Woensdag 42 December 1909. 24ste Jaargang N°. 1513. ile Hui«8ltollaiid*ciic eiR SEeeuwscIie Mi la aden. ÏOIO. Niouwjasrwsnschen Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES BERICHT. FEUILLETON. T. BOEKHOVEN, De Vondeling, Oorsproiiïelijï mM floor J. A. Schaletamp. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGEVER SOMMELSDIJK. Telefoon Intercoms»». Ao. Advertentiën 10 Cent per r6gel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en ij8 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. %ile «IsaiikeBa voor tie S&edactle bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te xende» aan den Uitgever. Daar op den Eersten Kerstdag geen besteliing van Weekbladen plaats heeft en de courant, bij ver schijnen op gewonen tijd (Vrijdag avond), eerst Maandag 27 Dec. bij onze lezers zou bezorgd worden, moet ons eerstvolgend nummer een dag vroeger verschijnen en wordt dus a.s. gêouderdtaguwoml af gedrukt. Onze correspondenten, adver teerders en verdere inzenders wor den dus beleefd verzocht één dag vroeger al te zenden. In het nummer van dit blad, hetwelk in den morgen van I JANUARI a.s. verschijnt, zullen, evenals vorige jaren, gebracht aan Familie, Vrienden en Begunstigers, opgenomen wordën, tegen den geringen prijs van slechts 25cents, indien de advertentie 5 of minder regels bedraagt. Elke regel meer 5 cents. Daar van deze wijze om elkaar geluk te wenschen, steeds meer wordt gebruik gemaakt, omdat het 't om slachtige verzenden van naamkaartjes kan vervangen, zal het ons aange naam zijn, reeds nu de advertentiën daarvoor te ontvangen, teneinde voor eene goede plaatsing te kunnen zorg dragen. DE UITGEVER. ,,«ns Program". Jrl.l. Wat is dat »Ons Program«. Er zijn allerlei programs. Een zanggezelschap, een tooneelvereeniging een tentoon stellingsopening of sluiting hebben een program. Een program of pro gramma is een aankondiging van uit te voeren stukken, van te behandelen punten, van ontworpen feestelijkheden Maar »Ons Program® is geen van drie. 't Is een belijdenis onzer Staatkun dige beginseleneen opsomming van wat we van de regeering vragen een openbaarmaking van ons streven. »üns Program« telt 21 artikelen. Deze artikelen zijn toegelicht en ver klaard door dr. A. Kuyper, die voor die toelichting alleen aansprakelijk is. «Ons Program» is 't beginsel der an tirevolutionaire partijdaarvan valt niet al te wijken, zoolang men op dien naam aanspraak blijft maken; maar de toelichting en verklaring is van dr. Kuyper en daarmee behoeft men het nog niet altijd eens te zijn. Terecht schreef dr. Kuyper dan ook in 1879: het behoeft wel niet gezegd, dat de aaneensluiting van de Kiesvereni gingen op het Program, en niet op de toelichting moet volgen. Een kiesvereniging is dus antire volutionair en een kiezer is antirevo lutionair, wanneer hij beaamt de 21 artikelen. En dan behoeft men het met eiken letter en elk woord niet geheel eens te zijn, zooals dit in de artikelen staat. Alle menschelijk werk is on volmaakt en ook de artikelen zijn niet in volmaakten stijl opgeti'okken, zóó, dat er nu alles en alles inligt uitge drukt, wat we begeeren en jjbelijden maar de hoofdzaak, de kern de hoofd gedachte moet men vasthouden en wil dus iemand een andere woordkeus volgen, of nog meer in zoo'n artikel geschreven hebbenalles goed en wel, als hij maar de hoofdidee in zijn verstand en hart vastlegt, dan is het doel bereikt Daar komt nog iets bij.'t Is 30 jaar geleden, dat 't Program gemaakt en de toelichtig geschreven is en in dien tijd is al heel wat veranderd, zoodat onvoorzichtig handelt, wie bij de toe lichting van dr Kuyper »zweert« en zelfs stijfhoofdig blijft beweren, dat alle 21 artikelen nog precies kloppen op den toestand dien we nu beleven alsof er ook in onze staatkundige opvatting en door de tijdsomstandig heden en nieuw geschapen toestanden