REN. Zaterdag 35 September 1909. Antirevolutionair 24ste Jaargang 1488. Orgaan voor de Zuidhollandselie en Zeeuwsehe Eilanden. OES, IN HOC SIGNO VINCES kering T. BOEKHOVEN. neert U dan ie van ons r. en hooger l Domburg— ie, eenvoudig 2902 m zijn eigen 2191 rdamsche tijd.) n halten. egen halten. 7,20 a halten. then. lten. alten. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Buitenland bij roornitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. SOMMELSDIJK. Adyertentien 19 cent per regel en 3/, maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/s maal. Dienstaanrragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan 1 Adyertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- eu Vrijdagmorgen 10 uur. Alle stukken voor «Ie Kidaetie bestemd, Advertentiëm en verdere Administratie franco toe te aenden aan den Uitsrever. Echtscheiding'. Ook daarom is t zoo ge- wenscht, dat de as. verkiezin gen een meerderheid van li berale denkwijze opleveren Mr. v. Routen. Feb. '09. De echtscheiding is vóór als na de verkiezingen een onderwerp van bespreking geweest; het blijkt reeds eenigermate uit de woorden van Mr. van Houten. Wat is dan in deze be langrijke zaak aan de orde? Dit: de rechter laat tegenwoordig toe, dat met onderling goedvinden de echt ge broken wordt. Op wat manier? Door toe te staan, dat de vrouw den man aanklaagt (of andersom) b. v. van overspel, mishandeling enz., zonder dat het bewijs geleverd is van die overtredingen. De vrouw klaagt met goedvinden van haar man, hem aan. De man verschijnt niet ter gerechtszitting om de klacht te ontzenuwenhij wordt bij verstek veroordeelden man en vrouw zijn nu gescheiden Dat is een allergemakkelijkste ma nier om den echt te ontbinden. Ge spreekt maar af met uw vronw, dat er iets leelijks gebeurd is; de vrouw brengt 't voor den rechtbank (en liegt dus feitelijk) de rechter roept U als man op om het tegendeel d.i. uw onschuld te bewijzen, maar ge blijft expres, (dat is ook afgesproken met uw vrouw) weg. Ge verdedigt u dus niet en de rechter houdt u voor schuldig. Ge kunt van uwe vrouw af. Bezien we nu de kwestie eens wat dieper. Een huwelijk wordt volgens art. 254 van ons Burgerlijk Wetboek ont bonden le. door den dood van een der echtgenooten 2e. door het ver dwijnen van een der echtgenooten 't wegblijven gedurende 10 jaar, met gevolgd nieuw huwelijk van de(n) andere(n) echtgenoot; 3e. door schei ding bij onderlinge toestemming na scheiding van tafel en bed4e. op gronden ontleend aan art. 264 van datzelfde wetboek nl. overspel, kwaad willige verlating, veroordeeling we gens misdrijf tot een straf van vier jaar of langer na het huwelijken we gens zware verwondingen of andere ergelijke mishandelingen, waardoor het leven bedreigd werd. Door den dood geschiedt er echt scheiding. Dit is nog al duidelijk. Ook door punt 2: da's ook duide lijk. Maar punt 3, heeft een leelij- ken staart. Want ieder gevoelt wel, dat dit punt tegenspreekt wat in art. 263 Burg. Wetb. staat Echtscheiding kan nimmer door onderlinge toestemming plaats hebben. Toch kan het wel, als men eerst maar scheidt bij tafel en bed, en dan 5 jaar laat verloopen. Wie dus dien langen weg op wil, kan met onderling goedvindentoch scheiden. Punt 3, de scheiding van tafel en bed met onderling goedvinden, zooals dit moet zijn(want als een der echtgenooten die scheiding van