Woensdag 17 November 1909
24sl' Jaargang'N°. 1503,
A n tirevo
VOOI'
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
Zuidhollandsclie en Zceuwsclie Eilanden.
De Vondeling.
FEUILLETON.
SOMMELSDIJK.
Alle stokken voer de Iledaelie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan desa rif «ever.
Tnisa-> era Landbouw.
officieel €*e«!eeli©.
INRICHTINGEN,
Stad aan 't Haringvliet. Het aan
deel in de lichting o door deze gemeente
voor de Nat. Militie bij te dragen is be-
bepaald op 5 manschappen.
t
Deze Courant vèrscbijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per par.
Afzonderlijke nummers 5 Cont.
UITGEVER
T. BOEKHOVEN,
Telefoon ïmtekcoinia. No. 2.
Advertentiën 10 Cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/g maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
I
ij die zich nu abonneereD. ont
vangen de nog in deze maand
verschijnende nummers gratis.
*jjl* Een zelfde inzicht.
Wie de jaren kort voor en na 1848
zich in herinnering brengt en dan de
Staatkunde nagaat, die in dien tijd
domineerde (vooropstond) en geoefend
werd voor onze Koloniën, ziet met
dankbaarheid, hoe de materialistische
politiek plaats geniaakt heeft voor een
van zedelijke verplichting jegens de
Inlandsche, de Javaansche bevolking.
Onder den invloed der toen machtige
Conservatieve partij was Indië de
melkkoe; maar welk dier dan nog in
deze nadeelige omstandigheden ver
keerde, dat men wel veel melk er uit
trok, rüaar men het beest als vergoe
ding geen degelijk voedsel voorlegde.
Zoo ging het dubbel achteruit. En
Nederland ging vooruit. Spoorwegen
werden van Javaansch geld in ons
Land aangelegdonze kanalen werden
gegraven van het bloedgeld der inboor
lingen. Den inlander uitzuigen; dom
houdenaan zijn economischleven in
't minst zich niet laten gelegen laten
zijn geestelijke behoeften verwaar-
loozenzijn onderwijs gering schatten
en op laag peil houden het zendings
werk belachendit en zooveel akeligs
meer was de uitgesproken bedoeling
der oude Conservatieve partij.
Geld! geld! Indisch geld: dat was
't wachtwoord. En de millioenen
kwamen in Neerlands schatkist; de
millioenen, waaraan bloed en tranen
der Inlanders kleefden.
Want zwaar waren de heerendien
sten; zwaar de belastingenen opium
en pandhuis verergerden den toestand,
terwijl de sluwe Chinees ook nog voor
zijn deel de winsten sloopte, die de
Inlander maken kon. Voor den Maho-
medaan liefde, voor den bekeerden
Christen antipathie. Exploitatieuit
zuiging was het gevolg van een Staat
kunde, die nu nog niet anders dan
met verachting wordt genoemd. Laissez
allerLaissez faire
Hoe gansch anders is thans de toe
stand. Een politiek van zedelijke ver
plichting is er voor in de plaats ge
treden. Geld trekt men thans uit Indië
niet meer. Op vooruitgang, zoo geeste
lijk en Stoffelijk doelt in het Parlement
èn Antirevolutionair èn Liberaal; èn
Rechts èn Links. L)e zending draagt
ieder een goed hart toe en van de'
groote beteekenis van de Evangelisatie
is elk Kamerlid overtuigd. Nijverheid
en Onderwijs wil ieder bevorderen
zelfstandigheid (zoo bv. Gemeente
raden), wil men geleidelijk aan steden
en dorpen aanbieden een autonomie,
die nu reeds in Batavia mooie vruchten
draagt.
Heel de Staatkunde voor Indie is
veranderd. Geen exploiteeren meer,
maar verheffing van den Inlander;
geen speculeeren meer op domheid,
bijgeloof en onkunde, maar een aan
bod van middelen om van dat alles
verlost te worden. Alles is veranderd,
wat de beginselen betreft van ouds en
thans en Rechts en Links openbaren
hier bijna een zelfde beter inzicht.
Atjeh.