geen veranderingen waren gekomen. Lees bv. Art. 11. Daar staat in dat Kiesrechtartikel Opdat de Staten Generaal in de natie wortelenhet volk niet slechts in naam vertegenwoordigen en in hun saamstelling niet langer een krenking van het recht der minderheden opleveren, eischt zij de invoering van een ander kiesstelsel en ter voorbereiding daartoe, verlaging van den census. Wie zich nu herinnert, hoe sinds de opstelling van dit artikel tot op heden het aantal kiezers toegenomen is van een 70.000 tot 800,000, voelt al aanstonds, dat van een «vertegen woordigen in naamct en van een krenking der minderheden® niet meer aldus mag gesproken worden. En wie de kieswet Van Houten kent met zijn loon- en huur- en spaarbank- kiezers, voelt ook, dat er behalve «census® ook nog wel andere zaken zijn te veranderen. Nochtans blijft de kern van Art. 11 waar, nl. deStaten- Generaal moeten wortelen in de natie het kiesrecht moet niet op den census of op de belasting rusten, maar er moet «een ander kiesstelsel® ingevoerd worden nl het organische, niet rus tend op Mammon, maar op de gezins idee. Wie de toelichting leest op Art. 12 ('t onderwijsartikel) mag wel en moet wel degelijk bedenken, hoe het sub sidiestelsel reeds vast lig t in de wet moet niet vergeten, dat de liberale partij daaraan,meegewerkt heeft en dat van de «subventie aan de ouders® geen sprake is; ja nog sterker: wat de toelichting bestrijdt, is door dr. Kuyper juist tot wet verheven in na volging van 1889. De toestanden zijn veranderddaar mee moet men rekening houden en ais dr. Kuyper in 1878 klaagt over de subsidie, die aan deseholen gegeven werd in dien tijd, en zegt, dat het wel beter ware, indien de Overheid aan de ouders geld gaf, zoodat de armen veel en de rijken niets kregen, dan is dit op 't oogenblik niet meer aan de ordewant heden ten dage krijgen rijk en arm voor hun kinde ren «subsidie®; bet Rijk geeft subsidie aan de School en dus genieten de rijken er ook van. Maar nog eensde toestanden zijn eenmaal zoo geloopen, dat er subsidie is. Summa: Waar we in de vo'gende artikelen, als er maar eenigszins ge legenheid voor is, «Ons Progiam® HOOFDSTUK II. 6 Hij beweerde, het zou eene onverant woordelijke daad zijn, want vooreerst zag het kind er mager en ongezond uit, en kon men nooit eens weten welke afschuwelijke kwaal dat kirid van zijne ouders overgeërfd had en dan, wie weet van welke liederlijke ouders dat kind was, en een kind erft toch ook in den regel het karakter van een zijner ouders over, dat kon de uiinemendste opvoe ding zelfs niet verhinderen, meende hij. Daarop antwoordde mevrouw Van Wa- versberg >Hoort eens papa, ik hoop dat U mij niet ten kwade duiden zult, dat ik in alles wat U daar beweert, niet instemmen kan. dat ik in sommige dingen in deze van meening met U verschil, maar hiervan kunt G verzekerd zijn dat wij geen o vei haast besluit nemen zullen in dezen. Dat God dit kind aan onze zorgen toevertrouwd heeft, geloof ik vast en zeker. Op welk een wijze wij er onze zorgen over uitstrekken ZfHen, hoop ik met Jaques in kalm overleg nader te regelen. Het kind is nu al vast veilig en rustig in de hoede van onze keu kenmeid. Komt, laten wij nu onze gedachten er zooveel mogelijk aftrekken en onze feeststemming er niet door laten bederven. Och, Juliane sprak zij verder lot eene vriendin speelt U nog even die prachtige sonate van Beethoven, wilt U Juliane zette zich aan de groote vleugelpiano en voldeed aan het verzoek. Zoo lang het spel duurde, waren de gasten allen begeesterd door de wegslepende toonen der muziek, want Juliane bespeelde het prachtige instrument met meesterlijke hand en met gevoel, doch de ware, opgewekte vroolijke feeststemming die tot dusverre ge- heerscht had, kwam er niet meer in, en het was voor velen der gasten 'n ware verlossing, als het bericht kwam, dat