T'
IïëêïêümmïT
KWELLING
2
BB
Reclames, Medeclee-
linfgeu enz.
(20 Cents per Regel.)
genezen door de Abdijsiroop, nadat
de lijder een jaar lang tevergeefscli
allerlei geneesmiddelen geprobeerd
hs.d.
De Abdijsiroop, Klooster Sancta
Paulo, is het meest ingrijpende ge
neesmiddel dat ooit vervaardigd is.
De Abdijsiroop bezit de wonderbare
eigenschap uitgeputte organen te her
stellen. Zij geeft weer nieuwe krachten
aan het lichaam, waardoor de uitge
putte organen wederom werkzaam
worden en waardoor de kwalen die
door uitputting van het lichaam ont
stonden, verdwijnen, omdat de Ab
dijsiroop het weerstandsvermogen van
het lichaam verhardt.
Daarom geneest de Abdijsiroop
alle ziekten die door slechten bloeds
omloop ontstaan, zooals maagziekten,
slechte spijsvertering, zwakte, zenuw
pijnen en dergelijke ziekten.
Mej van Wijngaarden te Uithoorn
verklaarde ons dat haar zoon Cornells
van Wijngaarden te Uithoorn, gedu
rende een jaar aan vreeselijke maag
krampen leed die zoo hevig waren,
dat. hij van pijn in elkander kromp.
Het was zoo erg, dat hij dikwijls
zijn werkzaamheden niet kon ver
richten van de hevige pijnen. Hij at
weinig, leed aan slechte spijsvertering
en aan slapeloosheid. Als hij 's mor
gens opstond voelde hij zich vermoei
der dan hij 's avonds naar bed ge
gaan was. Hij was zwak en ziek en
ik vreesde dat hij nooit beter zou
worden. Wat hij al niet geprobeerd
heeft is niet te zeggenallerlei ge
neesmiddelen warme stoom, warme
doeken, het hielp allemaal niets.
Neem toch de ABDIJSIROOP 1
Op zekeren dag las hij dat iemand
die aan dezelfde kwaal lijdende was
als hij, door de Abdijsiroop genezen
was, en dit deed hem besluiten het
ook eens met de Abdijsiroop te be
proeven. Hij kocht toen een tlesch
Abdijsiroop bij den depothouder N.
de Vries te Uithoorn. Na den inhoud
van die ééne flacon Abdijsiroop te
hebben opgebruikt, waren de vree
selijke maagkrampen verdwenen en
gevoelde hij zich volkomen genezen.
Zijn 'eetlust was teruggekeerd, hij
kon zijn voedsel weer verteren, en
sliep sinds dien weer goed en ver
kwikkend.
Men bedenke wel, dat de heer Van
Wijngaarden een volledige genezing
heeft bekomen en dal hij zijn werk
zaamheden weer heeft kunnen her
vatten. Men maakt dus hieruit op,
dat hij vreeselijk veel tijd verloren
heeft en bijgevolg ook geld voor nut-
telooze behandeling, terwijl de Ab
dijsiroop hem een zeer °nelle genezing
heeft bezorgd. (Het gebruik van één
ilesch slechts.)
Daar het reeds twee jaar geleden
is, dat de heer Van Wijngaarden is
genezen, is bewezen dat de genezing
niet tijdelijk, doch werkelijk duurzaam
was.
Dit is niet met andere geneesmid
delen bet geval. Maakt gij het gebruik
van andere geneesmiddelen, dan hel
pen deze slechts tijdelijk.
Wanneer gij de behandeling met
de Abdijsiroop gevolgd hebt en gij
gevoelt U beter, dan zijt gij hersteld
en krijgt gij de ziekte hooit meer terug.
De Abdijsiroop, Klooster Sancta
Paulo kost per flacon van 230 gram
f.1.—, van 550 gram f.2.en van
1000 gram f. 3,50.
Centraal Depót: L. I. AKKER, Van
Alkemadestraat, Rotterdam.
