voor de Znidhollandsclie en Zeeuwsebe Eilanden.
Woensdag 3'November 1909.
34s*6 Jaargang N°. 1499.
An tirevo lu tionair
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
T. BOEKHOVEN,
SOMMELSDÏJK.
Alle stukken voor de Itedactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever.
Voor de Hoeren en
Arbeiders.
Tuin» en Landbouw.
Wran&baak.
Buitenland.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
UITGEVER
Telefoon Intercomm. No. 2.
Advertentiën 10 Cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën wordeD ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nnr.
I.
»De Zuid-Hollandsche Landbouw-
Onderlinge,« Onderlinge Landbouw
Verzekerings-Vereeniging voor Be-
drijfs Risico,
Aangesloten bij »de Centrale Land-
bouw-ünderlinge,« wil een onderlinge
verzekering ten behoeve van de ar
beiders, tegen ongevallen, in den
Landbouw overkomen. Zij licht dit
aldus toe in een brochure:
Waarom aansluiting aan „De Zuid -
lioii. Landbouw Onderlinge
I. Waarom thans vrijwillige onge
vallen verzekering
Eene wettelijke ongevallen-verzeke
ring voor den landbouw is er nog
niet en zoolang deze uitblijft, zal de
tot standkoming van eene vrijwillige
ongevallen-verzekering reeds dadelijk
aan de arbeiders in den landbouw
groot nut en voordeel kunnen brengen.
üe achterstelling van den land en
tuinbouwarbeider bij den industrieelen
arbeider, voor wien reeds sedert 1903
een ongevallen verzekering bestaat,
zal door deze vrijwillige verzekering
worden weggenomen en daardoor een
van de oorzakeu voor de vermindering
der arbeidskrachten op het platteland.
Men zal daardoor voldoen aan een
moreelen plicht om een arbeider, die
door een ongeval in het bedrijf is
getroffen en schade lijdt, die schade
door het bedrijf te doen vergoeden
en dragen.
Een andere gewichtige grond om
thans eene vrijwillige ongevallen
verzekering in te voeren is, gelegen
in de omstandigheid dat de Landbouw
nu gelegenheid heeft deze organisatie
in te richten, zooals hij meent dat zij
het best aan de veelzijdige belangen
van het bedrijf in het algemeen en
van de werkgevers en de arbeiders
in het bijzonder zal voldoen. Bij latere
wettelijke regeling zal de wetgever
dan met de bestaande vrijwillige
organisatie rekening kunnen houden.
Het bestaande Wetsontwerp op de
Land- en Tuinbouw ongevallen-ver
zekering schat de gevaren van het
Landbouwbedrijf zeer hoog. Volgens
dit ontwerp zou de Landbouw voor
de verzekering naar schatting van
f 2,80 tot f 4,70 per f 100,uitge
keerd jaarloon moeten betalen. Men
schat het in den Landbouw uitbetaald
loon op minstens f 125,000,000,
Aan den Landbouw zou deze wette
lijke ongevallen-verzekering dus
f 4 000,000 per jaar gaan kosten.
Zonder te beknibbelen op billijke
rechten der arbeiders moet toch een
zoo omslachtige en daardoor zoo kost
bare regeling der ongevallen-verzeke
ring, als in het Wetsontwerp is om
schreven, worden voorkomen. Geen
beter, ja het eenige middel daarvoor
is om zelf aan den Wetgever te
toonen hoe de ongevallen-verzekering
voor den Landbouw dan wtl moet
wezen. Dat dringend belang moet door
alle landbouwers worden ingezien
Algemeeneaansluiting aan »de Zuid-
Hollandsche Landbouw-ünderlinge»
is daarom noodzakelij ,ceerst dan
toch kan zij goed werken, tijdelijk een
wettelijke regeling vervangen en later
in eene wettelijke regeling worden
ingepast.
Doch het spreekt vanzelf dat, wil
de vrijwillige verzekering aan dit doel
beantwoorden, het beslist noodig zal
zijn dat hare organisatie aan hooge
eischen, ook ten opzichte van den
werkman, voldoet. Daarom komen bij
»de Zuid-Hollandsche Landbouw-On-
derlinge« de uit te keeren schadeloos
stellingen overeen met die, voorko
mende in het nog aanhangige wets
ontwerp op de land- (en tevens tuin
bouw) ongevallen-verzekering.
De financieele soliditeit d. w. z. de
draagkracht der organisatie, is, door
het aanvaarden van het onderlinge
beginsel, absoluut gewaarborgd.
De rechten en verplichtingen van
den werkgever berusten op denzelfden
grondslag als die in bovenvermeld
ontwerp voorkomende en de rechten
en verplichtingen van den arbeider
komen bijna geheel overeen met die
van zijn mede arbeider in de industrie.