hun rijtuig voor stond om ze naar huis te rijden. Ook Rit meester Van Waversberg en zijne gade, gevoelden zich geheel verlicht, toen de laatste der gasten vertrokken was. Geen enkele bleef er over, want de Duitsche familie was in het Kurhaus te Scheveningen gelogeerd en had zich daarheen laten bren gen. Toen dus het feestvierend echtpaar alleen was overgeblëven, en zich naar de slaapkamer begeven had, nadat Mevrouw eerst nog even naar den nu slapenden vonde ling hsd wezen zien, begsn da Ritmeestar en zeide »Maar nu mogen we toch wel eens ernstig overleggen, Rosalia, wat we met dit kind doen zulleD. Ik heb me van avond niet in het gesprek willen mengen, omdat ik de feestelijke stemming nog niet meer wilde verstoren, maar dat we hiermede voor een uiterst moeilijk geval geplaatst zijn geworden, zult ge toch wel moeten toestem men. Als ik goed begrepen heb, dan zoudt ge er niet afkaerig van zijn, de opvoeding van dat kind op U te nemen, en gaarne wil ik U daarin staunen en U alle vrijheid latenmaar om het in ons huis op te voeden en als ons eigen kind aan te nemen, daar heb ik toch ook wel wat bezwaar tegen, al ben ik het dan ook nog niet in alles eens met wat papa er tegen aanvoerde. Ik zou even gaarne als U willen, dat ons huwelijk nog eens met kinderen gezegend mocht worden. Maar dit kind al namen we het nu ook als ons eigen aan en al voeden we het geheel in onzen stand op, het is toch nooit in waarheid ons eigen, het blijft toch altijd een vondeling, het is geen vieesch van ons vleesch, ons bloed stroomt toch niet in zijne aderen en daarom zal hij toch nooit een waardig vertegenwoordiger van ons geslacht kunnen worden. De Ritmeester drukte vooral op zullen behandelen, daar diene dus op den voorgrond te staan, dat de Toe lichting van dr. Kuyper niet geheel zal gevolgd, en bij sommige artikelen ook wel enkele bedenkingen zullen geopperd. Trouwens, 'tis reeds van hooger hand uitgesproken, dat Ons Program herzien zou kunnen worden, Ouddorp. De Antirevol. Kiesv, te Ouddorp geniet niet meer dien bloei, in welken ze eertijds zich mocht verheugen. De oorzaak zit em ir. de kerkelijke gevoeligheden, wat wel diep te betreu ren is, maar daarom niet minder waar. Hoe kan die toestand verbeteren Niet anders dan door oprichting van een Hervormde-Antirevol.-Kiesv Zou Ds. van der Kooy daartoe het initiatief niet willen nemen? Hij is daarvoor de aangewezen man, die in zijn milde opvattingen van het begrip «Kerk® en in zijn humaniteit zoo geheel en al voor Ouddorps politieke leven den weg banen kan tot rijke en sym pathieke ontplooiing. De «Gereformeerden® doen wat zij kunnen om de propaganda zoo krach tig mogelijk te voerendat is hun plicht en hun recht en daarin dienen ze te volharden. Maar 't clubje is klein. Aaneenslniting van alle deze Gere formeerden is dringend noodig. Maar even dringend noodzakelijk is, dat de Gereformeerden uit de Herv. Kerk zich zoo krachtig openbaren en geheel afzonderlijk optreden in eigen kiesv er eeniging. Dan krijgen de kiezers uit die nieu we kiesvereeniging, staande op den grondslag van «Ons Program« als organisatie beteekenis. Dan kan met haar saamgewerkt wordendan kan er een soort Coalitie ontstaandan kan zij haar afgevaardigden zenden naar onze Centrale. Want onze Cen trale vraagt niet: van wat Kerk zijt ge maar staat ge op Ons Program. En Ds. v. d. Kooy met nog eenige voormannen zouden Ouddorps publie ke leven vooruitbrengen, als ze binnen enkele weken tot de oprichting over gingen. Waar heel Fiakkee Ouddorps toe standen kent, bespreken we deze Par tijzaak dan ook vrijuit in ons Orgaan. De overtuiging van heel Fiakkee is üuddorp moet een nieuwe Kiesv. krij gen. En daar wacht men op. Mogen wij spoedig verblijd worden met 'theerlijke bericht: Ér t's een »Hervormde« Kiesv. en haarledental is grooten ook Van die Kiesv. is Ds. van