We zijn met de pacificartie van Atjeh
op een goeden weg. Te oordeelen
naar de vruchten waaraan men den
boom kent. Wie de verslagen met
aandacht leest, beluistert een blijden
toon over den vooruitgang, die onze
bestuursmaatregelen tot stand bren
gen. De inlander keert weer tot zijn
dessa terug en bebouwt zijn rijstvel
den en akkers. Uren ver kan men
bebouwde velden zien en ontmoet
men geen vijanden. De bevolking
begint ons te vertrouwen en verklikt
vaak de vroegere medestanders, in
wie zij nu geduchte vijanden ziet, die
haar de rust, welvaart en huiselijk
leven vergallen. De «Companies heeft
de rechtstoestand verbeterdzekerheid
van bezit bevestigdde aanslagen van
langs kampongs sluipende benden ver
ijdeld de dieverijen beteugeldde
belastingen billijk geregeldde des-
sahoofden in hun eer hersteld.
In één woord: er komt in Atjeh
een tijd van rust; een tijd van ge
willige onderwerping aan ons Bestuur.
Zeker er zijn nog elementen van
onrust. Maar wie zijn dat? Vaak
Atjesche militairen, die, ziende, dat
de Companie den vrede bestendigt,
geen brood kunnen vinden anders dan
in den strijd en zich daarom overal,
waar ze maar kans zien, hun slag te
slaan, invallen doen, en aanvallen op
onze troepen en zelfs op eigen stam-
genooten.
Het zijn fanatieke dweepers soms
die er eên eer in stellen onder hun
hadji den dood te vinden.
Het zijn schuldenaars en ellendigen
«losgelatena benden, wien wraak in
't bloed zit.
Maar overigens keert overal rust
en goede gezindheid terug En hoe
meer de welvaart in die onderworpen
streken toeneemt, des te meer be
ginnen de Atjehers de zegeningen van
ons Bestuur in te zien en keeren zij
zich geheel af van de oproerige stam-
genooten, die zich nog verzetten tegen
ons gezag.
Overigens: wat ellende is er sinds
72 in dat Landje geleden. Tonnen
gouds heeft 't gekost en slachtoffers
legio. En hadden wij dan nog maar
het geruste geweten, dat de oorlog
rechtvaardig is begonnen. Maar daar
valt een vraagteeken bij te zetten.
De historie van 't jaar 72 met zijn
vreemdsoortig ultimatummet zijn
eigenaardige op den voorgrond tre
dende mannen, als oorzaken van for
ceering tot den oorlog, is niet zonder
wrevel te lezen. Nochtans: we schrij
ven nu 1909. Laten we blij zjjn dat
't zóó afloopt.
BEMESTINGSLEER.
(Vooral voor ouderen).
V.
In den mest die op de boerderij wordt gepro
duceerd, den stalmest dus komt de ammoniak
ook voor in den pasgenoemden vorm. 't Is kool
zure ammoniak, die hij bevat. En juist hierdoor
komt 't, dat er nog ai vrij wat van die gebon
den stikstof te loorgaat. Het verlies begint al
dadelijk in den stal zelf, waarom het van belang
heeten mag de urine vooral, want dij is er het
rijKst aan, zoo goed mogelijk te doen opzuigen
door stroo, of beter nog, zoo spoedig mogelij"k
te doen wegvloeien naar een zoogenaamden ier-
of gierput.
Om de koolzure ammoniak in den stalmest te
bewaren is het vast ineentrappen er van ook
van belang.
En dan 't bedekken van hoopen in 't land met
aarde en 't vermengen van den mest met grond.
G o id toch bezit het vermogen om ammoniak
vast te houden, ot, gelijk men dat met een vreemd
woord noemt, te abtórbeeren.
In streken waar men enkel veehouderij uit
oefent en over 't algemeen weinig stroo gebruikt,
vermengt men de koemest nog al vaak met
slootta jger. 'tLaat zich goed begrijpen, hoe hier
een mengsel verkregen wordt, dat de in den
OorspnMp yertiaal floor J. A, SiMeïaip,
HOOFDSTUK I. i
't Was een stormachtige Decemberavond.
