Zaterdag 20 November 1909.
24sle Jaargang JN". 1504.
Antirevolutionair
Orgaan
voor it© Zuidliollaiidsclie en Zernwiche Eilanden.
Een Gemeen
teraadslid door
de Abdijsiroop
genezen.
IN HOC SIGNO VINCES
Afzonderlijk© nummers 5 Cent.
T. BOEKHOVEN.
SOMMELSDIJK.
De Repriug en de Religie in ME.
Steel ames, Mededee-
lingen ens.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
UITGEVER
Telefoon Intercom». Ho. 9.
j Advertenties 10 cent per regel en 3/s maal. Beclamee 20 par regel,
j Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/j maal.
Bienstaanvragen en Blenstaanbiedingea 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
II<p talk ken? v«*«r «Se HetSat'lte siesteisstS, en ver«lere 4glraii.ni8ftrat1e franco toe te sgeaidea» n,&M <3eiB gJSfggever
Z
ij die zich nu abonneereD, ont
vangen de nog in deze maand
verschijnende nummers gratis.
Welke houding moet een regeering,
en. vooral een Christelijke regeering
handhaven in Indië, is de vraag, door
de uitlating van den Minister van
Koloniën, weer aan de orde gesteld.
Nieuw is natuurlijk de vraag niet
kan niet nieuw zijn voor een Moeder
land. dat reeds drie eeuwen de Indische
koloniën bezit en toen ze er bezit van
nam, een protestantsche, een Gerefor
meerde Republiek was met een Gere
formeerden Staatsgodsdienst.
Reeds in 1(324 werd door de Gene
rale Staten een besluit genomen, waar
in de regeeringsrichting krachtig en
duidelijk uitkwam.
«Dat men de kolonie niet aan
bijzondere leden zou overlaten,
maar door de Staten doen be
stieren dat men voor alle wereld
vrijen handel zou openenmatige
tollingen en schattingen heffen
en uit de opbrengst hiervan aller
eerst een hoogescbool stichten en
voorts alle vlijt aanwenden om de
inlanders te onderwijzen en hen
door prediking der Christelijke
religie zoo ver te doen brengen
dat de inlanders zelfs de opko
mende geslachten onderwijzen
konden.
Zeer zeker, een mooi program, waar
mee ook de huidige Antirevolutionair
zich geheel vereenigen kan.
De Christelijke religie moet in Indië
gepredikt worden. Niet door den Staat
zelf. Dat kan hij niet en dat mag hij
niet. Het doende, zou hij treden op
het terrein der Kerk en aldus de
Souvereiniteit schenden, waarop dit
Instituut alleen aanspraak en recht
heeft. Tot de Kerk of wilt ge tot de
discipelen, de stichters der Christelijke
Kerk ging het woord van den Christus
uitGaat dan heen, onderwijst alle
volkeren, hen doopende in den Naam
des Vaders, des Zoons en des Heiligen
Geestes.
Evangelieprediking ligt dus in de
eerste plaats op den weg der Kerk en
de Staat onthoude zich daarvan geheel.
En dat ligt in den aard der zaak.
Welke godsdienst zou de Staat der
Nederlanden zelf kunnen propageeren?
De Gereformeerde De Roomsch-Ka-
tholieke De Luthersche De Staat
kan als zoodanig voor niet één enkele
religie front maken en propaganda
voeren.
Dat kan de Staat in Nederland niet
en Indië ook niet. Directelijk staat
hij machteloos. Een zeker Christen
dom in confessioneelen zin kan hij
noch in Indië noch in Nederland bren
gen. Hij kan zoomin in Nederland
als in Indie meer doen dan dit: het
Christelijk karakter handhaven in zjjn
wetten en verordeningen en van zijn
ambtenaren eischen, dat zij, zooals in
Indie tegenover het Mahomedanisme
een positief Christendom belijden. De
ambtenaren hebben niet te lonken naar
den Islamhebben den Mohamme-
daanschen godsdienst niets dan koude
onverschilligheid te betoonen en moe
ten nalaten bij Heidensche offerfeesten
staande enz, als ambtenaar op te tre
den. De Islam moet aan de ambtenaren
kunnen ziendie heeren eerbiedigen
ons, maar steunen ons in geen enkel
opzicht.
Ja, meer nog. De Staat moet door
zijn wetgeving er voor zorgen, dat een
Christen, zich bewegend in die Maho-
medaansche maatschappij, zooals die
in Indie zich openbaart, volkomen kan
uit en ingaan, zonder, ooit in zijn
gewetensvrijheid door eenigen aanhan
ger van den Islam te worden lastig
gevallen of benadeeld.