Verkrijgbaar bij de bekende weder-
verkoopers, alle Drogisten en de meeste
Apothekers.
iSuitenlarid
sputterten allerminst past dat een journa
list, die immers zélf steeds met dagvlinders
werktzoodat het ten slotte nog maar
gelukkig is, dat er uitgevers zijn, die den
smaak des volks weten te vatten en schrijvers,
die er zich naar schikken.
't Heeft dit vóór, dat een veel ruimer
lezerskring wordt bereikt.
Én zoo heeft dan prof, Kuyper de moei
lijke bezigheid verricht, om in veertig blad
zijden aan het Nederlandsche volk te ver
halen, wat Calvijn voor Nederland is geweest.
Wat even lastig is, als om een rijken tekst
te behandelen in een predilatie, die maar
een twintig minuten duren mag!
Van een calvinist als prof. Kuyper, kerk
historicus tevens, mag men verwachten, dat
hij het calvinisme recht zal doen juister
gezegd, dat bij eon juist beeld zal geven
van hetgeen God in het calvinisme heeft
uitgewerkteen verwachting, dien hij niet
heeft teleurgesteld.
Maar ik voeg er bij, dat hij den calvinist
gelukkig ook niet over 't paard heeft getild.
Als den »stoeren« calvinist de bedwelming
naar 't hoofd slaat, dan woidt hij weerzin
wekkend. We moeten met het r>calvinisme«
geen afgoderij plegen dan tienmaal liever
een agoed bekeerde methodist of een waar
lijk-vroom setisch mensche
Prof. Kuyper legt er behoorlijk den
nadruk op, dat in ons land het calvinisme
nooit ofte nimmer het een en-het al is
geweest.
Men weet, hoe 's Lands Staten omstreeks
1584 sp-aken van »het tiende deel«.
Dit moge naderhand wat verbeterd zijn,
maar ons land is de eeuwen dóór geweest
en gebleven een »staalkaart van godsdien-
sten«. Don Juan, in zijn tijd denkelijk van
het nog niet omgekeerde Amsterdam inge
licht, smaalde al, dat er in Waterland wel
dertig i>gelooven« gekomen waren inplaats
van de leer der Katholieke kerk.
Het calvinisme heeft de overhand en over
macht gehad, langen tijd - en dat niet zonder
wettige aanspraak - maar de meerderheid had
het nóóit. Die gedachte geeft ons 3.neo calvi
nisten*. eenerzijds reden tot bescheidenheid,
maar is ons anderzijds een troost en bemoe
diging, als we ons ook thans wat beklemd
mochten voelen door ons klein getal.
En ook legt prof. Kuyper er den nadruk
op, dat zelfs Calvijn een feilbaar mensch
was en niet elke consekwentie der waarheid
gegrepen heeft.
Aan het calvinisme is wèl te danken de
»vrijheid van gewetens. Zelfs de meest
onbesu'sde ijveraar erkende in de consciëntie
de slagboom, waar zijn ijver onvoorwaar
delijk werd gestuit.
Maar al mag 't nu waar zijn, dat het
calvinisme daarmee een grooten stap had
gedaan op den weg naar de vrijheid van
eeredienst« éven waar is 't, dat ten dage
der Republiek calvinisten gedurig tegen
die vrijheid bij de Overheid zijn opgekomen.
En dat niet alleen ten opzichte der roorn-
schen. in wie men langen tijd ook politieke
vijanden zag, maar ook ten aanzien der
»seeten«, die toch mét de calvinisten dezelfde
vervolging hebben doorstaan.
Het was zelfs regel.
Niet slechts de >Dathenisten«, die Oranje
verweten dat hij om God noch Zijn gebod
gaf, maar zelfs eeD man als Marnix was
van deze smet niet vrij, zoo zelfs dat prins
Willem dezen, zijn vriend, met scherpe
woorden moest afwijzen, toen hij aandrong
op bemoeilijking der Doopsgezinden.
't Is goed, dat we zulke dingen nog eens
in herinnering brengen.
Onze tegenstanders willen 't nog al eens
doen voorkomen, als zouden wij 3>onver-
draagzaam« zijn. Wij werpen dat verre van
ons. En terecht ons Program kèat zulk
een onverdraagzaamheid niet, Elke vrijheid,
elk recht, dat we voor onszelf opvorderen,
willen we ook anderen gunnen.
