den levenden God om dan te lee- ren verstaan hoe de werken niet aan den zondaar maar aan den Almachtige eere toebrengen. Daarom past nauw keurig onderzoek of en op welke wijze Jezus de Koning der Joden genoemd wordt. En bedenk dat de drie ambten van den Middelaar, Profeet, Priester en Koning, onafscheidelijk zijn. Dan is Jezus een volkomen Zaligmaker voor u. Vergeet niet dat het werk van Pila tus ons waarschuwthet is niet het uitwendige alleen maar vooral de inwen- opgerichte vergaderingen, zendingsvereeni- giugen, volksbibliotheken. Bijbellezing en huisbezoek volgden zich nog bij dezen veel omvattenden arbeid. En ook den kleinen der gemeente bleven niet verstoken van zijne vriendelijke zorg, de scholen deed litj beter inrichten, degelijker onderwijs kwam er door zijne bemoeiingen. Dat hem dit alles veel tijd en veel geld kostte, zal wel ieder der lezers duidelijk zijn. Hij wist zich echter het kind van een rijken Vader. Daarbij kwam de trouwe hulp zijner vrouw Magdalena Wittermet wie hij in een gelukkigen echt vereenigd was. Zij stond hem getrouw ter zijde, maakte het hu's tot een voorbeeld voor de gemeen te. Zonder haar zou Oberlin. niet zooveel gewerkt en tot 5 stand gebracht hebben. Zelf wetende hoe, »Oost,j West, thuis best.« is, zocht hij zijne gemeenteleden te brengen tot meer (misselijkheid. De kracht der liefde kennend, beproefde hij de bewo ners van het steendal af te brengen van twisten en krakeelen. En bij dat alles vergat hij niet de ware band, die de be woners der pastorie te samenbond, de vree- ze des heeren, aan zijne gemeente voor te houden. De naam van Oberlin kan dan ook niet genoemd worden zonder die zijner vrouw. Hoewel zij niet zoodanig op den voorgrond is getreden als Oberlin zelf, zal zij toch, als de stille kracht, in dankbare herinnering blijven. In dit gelukkige huisgezin woonde de dienstmaagd wier levens geschiedenis wij u in het bijzonder wenschen bekend te maken. Haar naam is Louise Sc.heppler zij was een eenvoudig meisje uit een arm boerengezin. Geboren in 1763 on derscheidde zij zich spoedig van andere In het steendal zijn dus de eerste bewaarscholen opgericht. Toen het nut werd ingezien, volgden anderen het na en zoo zijn langzaatnmerhand door geheel Europa bewaarscholen tot stand gekomen. Louise Scheppler, die in haar eenvoudigheid op deze gedachte kwam, is derhalve de uitvindster der bewaarscholen 16 jaar was. zij oud, toen het denkbeeld in haar opkwam en 58 jaren lang is zij met ijver en liefde werkzaam geweest als onderwijzeres. De kinderen hoorde haar gaarne vertellen. Niemand kan, zoo als zij, bijbelsche ge schiedenissen aan de kinderen verhalen. Maar. zal de lezer of lezeres vragen, hoe kan zij dit waarnemen, daar zij toch dienstbaar was in de pastorie Wij ant woorden Getrouw werkte zij in de woning van haren predikant. Waren er vrije uren en oogenblikken dan zag men haar bezig als helpster bij de kinderen der gemeente. De vrije tijd was niet groot inzonder heid na den dood van Orbelin's echtgenoo- te toen zij de zorg der huishouding geheel alleen had. Doch Louise wist, welk een waarde vijf minuten hebben en verstond het veel te verrichten in beperkten tijd. Zoo was het niet te veel voor de 7 kinderen van Oberlin te zorgen en tevens de kleine kinderen der bewaarschool en andere kin deren eenig onderwijs te geven. Uit het een en dertigste jaarverslag van de Unie »De school met den Bijbel« blijkt hoe de Christelijke scholen nog steeds meerder worden. Na 1 Jan. zijn er 47 bij gekomen (tot 1 Maart 1910). Het getal leer lingen is gestege tot 153310 en het aantal onderwijzers bedraagt 2167. Welk een Door den zegen des Hee ren was Daniël geworden de hoogste vorst in het rijk van Darius. Niemand der vorsten of stadhouders evenaarde hem in wijsheid en regeeringsbe- leid. Dit was eene ergernis voor de bestuurders, die onder hem stonden. Maar wat zullen zij tegen Daniël kunnen uit richten P 't Eenige, waarin zij hem treffen kunnen is zijn geloof, dat afwijkt van hun heidendom. Een plan is nu spoedig gemaakt. Zij stellen den Koning voor gedurende 30 dagen te verbieden het doen van eenig verzoek aan God of mensch, dan alleen aan den Koning. Dit dwaze voor nemen wordteen besluit. Doch Daniël gaat voort in het geloof en bid driemaal daags tot zij nen God. Zijne vijanden klagen hem aan en de Koning hoewel met droefheid en spijt laat hem in den kuil der leeuwen wer pen. Geen haar wordt Daniël gekrenkt, hij is welbewaard te midden van het wild gedierte. De booswicht loert, door haat en spijt gedreven Spant strik op strik, of