De straten van het vorstelijk 's Gravenhage
waren in een modderpoel herschapen. Vele
dagen aaneen hadden stadswerkers volop
werk gehad met het sneeuwruimen, doch
eiken dag was er weer eene nieuw laag
sneeuw bijgevallen. En hoevelen ook klagen
mochten over den ongezonden kwakkelach-
tigen winter, die wel koude bracht maar
geen ijs, doch was het een ware uitkomst
voor vele armoedige gezinnen van werkeloo-
zen, die met het sneeuwruimen nog een
aardig daggeldje verdienen konden. Op den
bewusten Decemberavond echter viel de re
gen bij stroomen neer en waar den geheelen
dag een natte sneeuw gevallen was, is het
licht te begrijpen, dat de straten een ver
van zindelijk voorkomen hadden. In de
buitenwijken der stad was het dan ook
eenzaam en stil. Wie niet hoog noodig
buiten moest zijn, bleef in de gezellige
huiskamer bij de warme kachel en wie
noodzakelijk ergens heen moest, liep met
versnelden pas, gewapend met een para-
pluie. In de Laan van Meerdervoort was
des avonds tegen elf uur geen levend wezen
meer te zien. Doch ja, daar op het trottoir,
dicht langs de huizen, zien wij een gedaante
voortschrijden. Het is eene armoedig ge-
kleede vrouw. Druipnat van den regen en
rillende van koude, loopt zij zoo snel als hare
blijkbaar moede beenen het toelaten, voort.
De sterke wind doet de dunne rokjes, welke
zij aanheeft, om de beenen fladderen,
waardoor het gaan haar nog meer bemoei
lijkt wordt. Een oude versleten blouse dekt
haar bovenlijf, terwijl zij een grooten om
slagdoek om haren hals geslagen heeft, in
s welks afhangende punten zij een pak draagt,
hetwelk zij dicht tegen haren boezem aan
drukt. Wanneer wij die vrouw goed aanzien,
dan bemerken wij dat zij, hoe vervallen zij
er ook uitziet, zeker nog geen dertig winters
beleefd heeft. Zij vertoonde echter helaas
volmaakt het type van eene verworpelinge
der maatschappij. Een ongelukkige zwer-
velinge om wie zich niemand meer bekom
mert. Niemand Ach, ai zou dan geen
schepsel der wereld zich meer met zulk een
ongelukkige willen inlaten, al zouden alle
menschen zich met afschuw van haar af kee
ren, dan nog is er een Zaligmaker in den
hemel, die zich tot zulk eene ellendige,
uitgestootene, misschien wel in een poel van
ongerechtigheden verzonkene, in liefde en
ontferming wil nederbuigen. Hij, die ook
de boetvaardige zondaresse niet van zich
stiet, hoewel de Farizeën zich met verachting
van haar afkeerden. Hij slaat ook deze
arme, diep ellendige zwerfster gade en heeft
nog gedachten des vredes over haar. Weet
zij het Komt volgen wij haar in den
geest op hare schreden. Al spoedig bemer
ken wij aan het klagelijke schreien, dat het
een kind is, hetwelk zij in hare armen draagt
en dat zij, zooveel mogelijk tegen den
regen en de koude wil beschermen.
Telkens hooren wij haar zwaar zuchten, en
onder het voortloopen tracht zij het arme
kind zoo goed als 't kan, door sussen tot
bedaren te krijgen. Ziet, nu gaat zij de
Allexanderstraat in en gaat zij weldra rechts
af, de Laan Copes van Cattenburg in. Ver
volgens gaat zij links af, de Bankerstraat
door tot het Bankerplein, om dan door de
Riouwstraat heen naar 't Kanaal te gaan.
Aan het Kanaal, om den hoek van de
Riouwstraat, zet zij zich weldra op den
hard steenen stoep van een huis neer. De
regen is wat minder geworden, hoewel de
wolken nog als zware luchtgevaarten, langs
meat aanwezige koolzure ammoniak mooi blijft
vasthouden.
Ter betere bewaring van de ammoniak wordt
in de laatste jaren ook nog al eens gebruik ge
maakt van superphosphaat of ook wel van super-
phospbaatgipa. Daar zit in die stoffen een soort
van zuur en dit zuur zal 't ammoniak beter vast
houden dan koolzuur dit kan. Er wordt dan eene
nieuwe verbinding geboren, een vastere.
