I
Woensdag 6 October 1909.
24ste Jaargang N°. 1491.
I
Antirevolutionair
Orgaan
voor «Ie Zai«lliollaii«l*clie en Zeeuwsehe IMan«len.
IN HOC SIGNO VINCES
FEUILLETON.
T. BOEKHOVEN,
Kwartjes-gevers.
SOMMELSDIJK.
Alle stukken voor de iledaclie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te Kenden aan den Uitsrever.
Officieel Gedeelte.
«Onderwijs.
f
ir
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
UITGEVER
Telefoon Intercomm. No. 3.
Advertentiën 10 Cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/8 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën wordeD ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
Toelating tot de Openbare School.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Sommelsdijk brengen ter kennis van Ouders
en Voogden die voor hunne kinderen en pupillen
in de maand November 1909 toelating op de
Openbare School verlangen:
le. dat zij zich onder overlegging der Vaccine
bewijzen ter Secretarie kunnen aanmelden
van 15—20 October 1909 van des voormid
dags 9 tot des namiddags 4 ure,
2e. dat alleen worden toegelaten kinderen die
den leeftijd hebben bereikt van 6 jaren of
dien bereiken zullen binnen zes maanden
na den dag der toelating en
3e. dat na bovengenoemden datum geene toe
lating meer zal plaats hebben.
Sommelsdijk, 4 Octb. 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Ds Wethouder, De Burgemeester,
J. TIMMERMAN Mz. DE GRAAFP.
Aangifte voor de Zeemilitie.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge
meente Sommelsdijk brengen, ter voldoening aan
art. 138 der Militiewet 1901, bij deze ter kennis
van wie het aangaat, dat de loteiingen voor de
lichting der Nat. Militie voor 1910, die verlan
gen bij de Zeemilitie te dienen, worden uitge-
noodigd zich vóór 1 November e. k. bij hen,
Burgemeester en Wethouders, aan te melden of
te doen opgeven ter Gemeentesecretarie te Som
melsdijk; tot welke aanmelding ot opgave eiken
werkdag van 10 uur voorm. tot 4 uur nam., en
meer bijzonder op Vrijdag den 15 Oct. 1909, des
voorm. te 10 uren, te dier plaatse gelegenheid
zal zijn.
Voor indeeling bij de Zeemilitie komen uit
sluitend in aanmerking de loteiingen, die ter
volledige oefening worden ingelijfd. Voorts moe
ten zij een beroep uitoefenen of eene positie
bekleeden als is aangegeven op het aanplakbiljet.
Hierby wordt het volgende bekend gemaakt:
le. De loteiingen kunnen bij de aangifte voor
de Zeemilitie opgeven of zij, in geval van
aanwijzing voor den dienst ter zee, zouden
wenschen te worden afgeleverd en in wer-
kelyken dienst gesteld in het tijdvak van
1 tot 16 Maart van het volgend jaar, dan wel
of zg er de voorkeur aan zouden geven om,
zonder opkomst ter aflevering in genoemd
tydvak, in het genot van verlof te worden
gesteld tot omslreeks 1 Augustus van ge
noemd jaar.
Met hunnen aldus kenbaar gemaakten
wensch zal zooveel mogelyk rekening worden
gehouden. Zy mogen echter indachtig zijn,
dat de loteling, die zich eenmaal voor indee
ling bij de Zeemilitie heeft aangemeld of
doen opgeven en bij het hierna onder 2° be
doelde onderzoek voor den dienst ter zee is
geschikt bevonden, zich niet zal kunnen
terugtrekken voor de Zeemilitie, zoo hij
mocht worden bestemd voor indienststelling
op een ander tydstip dan waarvoor hij zich
by voorkeur heeft opgegeven.
2e. De loteiingen, die een beroep uitoefenen
of eene positie bekleeden als is aangegeven
in bovenstaande lyst en zich tijdig op de
hierboven omschreven wyze voor den dienst
ter zee hebben aangemeld of hebben doen
opgeven, zullen vóór hunne aflevering wor
den onderworpen aan een onderzoek naar
hunne geschiktheid voor inlijving by de
Zeemilitie.
Dit onderzoek zal plaats hebben tusschen
1 en 26 Januari 1910.
Ieder der hiervoren bedoelde loteiingen
zal mededeeling ontvangen van dag, uur en
plaats, waarop bedoeld onderzoek voor hem
zal geschieden.