wapent zich ten strijd, En staat, ontzind, rechtvaardigen naar 't leven, Naardien hij trotsch, hun 's Heeren gunst benijdt. dige meening des harten, die voor het oordeel Gods gerekend wordt. De stad houder beleed niet wat hij schreef. Kunt gij, mijn lezer, in waarheid Jezus den Koning van Zijn volk noemenEn dus ook, uw Koning Ds. Oberlin, gedachtig aan het bijbelwoord ledigheid is des duivels oorkussen, zocht de menschen aan het werk te zetten met raad en daad stond hij hen bij in het aanleggen van wegen bebouwen van akkers, planten van boomen, enz. Voor zieken en armen zocht hij betere behan deling te verkrijgen. Daarom had hij in zijn eigen huis een voorraad van de nood zakelijkste landbouwgereedschappen en ook een apotheek. Hij zag er niet tegen op om dienst te doen als geneesheer, ap.- theker, ziekenoppasser, bode, enz. tegelijk zorgde hij er voor dat een flinke en verstan dige jongeman uit het steendal kon opge leid worden tot arts. Wie nu denkt, dat er voor Oberlin geen tijd overblijf voor de werkzaamheden aan zijn eigenlijk ambt verbonden, vergist zich zeer. Oberlin wist te woekeren aan den tijd en kleine oogenblikken te benutten tot goed werk. Hij spande zich zeer in om zijne kudde bekend te maken met de waarheid. Elke gelegenheid greep hij aan om te overtuigen van de noodzakelijkheid van bekeering. Hoezeer e op uit om de lichamelijke welstand te bevorderen, liet hij niet na de grootste belangen der ziel te betrachten. Buiten zijne predication en catechisntiën werkje lvj in dp door hem kinderen door haar begeerte om het woord te hooren. De geest des Heeren werkte in haar, zoodat zij niet alleen het bijbelboek leerde kennen, maar ook mocli beleven. Trouwbezoekster der kerk en van bijzon deren levenswandel trok zij weldra de aandacht van Oberlin. Zij van hare zijde wilde niets liever dan in dienst komen van dien man, wiens preken zij hoorde en wiens werken zij zag. De wensch werd vervuld toen zij 15 jaar oud was. Zij werd opgenomen in het gezin en onderwezen in kinderlijke en eeuwige dingen. Volijverig volbracht Louise de diensten die van haar gevraagd werden. Ook ging zij gaarne naar de schamele woningen dor armen 0111 hulp en steun te brengen. Dan zag zij de ellende en haar gemoed werd diep bewogen. Hare oogen aanschouwden, hoe de moeders door hare vele en drukke bozigheden niet altijd de waardige opvoeding aan de kinderen konden geven. Dit deed haar nadenken over een middel om hierin verandering te brengen. Nu werden er wel scholen ge vonden en ook Louise onderwijsde vrou welijke handwerken, maar voor de kleine kinderen was op deze geen plaats. Einde lijk had zij iets gevonden. Zij vertelde het aan Oberlin en hij was terstond een voorstander van haar plan. En niet lang duurde het of men zag kinderen van 3 tot 7 jaar, in grooter of kleiner aantal vereenigd, onder gebracht in verschillende gebouwen. Daar mochten de ouders hunne kinderen brengen, als zij zelf op het land aan het werk waren. Kosteloos werden de kinderen daar onder toezicht gehouden en onderricht, 't Grootste deel van den tijd werd natuurlijk doorgebracht met cnfUori en platpri bezien, vooruitgang sinds 1857 toen er 58 scholen met den Bijbel werden gevonden, waarin IOOOO leerlingen werden onderwezen. Het wordt wol openbaar, hoe moeite nog geld door het Christenvolk wordt te veel geacht om de kinderen te brengen tot kennis van het geshcreven woord en mocht het zijn, ook tot kennis van het vleesch geworden woord. Dat geld niet gespaard wordt, zegt ons het bedrag van f 1533100. - door ouders en belangstellenden voor de scholen vrij willig bijeengebracht. Vele en velerlei zijn de zorgen een moei ten voor onze scholen. Waar zouden wij moeten eindigen, als wij deze wilden ter- neerschrijven. Besturen en onderwijzers van scholen vereenigingen en particulieren zij werken allen voor de school, waar over de Zone Gods als Middelaar vrij uit kan worden gesproken. Mogen allen ervaren de krachtige hulp des Heeren en zij blijven voortgaan met alle dingen met bidden en dankzeggen bekend te maken bij God. (Uit een brief van Ds. Ingwersen.) VERRASSENDE ONTDEKKING. En nu nog even naar Poerworedjo. We hebben aan de uiterste grens der stad in een dessa een oud man gevonden, die, zonder direct met de Zending in aanraking te zijn gekomen, met zijn hart christen is en ook het christendom predikt. We vonden hem door iemand, die van Buitenzorg hierheen kwam en ons er van vertelde. Toen we den man opzochten, was hij verrukt over ons bezoek, en sprak met liefde en vuur van den Zaligmaker Jezus Christus. Vóór