Hebt ge den naam zwavelzure ammoniak wel
eens gehoord? Ja, nietwaar. Wellicht bezigdet
ge de handelsmeststof van dien naam wel al
eens. En zoo ge 'tnog niet weten mocht, wil ik
u nu vertelleu, dat ge met dien mest de stikstof-
voorraad in uwen grond vermeerderdet. Zwavel
zure ammoniak is een vorm van stikstof in
gebonden toestand.
„Hoe?" vraagt ge, „zit er ammoniak in dien
zwavelzuren ammoniak? Dat zou je niet zeggen.
Je ruikt er beslist niets van."
Gelijk hebt ge. Doch strooi eens een handje
vol kalk over een beetje zwavelzure ammoniak
en roer dat eens door eikaar. Maak het, als
beide stoffen wat droog zijn een ietewatje voch
tig en kom dan eens wat dichter bij met je neus.
'kZie 'tal aan de gezichten. Ge behoeft nu
beelemaal niet meer te vragen of er ammoniak
in zit. Ge ruikt 'tal terstond.
Zwavelzure ammoniak is derhalve een stik-
stofboudende meststof. De proef met kalk
bewees dit duidelijk. We leerden er tevens uit,
dat kalk den ammoniak uitdrijven kan.
Wat dunkt u, zou 't verstandig zijn van den
boer, om zwavelzure ammoniak met kalk te
mengen?
Wordt vervolgd.
Vraagbaak.
dragen en Antwoorden worden kosteloos geplaatst
Antwoorden of mededeelugen
•zpn met hetzelfde nummer gemerkt als de vragen
waarop ze betrekking hebben.
Vragen.
356. Mag men kaïniet mengen met Thomas-
slakkenmeel
357. „Zetmeel verandert in suiker". Zoo las
ik. 'k Begrijp niet goed boe dat kan. Wil U
mij s. v.p. eens voorlichten?
Antwoorden en mededeelingen.
354. Kalk onderploegen? Zeker wel, waarom
niet?
355. Over veebeoordeeling vindt U heel wat
in een onlangs bij de ftrma Leiten Nypela te
Maastricht verschenen werkje. De juiste titel
wil mij op dit moment niet te binnen schieten
doch die weet men daar wel.
INRICHTINGEN,
welke GEVAAR, SCHADE, of HINDER
kunnen voroorzaken.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge
meente SOMMELSDIJK brengen ter openbare
kennis, dat bet verzoek van JACOBUS MICHIEL-
8BN, koopman wonende te Rotterdam om op
bet perceel, kadastraal bekend in Sectie B, No.
1725 een lonlpenbergplaats te mogen oprichten
door hen'is toegestaan.
Sommelsdijk, den 15;November 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Wethouder, De Burgemeester,
W. VAN BEEK. DE GRAAFF.
kennis, dat het verzoek van PIETER BOUMA,
monteur wonende alhier, om op het perceel ka
dastraal bekend in Sectie B. No. 1665, eene
Smederij, overeenkomstig de Hinderwet te mo
gen oprichten, door hen is toegestaan.
Sommelsdijk den 15 November 1909.
Burgemeester en Wethouders,
De Wethouder, De Burgemeester,
W. VAN BEEK. DE GRAAFF.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge
meente SOMMELSDIJK, brengen ter openbare
welke GEVAAR, SCHADE, of HINDER
kunnen veroorzaken.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge
meente SOMMELSDIJK brengen ter openbare
kennis, dat liet verzoek van JOHANNES HA-
MEETE, smid wonende alhier, om in het be
neden gedeelte van het perceel, kadastraal be
kend in Sectie B, No. 108 een werkplaats voor
kleine soldeering en kachelreparaties te mogen
oprichten, door ben is toegestaan.
Sommelsdijk den 15 November 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Wethouder, De Burgemeester,
W. VAN BEEK. DE GRAAFF.
PlMtselqfe Meisws.