Heeft bedoeld onderzoek niet plaats in de
gemeente, waar de loteling woonplaats heeft
of verblyf houdt, dan komen de kosten
zijner reis ten laste van 's Rijks kas en wordt
hem bovendien voor de kosten van het ver
blijf- in de gemeente van onderzoek een
bedrag van één gulden (f 1,— uitbetaald.
De loteiingen, die voor inlijving ter vol
ledige oefening zijn bestemd en tengevolge
van den uitslag van het onderzoek voor den
dienst ter zee worden aangewezen, ontvangen
hiervan zoodra mogelijk bericht. Dit bericht
houdt tevens in de mededeeling, of zij reeds
in het tydvak van 1 tot 15 Maart van het
volgende jaar zullen worden afgeleverd, om
alsdan dadelyk voor eerste-oefening in wer-
kelijken dienst te blijven, dan wel, of zy
bestemd zijn om zonder opkomst ter afleve
ring in genoemd tijdvak op omstreeks 1 Aug.
van dat jaar in werkely ken dienst te komen.
De aandacht van de loteiingen wordt nog ge
vestigd op art. 116 der Militiewet 1901, luidende
als volgt
„De by de Militie te land ingelijfden worden
niet tot het aangaan van eene verbintenis voor
de buitenlandsche zeevaart toegelaten, zonder
schriftelijke toestemming vanwege onzen Minister
van Oorlog.
Die toestemming wordt in gewone tyden niet
geweigerd aan de loteiingen, die reeds vóór
hunne inlijving by de Militie hun beroep van
de buitenlandsche zeevaart maakten en die zich
overeenkomstig art. 138 voor de Zeemilitie heb
ben aangeboden, doch daarbij niet hebben kun
nen worden aangenomen."
Sommelsdijk, den 1 October 1909.
Burgemeester en Wethouders,
De Wethouder, De Burgemeester,
W. VAN BEEK. DE GRAAFF.
c. alle overige loteiingen.
Het opgeven of doen opgeven van eene
reden van vrijstelling by het doen van de
aangifte ter inschrijving of by de loting,
zoomede het doen opmaken en bij den Bur
gemeester inleveren van de vereischte bewys-
stukken is niet voldoende om zich de ge-
wensebte vrystelling te verzekerendereden
van vrijstelling moet in elk geval op het
tijdstip hiervoren vermeld worden ingebracht
bij den Militieraad. Ook het niet ont
vangen eener persoonlijke kennisgeving no
pens de zitting van den Militieraad ontheft
niet van de verplichting tot het verschynen
voor dien Raad of tot het indienen van de
tot staving der redenen van vrijstelling ge
vorderde bewysstukken.
Zie voor verdere bepalingen het aanplakbiljet.
Voor zoover omtrent een en ander nadere
inlichtingen worden gewenscht, vervoege men
zich ter gemeentesecretarie op een werkdag
tusschen 10 en 12 ure des voormiddags.
Sommelsdijk, 16 Sept. 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Wethouder, De Burgemeester,
W. VAN BEEK. DE GRAAFF.
SCHOUW.
Nationale Militie.
Zitting van den Militieraad.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge
meente Sommelsdijk maken bekend, dat de zit
ting van den Militieraad voor deze gemeente
zal worden gehouden op Vrydag den 15 Oct. a. s.,
des voormiddags te 10 uren te Dirksland.
Zy brengen daarby onder de aandacht van
belanghebbenden, dat in deze zitting uitspraak
zal worden gedaan omtrent:
a. de loteiingen, door of voor wie eenige reden
van vrystelling wordt ingebracht;
b. de loteiingen, die hetzij voor goed, hetzy
voorloopig van den dienst moeten worden
uitgesloten; en
Het Bestuur van het Waterschap de „Oude
Polders,loozende op de haven van Middelharnis,
maken bekend, dat zij op Vrijdag 29 Oct. 1909
en volgende dagen zullen doen eene schouw
over het kroozen en schoonmaken van al de in
dit waterschap gelegen dijk- en wegslooten.
Zij gelasten mitsdien alle eigenaren van landen
in het Waterschap gelegen om vóór 29 Oct. 1909
alle dyk- en wegslooten tot den bovenkant toe
goed schoon te maken van alle ruigte en vuil
en het riet en alle verdere daarin groeiende
planten tot den bodem uit te hakken, alsmede
om de zijlen in de dammen goed schoon en
gangbaar te maken, terwijl al bet uitkomende
vuil en riet dat op den weg wordt geworpen,
onmiddellijk moet worden opgeruimd.