Uit een wetenschappelijk oogpunt
(statistiek ongevallen-voorkoming enz)
zal onze Organisatie op even hoog
standpunt moeten staan als bij eene
wettelijke verzekering het geval zoude
zijn.
Wanneer Onderlinge Verzeke-
rings Vereenigingen aan deze regelen
niet voldoen, dan kan van hen geen
invloed op de toekomstige wettelijke
ongevallen verzekering worden ver
wacht, noch zal er kans zijn dat zij,
komt eene wettelijke regeling tot stand,
in het kader van die regeling, min
of meer gewijzigd, zullen kunnen
blijven voortbestaan.
II. Waarom onderlinge verzekering
Bij eene onderlinge organisatie,
welke wordt opgebo uwd geheel in de
lijn van de coöperatieve beweging,
die meer en meer in den Land- en
Tuinbouw veld wint, verkrijgt men
de volgende voordeelen
le. De kosten blijven beperkt tot
hetgeen werkelijk voor de dekking
der te verleenen schadeloosstellingen
en der administratiekosten noodig is.
Aangezien er geen aandeelhouders
zijn, behoeft geen dividend te worden
uitgekeerd. Elke vermindering der
kosten komt ten goede aan de deel
nemers.
2e. De voor een goede uitvoering
noodige samenwerking tusschen de
leden onderling is hier aanwezig.
3e. Het financieel belang der leden
bevordert in sterke mate het streven
ter voorkoming van ongevallen.
4e. De vermindering van het be-
drijtsgevaar zal een voorwerp van
voortdurende zorg van de leden uit
maken.
5e. Men blijft baas in eigen huis,
aangeziea men te doen heeft met een
eigen Vereeniging, met een eigen
bestuur. Men is dus niet afhankelijk
van Directie of aandeelhouders van
eene buiten de werkgevers staande
Maatschappij.
Is het juist, wat algemeen wordt
gezegd dat in den Landbouw zoo'n
klein getal, ep, vooral zoo weinig
ernstige ongevallen plaats hebben,
dan zullen de uitgaven gering zijn en
dientengevolge, juist omdat de
verzekering onderling is, ook
de kosten van de deelnemers laag
wezen.
Bij onderlinge verzekering is men
natuurlijk ook onderling aansprakelijk.
Dat is, zooals in iedere coöperrtie,
de kracht, de soliede basis van de
geheele organisatie.
Opdat die onderlinge aansprakelijk
heid geen bezwaar worde, met het
oog op slecht betalende leden, is de
regeling gemaakt dat ieder lid elk
jaar een voorschot op de later te
verrekenen kosten stort. Bovendien
is de vorming van een, zij 't ook niet
groote, reserve kas in de goede jaren
als er weinig ongevallen zijn gebeurd,
verplichtend. Door die voorschotten
en die reserve zal men redelijkerwijze
nooit op één lid te kort komen en
zal de onderlinge aansprakelijkheid,
hoezeer ook in beginsel bestaande,
in de praktijk nooit toegepast be
hoeven te worden.
III. Waarom geen kleinPlaatselijke
Kassen, maar een groote organi
satie met Plaatselijke Besturen
voor de ter plaatse af te
handelen zaken
De kleine Plaatselijke Kassen met
hun beperkt aantal deelnemers zijn
financieel gevaarlijk voor de deel
nemende werkgevers, wegens de groote
kosten loopende in de duizende
guldens welke een zwaar ongeval
soms kan kosten.
Kleine Plaatselijke Kassen zijn om
deze zelfde reden financieel onsoliede
voor de verzekerde werklieden.
Zij zijn omdat hunne financieele
draagkracht gering is, beperkt in het
terrein van hun werkzaamheid. («De
Centrale Landbouw-Onderlinge« heeft
ook andere verzekeringen op haar
programma.)
Zij leveren voor de werklieden de
kans op, dat de aan hen bij deze
verzekering toekomende bevoegdheden
niet voldoende tot hun recht komen.
Aan de werklieden moet in ruime
mate de gelegenheid worden gegeven
om in beroep te gaan bij onzijdige
personen, welke niet als zoodanig door
de organisatie zelve zijn aangewezen,
indien de arbeiders meenen dat de
bepalingen der verzekering hun recht
geven op een hoogere uitkeering dan
hun is toebedeeld, of op eene uit
keering zoo deze hun is geweigerd enz.
Objectieve personen buiten de or
ganisatie staande en buiten medewer
king van dezen benoewd, moeten dus
als het ware controleeren, dat aan
de bepalingen der verzekering volgens
recht en billijkheid uitvoering worde
gegeven.