Middel bamis. De loteling A. Korte-
weg welke herkeuring heeft aangevraagd te
s' Hage is aldaar de vorige week goed
gekeurd voor den Militairen dienst.
Door het ruwe weder is Zaterdagmor
gen de tramboot de eerste dienst van
Hellevoetsluis via Middelbands schuldig
gebleven.
Trof de landbouwer Adr. Buis dit
jaar meermalen het ongeluk dat van hem
een beest dood lag, Maandag overkwam
hij het zelfde geval, daar een os dood in
den stal lag.
Vrijdag werd door de stoomboot
Onderneming een schuit op sleeptouw ge
nomen op 't Haringvliet (welke aldaar door
't ruwe weder in nood verkeerde) en te
Middelharnis behouden binnengebracht.
Over 1910 zullen door de gemeente
geheven worden 40 opc. op de gebouwde
eigendommen, 10 opc. op de ongebouwde
eigendommen en 50 opc. op de personeele
Belasting.
Ben Bommel. Zaterdagmiddag bij
hoog water sprongen er plotseling boven
de Sluis de keien en aarde uit den grond.
Sommige keien werden ver weggeslingerd.
Naar men zegt was de Sluis stuk en werd
een en ander door den druk veroorzaakt.
Een oogenblik ontstond er eenig tumult
onder de bewoners.
OoRgenspïaat. Er is slechts eene
het uitspansel drijven, en de stormwind
akelig loeit door de kale .en van de
boomen die langs het Kanaal eu in de Groen
hoven aan de overzijde van het Kanaal
stonden. Het was of die stormwind een
luiden klaagzang aanhief, over al de ellende
waaraan deze ongelukkige vrouw blootstond.
Weer kwam een klagend geluid uit den doek,
waarin 't kind gewikkeld was. »Arm kind,«
zuchtte de vrouw. »Kon ik er maar toe
besluiten om je uit je lijden te helpen Voor
mij is er niets meer te hopen. God heeft
mij verlaten en geen mensch bekommert
zich meer om mij. Het leven is mij een
last, de dood alleen kan mij verlossing
brengen. Maar gij, arm kind 1 Ach,'t was
misschien maar goed, als je maar niet meer
van de ellende dezer wereld zag, dan ge
nu reeds lijden moest. Maar toch, al kan
de moeder geen liefde van de menschen
meer verwerven, al blijven alle harten voor
mij gesloten, wie weet of de ellende van
het onnoozele, hulpelooze wicht geen mede
lijden wekt. j>0 God!« zoo riep zij uit
en zij verschrok van haar eigen stem,
hebt Gij dan mij verlaten, ontferm U
dan toch over mijn arm, onschuldig kind
Daarop stond zij op en sloop zij dicht langs
de huizen voort, totdat zij bij een prachtig
heerenhuis kwam, welks zalen schitterend
verlicht waren en van waaruit de toonen
een schoone muziek klonken. Drie hard
steenen trappen in eene groote, breede por
tiek leidden tot de zware, prachtig gebeeld
houwde deur. Zij ging in die portiek staan,
en luisterde naar de toonen der muziek.
O, daar binnen, daar heeischte vreugde,
daar werd genot gesmaakt, daar scheen de
zon van voorspoed en geluk, daar baadde
men zich in overvloed. Daar kende men
geen zorgen, daar' leed men geen smart,
daar heerschte liefde en vrede. Daar had
het leven nog waarde. Maar voor mij
zoo zuchtte en dacht de ongelukkige vrouw
en ach zij vergat maar al te zeer, hoe ook
achter die groote spiegelruiten en damasten
gordijnen van de rijken der aarde, men
dikwijls in onvrede leeft en onder zware
zorgen gebukt gaat. Hoe daar ook-in die
voorname woningen vaak zuchten worden
geslaakt en tranen geschreid, niet alleen door
krankheid of sterfgeval veroorzaakt, maar
ook wel door teleurgestelde hoop, door
ontrouw, liefdeloosheid, twist en onverdraag
zaamheid. Nadat zij een geruimen tijd daar
gestaan had, hoorde zij een rijtuig aankomen.
Ook hoorde zij geloop in den gang van
het huis waar zij stond.
Wordt vervolgd