By niet voldoening wordt boete toegepast.,
Middelharnis, 1 Oct. 1909.
J. VAN DER KOOGH, Voorzitter.
NIJGH, Secretaris.
De Schoolstrijd is uitgestreden, wan
neer de tegenstander aanvaardt het
beginsel, door ons al jaren beleden,
dat er volkomen rechtsgelijkheid moet
bestaan. Wil hij aan dat beginsel,
voor zoover het reeds practisch is
toegepast in de onderwijswetten bij
Lager, Middelbaar en Hooger Onder
wijs gaan tornenwil hij, zooals de
Standaard vertelde, gaan beknibbelen
op de ons toegestane subsidies, dan
ontbrandt de strijd weer en slaat be
slist in lichter laaie op.
Maar dan zou ook de mogelijkheid
niet uitgesloten zijn, dat door die
gevoerde actie niet alleen het openbaar
lager onderwijs het gelag zou moeten
betalen, maar dat ook openbaar, mid
delbaar en hooger onderwijs zeer
ongehavend uit den strijd kwamen
Reageeren op een strijd van dertig,
veertig jaren kan een tegenstander
nooit, dan met verlies van wat hij nog
heelt behouden. Schade en schande
zijn altijd de noodlottige gevolgen van
een ijver, die tegen de baanbrekende
meeningen van duizenden, gaat over
staan. De Vrije school voor heel de
Natie en de School aan de ouders,
zijn maar geen aangeheven leuzen
maar beginselen, die sinds 1889 in de
praktische politiek steun hebben ge
vonden en bij 't grootste deel van ons
volk een weltoebereiden akker voort
durend vinden.
De Vrije School voor heel de Natie
sluit in het behoud der Openbare
School, maar op anderen voet gecon
stitueerd dan thans.
De School aan de Ouders wijst de
pedagogische richting, waarin die Vrije
School voor heel de Natie zich open
baren moet.
En deze twee hoofddenkbeelden, die
al jaren den strijd teekehen, karakte-
riseeren, gaan voort invloed te oefenen
in de hoofden van een grooter deel
onzes Volks. De Vrije jSohool voor
de heele Natie is geen vijandelijke
betooging tegen het Openbaar onder
wijs het is slechts een politieke uit-
noodiging om afstand te doen van de
idee, dat dit Onderwijs zou zijn het
alleen echte Onderwijs, dat een Volk
begeertwaaraan een Natie gehecht
is. De Vrije School voor heel de Natie
is een beginsel, dat lijnrecht staat
tegenover het beginsel der Openbare
School, alsof zij alleen de verstandelijke
vorming mag bepalen van Neerlands
jeugd en toekomstig volk. De Vrije
School voor heel de Natie is geen ver
zet tegen de Openbare School als
zoodanig; het is een gewetenskreet
van een minderheid, die ruimte zoekt
om haar godsdienstige en zedelijke en
verstandelijke belangen te laten behar
tigen door mannen en vrouwen, die
met die minderheid eensgeestes zijn.
De Openbare School ga voort aan haar
kinderen te brengen, watdeȆuders
van die Schook voor hun kinderen
begeeren ganschelijk is en blijft ook
dat hun gewetensvraag. Hun gewe
tensvraag; niet allereerst de onze.
De onze loopt over ons zaadonze
gedoopte kinderen, en die eischen een
opvoeding, welke de Openbare School
door Wet en Praktijk niet overal niet
meer geven kan, Maar die Openbare
School diene op anderen leest ge
schoeid ze moet omgezet worden in
een vrije »openbare« school, die ons
niets meer kostdie uit eigen middelen
zoo nabij mogelijk, bekostigd wordt.
Zooals ook onze Scholen uit eigen
middelen moeten bekostigd worden.
Maar waar de historische toestand
reeds zoodanig geformeerd is, dat van
de üpenbare-School-voorstanders die
millioenen uitgaven niet kunnen ge
vergd worden, omdat ze absoluut het
>geven« voor 't Openbaar Onderwijs
nooit hebben geleerd en altijd, altijd,
maar hebben geleund en gesteund op
de Overheid, daar is 't een vanzelfs-
heid, dat de Subsidieering van onze
Scholen op gelijken voet als de Open
bare volgen moest. Daardoor en daar
onder lijdt senigermate de vrijheid.