Meer nog. De Staat moet door zijn
wetgeving ervoor zorgen, dat als een
Mahomedaan of andere heiden Chris
ten wordt, geen maatschappelijke
rechten hem daardoor worden ontno
men. Geen proseliet mag na zijn
overgang tot het Christendom ook
maar eenigszins in zijn burgerlijke
rechten geschaad worden. Meer nog.
De Staat moet beletten de onzedelijke
godsdienstige gebruiken bv. het offeren
van menschender Inlandersen
gingen ze er toch mee voort, dan moet
dat gestraft worden, zeer ernstig zelfs.
Godsdienstige feesten mogen den Hei
den gelaten wordeja, mits de zedelooze
en misdadige ritus d.i. de plechtighe
den, de eeredienst geen aanleiding
geve tot gruwelen van bloedstorting
of andere walgelijke tooneelen, die in
onze Christelijke maatschappij onduld
baar zouden zijn en met onze straf
wetten in tldgranten strijd.
De Staat kan geen bepaalde con
fessie belijden en mag die ook niet
opdringen. Dit kan niet volgens de
Grondwet en volgens bet Indisch
Regeeringsreglement. De Grondwet
schrijft in haar hoofdstuk «Van den
Godsdienst® voor dat ieder zijn gods
dienstige meeningen met volkomen
vrijheid mag belijden; dat alle kerk
genootschappen gelijke bescherming
erlangen en dat ze dezelfde en burger
lijke en burgerschapsrechten genieten
en gelijke aanspraak hebben op het
bekleeden van waardigheden, ambten
en bedieningen (Art. 167168169
Grondw.) Door deze artt. brak men
met de Staatskerk en de voorrechten,
die onder de Republiek aan die leden
dier Staatskerk werden verleend en
sprak de Staat het uit, dat hij geen
enkelen godsdienst met een etiket van
de »ware« wilde voorzien, en voor
zich zeil aanvaardde. De Staat is als
zoodanig neutraal, omdat hij onbe
voegd is tot oordeelen over den «wa
ren® godsdienst. Precies wat de
Grondwet zegt in art. 167, zegt het
Indisch Regeeringsreglement in art.
119. 't Is krek dezelfde redactie. Ook
dus in indië kan de Staat niet anders
dan neutraal optreden. Maar waar
hij zelf geen Staatsgodsdienst mag
proclameeren en du3 geen Karolingi
sche overtuigingswapenen'mag bezi
gen (Karei de Groote 768—814) om te
dwingen desnoods met kracht van
geweer en sabel, daar sluit dit nog
niet in, dat bij neutraal of onverschillig
elke Godsdienstbelijdenis moet aanzien.
En vooral niet in Indië, waar het geen
strijdt geldt van de Christelijke gods
diensten onderling, maar een strijd
tegen den heidenscheo Islam. Tegen
over den Islam heeft de Staat op te
treden om af te weren de gevaren,
die die eeredienst aan de maatschappij
in den weg legt er, op te bouwen "den
Christelijken godsdienst door steun te
verleenen aan de evangelische Zen
ding, aan de medische zending, aan
de godsdienstige scholen, aan christe
lijke hospitalen enz. l)e christelijke
religie is die steun als zoodanig waard,
f Wordt vervolgd
Mr. A. E. Baron MacJcay.
Een onzer groote mannen is gestor
ven. Oud-Minister; oud voorzitter der
KamerMinister van Staat, Lid van
den Raad van State was Mr. Mackay
en uit deze ambten door hem ach
tereenvolgens bekleed, blijkt reeds dat
hij een man van hooge beteekenis
in onze politieke geschiedenis is ge
weest.
Een antirevolutionair kan niet over
den Schoolstrijd sprekenniet over
bet roemruchte jaar 1889, toen de
eerste subsidie na lang schromelijk
onrecht in de wet werd vastgelegd
ol hij noemt den naam van mr. Mac
kay met den hoogsten eerbied.
Na den val van mr. Keuchenius
werd hij minister van Koloniën en
al is dit Kabinet er nu juist geen om
den volke schitterende talenten te zien
ontplooien, omdat, wat daar in Indië
geschiedt vaak met koude onverschil
ligheid wordt voorbijgegaan en elke
regeeringsdaad van hoe groot belang
ook slechts Inlanders en Oostindiscbe
ambtenaren interesseerttoch is ook
die portefeuille door hem met eere
gedragen.
