EU BLAD.
OGS JACZ.
etman
'éidsn,
Zaterdag 5 Februari 1910
Antirevolutionair
24s le Jaargang N°. 1526.
Orgaan
H
IN HOC SIGNO VINCES
kering
ngehöden
osgindeweij,
verwerken 1
■Sajet
S0MME1SDIJI
i van den
i kiemende
er», welke
rygeu van
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent,
T. BOEKHOVEN,
SOMMELSDIJK.
- Alle stukken voor de Itedaetie bestemd, Advertenties en verdere /Administratie franc© i©e te zend en aan den I Hare ver.
Meerdere opbrengst.
OF OKA UirSilJM.
Twin- ess Esandbotiw.
iitalfeiii&gift.
scü Ajuiazaail.
argsch Ajuinzaafl.
SLiicerne Klaverzaad
kwaliteit.
DIRK SLA ND,
ps vooralle
cw
lcend bij
[00r.IJLiH.M8.
rt 1840
e prijzen worden
yanaf f5(— aan-
bij f 10, geheel.
bekroonde, de
a'tgebruik zijnde
aanbreien van
nevelend. 2486
ot de firma |k
25. 04.
ar 1850 wer-
verd.
3132
3380
te Sommelsflüï.
f s k
S
d handelsmerk
t. Ballegooij.
A. Poots.
an Eesteren.
Zaaijer
Oostenbrugge
2445
4.
in zijn eigen
3308
d maken, wanneer
gered was, maar
uw zorg en smart
sn draagt, en dan
iezwijken. »Werp
op Hem, want
oept Gods Woord
eg op den Heere
ij zal 't maken
n door Mevrouw
estdrift gesproken
nen in de laatste
was, zoodat de
in een klein aan»
annoer de Majoor
bij zijne vrouw,
am loopen, vree
ën ijlende koorts
ten werd nu echter
are hoestbui, die
tdra in een aan-
ien. overging. Üe
Hijken ijver bezig
gemakkelijk mo
kuchen tegen te
eindelijk ook vrij-
7ordt Vervolgd.
1
vóoi* de %Hidliollaiid*chc en Zeeuwsclie Eilanden,
UITGEVER
Telefoon Intercontm. No. 3.
Advertentiën 10 Cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cant per regel en 4/8 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar d9 plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewaehi tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
Elke wetgever is er op bedacht,
dat 'inkomsten en uitgaven van den
Staat zoo na mogelijk sluiten. En
omdat deze zelf geen inkomsten heeft,
uitgezonderd de domeinen, moet zijn
en is zijn finantieel uitgangspunt,
niethoeveel ontvang ik dit jaarmaar
wat moet ik uitgeven. En voorziet de
wetgever een uitgavedie de inkom
sten overtreffen, dan is hij verplicht,
niet nadat de uitgaven zijn gedaan,
maar voordat ze zelfs in 't dicht ver
schiet zijn, wetsontwerpen in te dienen,
die hem momenteel kunnen helpen
die in eik geval den weg banen om
een mogelijk tekort te kannen dekken.
Nochtans: belastingen zijn een
kwaad; hoewel een noodzakelijk kwaad
En omdat ze een kwaad zijn dient én de
Groudwef én de Volksvertegenwoor
diging zich er zoodanig in te mengen
dat het kwaad zoo klein mogelijke
proportiën aanneemt. De Grondwet
stelt dan ook een degelijke waarborg
in haar artikeldat geen belastingen
mogen geheven worden dan uit kracht
van een wet. Er moet dus overeen
stemming bestaan tusschen Kroon en
Volksvertegenwoordiging en deze
overeenstemming kan dan pas open
baar worden, als de Kamers van het
noodzakt lijke van een hoogere 01
nieuwe heffing overtuigd zijn. En die
noodzakelijkheid vloeit weer voort uit
de meerdere uitdijing van deStaats
werkzaamheden, waartegen menig
maal óf de Kamers niets kunnen
ageeren, óf zelfs, die ze bewerkstel
ligen door den Staatsinvloed op allerlei
terrein te vergrooten en uit te zetten.