zich had hij een grooten geschreven bijbel en andere boekjes, die de sporen droegen van zeer veel gebruik te zijn. Het bleek wet dat de man veel in de Schrift had gelezen, en die in hoofdzaak wel verstond. Alleen was er wat begrijpe lijke verwarring en vermenging met heiden- sclie en Mohamedaansche ideeën. Maar dit wist hij toch dat Jezus Christus de eenige en waarachtige Zaligmaker was en dat hij door den Heiligen Geest was ónderwezen. Natuurlijk onderzochten we nog meer. Hoelang hij hier woonde Zes jaar. En vanwaar hij kwam Van Solo. Hij is geparenteerd aan den Sultan van Solo heeft den titel van Raden. Vroeger was hij Gouvernementsambte naar, en geniet nu nog een pensioen van negentien gulden 's maands. Hij heeft een schoonzoon, die wedana is en een die onderwijzer is Zijn eigen zoon werkt hier als mandoer bij de B. 0 W en een ande re in Solo. Ons bleek al dat we met dezen man midden m de prijaji-wereld zaten. Maar of hij nu nooit van de Zending had gehoord in al die zes jaren Neen, nooit. Zijn familie was zeer vijandig. En hij zelf had niet de beschikking over zijn beenen hij was altijd aan zijn leger ge kluisterd. Wel zou hij graag met ons sa menleven en zelfs vroeg hij 0111 den Doop. E11 hoe hij aan zijn bijbel was gekomen Die had zijn vader op de eene of andere manier gekregen. Maar die had in het boek niets van zijn gading gevonden. En hier volgde hoe de vader zich in den Javaan- schen oorlog verdienstelijk had gemaakt voor ons Gouvernement en daarvoor be loond was. Om kort te gaan hij had dien bijbel bij zijns vaders boedel gevonden en was aan het lezen gegaan met het reeds gemeld gevolg. Evenwel hoezeer we ons ha.dden verblijd over die ontmoeting er bleef nog wat 011- opgeklaard. Ik was terstond begonnen met medicijnen te geven om hem weer aan het loopen te krijgen en dat gelukte ook wel wat, maar de man kwam niet opdagen in onze godsdienstoefeningen. Dat moest toch het teeken zijn van zijn oprechten dank. Opzettelijk hield ik mij wat achtteraf en liet de helpers er heengaan om te mogen uitvinden wat er nog aan haperde. We dachten dat het misschien uit armoe was dat hij geen wagen kon betalen. Want het bleek dat hij elf menschen moest onderhouden en voorts hadden we gezien dat het in het huisje er allesbehalve adelijk uitzag en dat menschen verschrikke lijk aan schurft leden. Daarom stelden we voor dat wij den wagen naar de kerk zouden betalen. Maar ook dat hielp niettotdat ik zelf nog eens aan het visschen bén gegaan en toen vernam dat hij met zijn hart nog zooveel aan aardsehe zaken hing. Dat was een stapje verder. En daarop ingaande be gonnen we te begrijpen dat er prijaji's hoogmoed in het spel was. De grijsaard een kjai van zoo hooge geboorte vond het wel wat erg vernederend, om voor het oog van den dessamarr in een wagentje geheschen te worden en er vóór de kerk weer uitgeladen te worden. Gelukkig zijn we er dus achter en kun nen nu verder handelen. Bij de woorden Numeri 24:5 »Hoe goed zijn uwe tenten. 0 Jacobteekend de Talmud aan: »De oorzaak hiervan moet gezocht worden in het feit, dat iedere tent de opening aan dezelfde zijde had, zoodat de buren niet bij elkander konden inkijken. Een kleine presbyteriaansche gemeente in Missouri (Vereenigde Staten) wilde gaarne een nieuw orgel hebben. Een brief werd geschreven aan Carnegie met het verzoek 0111 eene gave. Geen antwoord. De volgen de week wederom geschreven, wederom geen taal of teeken. 87 brieven werden aldus verzonden en eindelijk kwam als antwoord op den 88sten brief een bijdrage van ruim f 2800. Eens stond een predikant aan het bed van een doodziek kind. Hij bad en sprak »0 Godindien het Uw heilige wil kan wezen, spaar dan dit jonge leven« Maar de arme moeder riep in den angst harer moederlijke liefde Indien indien I Het moet Gods wil zijn. Hij magnietsterven.« De predikant antwoordde niet. Het kind werd weder gezond. Doch de moeder heeft in later jaren menig bitter oogenblik gekend. Zij bad zoo stout gesproken en zag haar zoon een leven in de zonde leiden, dat hem op een-en-twintig jarigen leeftijd in het ge vangenhuis bracht. Waarlijk, het is noodig te bidden: »Uw wil geschiede Wanneer ik mij verstout, in mijn geloof, [zoo krachtig, Den vijand onder 't oog te zien Dan juist is hij niet bang voor mij, maar [mij geheel te machtig; En moet ik aanstonds voor hem vliên. Maar als, van zwakheid mij bewust, 'k moet zuchten Heer strijd Gij voor mij, Dan laat ras Satan mij met rust, Hij vlucht, en ik door Jezus vrij.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1910 | | pagina 12