oorsiaan. mm. Toor de Zuidhollandscfie en Zeeuwsclte Eilanden. Zaterdag 11 December 1909. IGÖ1D0S. "REN. Goes. els. iiM. Antirevolutionair 24sl® Jaargang N". 1510 Orgaan En u ff. IN HOC SIGNO VINCES Hofleverancier. 4platen, T. BOEKHOVEN. der Staatscommissie yoor öen Lattdljoaw. PLAAT, sterdam. 49-21. 3247 - b'i v. Bailegooij. C. A. Poot», van Eesteren. T. Zaaijer van OoBtpnkrugge 2445 ;o», (a rei ff- onovertroffen JROPA-ZAAI- flijkste prijzen. fïJN Jr. OoltgeHsplaat. Administratien. op Binnen- en ïdsche Effecten en landerijen fat betreft het tegen koersen ten tegen zeer 241 6 iade. p—4 's j'aars. 3132 .z. 2865 Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. uitgever SOMMELSDIJK. Telefoon Hnfercomm. No. 2. j Advertentiën 10 oent per regel on 3/, maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en maal- Bienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Diusdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. *11? «Saiklteai voor «Ie Hedaefie Advertenfién en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever ii. Velen wijzen op de toenemende on afhankelijkheid van den arbeider', die hem in staat stelt zijn looneischen krachtiger te doen gelden. Meer dan een acht de positie van de vrouw veel verbeterd door de omstandigheid, dal zij niet meer in loondienst behoeft op te treden, maar in het bedrijfje zal werken, wat aan het huiselijk leven ten goede moet kome Vooral achten velen uit een politiek oogpunt het van veel belang, dat een groote laag der bevolking in het grondbezit deelt en oordeelen, dat hierdoor alleen een rustige en van revolutionaire woelingen afkeerige plattelandsbevol king kan worden geschapen. Ook moge niet uit 't oog worden verloren de groote aanmoediging, welke het uitzieht om een eigen bedrylje te verkrijgen, op het sparen uitoefent. Toch wordt ook aan de andere zijde een breede staalkaait van grieven ingediend. Dikwijls zal het loon wor den gedrukt. Dan wordt gewezen op het onvermijdelijk euvel, dat de ar beiders om hun landhonger te bevre digen in goede tijden bovenmatig hooge koop- en huurprijzen besteden, die hen lasten doen aanvaarden, welke zij bij teruggaande conjunctuur (toe standen) niet kunnen dragen, üok gewaagt men van het verlies der bewegingsvrijheid, die de arbeider moet inboeten. Maar al te dikwijls acht men voor den arbeider den grond een blok aan het been. Niet gering achten velen ook de schade aan den nationaien bodem toegebracht door de uitmergeling en roofbouw waar aan de grond bij gebruik door deze personen van kleine middelen, zoo licht zal bloot staan. Verder zal de duur van den arbeidsdag buitenge woon lang zijn Het arbeidsvermogen zal daardoor niet slechts schade lijden maar voor den boer zal reeds direct nadeel dreigen, doordien de arbeider zijn beste krachten reeds vroeg op den bij hem in gebruik zijnden grond aanwendt. De heer v. d Broek illu streerde dit bezwaar op de Verg. der Ver. voor Staathuishoudkunde en sta tistiek van 21 Sept 1901 door de mededeeling, hoe in Fiakkee de groote boeren vijandig staan tegenover de uitgifte van kleine stukjes grond. »De groote boeren zeggen zoo sprak hij »de arbeider werkt op zijn eigen lapje grond en komt bij on* om uit te rusten. Ik heb in mijn om geving maünen van 70 en 80 jaren met brillen op in de vroegte bezig gezien met hun eigen stukje grond te wieden, zoo scherp wordt er ten onzent gewerkt; zij beginnen al 's morgens om 3 uur en gaan dan om 5 uur naar den boer; en 's avonds van 5 tot 9 uur werken zij weer op hun eigen hoekje. Vandaar dat de groote boereu beweren, dat hun ar beiders hun beste krachten besteden aan hun eigen hoekje grond en zij alzoo maar halve arbeiders hebben. Als ernstig nadeel wordt ook be schouwd bet voor de hand liggend gevaar, dat bet grondstuk zoo groot is, dat de arbeiders zelf het niet in hun vrijen tijd met behulp der vrouw en jongere huisgenooten kunnen be arbeiden en aan den anderen kant ook weer te klein om gebe 1 in hun onderhoud te voorzien Ook wordt gewezen op het gevaar eener te groote opeenhooping van kleine