Maar waar de Kamers zelf mee wer
ken om de Staatswerkzaamheden uit
te strekken op terreinen, waar hij
geen voet gronds mag „bezitten daar
is te iaatster instantie het Volk de
aangewezen macht om bij de stembus
óf door eenig ander protest, de Ka
mer het aan te zeggen, dat de uit
gaven al hoog genoeg zijn en dat de
Staat zich in zijn al te grooten ijver
wat temperen moet en zijn werk
zaamhcden wat inkrimpen.
Dan ontstaat er een Conflict tusschen
Kamer en Kiezers; tusschen Staat
en Maatschappijtusschen Regeering
en Natie.
Dan krijgt men in het Volksleven
de antitheseStaatsarbeid ót parti
culier initiatief.
Die strijd, die antithese is nu aan
hangig. Maar op elke Regeering blijft
nochtans rnsten de plicht om te zorgen,
dat de uitgaven de inkomsten niet
overschrijden en tevens de plicht om
ten allen tijde voorzorgsmaatregelen
te nemen tot dekking van eventueele
tekorten.
Meer dan eenmaal is echter reeds
gebleken, dat de ontwerpen daarop
betrekking, konden worden ingetrok
ken.
Minister Pierson diende in de zitting
1899-1900 een voorstel in om 18 ton
meer te halen uit het tarief van
Invoerrechten, omdat zijn begrooting
niet klopte. Maar de meerdere op
brengst der belastingen was oorzaak,
dat hij het voorstel weer introk
In de latere jaren beleefde men
het, dat tweemaal intrekking plaats
had van een voorstel om den accijns
op het gedistelleerd te verhoogen.
Minister de Meester trok op 19 Jan,
'07 het voorstel in om 10 opcenten te
heffen op de opbrengst der Vermogens-
en Bedrijfsbelasting.
Minister Kolkman trol in de 30 op -
centen op bet tarief van invoerrechten
omdat de meerdere opbrengst der
laatste maanden hem dit mogelijk en
gemakkelijk maakten.
De meerdere opbrengst op het eind
van 't belastingjaar is meesttijds de
maatstaf, of al dan niet een ingediend
wetsontswerp tot verhooging van be-
lastin'gen kan worden ingetrokken.
Nochtans, al is in de laatste tien
jaren die opbrengst herhaaldelijk mee
gevallen, een Minister mag daarop niet
leunen. En hoe onaangenaam voor hem
zelfvoor de Kamers voor de Natie
hij is verplicht te zorgen dat debet en
saldo kloppen. Te meer, omdat in het
staatsleven allerlei finantieele debacle?
kunnen plaats grijpen, die de begroo
ting onvoorziens en ongewild terdege-
drukken,
Maar ook, de hoogere opbrengst van
jaar tot jaar verplicht hem niet, of
liever mag hem geen reden zijn om
zich tegenover de andere Departemen
ten schrap te zetien en schraal en
schriei in den buidel te tasten om
te voorzien in de behoeften. Zuinigheid
zeer zeker goed en noodzakelijk maal
ais het maar een weinig leiden kan,
dan ook aan elk Departement roijaal
toegestaan, wat er noodig is, en niet
het minst, waar het Sociale wetten
betreft
Protectie.
Nu de verkiezingen in Engeland
achter den rug zijn nu het slagveld
kan worden overzien, blijkt dat de
protectieidee veld heeft gewonnen. Het
aantal Kamerleden, die voor bescher
ming waren is bijna met een 10Ü tal
toegenomen, en de vrijhandels gezinde
meerderheid is zeer ingekrompen.
Dit teekent.