Dat zéggen we. En zoo doen we.
Maar al te hard mogen we onze tegen
standers op dat punt niet vallen. De praktijk
onzer vaderen al was die met wat elders
geschiedde vergeleken, mild getuigt min
of meer tégen ons.
Al hebben wij dus het volste recht de
betichting van ^onverdraagzaamheids verre
van ons te werpen, we hebben wèl reden,
om wat geduld te oefenen, als er zijn, die
zich niet op het eerste woord laten overtuigen
Omdat er »solidariteit« is lusschen ons en
dé calvinisten uit de zeventiende eeuw
UITKIJK.
Hij was dan zoo wit als een doode
en moest dan op zijn buik gaan liggen
van de pijn.
Het is nu al twee jaar geleden, dat
hij genezen is en hij heeft nog nooit
eetiigen terugkeer van zijn kwaal ge
had.
Tlllil» CIS luilIHitlOïSW.
OP 'T NU NOG KAN?
Aldus werd mij onlangs gevraagd door een boer
die op 't land, waar dit jaar haver alsdekvruoht
van klaver moet komen, kainiet wilde beproeven.
Hij bedoelde daarmee natuurlijk, of t niet
te laat daarvoor was. En zijne meeniDg, dat zulks
wel eens zoo zijn kon, vond grond in de omstan
digheid, dat bij altijd had booren zeggenKainiet
in den herfst.
Nu, daar is heel wat] voor te zeggeD. En er zijn
ook gewassen, waarvan men weet, dat ze een
kainiet bemesting, die niet heel vroeg gegeven is,
niet te best verdragen kunnen. Doch daar behoort
haver niet bij. Dat graangewas is niet zoo bang
voor wat kainiet. En bovendien 't duurt nog
al enkele weken, vóór ge de haver zaait, niet
waar
En hoeveel zou 'k nemen
Kijk, luidde m'n antwoord, da's niet met volko
men juistheid te zeggen. Doch, nu we weten,
dat de haver de dekvrucht zijn zal van klaver,
kunnen we dit als zeker vaststellen, dat er twee
echte kaliliethebsters elkaar zullen volgen.In een
onlangs verschenen boekje
,Kali ook op klei?" door den heer L. B. van
der Slikke Land-en Tuinbouw-Onderwijzer te
Groote lindt vinden we opgegeven, dat een ge
was haver 108 K. G. kali per bunder uit de grond
haalt en klaver zelfs 170 K. G. Da's metelkaar
278 K. G. of zooveel als er met 22 balen kainiet
zou kunnen worden verstrekt. Nu mogen we
natuurlijk vertrouwen, dat de bodem ook wel
wat van dien voorraad geven kan, maar toch
mijnsinziens mag er grif 800 K. G. kainiet worden
uitgestrooid.
't Kan nu nog best. Intusschcn, lang drale men
er niet meer mee.
Ik meende deze correspondentie wei in wat
ruimer kring bekend te mogen maken. Er liggen
ongetwijfeld wel meer] akkers, die dit voorjaar
voor klaver in haver bestemd zijn en waarop
gewis wat kalimest in den vorm van kainiet best
op z'n plaats zou zijn.
ENGELAND,
liet Koninklijk besluit tot ontbin
ding van het Parlement is geteekend,
en daarmee houdt niet alleen het Lager
huis, zooala het nu is samengesteld, op
<e bestaan, maar zien ook de leden van
het Hoogerhuis hun rechten als wetge
vers opgeschort, totdat zij door een op
roepingsbrief gerechtigd zijn in het nieuwe
parlement zitting te nemen. Het gaat
v/el eigenaardig toe op den dag. dal zoo'n
koninklijk besluit tot pariemeittsombin-
ding afkomt. Immers worden daD t« ge
lijk de koninklijke bevelen (write) tot
oproeping van de kiezers aan de sherifs
(van de graafschappen) en burgemees
ters (vau de steden) verzonden, opdat
dezen de noodige maatregelen nemen
„tot het honden van eene verkiezing
overeenkomstig de wet."