bedrijfjes dat bij bevordering van het grondgebruik van overheids wege zou dreigen. Voegt men daarvan ten slotte nog toe, hoe sommigen tegenover het grondbezit der landar beiders vijandig staan, wijl zij hiervan een onredelijke vermeerdering van den arbeid der vrouw, uren taak toch reeds zoo zwaar is, verwachten hoe eindelijk het verslag der enquete (onderzoek) nog als schaduwzijde van het grondgebruik de toename van den Zondagsarbeid vermeldtdan is zeker aan de argumenten der oppositie voldoende aandacht gewijd. Het gewicht dezer bezwaren mag zeker niet worden onderschat maar toch komt het ons voordat vele geenszins noodwendig aan het grond gebruik door landarbeiders verbonden zijn, en bij een rationele (verstandige) regeling zeer wei kunnen worden ver meden. Vele opgesomde voordeelen kunnen moeilijk worden geloochend en moeten leiden tot een nauwkeurig onderzoek van de vraag of de ontwik keling van dit zegenrijke instituut ook ten onzent steun behoeft en zoo ja, op welke wijze dit moet woiden geboden. De Staatscommissie geeft dan na deze bovengenoemde opmerkingen over de gronduitgifte een overzicht van wat in het Buitenland geschiedt, waarop we hier niet zullen ingaan, üok gaan we niet in op wat ze op somt over hetgeen eenige Vereenigin- gen in ons Land voor de uitgiften van land aan arbeiders doenook niet op al de Rechtvormen, waaronder 't land kan uitgegeven worden, en is maar slechts op wat de Comissie zegt over het Pachten. Wanneer zij de feilen van het pachstelsel onder zocht, kan ze die samenvatten in twee puntente geringe vastheid van ge bruiksrecht en te hooge pachtsommen. De te geringe vastheid van gebruiks recht zal zich altijd doen gevoelen, waar bij het naderend einde van een korteren of langeren pachttermijn de zekerheid of althans de groote waar schijnlijkheid ontbreekt, hetzelfde perceel weer te kunnen inhuren. Bijzonder ongunstig werkt het stelsel der publieke verpachtingen, dat voor namelijk door publiekrechtelijke lich amen en kerken wordt gevolgd. Steeds hangt daarbij den zittenden pachter het zwaard boven het hoofd, dat hij bij een volgende publieke verpachting zal worden verdreven. Dat deze rechts onzekerheid, die den pachter aanlei ding geeft in de laatste jaren uit den grond te halen zooveel hij kan, ook voor een goede behandeling van den grond nadeelig is ligt voor de hand. En nu het tweede punt, de te hooge pachtsommen, waarover in het vol gende artikel. f Wordt Vervolgd.) Grondivetsherziening Het onderwerp hierboven genoemd omvat zoovee), dat we in een driester slechts een opmerking kunnen maken. We hopen binnenkort op deze be langrijke zaak breedvoeriger terug te komen. Maar nu alles wat in de Kamer daarover gesproken is, blijkt wel, dat er nog niet veel lust is om de her ziening aan te vatten. Hoogstens zou men art. 80, het kiesrecht, er uit willen pikken, omdat afzonderlijk te behandelen, om dan daarna nog eens in overweging te nemen of ook nog voor andere artikelen tijd is te vin den. Hoe komt dat Omdat heel Nederland wacht op Verzekering. En waarlijk: wie over Verzekering spreekt, vermeldt een lijdenshistorie. En dat gevoel van mi- serede belangstelling in de nooden bij ziekten, invaliditeit en ouderdom, weegt in aller hart zoo zwaar, dat men bangig is om over Gronvyets- herziening te spreken, waar zooveel sociale ellende kan verdrijven zonder herziening. Het hart spreekt in alle kringen zoo luid, dat men onverschillig blijft omtrent de Grondwet des Rijks, maar niet omtrent de Grondwet van alle sociale leven nl. dat de arbeider op zijn ouden dag genieten zal van de vruchten van den jeugdigen leeftijd. Eerst Verzekering, dan Revisie of herziening Militairen. De Min. v. Marine geeft in zijn Mem v. Antwoord etn duidelijk voorbeeld, hoe militairen soms optreden tegen over 't Gezag, en hoe de revolutionaire propaganda op de Vloot daarvan een der oorzaken is, welke propaganda soms bedenkelijke afmetingen aan neemt. Leugen en verdachtmaking tegenover de chefs komt in de onder het personeel verspreide bladen meer dan eens voor. En