Het bewijst, dat de Engelschman
huiverig wordt voor den grooten
invoer van bewerkte artikelen, die,
gemaakt in Duitschland, zijn markt
o verstroomenoorzaak zij n dat de eigen
landgenooten, zelf die voorwerpen
fabnceerend, niet kunnen concureeren
met den Duitscher,
Het »Made in Germany« d. i. »ge-
maakt in Duitschland« op allerlei inge
voerde artikelen opgeplakt, baat als
vogelverschrikker of boeman niemen
dal. De Duitscher gaat, ondanks die op
de voorwerpen opgeplakte verplichte
waarschuwing, voort, om in Engeland
uit te gieten al den overigen voorraad,
dien hij in zijn eigen land niet meer
kwijt kan en dien hij toch goedkoop
kan verkoopen, ofhdat hij reeds in
eigen heimat of vaderland genoeg
verdiend heeft.
Zoo krijgt Engeland het uitschot
en overschot van Duitschland produc
tie en de winkelier klaagt daar ook
steen en been, als bij ons.
Dat protectiemaatregelen in de Eng.
havens tegenkanting zullen vinden
en bij deze verkiezing reeds vonden,
is niet geheel onverklaarbaar. Maar de
middenstand kan en zal er wel hij
varen En den werkelooze kunnen ze
ten zegen zijn.
Hoe 't eene uit het andere voortkomt
't 'Was in den jare 1909, dat de Bond
van Jon/elingsvereenigingen op Gerefor
meerden Grondslag, te Scheveningen ver
gaderd, aan dr. A. Kuyper het eere-lid-
maatschap aanbood.
Deze, daarvoor dank zeggende, herinnerde
in zijn antwoord aan een man die hem in
zijn eersten ijver voor het Calvinisme zulk
een waar vriend is geweest. Ziehier hoe
onze grijze leider dien man teekende
't Was niet Groen van Prinsterer, gelijk
gij mogelijk denken zult, want Gioenvond
eerst op zijn sterfbed vollen vrede in de
Gereformeerde belijdenisdoch het was
de oude heer Dibbetz, wiens portret ik
hierbij den Bond aanbied. Die man sterkte
mij en steunde mij, als ik vaak twijfelde.
Zoo straks ontving ik het diploma van het
Eere-lidmaatschap van uw Bond, Iaat dit
kleinood, dat mij dierbaar is, u het tegen-
pand vormen mijner liefde voor uwen Bond
van mijne geestelijke kinderen. Een erfenis,
die ik u nalaat als behoorende tot de
gewichtigste documenten, op de vorming
van uw Bond van zeer grooten invloed.
Niet slechts menig jongeling, maar ook
menig oudere van dagen heeft, lezende
het verslag van deze Bondsvergadering van
dezen Dibbetz gehoord
En zoo kwam het dan ook in 't hart
van het Bondsbesluur op, om als premie
bij het Jaarboekje, ditmaal een levensbe
schrijving te geven van »H. I. Dibbetz, een
vriend van dr. A. Kuyper,* welk boeksken
van een 140 bladzijden thans vóór ons ligt.
Het liep 't Bestuur wél mee.
De schrijfster toch van dit werkje is een
vrouw, die in haar jeugd Dibbetz niet slechts
gekend moet hebben, maar ook in zijn
intiemen omgang heeft mogen deelen in
zijn huiselijk leven werd ingewijd en over
verschillende bescheiden, hem betreffende,
bij 't schrijven kon beschikken.
Een 2>schrijfster« in den iiterairen zin
des woords is zij niet.
Een ander zou, over dezelfde »s toffe*
beschikkende, heel anders hebben verhaald.
Geteekend hebben met de pen geschilderd
met verf en kleur
Maar ik haast me er bij te voegen, dat
het hèèl goed is zoo. En wie de »oude
waarheids nog van harte mint, moet niet
nalateD, als hij in den kring der jongelingen
met dil boeksken in aanraking komt, het
te lezen.
Ik heb het aan éénen doorgelezen.