Alles wat 't Christelijk leven recht
streeks of zijdelings raakte, vond bij
hem steun.
Een steunpilaar onzer partij, was
hij het van alle uitingen van maat
schappelijk en geestelijk leven, dat bij
hem om hulp aanklopte.
Hij is heengegaan en zoo sterft
de oude garde al. Groen van Prins-
terer, Keuchenius, Elout van Soeter-
woude, zijn heengegaan. Dr. Kuyper
en mr. Lohman e.a. ze leven gelukkig
nog. Veteranen in den strijd, nog be
zield met werklust op hoogen leeftijd,
arbeiden zij nog voort aan den eertijds
begonnen heerlijken arbeid Staat en
School en Kerk op te roepen tot be
lijdenis van den fieere God.
Mr. Mackay was één van die nobele,
hoogstaande geesten, die onze kleine
luiden nooit mogen vergeten. Zijn
naam plaatst men in 't marmer en
de geest der jongeren moet voortzet
ten wat zij zijn begonnen. Zijn na
gedachtenis blijft bij ons in eere.
De dessascholen in Indië.
Broodnoodig is het, het aantal des
sascholen te vermeerderen. Duizenden
kunnen gebouwd worden en moeten
gebouwd worden om bij de concur
rentie die de Chinees den Inlander
aandoet, eenigermate te kunnen weer
staan.
De Chinees gaat zich voelen in onzen
Archipel. Hij weet, dat hij geestelijk
de meerdere is van „den Javaan hij
weet, dat onze Regeering laksch op
treedt om zijn overwicht te breken
hij weet, dat het passenstelsel voör
hem zal worden ingetrokken en hij
dus alle kleine passars of markten
mag bezoeken, wat hij vroeger niet
mocht; hij weet, dat de Keizer van
China maatregelen heeft genomen om
hem in bijzondere bescherming te
nemen en zijn naam reeds geregi
streerd is in het Chineesche be
volkingsregister; hij weet, dat Chi
neesche inspecteurs van onderwijs
gekomen zijn uit Peking, gebracht
met een Stoomboot, die geflankeerd
werd door twee Chineefjche oorlogs
bodems; hij weet, dat de Nederland-
sche regeering die registratie enz. met
kalm oog aanziet en hij voelt
zich onder de hooge bescherming van
Z M. den Keizer van China.
En omdat hij dat voelt, moet de
Inlander tegen dien slimmen vos
eenigermate gewapend worden door
meerdere kennis en ontwikkeling.
De Inlander moet kunnen gaan
lezen, schrijven en rekenen om op
allerlei wijze vaster in de schoenen
te kunnen staan tegenover den alles
opslokkenden Chinees.
Onderwijs en ontwikkeling zijn voor
de dessakinderen noodig en onmisbaar,
waar de vrijheid van den Chinees
door onze Regeering wordt versterkt.
Afgedacht nog van het feit, dat het
met 't onderwijs in Indie toch al
treurig staat gesteld én wat Lager
en wat Middelbaar en wat Hooger
onderwijs betreft.
(20 Cents per Regel.)
De Edelachtbare Heer A. W. Rooy-
akkers, oud 6L jaar, lid van den
gemeenteraad van Meyel (L.) verklaar
de ons het volgende: «Maandenlang
leed ik aan een long- en borstaan-
doening, gepaard gaande met vreese-
lijke hoest vlagen, die mij veel pijn
veroorzaakten. De slijm zat mij muur
vast op de borst en niettegenstaande
ik allerlei geneesmiddelen gebruikte
kwam dezelve niet los. Nacht nog
dag liet de hoest mij met rust. Ik
was soms zoo beklemd op de borst,
dat ik geen adem kon halen, 's Nachts
kon ik geen oog toedoen vanwege
het hevige hoesten, de kriebelingen
in de keel en het hijgen van de borst.
Ik was daardoor 's morgens altijd
uitermate vermoeid. Door het vele
lezen van dankbetuigingen van men-
sbhen, die door de Abdijsiroop genezen
waren, ging ook ik tot het gebruik
van dat geneesmiddel over en toen
ik deze twee dagen gebruikt had,
kwam de slijm gemakkelijk en zonder
pijn los, terwijl mij dat vroeger veel
pijn veroorzaakte. Nadat ik die flacon
Abdijsiroop had opgebruikt, was ook
ik van mijn kwaal verlost en volko
men genezen. Volgaarne geef ik toe
stemming mijne verklaring te publi-
ceeren.«
De Abdijsiroop kost per flacon van
230 gram f .1, van 550 gram f2, van
1000 gram f3,50.