Bovendien moet het zoo goed als
zeker worden geacht, dat in de toe
komst de wetgever wegens moeilijke
controle, geringe financieele zekerheid
gebrekkige regeling van de rechts
positie van den arbeider en gemis
aan eenheid in de toepassing van een
voor het geheele land geldende ver
zekering, nimmer een regeling zal
maken, waarin kleine plaatselijke-
en districts-ongevalkassen als zoodanig
zouden kunnen worden opgenomen.
De Onderlinge Landbouw Onge
vallen-Verzekering is zoo opgebouwd,
dat aan allé bovenstaande bezwaren,
zoo goed als in redelijkheid kan
worden verwacht, tegemoet gekomen
wordt. Slot volgt.)
Ferrer is schuldig volgens de
nieuwe Ministers in Spanje.
De liberale Min. v. Oorlog, pasop-
getreden, na den val van 't Kabinet
Maura, onder wie Ferrer is gedood,
heeft verklaard en de liberale Minister
van Buitenl. Zaken heeft 't zelfde ver
klaard
Ferrer werd wettig en juridisch
billijk veroordeeld. Het dossier
dat verschijnen zal, wijst uit, dat
de last van getuigenissen en aan
wijzingen voldoendeFerrersschuld
aantoonen, niet als propagandist
van denkbeelden, maar als leider
van den opstand.
Precies zooals we Zaterdag jl. schre
ven. Niet om zijn scholen, maar om
zijn revolutionaire daden is hij recht
vaardig gevallen. Geheel schuldig
De liberale en socialistische pers
maakt wel een treurig figuur in den
laatsten tijd.
Dr. Kuyper wien ze niets kwaads
kunnen aanwijzen, zouden ze dooden.
En Ferrer, die rechtvaardig ter dood
veroordeeld is, hangen ze een krans
om.
De Kerk geven ze een schop.
De Priesters en monniken zijn ben
den, volgens de Liberalen.
Heel de Roomsche kerk is een dom-
perskliek en zoo nogal meer van dat
fraais, terwijl notabene, noch de Kerk
in Spanje, noch de priesters enz. schul
dig zijn aan moordmaar Ferrer
schuldig is aan rebellie en opstand
tegen 't wettig gezag.
De Liberalen ziin, als ze hun masker
afwerpen, vyanden van de Kerk en
vrienden van mannen als Ferrer. Het
bloed kruipt, waar 't niet gaan kan.
Gaan ze echter in verkiezingsdagen
den boer op, dan doen ze de witte das
omom stemmen te winnen van
onnoozele zielen, die niet verder kijken
dan de oppervlakte.
De historie Ferrer zal velen de oogen
openen voor de eigenlijke beginselen
en niet ontaarde doeleinden der Li be
ralen.
Behoor en zij ook tot de „bende"
De professoren der universiteit van
de Spaansche stad Santiago hebben
op een adres van de professoren der
Sorbonne betreffende Ferrer aldus
geantwoord
De professoren der universiteit
»van Santiago, behoorende tot alle
apolitieke partijen en eveneens als
»gij voorstanders van vrijheid,
gerechtigheid en vooruitgang, zijn
«pijnlijk verrast door uw harts
tochtelijke en onrechtvaardige ui-
»ting over de zaak Ferrer. Zij doen
«een beroep op uw eergevoel,
«zoowel als op uw gevoelens van
«internationale vriendschap, en
verzoeken u deze zaak rustig en
«onpartijdig te beoordeelen. Zij
hebben de zekerheid, dat gij uw
oordeel geheel zult wijzigen, zooals
»uw geweten u dat zal voorschrij-
»ven.«
Hier zijn nu professoren aan het
woord van alle politieke partijendie
Ferrer «aan 't werka gezien hebben,
en zij beschouwen de zaak der terdood
brenging als een rechtvaardige. Die
professoren noemen zichvoorstanders
van vooruitgang. Geen «dompers,dus
geen reactionairen.
Worden deze toch ook bij »de bende«
begrepen
BEMESTINGSLEER.
(Vooral voor ouderen.)
IIL
Wij zouden voort kunnen gaan met van de
nog niet besproken elementen een en ander mee
te deelenvan waterstof bv. dat het een soort
van gas is, hetwelk een bestanddeel is van water;
van zwavel, dat men deze stof als een geel poeder,
bloem van zwavel, bij den drogist bekomen kan
en dat ze in de natuur wordt aangetroffen in de
omgeving van vuurspuwende bergenvan phos
phorus, dat... stop 1 Laten we niet meer vertellen,
dan bepaald noodig is. Nietwaar voorouderen
wordt 't onthouden van allerlei nieuwigheden
heel dikwijls vrij lastig. En op grond hiervan
achten we 't w('Tisehelijk om zoo sober mogelijk
te zijn in 't doen van mededeeliogen inzake
nieuwigheden. We willen dus beginnen met te
vertellen, dat van 't opgenoemde tiental de plant
er slechts enkele nit den grond haalt en dat er
van die enkele ook nog wel een paar zijn, die
in dien grond in zeer voldoend© mate aanwezig
zjjn voor 't leveren van ontelbare oogsten. Maar
dan blijven er toch tenslotte nog vier over, die
elke boer bepaald moet kennen. Tenminste, als
hij met z'n tijd mee wil. En wie wil dat niet?