Maar 't kan niet anders. Vrij van
den Staat was onze leus. Maar
't is geworden vrij en los van gelde-
lijken nood. En de Openbare School-
toestand is daar de oorzaak van.
Late men dus niet willen beknibbe
len op onze subsidien, want dan komt
de oude leus weer voorden dag Vrij
van den Staaten wee dan het Open
baar Onderwijs in Lagere en Middel
bare en Hoogere Inrichtingen.
Z'n hand in den wijden broekzak hield
het weekloon vastdrie mooie, wichtige
achterwielen, zes kwartjes en nog 'n pop voor
overwerk.
Met z'n tong wroete hij de koekrestjes
uu z'n kiezen »Gebrande kinders
schromen 't vuurt en kiespijn kreeg-ie
gauw 1
't Was zoo al jaren geweest: 's Zater
dags werd er 't laatste schoft niet gewerkt
en dan dronk hij bij den baas 'n >bak
koffie* waar de vrouw 'n dik stuk zoete-
koek aan toevoegd. 'n Sigaar zou 'm wel
zoo aangenaam geweest zijn, maar dat kun
je zoo niet zeggeD.
Harm Gooszen gaat vroolijk z'n weg. Die
gulden komt van pas en dan z'n
vrouw, bij wie-die pas 'n kleinen heeft,
notnmer twee, is weer over de vloer en gaat
morgen voor 't eerst naar de kerk.
Thuis wacht z'em al op, met koffie
Na 't eten wascht hij zich, de groote week
beurt trekt z'n tweede broek en z'n goeie
vest aan, de onderste drie knoopen los, be
nevens een schoone boezeroen. Dan telt hij
de glanzende geldstuken voor z'n vrouw
neer.
»'n Gulden over vraagt ze in blijde
verrassing.
Aangenomen werk gehad, gister en van
daag Kun j'em hebben
j>Of ikJij moet noodig 'n nieuwen pet
hebben Neem nou eerst je kwartje
't is morgen de eerste alweer.*
Harm neemt z'n kwartje een mooi gloed
nieuw geldstuk, of 't zoo warm onder de
munt vandaan komt.
Eens per maand houdt hij 'n kwartje af.
Daar rookt hij net vier weken vaD. 'n Dub
beltje sigaren van de acht, da's vier maal
twee en 'n half ons tabak in de week, dat
klopt.
Komt de maand van vijf weken, dan
moet-ie natuurlijk over die laatste week ook
verdeelen.
>Wat scharrel je toch met dat kwartje
vraagt z'n vrouw.
Harm laat het glijden door z'n vingers,
betast het, streelt eerbiedig de lokken van
den beeldenaar, weegt het op z'n vlakke
hand
>Ik vind, vrouw dat we ruime stof heb
ben tot dankbaarheid 't is nou nog
geen vier weken en jij kunt alles alweer
doen*
Den volgenden dag vonden diakens in
den »armenzak« 'n gloednieuw kwartje, dat
de aandacht trok, om z'n nieuwheid en om
z'n zeldzaamheid in deze collecte, waarbij
de meeste Zondagen de dubbeltjesman 't
record hield van goedgeefsheid.
Harm rookte twee maanden lang één
sigaar per Zondag en z'n pijp had wat meer
rust dan anders. Maar ze smaakte hem ook
lekkerder
Bij 't centen-tellen* aan 't eind van de
maand, kwam 't kwartje terzij te liggen en
werd door den diaken ingewisseld en mee
genomen. Naast hem woont boer Joosten,
die veel volk aan 't werk heeft en altijd
kleingeld gebruiken kan en in wiens bezit het
kwartje weldra overgaat.
Joosten is een der >Hoogmogenden«
van 't dorp.
Z'n schuren zijn ruimer, z'n stallen grooter
z'n velden uitgestrekter dan die van iemand
uit zijn omgeving. Z'n armstoel bij 't hoek
raam, is zijn lievelingsplek.
Daar kijkt hij twee kanten uit en ziet
zoover z'n oog reikt, zijn landerijen, zijn
beesten, zijn boomeD. De arbeidershuisjes
daar langs den weg, behooren hém toe,
zijn »volk* woont er in.
Op z'n tafel telt hij de centen en 't klein
geld van z'n buurman na.
De centen en halfjes gaan in 'n bakje
van de dubbeltjes wordt 'n rolletje gemaakt
maar het kwartje houdt hij nieuwsgierig
tusschen duim en vinger. Wie dat in den
armenzak gedaan heeft?