tafel en bed niet wil, geschiedt ze ook niet) kan dus na 5 jaar leiden tot een vol komen scheiding met onderling goed vinden. Met onderling goedvinden kan dus maar in één geval voor altijd geschei den worden. Als men vijf jaar wach ten wil na de tafel en bed scheiding. Met onderling goedvinden mag ech ter nooit gescheiden worden in de getallen van overspel, kwaadwillige Verlating, veroordeeling en mishan deling. En dat is het nu juist wel, wat de rechter thans toestaat, op de ma nier, zooals we dat boven hebben aangewezen door het indienen van een klacht, waar de man b.v. zich laat veroordeelen bij verstek. Maar dan is de uitspraak van den rechter instrijd met art. 263, dat zegt (we herhalen het:) Echtscheiding kan nimmer door onderlinge toestemming plaats hebben. Zoo'n afspraakje tusschen man en vrouwzoo n leugen over mishand»- ling of overspel is gauw verzonnen, als men van elkaar afwil. En de man stemt het ter rechtbank goedmoedig toe of hij laat zich bij verstek veroordeelenen klaar is dè zaakde scheiding is beklonken. Treurig, dat de rechter zoo iets aanvaardt Waarom moet b.v. een mishandeling niet bewezen worden idem overspelidem de andere. Vroeger was dat ook zoo. De oor zaak zit em hierin, dat de procedure over de echtscheiding eenvoudige toe stemming zonder getuigen toelaat. Liegt de vrouw, liegt de manaan de regels der wet is voldaande »leiten« zijn wettig bewezen, want de naan heeft toegestemd, dat hij de overtreding deed. De rechter, zegt men, heeft de wet toe te passen, niet te beoordeelen. 't Is zoo en met de wet in de hand is de leugenachtige toestemming zon der getuigen toegelaten. Maar dan diene de wet veranderd te worden. Nu zet men de deur open voor allerlei ontbinding des huwelijks. Ze vordt al zeer gemakkelijk ge maakt. En nu van Houten wenschte een liberale regeering, om 't Christelijk kabinet en voornamelijk Mr. Nelisse (Justitie) te beletten iets aan de wet en de procedure te veranderen. Minister Nelisse heelt reeds in de Eerste Kamer, in 't voorjaar, een wijziging toegezegd en vandaar dat Mr. van Houten alarm blies. We gelooven, dat onder alle par tijen mannen zullen gevonden worden, die hem daarbij steunen. Want 't is hier een zaak, die een der grond slagen van ons maatschappelijk leven betreft. Het huwelijk is in Nederland in eereonder welke partij men ook zoekt: het huwelijk houdt men hoog. Maar dan zal ook zoowel van Rechts als Links de Minister gesteund wor den, opdat niet langer onder de be- driegelijke erkenniDg of toestemming zonder eenig bewijs een huwelijk kan ontbonden worden. Dan, maakt men den band vaster. Dan, als bewijs met getuigen ge vraagd wordt. En den leugen bant men uit. Wij ziging van art. 1962 B. W. is onzes inziens dringend noodig, te meer, waar blijkt, dat de toepassingen van dit art. slechte gevolgen heelt. In 1897 was het aantal echtscheidingen 481 en 10 jaar later 872. En opmerkelijk het aantal scheidingen van tafel en bed vermeerderde nietbewijs dus, dat art. 1962 schuld heeft door haar «bekentenis» zonder getuigen. De Troonrede. Een werkprogram voor vier jaar en dus niet, zooals door sommige persorganen was geloofdvoor één jaar. Voor vier jaarmaar we twijfelen of die zelfs wel voldoende zullen zijn om al de ontwerpen in 't Staatsblad te brengen. De Finantien. Die zullen ondersteund moeten worden volgens de Troonrede en anders