de redacties van die geschriften geven vaak blijk van zulke verkeerde inzichten in de eischen van orde en tucht op de vloot, maar laten zich vaak ook zender precies onderzoek zoo ongunstig uit over de meerderen, en zoo lieftalig en zoet sappig over de minderen, die schuldig blijken te zijn, dat het Gezag wordt ondermijnd niet alleen, maar ook alle vertrouwen, dat de Chefs nog stellen konden in de minderen, te loorgaat. Men liegt, alsof het gedrukt is, om aan zijn schuldig feit nog een glimp van waarheid en rechtvaardigheid te ge ven. Vanzelf dat de Minister ook hui verig is om van zulke redactioneele klachten kennis te nemen En natuur lijk worden de »goede« het slachtoffer van de handelingen der redacties en der oproerige elementen. Zal op de Vloot alle corruptie ver dwijnen, dan moet men elkaar kunnen vertrouwen. Men moet niet met liegen en bedriegen zijn doel trachten te be reikten. Dan raken de minderen hun »recht« kwijt. Én om »recht« is te doen. Niet meedoen. Wat de hervormingspolitiek in In- dië betreft, is er tusschen Rechts en Links in de latere jaren ontstaan, wat men met een vreemd woord noemt een communis opinio, een al- gemeene meening, een zelfde doel. Dit doel isvooropstelling van de ethische, zedelijke, christelijke begin selen. Niet meer een uitbuiten van den inlander, zooals dit onder 't Cul tuurstelsel geschiedde ook niet meer een kapitalische »uitbuiting<r door het Nederlandsche kapitaal in Indische mijnen, gronden en industrieën te gebruiken ten nadeele van Indie en den Inlander en alleen ten voordeele van het Nederlandsche kapitaalmaar dit etische beginselontwikkeling van den inlander door de Zendingdoor scholen zoowel van gewoon lager on derwijs als van Landbouw- en Am- bachtsonderwijs door de oprichting van credietbanken van rijkswege of met subsidie van het rijk, opdat aan den ontzetteuden woeker paal en perk gesteld wordedoor recht vaardige ambtenaarsbemoeiing en flinken steun aan de Inlandsche be volking door de ambtenaarswereld. Zeer zeker wordt door de Sociaal Democraten smalend over deze ethi sche beginselen gesproken en gezegd, oat de communis opinio niets anders is dan een compromis een verbond, tusschen Kapitalisme en christelijke ethiek en dat eerste als scherpe doorn met rozen wordt omhagen dat het eerste als met de zalf der laatste wordt overstrekenen dat ze dus niet willen meedoen, maar we houden staande tegenover hen, dat de Indische Staatkunde niet meer op uitmergeling b lust is, noch zelfs meer eenige poging zal wagen, ja kan wa gen om tot de oude toestanden terug te keeren. Dat het Nederlandsche kapitaal nog een macht is in lndiëwe ontkennen het nietmilioenen winst komt er in Nederland uit onze koloniënmaar dat er streven is om den Inlander zijn lndië te hergeven, dat is buiten kijf. Trouwens de inwendige toestanden in Indie drijven daar van zelf toe. Indie ontwaakt en reeds daarom alleen schrijft verstandige politiek in 't Moe derland voor om met die strooming mee te gaan ze in goede bedding te houden, opdat ze ons Gezag nieton- dermijne en ons bezit aldaar weg scheur». Er is in 't Moederland een streven om den Inlander en de Indi sche maatschappij vooruit te brengen maar 't Ned. Kapitaal kan daarom niet gemist worden, noch is de vol maaktheid in een paar jaar bereidt. Dat de S D.A.P. niet mee w 1 doen om langzame verbeteringen tot stand te brengen is te betreuren, waar haar eischen ons inziens in geen reeks van jaren kunnen en zullen ingewilligd worden. «tëP DUS UlS KlJii. 't Debat was mat Daarover zijn allen het eens, die zich over de »algemeene beraadslagingent heb ben uitgelaten. En nu we die week be- raadslagens, met 'n kop van twee en 'n staart van 'n halven dag nogeens Daleefden kunnen wij niet anders doen dan 't mee nazeggen 't Debat was mat. Wat niet uitsluit, dat er mooie momenten in waren, belangrijke zaken werden bespro ken oi flinke redevoeringen werden gehou den. Doch dat waren flikkerlichten. Die éven 'n helderen glans gaven. Maar den grauwen schemer niet ver mochten te verdrijven. 