Een nieuw versohijnsel hierbij was
het gebruik maken van automobielen,
dia de ontbindingsaanzeggingen naar de
graafschappen rondom Londen hrachien,
nl. naar Kent, Surrey, Middlesex en
Sussex. De auto's brachten er 88 rond,
terwijl de rest per post werd verzonden.
Heden zal Chamberlain het eerste
parlementslid zijn, dat, als bj eenvou
dige candidaaislelüng in West-Birming
ham herkozen, wordt opgegeven.
De eerste stemmingen zullen op Za
terdag a.s. in 63 kiesdistricten plaats
hebben, waarvan er 12 voor Londen
komen en de overige eenige Engelsche
provincies vertegenwoordigen. Het nieu
we Parlement zal den 15 Febr. bijeen-
komen
De gisting onder de mijnwer
kers van Northumberland neemt on
rustbarende afmetingen aan. Op een
monstermeeting, Maandagmiddag te
Beghiü belegd, werd zonder eenig protest
een motie aangenomen, waarbj men een
algemeene staking noodzakelijk verklaarde
om aan hot uitdagend optreden der mijn
eigenaars te kunnen weerstaan.
PRUISEN.
In liet Pruisische Sluis van Afge
vaardigden werd door den president Kroecber
de zitting geopend met een hoch op den
keizer, waarna hij den minister-president
Hollweg begroette, die op zijn beurt aan
het lluis de verzekering gaf dat hij er naar
streven zou, het vertrouwen, hetwelk het
Huis tot dusver in hem stelde, als onont
beerlijke groudslag voor vruchtbaren arbeid
zicb ook verder waardig te maken.
(Applaus). Hierna gaf de minister van
Financiën eenoverzicht van den financiëelen
toestand. De uitgaven overtreffen de in-
koms'en met 92 miltioen Mark.
Het te kort zal door eene leening gedekt
moeten worden.
OOST AZIË.
Het koene voorstel van denAmeri-
kaanschen minister van Buitenl. Zaken,
om de Mansjoerijsche spoorwegen, die aau
Rusland en Japan bebooreu, aantekoopen
en aan China terug te schenken, om ze
alius te uentraliseeren, vindt bij de ver
schillende mogendheden geen onverdeelde
instemming. De Japansche pers acht het
voorstel in de eerste plaats tegen de
Japansche-Ojs:-Aziatische politiek gericht
en is het voorstel weinig sympathiek ge
zind. Ook de Londensche «Times* maakt
erstige moeilijkheden. Toch is de Engelsche
regeenug niet ongeneigd, om onderhande
lingen over deze kwestie te openen, Te
Sf. Petersburg houdt men in toonaange
vende politieke kriogeu het voorstel van
Kuox practisch niet doorvoerbaar.
NOORD-AFRIKA.
Het incident aan de Tripolitaansche
grens is de wereld nog niet uit.
Die grensregeling tusschen Tripoli en
Tunis (dat onder Fransch protectoraat
staat) is niet zoo eenvoudig als menigeen
zon denken.
Frankrijk eischt, dat Turkije het ver
drag van Bardo erkent, en wil momenteel
niet ingaan op het voorstel van een com
missie tot grensregeling, welke, naar
Turkije wenscht, gekozen zal worden door
den bey van Tunis en den vali van Tripolis,
zonder tusschenkomst der Franscheregee
ring.
Turkije steunt zijn eischen op een firman
van het jaar 1871, waarbij Tunis tot een
Turksclie provincie verklaard wordt,
CSeiiieïsg'd UI seis w§.
Ontzettende misdaad.
Moord te Beetgumermolen.
Te Beotgumermolen, nabij Leeuwarden is Vrij
dag de 30 jarige Anna Andringa vermoord ge
vonden.
De dader ia de 19-jarige bakkersknecht Riemer
van der Mark, uit Menaldum, die zijn misdaad
heeft bekend.
Hij kwam het meisje, dat bij haar moeder in
woont, naar gewoonte brood brengen, juist op
een oogenblik dat deze laatste niet thuis was.