loopt 't mis, met een inkom sten- en bedrijfsbelasting samenge smolten tot ééu belastingde 10 opeenten op bedrijf en vermogen blijven; de accijns zal op f90komen en voorloopig zal de Minister iets uit 't tarief zien te halen. Staatsbedrijven. Een wetsontwerp tot regeling van de begrootingen en rekeningen van Staatsbedrijven is ter indiening gereed. En noodzakelijk, voegen we erbij. Verzekering. Verplichte ziektever zekering wijziging der Ongevallen wet, wat na de Ziektewet zeer zeker niet kan uitblijven; en verplichte invaliditeits- en ouderdomspensionee- ring. Defensie Verbetering der kustver dediging en van het materiaal der zeemacht, bestemd voor de zeegaten. Dit zal dus betrekkmg hebben op de torpedo's en mijnenleggers, waarover 't vorige jaar nog al wat te doen is geweest, toen de pantserschepen wer den in den ban gedaan. De militiewet zal herzien worden. Op 't Kader blijft de aandacht gevestigd natuurlijk, want zonder Kader geen leger en geen verdediging. Oprichten van een Land storm. Onderwijs. Meer subsidie voor schoolbouw trachten naar vervroegde uitbetaling der subsidies, en dat is urgentzooals 't nu gaat is 't treurig pensioneering van leeraren aan bijzon dere H. B. S. en gymnasia. Voorts de omkeer der Lager Onderwijswet moet wachten tot de lneenschakelings- commissie klaar is. Arbeid. Wijziging van Gezondheids- en Woning- en Hinder- en Arbeids wet; deze laatste met 't oog op den nachtarbeid van vrouwen, tot bescher ming van steenhouwers en bootwer kers. Een instelling van Bakkersraden. Middenstandhet vaststellen van regelen betreffende de aanduiding van handelswarentot bevordering van een deskundige en onpartijdige voor lichting der ondernemers. Pensioenenaan weduwen en wee zen van mindere geemployeerden, werklieden en bedienden aan de inrich tingen van 's Rijks zee- en landmacht. En voorts wijziging der Armenwet herziening der Kinderwetten regelen tot 't tegengaan van overstroomingen; regelen tot het tegengaan van de vervuiling der openbare wateren bevordering van het tot stand komen van spoorweglijnen. Het schijnt ons onmogelijk, dat in dit vierjarig, tijdperk dit alles kan tot stand komen. Nochtans de Ministers zijn vol goeden wil en 't Kiesrecht zal geen tijd in beslag nemen, want een Staatscommissie zal worden benoemd, die onderzoeken zal, welke wijzigingen in de Grondwet moeten worden gemaakt. Vaarwel Kiesrecht tot 1913, wanneer het begin sel «Organisch Kiesrecht» meer zal zijn doorgedrongen onder de partijeD. De Sociale wetgeving gaat voorop, wat uitstekend is. Daarbij Onderwijsniet minder goed. Daarbij Invoerrechten ook noodza kelijk voor de schatkist. Die punten van ons Juniprogram zijn dus aan de orde gesteld; maar't huismanskiesrecht blijft liggen. Met blijdschap hebben we de Troon rede gelezen, al was 't alleen om het punt van 't Verzekeringswezen. En als de pensioneering in't Staats blad komt met de Onderwijswetten, dan zijn we dankbaar en voldaan, hoe belangrijk ook 't overige moge zijn. Schenke God onzen Ministers en Kamerleden kracht om 't hoogst belangrijke program af te werken tot heil van ons Volk. Vooral van den werkman en zijn gezin. Aanpassing. De theoretici onder de Socialisten hebben 't pleit verloren. De mannen van de hervormingspolitiek door band of bond met de Liberalen hebben ge zegevierd. In ons Land? In ons land al jaren. Maar we hebben 't