Menige sch tierende roman, 't zij vaD
de »ouderen« of de sjongeren* heeft me
niet zoo geboeid, ais dit eenvoudig verhaal.
Zoo ooit dan is hier eenvoud een deugd.
Motley heett voor onze historie de beste
jaren zijns levens overgehadhij zwierf
Europa door oua van archief tot archief
de »bronnen te onderzoeken hij spilde
wekenlang de onmogelijke karakters ploos
de fijnste bizonderheden uitvond onder
't stof van eeuwen de merkwaardigste bij
zonderheden, en zoo teekende hij ons
Willem I uit als niemand vóór hem gedaan
had.
En toch is daarin iets onbevredigends.
Willem I is hem een »held,« wiens daden
hij bezingt en dien hij verheerlijkt niet
een instrument in de hand Gods.
Het eenvoudig verhaal dat hier voor
ons ligt, vreemd aan alle ^woordkunst,*
zonder eigen stijl, maakt zulk een diepen
indruk, omdat elke bladzijden zoo uitkomt
dat God alleen groot is
Den 29 Dec. 1874, staande aan de
geopende groeve, sprak dr. Kuyper
»Neen, niet Dibbetz de eerehij heeft
gereformeerd geleefd, Iaat hem ook gere
formeerd begraven worden. Dibbetz een
arme doemelmg in zich zeiven, alleen door
genade gerechtvaardigd en als ik daar in
die lijkkist lag en mijn lieve broeder Dib
betz stond aan deze plaats, hij zoude van
mij niet anders getuigen.*
Welnu daarvan getuigt ook dit boeks-
ke
»Een arme doemeling in zichzelven*;
alleen door genade gerechtvaardigden
door God den Heere verwaardigd, om
veel te doen tot uitbreiding van zijn ko
ninkrijk dat was Dibbetzde vriend van
dr. Kuyper, toen deze nog met het een
voudige en vertrouwelijke j> dominee* aan
gesproken werd En zoo leert het u dit
boeksken kennen.
Als ik dat zoo es lees, dan kan ik
begrijpen, waarom onze vaders en groot
vaders met de W ouderlijke leidingen Gods,
gehouden met er kunnen hier
vele namen ingevuld worden zoo waren
ingenomen. Meer dan wij vaak, moet ik
met schaamte erkemeo.
Want al was er heel wat ongezonde
kost onder dit soort lectuur; al sloop
onder het lezen niet zelden de gedachte
in het hart dat de schrijver zichzelf of de
beschrijver zijn 2>sujet« al heel interessant
vindt toch was er ook veel bij, dat de
geHovige ziel, die zichzelf had leeren ken -
nen. tot lof en aanbidding siemde over
de groote wönderen van genade, die God
maar altijd blijft betoonen in de redding
en bekeering van zondaren.
Wat is er toch in een halve eeuw heel
wat veranderd in ons vaderland
Als Dibbetzna verscheidene jaren in
Brussel en in Rotterdam gewoond te hebben
in de hoofdstad waar hij het levenslicht
aanschouwde, terugkomt, dan kan hij daar
nergens akerken* in de kerk waartoe hij
behoort.
De leeraars zijn of modern, of ze staan
met beide voeten op den bodem der »al-
gemeene verzoening.* En nu is het waar,
dat onze groote steden soms doen huivereD,
als we daar zien den schrikkelijken afval
van God, maar als we daartegenover op
merken, hoe eiken rustdag de »volle Raad
Gods,* zoo in als buiten de Hervormde
Kerk op vele kansels verkondigd wordt,
dan moeten we toch erkennen, dat God
nog groote dingen aan ons gedaan heeft.
En zoo is niet slechts in de groote steden
maar ook op het platteland de toestand
zoo geheel anders, dan in Dibbetz dagen
toen kleine groepjes belijders op kamers
en in schuren tot onderlinge stichting sa
menkwamen.