der Kooy de ziel. De Heere bekrone aller goede werk met zijn onmisburen zegen Grootsheid des levens. Geen week gaat voorbij of we lezen in de bladen van ontrouwe chefs boek houders, ambtenaren, postloopers, bo den en geldophalers. De sommen, waarmee ze verdwijnen zijn verschil lend, maar laag is 't bedrag nooit. En de vraag komt opwat mag toch de oorzaak zijn, dat er gestolen en verduisterd wordt. Speculatiezucht dunkt 't ons niet te zijnde gestolen bedragen zijn weer te klein om daarmee geslagen gaten goeddeels te kunnen vullen. In de geldwereld zou speculeeren tot enor- men diefstal kunnen leiden, tot op lichting en verhuizing naar Amerika met de noorderzon, maar in de kleine burgerij kan speculatie niet dermate grof geoefend worden, dat men metten diefstal van 300 tot 1000 uit den brand zou zijn. Wat zou dan de oorzaak zijn. Den geest des tijds nagaand kunnen we er geen andere verklaring voor vinden, dan wat Gods Woord noemtGroots heid des levens. Wie den levensstandaard opmerkt, naar welken in onzen tijd geleefd heeft, staat verbaasd, neen verstomd over den kwasie-rijken-welvarenden tijd, waar in we leven. »Dames« en «heeren® loopen de straten plat. De dienstmeid is niet meer van de juffrouw of mevrouw te onderscheiden. Gewone jongens zetten een gezicht vol deftighaid en branie en steken hun hals omhoog als waren ze den patroon zelf. In de stad vooral komt dat branie achtige uit. Uitgaan, pretmaken, bo ven zijn stand gemeubileerd met «goe deren op crediet« verkregen. Eenvou- dat om bloeddaarmede doelende op d»n adel van hun geslacht, terwijl dit kind ongetwijteld van zeer lage geboorte, mis schien wel uit eene misdadigerafamilie wa». Mevrouw Van Waversberg verklaarde het in dezen nog niet geheel eens te zijn met haren echtgenoot. Zij vond 't bezwaar, om het kind zelf op t* voeden, nog vol strekt zoo groot niet. »Dat ik onvruchtbaar ben,* zoo verklaarde zei o.m. »daar kan ik toch niets aan doen en daar hebt U mij dan ook nooit een verwijt van gemaakt. Nu hebben we beiden al zoo lang gewenscht eens een kind aan ons hart te kunnen drukken. En nu geloof ik vast, dat de Heere het zoo besteld heeft, dat dit kind bij ohs te vondeling gelegd zou worden, en dat wel juist op onzen feestdag. Ik voor mij beschouw het als een feestgave van den Heere, en als het kostelijkste van al de geschenken, waarmede men ons in deze dagen verrast heeft. 't Is geen vleesch van ons vleesch, neen. Maar het is een kind door God ons ge schonken, aan onze zorgen toevertrouwd. Neen lieve man, ik geloof dat wij er zonde aan zouden doen, als wij de opvoeding van dit kind aan andere handen overgaven. Waarom zou dat kind geen waardig verte genwoordiger van ons geslacht kunnen worden >Wel, omdat er geen adellijk bloed door zijn aderen stroomt*, merkte de Ritmeester aan. »Maar mijn lieve,* antwoordde Mevrouw Van Waversberg, zacht gij dat dan het voornaamste Is niet de adel der ziel onein dig veel meer waard dan den bloot adellijken naam Geloof mij Jaques*, zoo ging zij voort, >ik ben niet onverschillig over onzen adellijken titel, maar om daarvoor met min achting te zien, op al wat niet van adellijke geboorte is, daar moge de Heere mij voor bewaren.* zHoort eens,* antwoordde de Ritmeester glimlachend, »ge zijt een uitnemende pleitbe zorgster hoor, de verdediging uwer zaken is U best toevertrouwd. Maar ik geloof toch dar het goed zal zijn, als wij er eerst nog maar eens goed op gaan slapen, om dan, na rijp bereid tot een besluit hierom trent te komeD.* Mevrouw Van Waversberg, die wel zag dat zij haar man reeds half gewonnen had, stemde daarin toe, en voegde er nog bij »En laten wij dan bidden dat de Heere ons licht geeft door Zijnen Heiligen Geest, opdat wij klaarlijk mogen weten wat naar Zijn wel behagen is.* Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1909 | | pagina 1