Hij heeft haar toen in het portaal aangegrepen
en haar den hals afgesneden. Niemand heeft iets
van deze afschuwelijke misdaad bemerkt. De bu
ren hadden wel gerucht gehoord, doch dachten,
dat de jongelui aan het stoeien waren. Toen de
moeder thuis kwam, vond ze haar dochter badend
in het bloed vóór de kamerdeur liggen.
De bakkersknecht was na zijn misdaad kalm
aau het werk gegaan, en werd door de politie ge
arresteerd.
We lezen in de „L. O.omstrent den moord
te Beetgumermolen het volgende
Aan de Langestraat, den weg, die even ten
westen van Beetgumermolen rechts af buigt naar
Het Bildt, woonden sedert tiental jaren de wed.
J, Andringa en haar dochter Antje. Het waren
bedaarde, rustige menschen, die met eerlijken
arbeid hun brood verdienden. Natuurlijk kwam
het zwaarste deel voor Antje, wie echter voor
haar moeder, wier eenige dochter zij was, nadat
haar vijf door den dood waren ontnomen, niets
te zwaar was.
Zoo leefden ze onbeujjd en vergeten, doch ge
lukkig ia eikaars bezit, haar eenvoudig arbeids
leven, tot opeens een onverlaat daaraan een einde
maakte.
De oude vrouw was in den loop der week een
paar dagen op bezoek naar Cronjura geweest.
Vrijdagavond omstreeks 5 uur keerde ze vandaar
terug. liet was reeds donker, toen zij de deur
die toegang geeft tot een portaal, waaruit men
in de kamer komt, opende en de gang intrad.
Plotseling struikelde ze daar over haar dochter,
die richiuit op den grond ligt.
„Wat ligt ge daar raar, Antje" zegt de moeder,
die natuurlijk aau geen kwaad denkt.
Toen ze echter op haar herhaald geroep geen
gehoorjkreeg, vermoedde ze't (rgste. Zij was wan
hopig, en vreeselijk klonken haar jammerkreten
uit de woning naar buiten. Luid genoeg omge
boord te worden door een buurvrouw, die met
de weduwe onder hetzelfde dak woont, luid
ook om de aandacht te trekken van D. 9.die
toevallig over het erf van den buurman der we
duwe kwam, om naar huis te gaan.
Met genoemde buurvrouw begaf deze zich naar
de steeds jammerende vrouw. Toen ze het por
taal binnenkwamen, lag daar Antje voorover
uitgestrekt op den vloer, die met bloed was be
dekt. De ongelukkige lag met haar hoofd op een
matje over het hoofd lag haar schort.
Nog dacht men aan geen misdaad de eerste
gedachte van D. 8. en zijn helpster was, dat
het ongelukkige meisje aan een bloedspuwing
was gestorven. Toen men daarop echter er
waren meer belangstellenden gekomen aan-
stalton maakte, om het bloed af te wasschen en
het meisje in de kamer te brengen, waarbij meu
haar moest omkeeren, ontstelden allen. De hals
bleek het ongelukkige meisje bijna afgesneden
te zijn. De moordenaar schijnt bij de volvoering
van zijn gruwelijke daad achter het slachtoffer
te lieblen gestaan, haar met de linkerhand vast
te hebben gehouden en haar zoo,de rechterhand
waarin het mes, om haar hals geslagen, dedoo-
delijke verwonding te hebben toegebracht. De
wanhoop der moeder valt niet te beschrijven,
zij was als krankzinnig en moest in haar eigen
belang worden verwijderd.
Nu het eeumaal vast stond, werd gevraagd;
wie is de dader?
Niet lang verkeerde men omtrent deze in het
onzekere; althans er rezen onmiddellijk zware
vermoedens tegen een jongmensch, dat dien mid
dag bij de nu vermoorde in huis was geweest.
Antjo's moeder was vroeger baker geweest bij
den bakker D. te Menaldum Sedert was de be
trekking tussehsn haar en dezenjaaugehouden in
zooverre, dat de bakker haar geregeld kaar nu
en dan bakkerswaren leverde. Vroeger werden
deze in de buurt bij iemand a gegeven, vanwaar
ze dan door Antje of haar moeder werden afge
haald.