Gereformeerd was Dibbetz in merg en
nieren. De waarheid, zooals de Dordtsche
vaderen die aan het nageslacht hadden
overgeleverd en die ze wie na hen kwamen
vermaanden getrouwelijk te bewaren tot
op den dag van Jezus Christus, was hem
lief.
Doch dit maakte hem niet stijf en hoog.
Met de gereformeerde belijdenis op de
lippen had hij het hart van den tollenaar
en niet van den Farizeër Eens had
de bekende dr. Hasebroehhalf schertsend
half in ernst gezegd: »U weet wel, mijnheer
Dibbetz ik ben een arminiaan
Laat de schrijfster het nu verder vertellen
»Dominé, dat spijt mij voor u en voor
de gemeentede troost door de gerefor
meerde leer is zooveel rijker, ik gun u
dien van harte.* Met een >dank u« en
een hartelijken handdruk scheidden ze toen,
later zouden ze elkaar in den kerkeraad
wedervinden.*
Geen strijden dus voor de zuiverste op
vatting der waarheid, om gelijk te krijgen
voor de letter, maar om den rijksten troost
deelachtig te worden, dien de waarheid
een zondig Adamskind bieden kan.
'k Zou stof hebben om ettelijke stukken
te schrijven naar aanleiding van dat boeks
ken, maar dat ligt niet op mijn weg. Met
opzet liet ik het meest in'eressante hoofd
stuk »dr A. Kuyper en H.I. Dibbetz*
onbesproken, mij vergenoegende er alleen
de aandacht op te vestigen.
De levensbeschrijving van Dibbetz is
tegelijk een kleine bijdrage tot de kennis
van dr. Kuyper's eersten tijd te Amsterdam
overwaard om gelezen te worden.
»De gedachtenis des rechtvaardigen,*
heet dit geschrift.
Er zijn meer van die rechtvaardigen*
geweest, door de genade Gods, wiens
historie beschreven dient te worden.
Alleen tot verheerlijking van Gods Naam
UITKIJK.
BODEM-ENTING MET BACTERIËN.
Velen onzer lezers zullen wel weten, wat men
onder enting van den grond verstaat. Meestal
geschiedt dit door z. g. entaarde van een of ander
stuk grond, waarop een bepaald gewas is geteeld,
uit te strooien op een' oi anderen akker, waar
men datzelfde gewas wil verbouwen. Dit geldt
dan speciaal een der vlinderbloemige gewassen
(leguminosen), waartoe o. m. serradella en lupinen,
de verschillende klaversoorten, wikken, erwten
en boonen, behooren, en {Ie enting heeft dan ten
doel om met de aarde een bepaalde bacterie-soort
in den bodem te brengen, een bacterie, welke
men aantreft in de knolletjes, die zich aan de
wortels der genoemde gewassen bevinden, en
welke bacterie de plant en de grond verrijkt met
stikstof uit de dampkringslucht. Prachtig, niet
waar üe stikstof, de duurste van alle planten-
voedingsstoffen, welke in Cbilisalpeter en zw.
ammoniak met 75 ets. of duurderper Kilo wordt
betaald,.kosteloos door de stikstof kaboutertjes aan
den dampkring onttrokken en in 't gewas of den
akker als oogstkapitaal vastgelegd I Deze ontdek
king der wetenschap wordtindelandbouwpraktijk
nog lang niet voldoende benut. Dat benutten
kan natuurlijk geschieden door den verbouw van
vlinderbloemige gewassen, op schralen zandgrond
b. v. van serradella en lupiaen, op kleigrond van
wikken, en voorts van erwten en boonen, door
insehuiving dus in de vruchtwisseling van dit
cultures, welke den grond kosteloos met stikstof-
voedsel en ook door onderploegen geheel of
gedeeltelijk van het geteelde gewas met humus
of teelaarde verrijken. Door aldus te handelen,
bespaart men in zijn bedrijf de dure stikstof-
meststoffen en kan men, enkel door een betrek
kelijk goedkoope minerale bemesting, een' uitste
kenden oogst verkrijgen.