Hijzelf in geen geval. Hij houdt niet van
buitensporighedenop geen enkel gebied.
Hij is 'n man van orde en regel in alles
vaste maat. Als ie naar de stad gaat
drinkt-ie altijd één konjakje, nooit meer
één keer in 't jaar gaat-ie 'n dag naar Den
Haag en Scheveniugen enzoovoort.
Orde en regel daarop staat hij. Regel
ook in 't geven.
Hij geeft nooit minder dan 'n cent
dat is z'n glorie.
Halve-centen in 'n collecte zijn (em 'n
gruwel. Da's 'n vrek, die 'n halfje geeft. Daar
kan geen zegen op rusten 'n halfje
Nooit minder dan 'n cent Konden alle
boeren 'em dat maar es eerst nazeggen
Soms zelfs bleef het niet bij 'n cent. Zijn
géefvaardigheid kent nog hooger trap. Be
reikt zelfs den halven stuiver.
Da's z'n gewone gift als er »collecte*
is. Wat dan zeggen wil: 'n buitengewone
collecte, niet voor kerk of armen.
Maar ei is ook 'n overtreffende trap.
Op deze wijze: veel-meer-meest, dat
aldus correspondeertcent-groot dubbeltje.
Het dubbeltje is de buitengewone extra
gift. Voor de armen met Oudejaar, en
voor de heidenen met Pinksteren.
Maar het kwartje, als collecte-gift, be
hoort tot de dingen, die hem te groot
zijn. Dit kan zich alleen de burgemeester
veroorloven, of de b'ron
't Is toch 'n mooi geldstukkie, zoo fon
kelnieuw. Dat moet niet zoo dadelijk door
het andere geld heen. Joosten steekt het
in z'n vestzak 't is misschien wat
kinderachtig, maar 't is zoo'n nieuw kwartje
De hroeders Oosten en Westen treden
de halle binnen.
Met 'n hoofdknik heet Joosten ze wel
kom wijst ze door een handgebaar hun
plaatslaat zich wat onderuitglijden in z'n
stoel, dat z'n bovenrug steunt tegen de
leuningsteekt de duimert in z'n vest
zakken, bevoelt en beaait met de eene het
gladde, zilverreine kwartje.
De broeders doen de Unie Collecte, in
sobere, maar ernstige taal leggen ze »broe-
der Joosten» den nood der gemeente op
de consientie. Er is 'n fonds nu de nieu
we wet d'r is, durven ze 't onderhoud
aanals nu deze collecte maar es zóóveel
opbrengt, dat ze met bouwen durven be
ginnen
Goedkeurend en toestemmend knikt
Joosten hun toe.
»AIs nu de b'ron maar es goed uit z'n
hoek komtzegt ie lachend.
»We moesten allemaal uit den hoek*,
zegt Westen ernstig.
Joosten begrijpt dit ook. Het is hier
iets zéér bijzonders, iets nog hoogers dan
»buitengewoon extra*, iets, waar geen
precedent van is. Hier gelden geen geef-
regelen meer. Hij móét, voor één keer,
ontrouw zijn aan z'n princiep. Hier moet
het »eik naar vermogen*, worden »tot
bijna bóven vermogen
Z'n vinger kruipt na den duim in 't
vestzakje, bevoelend het kwartje.
Is er geen reden voor 'n éénige gift.
Hij ziet het raam uit. Ginds komen zijn
wagens, hoogopgetast met graandaar
rechts buigen de takken in z'n boogerd
van vruchteuzwaartelinks, over 't water
grazen z'n koeien op malsche klaverweiden.
Hoe kan hij nog aarzelen
Duim en vinger komen te voorschijn en
met roojaal gebaar geeft hij 't kwartje
aan OosieD
»AIweer 'n steentje voor den bouw
zegt Westen droog en strak.
Beiden staan spoedig opvertrekken
zónder extra dankbetuiging.
Nijdig kijkt Joosten ze na.
Steentjeof je d'r niet meer dan
één voor had
Hij kan toch zoo'n school alléén niet
zetten-
(Bovenstaande schets is ontleend aan het uit
nemende boek „Van Slavernij en Koningseere"
door P. Brouwer, een der nieuwe uitgaven van
de „Vereeniging Christelyke Bibliotheek", uit
gever G. F. Callenbaeh te Nijkerk).