Voor eenigen tijd echter had de knecht van
genoemden bakker zelfs per fiets bij de weduwe
gebracht, wat deze besteld had
Vrijdagmiddag te ongeveer 12 uur hadden de
omwonenden hem weer per fiets, met een mand
aan het rijwiel zien gaan naar de woning van
vrouw Andringa, waar Antje toen alleen tehuis
was.
Hij bleef daar geruimen tijd. De twee schenen
het goed met elkaar te kunnen vinden, althans
de buren hoorden nu en dan vroolijk gelach en
gestoei, of zooals onze zegsman het uitdrukte
„ze maakten malligheid met elkaar.
Dat is het laatste wat van Antje gehoord is.
Te omstreeks half drie vertrok de bakkersknecht
het bloedig drama moet toen reeds afgespeeld
zijn geweest. Antje's stem heeft niemand sedert
dien weer gehoord.
Toen F. Spanjer omstreeks half vier met bri
ketten aan haar deur kwam, kreeg hij ook na
herhaald geroep geen gehoor. En toen hij n-ischien
een uur later nog daar audermaal kwam, had
hij even weinig succes; het huis scheen leeg,
de deur open toen hij door de ruiten naar bin
nen keek, bemerkte hij niemand.
We keeren thans terug naar het oogenblik,
waarop de omstanders tot de ontdekking kwamen
dat er een gruwelijke misdaad had plaats
gevonden.
Men liet het lijk, waar en zooals het was ge
vonden en zond om politie en geneesheer. Dokter
Oudsburg van Menaldum was omstreeks half zeven
op het tooneel van den moord aanwezig, doch
kon natuurlijk alleen den dood constateeren.
Ook de gemeenteveldwachter Blanksma kwam
en 11a eenig overleg werd besloten zich eerst tot
het tijdelijk hoofd der gemeente te wenden, den
heer Dykstra, wethouder te Menaldum. Vanidaar
werd toen onmiddelijk naar den officier van
justitie getelefoneerd, 't Was toen ruim half
acht.
Te 11 uur ongeveer kwamen daarop mare
chaussees in de woning der weduwe, waar hst
lijk nog was. Nadat dezen alles hadden vernomen
wat hierboven door ons werd medegfedeeld, ver
trokken ze ongeveer te één uur naar Menaldum
om den verdachten in verhoor te nemen. Deze
stond aan den bakkerstrog te fluiten en maakte
op de marechaussees, die hem onbemerkt bespied
den volstrekt niet den indruk, als zou hij eenige
uren te voren eeu misdaad hebben bedreven,
waarvan elk moet gruwen.
De politie laat zich echter niet gemakkelijk
misleiden. Da marechaussees traden de bakkerij
binnen en toen een hunner zich bij het verhoor,
dat nu volgde, vlak naast den verdachte plaatste,
bemerkte bij aan diens ademhaling, dat de knecht
tamelijk zenuwachtig was.
Men vroeg hem waar zijn kleeren waren, die
hij 's morgens naar Beetgum aan had. En toen
hij de plaats had aangegeven, werd hem door
zijn ondervrager verzocht ze hem te wijzen.
De kleeren bleken op da aaugewezen plaats te
zijn; ze werden onderzocht en daarbij kwam
een zakmes te voorschijn bevlekt met bloed.
„Hoe komt dat bloed aan dit mes?"
De verdachte beweerde, dat hij met het mes
een rat had gedood.
De marechaussee vond die verklaring onaan
nemelijk en van dat oogenblik af was de
19 jarige R. v. d. M., afkomstig uit Huizum,
zijn vrijheid kwijt. Als verdacht van moord,
werd hij toen naar de woning van de weduwe
gebracht, met het lijk geconfronteerd en bekende
daar, dat hij den moord had gepleegd.
Zaterdag kwam de justitie uit Leeuwarden
bestaande uit de heeren mr, J. P. Amshoff
subst.- officier van justitie; mr.C. W. Stheeman
en P. H. Specht Grijp, commandant der
marechaussee in het district Leeuwarden, en
voorts de hseren P. H. van Edon arts te Leeu
warden, en H, Oudsburg arts te Menaldum, met
de tram van half tien te Beetgumermolen, en
werd de verdachte in de openbare school waarheen
intusschen ook het lijk was vervoerd, verhoord.