Allemaal, niet waar.
De vier, waar 't om gaat zijn ttikxtof,phosphorus,
kalium en calcium.
„Wat bliefIvraagt er een. „Stikstof ook?"
„En in 't vorig opstel werd gezegd, dat vier
vijfde deelen van de lucht uit stikstof bestaat,
moeten de planten dan ook nog «tikstof in den
grond kunnen vinden? Ze staan er met stengel
en bladeren te midden iD. En in mijn grond
zorg ik ook zooveel mogelijk de lucht te doen
doordringendus om de wortels van de planten
heen zit ook nog al wal luchtstikatof. Moeten
nu de planten ook nog op andere manier soma
atikatof kunnen vinden?"
Kranig opgemerkt, waarde vriend. Maar laten
wij u gauw uit den droom helpen en tegeljjk
daarmee ook alle anderen, die als gij, daarover
dachten.
De luchtstikstof kan de meeste van onze land
bouwgewassen niet xan dienst zijn. Grassen, gra
nen, bieten, peen, vlas, meekrap, karwij, koolzaad,
aardappelen, uien ja, welke niet meer, ze heb
ben aan de lnchtstikstof niets. Daar kunnen er
slechts enkele mee terecht bv. erwten, boonen,
wikken, klavers. Die bezitten het vermogen om
onder sommige omstandigheden de lucht
stikstof te benutten voor haren groei. Al de
andere moeten de stikstof in den bodem kunnen
vindenniet als luchtstikstof, niet als vrij ele
ment, maar in gebonden toestand. Over dien
gebonden toestand van stikstof een anderen keer
nader.
Vragen en Antwoorden worden kosteloos geplaatst.
Antwoorden of mededeelngen
zjjn met hetzelfde nummer gemerkt als de vragen
waarop ze betrekking hebben.
Vragen.
352. Waarom geen Thomasslakken op een wei,
die kort geleden met stalmest bemest werd?
353. Wat zou beter zijn,stalmest aan den hoop
bewaren, of direct over de wei uitrijden
Antwoorden en mededeelingen.
350. Breekmeel? Dat is boekweitmeel met meer
Of minder doppenstukjes er door.
351. Stekels bestrijden Die vraag Is niet af
doende te beantwoorden dan alleen met deze
woorden: ze bij voortduring ongenadig achter
d'r broek zitten. Wie winnen wil, ook in dezen
strijd, geve den moed niet op.
SPANJE.
Het jongste nummer van de Veluwe
komt in een treffende driestar nog eens
terug op hetgeen Mr. Mendels in scherpe
taal heeft gesproken over den Spaansahen
Koning in de volkabijeenkomst van 16
October jl.
De Ferrer-kwestie ligt er aan ten
grondslag, en onder de donderende toe
juichingen van millioenen revolutionairen
viel het ministerie-Maura.
De revolutionairen hadden hnn zin
nu zou men eens zien, welke moordenaren
aan het bewind waren geweestde sluier
zou worden weggerukt, en dat zwarte
Jezuïten-complot zou aan den schandpaal
worden vastgebonden.
Wel nu: er hebben reeds ministers
van het nieuwe, liberale ministerie ge
sproken. Men kan overtuigd zijn, dat zij
niet tot de nachtscbool, tot de dompers
behooren.
En wat hebben deze ministers over
de zaak-Ferrer gezegd
Zie hier, wat de nieuwe minister van
buitenlandsohe zaken zeide*.
Ferrer, zeide hij, is streng, maar vol
komen naar de wet berecht, en die streng
heid was noodig tot verdediging der
maatschappij.
Deze minister, een liberaal man, heeft
alzoo Ferrer's terechtstelling niet alleen
wettelijk, maar ook verstandig genoemd.
De nieuwe minister van oorlog sprak
anders.
Kenrde hij het doodvonnis dan af?
O neen, dat niethet stond bij hem
als een paal boven water vast, dat Ferrer
zijn verdiende loon had ontvangen.
En dat de anarchist voor den krijgs
raad was gebracht, keurde hij evenzeer
goed.
Er was zelfs geen andere weg, ver
klaarde deze minister. Ferrer ken niet
voor den burgerlijken rechter worden
gebracht; Ferrer was immers van daden
van opstand beschuldigd en zulke daden
worden door de Spaansche strafwet zonder