over Duitschland. Een gewichtig feit in het Duitsche leven. Niet alleen van belang voor de partijen als zoodanig, waar vroeger gehate toenadering tusschen Socialis ten en Liberalen samenwerking op een zelfde program bijna onmogelijk maakten; maar belangrijk is deze be slissing voor heel Duitschland, omdat een nieuwe partij-groepeering beslist gevolgen moet hebben voor de staat kunde van den Rijksdag en de wet gevende organen. Ook voor de Socialisten zelf is 't gevallen besluit te Dresden van hoog belang. Het theoretisch, revolutionaire element tempert wat en een zoeken naar aanpassingsmiddelen aan de »rotte« maatschappij daagt op. Die maatschappij wordt in de toekomst voorwerp van onderzoekeertijds was ze het van botte verguizing en ver achting. SIP DES ESTÜIJ84. 5,35 5,43 5,53 6,05 6,15 6,22 6,25 6,35 6,45 8,2» 8,37 8,47 8,5» 9,09 9,16 9.19 9.20 9,30 9,05 4,45 11,50 7,20 6,54 7,04 7,06 7,15 7,25 7,35 7,40 7,52 8,30 9,40 9,50 4,25 5,38 5,50 5,55 6,05 6,15 6,25 6,36 6,46 8,36 8,3» 8,50 8,54 9,02 9,11 9.19 9.20 9,30 9,05 4,45 11,50 7,20 6,55| 7.05 7.06 7,08 7,151 7,25 7,37; 7,47 7,55! 9,40 9,50 4,45 5,25 »,30 .,48 ,,54 t'05 7,51 7,55 8,03 8,10 8,15 8,23 8,39 8,45 8,50 10,05 10,36 10,40 10,48 10,55 11,13 11,24 11,30 11,35 t,55 1,17 1,30 1,35 1,43 .52 1,55 1,30 7,35 7,40 7,46 7,57 8,10 8,15 8,22 8,30 8,34 9,05 10,20 10,25 10,31 10,42 10,55 11,— 11,07 11,15 11,1» 11,50 0 8,15 2 8,27 11,10 6,10 8,35 2 6,22 8,47 4,13 4,36 4,40 4,51 5,12 5,30 5,38 5,47 6,35 7.01 7,06 7,17 7,38 7,54 8.02 8,09 9,25 9,50 9,54 10,06 10,26 10,43 10,51 6,30 6,39 6,47 7,15 7,38 7,50 7,55 8,25 8,- 8,10 8,18 8,38 8,52 9,02 9,05 9,30 9,10 9,19 9,26 9,50 10,06 10,17 10,20 10,45 3,53 4,04 4,14 4,38 6,1» 6,30 6,40 7,04 9,07 9,18 9,28 9,52 4,41 7,50 5,05 8,14 5,15 8,24 5,26 8,35 10,17 10,41 10,51 11,02 3 .7 2 18 6,30 6,54 6,59 7,15 9,1» 9,43 9,48 10,04 7,38 7,54 7,58 8,20 10,07 10,23 10,28 10,52 6,15 6,25 6,35 6,59 7,10 8,44 8,55 9,07 9,33 9,44 10,05 10,16 i2 7,38 9,50 10,20 7,49 10,01 10 30 43 8,09 ,53 8,19 ,02 8,28 en lossen ran Te» xjjn [den markttreinen niet. jrdt niet Terzekerd. r wordt eerst op nader UITGEYES Telefoon Intercom». So. 3. mm slab. 'k Mag graag snuffelen in oude boeken. Wilt ge de menschen uit het een of ander tijdvak leeren kennen, lees dan de boeken, die ze lazen en schreven en waar in ze spreken, ook nadat ze gestorven zijn. 'k Heb indertijd veel gelezen van twis ten tijdens het twaalfjarig bestand, maar de menschen uit dien tijd heb ik nooit beter leeren kennen dan toen ik door een gelukkig »toeval« laat geen Calvinist zich stooten aan dat woord, men begrijpt wel, hoe ik 't bedoel een pak brochures vlug- en schotschriften uit dien tijd onder de oogen kreeg. Toen zag ik de menschen, zooals ze leefden en spraken, minden en haten. Maar ik wil 't nu niet hebben over den tijd der Remonstranten, 't Boek dat ik ongezocht, in handen kreeg, is uit de eer ste helft der vorige eeuw en behalve in de een of andere breking, zal 't zelfde weer worden aangetroffen. Zoo tusschen de jaren 1820-'30 moet een zekere baron Strick van Linschoten, een Duitscher, nogal veel in ons land heb ben vertoefd en ter leering en stichting zijner landgenooten, gaf hij zijn Herin neringen*: over Holland en de Hollanders kort na dien lijd ia de Duitsche taal uit. Nu is zooiets altijd wat pikant. Een Duitscher, die prettig vertellen kan