Centraal-DepótL. I. Akker, Van
Alkemadestraat, Rotterdam.
Verkrijgbaar bij de bekende weder-
verkoopers, alle drogisten en de meeste
apothekers.
OSP »E.f UITHJUrftL.
Die twee ongelukkige woordekens
Minister De Waal Malefijt zal ze er
meermalen op aangekeken hebben, sinds
zijn Memorie van Antwoord* zooveel
opspraak wekte 1
Die twee woorden sdoen* 't ook slecht.
Opzichzelf dood-onschuldig >Als zoo
danig.*
Maar in hun verband hinderlijk.
Ziehier de zin, waarin de kern van 's
ministers betoog is saamgevatde kern,
waarin meer dan éene Rechtsche redactie
haar tanden heeft gezet, om met af keurig
gebaar en verwringing van 't gelaat te roe
pen »Bitter, bitter
»De zegenrijke werking van de zen
ding erkennende, ligt het niet op den
weg der Regeering haar te steunen
en te bevorderen, om haar werkzaam
heid als zoodanig.*
Ik kan 't niet helpen 't is en blijft
ongelukkig gezegd, al geloof ik vast, dat
de minister van Koloniën hier een echt-
antirevolutionaire gedachte heeft willen ver
dedigen. Hij heeft er echter geen erg in
gehad, dat hij om die gedachte in woorden
te brengen een liberale pen greep en die
in neutralen inkt doopte.
Kijk er dien zin maar op aan.
Het ligt niet op den weg der Regeering
de zending te steunen nu. dat, gelooven
wij, antirevolutionairen ookDat ligt op
den weg der kerken en waar die de zending
mochten verwaarloozen, op den weg der
vereenigingen.
Ach, hadde de minister nu een punt
gezetMaar de liberale pen speelde hem
parten en schreef doorNoch ook te
bevorderen
Dat gaat nu toch te ver
Dat is neutraal, op 't onverschillige af
Dat heeft zoo den schijn, alsof de Regee
ring tegenover de Zending staat als ware
ze een soort van christelijke sport, die nuttig
is voor de zedelijke en geestelijke vorming
der Indiërs en doch waarmee zij als Regee
ring zich niet kan >afgeven
En dan het slotstuk, dat de Regeering
deze Zending niet kan bevorderen, om haar
werkzaamheid als zoodanig. De bedoeling
is en dat wordt dan ook verder in de
Memorie duidelijk gezegd, dat de Regeering
wél gelden uitkeeren wil aan een hospitaal
of aan een school, die als ^hulpdienst*
door de Zending worden gebruikt, maar dat
zij geen gelden geeft voor de prediking des
Evangelies zèif.
Is dat nu anti-revolutionair
Ik zou zoo meenen van niet.
Niemand onzer denkt er aan, om de Re
geering te- gaan vragen, dat zij de salarissen
der zendelingen betaalt of ook de pastorien
en indische kerkgebouwen bekostigt. Toen
niet lang geleden de Utrechtsche Zendings-
vereeniging voor een groot tekort stond,
ging zij met den bedelzak rond en de
gereformeerde kerken, ais er geld moet zijn,
doen net zoo.
Maar als ik 't wél zie, is hier de antire
volutionaire gedachte met een liberale saus
overgoten en toen wat opgeseuterd, zoodat
er korstjes aan bakten, die óns niet smaken.
De muziek in deze woorden stond ook
ons niet aan.
Het heeft zoo den schijn, alsof de Zending
een zaakje is, waar de Regeering ietwat
voorzichtig mee moet zijn. Zooals men
voorzichtig is met den man, die wat veel
over uw drempel komt en met wien ge niet
al te intiem worden wilt.
Dat is zoo nietdaarvoor kennen we
den heer De Waal Malefijt genoeg
Maar 't heeft er zoo 'n beetje den schijn
van en dat is jammer in het eerste groote
staatsstuk, dat uit zijn handen komt.
Zoo móést het opspraak geven
Gelukkig kwam alles terecht.
De kloeke rede van den minister, heeft
doen zien, wat we trouwens wel wisten, dat
hij er niet aan denkt, het antirevol. spoor
te verlaten.
Toch moet er nog iets, dunkt me, over
deze zaak gezegd.
Rechts waren sommigen ontstemd.
En Links zongen enkelen reeds het zege
lied van Thorbecke zoodra gij, antirevolu
tionairen 1 maar zélf achter de groene tafel
komt, spreekt gij ónze taal 1
Wat nu echter merkwaardig was