Hij bleef bij zijn bekentenis en werd omstreeks
hall één per rijtuig onder geleide van marechaus
see en politie, zwaar geboeid overgebraoht naar
het huis van bewaring te Leeuwarden.
Dat in het rustige Beetgum de ontsteltenis al
gemeen is, behoeft niet gemeld dat de woede
tegen den moordenaar bijna geen grenzen kende
bleek bij diens overbrenging uit het huis der
ongelukkige weduwe naar de openbare school.
Wat den misdadiger betreft, deze moet volgens
geloofwaardige getuigen, hoogst onverschillig
zijn. Bij confrontatie, zoowel als bi) zijn verhoor,
moet hij trouwens daarvan de ondubbelzinnige
bewijzen hebben geleverd, en toen hij in het
rijtuig stapte, die hem naar Leeuwarden zoo ver
voeren lachte hij. -
Omtrent de reden, die hem tot een moord
dreef, kunnen wij ons niet met beslistheid uit
laten. Algemeen echter is men in het dorp van
gevoelen, dat hij het meisje oneerlijke voorstel
len heeft gedaan dat deze met beslistheid werden
afgewezen en dat toen door hem het feit werd
gepleegd.
Gevecht van de politie met een bandiet.
In de rue Aultry le Boucher te Parijs
is Zaterdagavond een vreeselijk drama
afgespeeld, waarbij eenige politiebeamten
het hard te verantwoorden hadden. Te
gen acht uur ongeveer hoorden twee po
litie-agenten in bnrgerkleeding, dat voor
de toonbank van een dranklokaal in ge
noemde straat een jonge kerel stond,
die do hevigste bedreigingen tegen de
politie uitte, verklaarde„Les flics, il
taut que j' en butte quelquesuns." („De
politieagenten, 't is noodig, dat ik er een
etuk of wat vermoord.")
De agenten in burgerkleeding, Doray
en Fournes gingen naar het hun aan
gewezen wijnhuis en arriveerden er juist
toen de bedoelde persoon er uit kwam.
Het was een jonge man van 20 k 22
jaar, van middelmatige lengte en zeer
mager, met een jockeypet op en een
pelerinomantel om. Schijnbaar een wei
nig te duchtig tegenstander.
Nauwelijks evenwel had hij de agen
ten bespeurd, ot hij riep grijnslachend
„Haba, daar zijn de heeron nu zul je
eens lachen." Ter zijde springende, om
niet te worden gegrepen, wierp bij zijn
mantel at en kwam toen op de politie
beamten af, de eene hand gewapend
met een scherp geladen revolver, de an
dere hand met een lang, pas geslepen
dolkmes. De bandiet had bovendien zijn
vuisten en voor-armen omwikkeld met
leeren riemen, die voorzien waren van
ijzeren punten, zooala men die ziet op de
halsbanden van honden.
De politie Doray viel het eerst onder
den aanval van den wildeman. Tot zes
keer loe plofte deze zijn scherp mes in
het lichaam van den ongelukkige beambte.
Niettegenstaande zijn bloedverlies, zette
Doray zijn collega Fournes den razenden
vechtersbaas achterna. Deze slaagde er
in de rue Aubryie Boucher te bereiken.
Op den drempel keerde bij zich cm en
vuurde nog twee revolverschoten af, die
den agent Doray in de buik troffen,
waarop deze bewusteloos neerstorte.
Da agent Fournes gaf het echter niet
op, riep om hulp en trachte tevens zijn
tegenstander te grijpen.
Op zijn beurt viel ook hij neer met een
diepe snede in den rechterarm en een
messteek in zijn keel.