jen een geestig opmerker is, b. v. te hoo- ren verhalen, wat hem overkwam in de schuit van Rotterdam naar Dordrecht, in gezelschap van predikanten en ouderlingen die naar een classicale vergadering gingen en de kerkelijke zaken uit die dagen met elkaar bepraatten, is leerzaam, niet het minst, voor wie op andere wijze mer deze zaken eenigszins bekend is. Voorliefde voor de Hollanders had de ze baron nietTerwijl hij zich reisvaar dig maakt, licht hij zijn legers alvast wat in over de natie, die ze met hem bezoe ken gaan en geeft dan o. m. de volgende téekening van ons volk uit de dagen der Republiek »Het volk maakte boter en kaas, haal de suiker en koffiewoekerde met het koren uit de Oostzee nam drieduizend en eenige honderden procenten van de peper, plunderde de Oostbrandschatte de West vulde ziju zakken met dukaten en bekom merde zich evenweinig om 't bestuur als om de verdediging van den Staat. Van dergelijke liefelijkheden vermeld het boek, al kan aan den andere kant niet worden ontkend, dat de baron aanleg had voor caricaturist en een scherp oog bezat voor de gebreken van ons volkskarakter, die hij daar tienmaal vergroot op geestige en humoristische wijze wist uit te beelden. Trouwens we weten het zelf ook wel dat ons volk in 't begin der 19e eeuw den tijd der pruiken en lange gouwenaars nog lang niet te boven was. Maar ik kwam nog niet ter zaken. Half de eeuw ongeveer, vind een Ne- derlandsch uitgever 't wel de moeite waard, dit boek in het Hollandsch le laten ver talen en vond iemand, die er roet slechts een vertaling, maar ook een bewerking van gaf, door het onderaan de bladzijde met vrij talrijke aanteekeningen te voorzien. Wie die »iemand<r was, weet ik niet. 't Heeft hem niet goed gedacht zijn naam te openbarenalleen staat er op 't titelblad van den tweede druk 't werk vond dus nogal lezers dat het is be werkt door een Staatsman. Dat laatste trek ik in twijfel. Voor »Staatsman« zou ik willen lezen »politicus«. Iemand, die veel deed aan één goed thuis was in de politiek van dien tijden blijkbaar behoorde tot de li berale partij, die toen onder leiding van Thorbecke, in haar opkomst en groei was. Maar in elk geval moge ook »Ssaats- man« een te weidsche titel zijniemand die blijkbaar goed thuis was in de poli tieke gebeurtenissen dier dagen en er ook te oordeelen naar de heftigheid van zijn schrijven, een werkzaam aandeel in nam. En nu heeft het mij getroffenneen, ik heb er verbaasd, »paf« van gestaan, hoe deze „Staatsman" in politieke ge schriften te keer ging, uitvoer, mag ik wel zeggen tegen onze eerste Oranjekoning. Laat ik enkele staaltjes moge afschrij ven men kan dan zien, hoe diep 's mans haat zat en hoe hij dien haat durfde uiten Zoo heeft hij het b.v. over het onge noegen, dat er al spoedig na 1813 en'15 was tusschen Koning Willem I, en den bekenden Graaf van Hogendorp. Hij verhaalt dan, hoe de Koning hem eerst een pensioen boodt, en hem, toen dit geweigerd was, hem lid van de Eerste Kamer wilde maken, die als men weet onder de Grondwet van 1815 door Ko ninklijke keuze tot stand kwam, daarom zegt dan onze „Staatsman" wij cursi- veeren. Doch de man die men niet zoo ge makkelijk kon bedotten, zag terstond in dat dit slechts een sluwe duivelen list was, om hem in de tweede kamer on- - .- i ~Z9K5'.-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1909 | | pagina 1