De enting van den grond moest dus algemeen
zijn: noodzakelijk is de enting toch opgronden,
waar de bedoelde bacteriën niet of niet voldoende
aanwezig zijn. Het enten met aarde geeft echter
nog al moeite, is wat omslachtig, vaak kan men
de aarde in zijn omgeving niet verkrijgen, 8n door
die omstandigheden komen velen er niet toe, en
vandaar, dat de teelt van zoo hoogst nuttige
gewassen achterwege blijft. Dit is heogst jammer 1
Vóór eenige jaren hoorde men vooral in Duitsch
land, maar ook ten ouzeut nog al, van bodem-
enting, rechtstreeks met gekweekte bacteriën, z. g.
reincnltures, in den handel bekend onder den
naam van nitragine. Groot waren de verwach
tingen daarvan, maar ze zijn niet vervuld: de
levensbevatbaarheid dier bacteriën bleek niet
groot genoeg, zoodat ze zich niet spoedig genoeg
en niet genoegzaam vermenigvuldigden,terwijl,
zo als de ervaring leerde, ook de wijze van aan
wending niet deugde. De laatste jaren hoorde
men er weinig meer van. Toch zaten de mannen
der wetenschap niet stilde geleerden Hiltner en
Noble, die de reincultures hadden gekweekt,
bleven, toen ze in hun verwachtingen werden
teleurgesteld, niet bij de pakken neerzitten. Ze
zochten en zochten en vonden ten slotte ook een
betere wijze van enting, waarbij o. a. versche
melk wordt aangewend om den schadelijken in
vloed te ontgaan, welke de bij de zwelling der
zaden door deze uitgescheiden stoffen blijkens de
ondervinding uitoefenden op de bacteriën, die
vaak daardoor te gronde gingen. Een verbeterde
Nitragin is er dus gekomen en in Duitschland
heeft men reeds op vrij groote schaal proeven
er meegenomen, welke opnieuw groote en blijde
verwachtingen hebben gewekt. Een geheele reeks
van gunstige resultaten kunnen reeds worden
vermeld; wij doen voor heden een greep uit die
vele.
Prof. Hiltner kreeg o. a. bij serradella door
enting een meeropbrenhst aan droge stof van
ruim 21%, aan stikstof 68%; bij gele lupinen
resp. van 53 en 130%bij sojaboouen van 18 en
ruim 23%. Inzonderheid met serradella waren
de uitkomsten vaak schitterend, 't meest daar,
waar nooit 'tgewas was geteeld; er waren zelfs
gevallen, waarin de geënte perceelen 80 (zegge
tachtig I) maal zooveel opbrachten als de niet-
geënte. Op de proef boerderij Mochelen te
Bromberg verkreeg men door enting een meer
opbrengst vaa 7000 K. G. grove massa per H. A
In 't geheel kreeg men van 300 proefnemingen
bij 210, dus 70%, gunstige resultaten; alleen in
Be.ieren zag men in 83 van de 100 gevallen een
positieve werking.
De tijd schijnt dus gekomen, dat nieuwe proe
ven ook ten onzent met nitragin moeten worden
genomen. Daartoe wilden we door bovenstaande
opwekkenzeli zullen we het dit jaar ook doen
en komen er dan van zelf op terug. Voor nadere
Inlichtingen verwijzen we naar den inporteur
voor ons land, de firma K. Kupsch en Abas te
Amsterdam, die alleenverkooper is en bij wie
men dus wel terecht moet komen, wil men zich
omtrent kosten, gebruikswijze, enz. op de hoogte
stellen.
Voor mededeelingon aangaande verkregen uit
komsten 't zij positief of negatief houden
we ons ten zeerste aanbevolen.
De tijdingen, dat te Parijs en stroom
opwaarts eene verbetering in den toestand
komt, blijken waar te zijn. Da totale
daling van het water bedraagt zelfs reeds