Op dit oogenblik versohenen een ander
brigadier van politie en nog een half do
zijn politieagenten op het tooneel van den
strijd. De bandiet bleef zioh grimmig
verdedigen, vuurde nog weer zijn revol
ver af, waardoor een paar agenten even
wel sleohts licht gewond werdenbij
hun pogingen om h8m te ontwapenen,
liepen enkele agenten eohter hevige
kwetsuren aan de handen op, door 't
vlijmscherp mes, en insgelijks wondden
zij zich aan de ijzeren punten van zijn
leeren pantser. En misschien zou de el
lendeling nog meer slachtoffers gemaakt
hebben, want hij maakte zich gereed,
de laatste drie kogels van zijn revolver
af te vuren, indien op dat oogenblik een
der politie-agenten hem niet een steek
met zijn sabel in den buik had toege
bracht waardoor hij revolver en mes
liet vallen en neerstortte.
De toestand der agenten Doray en Four
nes scheen Zaterdagnacht hopeloos. De in-
dentitiefc van den woesten politie-vijand
kon men toen nog niet vaststellen. Vol
gens sommigen heet hij Jean Blariot,
en is hij schoenmaker van beroep.
Van beeren die brullen.
Een lid van de Dordtsche Winkeliers
vereniging schrijft in de «Dordr. Cour.*
Een, twee, drie, vier en zoo tot
twaalf.
't Is voorbij. Blij toe.
Hè?
Ja, b'ij toe; niet omdat 't oudejaar
voorbij is, maar omdat een nieuw begint.
Geen ochtendstond zoo helder als die op
1 Januari, ook al is ie uog zoo donker,
die morgenstond heeft goud in den mond.
Drievierel 's jaars ga je bergopwaarts.
Of dat kracht kost 1 Nou, en ofBoven
dien, 't bergpad kan je voeten zoo'n pijn
doen en dan overal grijnsgapen afgronden.
't Is een moeite- en gevaarvollen tocht,
moeilijk vooral door den zwaren last op
je rug en gevaarvol ook, omdat je geen
gids, geen steun kunt bekomen. En hoe
hooger je komt, hoe zwaarder de last
wordt
Maar zie je, op één Januari heb je den
top bereikt, dan beu je er «bovenop//.
Heerlijk, om zoo eens den blik te laten
weiden over de folio's in je klantenboek.
Dat geeft je kalmte en rust, de zoo hoog
noodige en lang begeerde rast. Ja, zeker
de morgenstond van 1 Januari heeft goud
in den mond.
Zoo is 't.
Alle malligheid daargelaten. De reke
ningen liggen, natuurlijk, al lang geschre
ven alleen nog wat bijvullen en dan op
tellen en afsluiten, 't Adresseeren, 'n kwestie
van een paar uur.
Morgen de beeren laten brullen...
Neen morgen niet, overmorgen ook nog
niet. 'n Poosje wachten. Klanten moeten
niet weten dat je aan lager wal zit.
Beeren nog een beetje aan den ketting
houden. Maar ze moeten toch weg Nou
wegbrengen dan maar, voorzichtig oppassen.
Wat zou 't beste zijn,'s morgens of's mid
dags Of 's avonds misschien Stikum in
de bus stoppen, niet bellen hoorHopen
dat meneer niet boos wordt als ie de reke
ning ontvangt, 't ls nog al opgeloopen.
Zou ie 't me heusch niet kwalijk nemen
dat 'k veel geld van 'm moet hebben.
Wat zei u Toch mijn eigen geld P
Klanten verzoeken spoedig te betalen P
O
Gei
De BL
gensplaat
Vergaderi
Maandag
ten 2 ure
Afgeko
den 13 Ji
Kohier
BÜRGi
meente 1
aftehrilt
delijken
rende vij
tot en nii
tarie voor
Ooit ger
Bu:
Be Vi
3. VAN
Goed
tie van
en dien
de overc
door in
te houdt
De licl
ze is te
leschott,
heden
jeugd a
vergd tl
hiervan
gehad,
gansche
bezit ve
oordeel
litair) e
niet mo
De hi
Ct.«, we
de glad
Houdt I
ontstane
achteru
direct II;
door zi
Strooi
dier, of
paar za
De t
en licht
stander
zoo mc
den re
en zal
tisch 1
aangesj
door e
Is het
het lef
hulp v
water t
matig
beste i
Dr.
jaren
Hij
of tun
tal ga
te gev
als de
boden-
centim
op di
bewaa
smaak
te kie
Den
men
koken
met zj
gloeie
werpe
makei
Hei