't Verschijnsel lijkt wat zonderling. Er is dezen zomer een mooie stembusstrijd gestreden, merkwaardig in meer dan éen opzicht. Merkwaardig óók door de spontane opgewektheid, om naar de stembus te ko men en mee door zijn biljet te helpen bepalen in wat koers het scheepken zeilen zou. Ieder, die meeleefde, trof dit. In vele districten stonden de propagan - disten op den stemdag raar te kijken, dat er zoo groot procent van het kiezers personeel eigener beweging naar de stembus ging. De voorbereiding was zoo kalm geweest. Opwindende propaganda was er lang zooveel niet gevoerd als in 1905, toen het tegen 't Kuyper-ministerie ging. Zelfs de sociaal-democraten, die anders met hun groote trom nogal wat menschen op hun vergaderingen weten te verzamelen, konden in de plattelandsgelagzalen zonder gevaar tusschen de hoorders door op den kastelein achter 't buffet schieten. Toch kwamen de menschen stemmen. En dat, na een voorbereiding, waarbij meer dan anders over de beginselen was ge sproken en over personen was gezwegen. Werkelijk een merkwaardig verschijnsel. De uitslag van dg stembusstrijd was een Regeerings-meerderheid in de Tweede Ka mer, zooals deze sinds de dagen van Thor- becke niet gezien had. 't Was 't begin van een n:euw tijdperk. Want dit is wel duidelijk geworden uit de BegrooLings-debatten, dat de Linkerzijde als geheel genomen er verder dan ooit van verwijderd is, om met een dragelijk program in de hand de zetels der Regeering te kunnen opeischen. Men had bij dezen stand van zaken kunuen verwachten een »groot« debat, niet slechts in den zin van lang, maar ook in den zin van diep een debat waarbij ge graven werd tot op de fondamenten en over de deugdelijkheid van die fondamenten een spannende strijd werd gevoerd. Edoch dat is niet gebeurd. Ja, er is van weerszijden gesproken over de ^christelijke rechtsbeginselen*, waarvan de Openingsrede gewaagde. Maar 't was en bleef een draaien-er om-heen. Een schermutselen, den ernst der zaak nauwelijks waardig. Aan minister Heemskerk kan dit niet geweten worden. Zeker hoe groote gaven hij ook heeft, zijn aanleg, temperament en zijn bezig leven altijd tot over de ooren in 't praktische werk gezeten, Heemskerk is niet 'n man als Ruyp 7*, die met machtigen wiekslag tot de hoogten der groote principes opstijgt, ook al wil het debat hem met duizend kleinigheden in de vlakte houden. Maar aan den anderen kant mag met blijdschap erkend, dat hij, ondanks de gui tige strijdwijze, waardoor hij lachend den tegenstander ontwapent, met in den grond diepen ernst over de ^christelijke beg:n- selen* sprak en het ieder duidelijk deed zijn, dat hij daar niet mee speelde en ook niet mee zou laten spelen. De beginselmatheid van het debat vond goeddeels haar oorzaak in den slappen aanval van Links. Die gaf geen houvast voor 't debat. 't Was eigenlijk een potsierlijk gezicht, die mannen van Links kwasi-ijverig het veld te zien afzoeken, waar die Christelijke beginselen dan toch wel te vinden waren Alsof niet hun eigen, groote denkers het bestaan van tweeërlei levensbeschouwing vaak genoeg hebben geconstateerd En 't was een laffo aardigheid, om in 'n debat over de hoogste beginselen de op richting eener roomsche geitenfokkers-ver- eeniging als wapen tegen de weerpartij te gebruiken, 't Bewijst het gemis aan deug delijke strijdmiddelen Zonder de >lintjes kwestie zou 't debat niet slechts matmaar zelfs duf zijn ge- weesf. Men zegt dat er zelden zulk een toeloop naar de tribunes was, als dit jaar. 'k Noem het 'n treurig verschijnsel. Want deze gretighed op 'n plaats sproot niet voort uit den lust, om de te genstanders welgewapend te zien strijden voor de eere der beginselen 't was ge woon belustheid op schandaaltjes en de zucht, om eens met eigen ooren te hooren, hoe een man als Troelstra den afgevaar digden voor Ommen »aimaken« zou. Ik geloof Troelstra op zijn woord, als hij zegt gelijk verleden week op de meetiDg te Amsterdam, dat dr. Kuyper niet zijn persoonlijke vijand is. Dit moge zoo zijn

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1909 | | pagina 1