voor de Ziiadliollaiidsclie en Zeeuwsche Eilanden.
Woensdag 18 Augustus 1909.
Antirevolutionair
•44 s"' Jaargang N". 1477.
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
T. BOEKHOVEN,
SOMMELSDIJK.
Alle stukken voor de Btedactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever.
Oui uil te knippen en
te bewaren.
Tui*?- en Liindboiiw.
Vraainbaah,
Autwoordeu of mededeelingen
Uit de Pers.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
UITGEVER
Telefoon Intercom». No. 2.
Advertentiën 10 Cent per regei en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/g maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
I
ij die zich nu abonneeren, ont
vangen de nog in deze maand
verschijnende nummers gratis.
De Geneesheer-Directeur van het
Sanatorium «Oranje Nassau's Oord«
stelde samen de volgende vragen en
antwoorden aangaande longtubercu-
lose en longtering.
lste Vraag. Wat verstaat men onder
tuberculose
Antwoord. Tuberculose is een be
smettelijke ziekte, die alle deelen van
het menscbelijk en dierlijk lichaam
kan aantasten.
Het veelvuldigst tast zij de longen
aan, als longtuberculose.
2de Vraag. Is longtuberculose en
borst- of longtering hetzelfde
Antwoord. Neen, eerst, wanneer de
tuberculose van de long langeren tijd
bestaat, kan zij overgaan in borst
en longtering.
3de Vraag. Kan men deze overgang
van longtuberculose in longtering
voorkomen
Antwoord. In vele gevallen, ja, door
tijdig de longtuberculose te behandelen
4de Vraag. Wat is de oorzaak der
tuberculose
Antwoord. De oorzaak der tuber
culose is de tuberkelbacil, die van
buiten in het lichaam dringt en zich
daarin vermenigvuldigt.
Bacillen zijn plantjes, zoo klein, dat
men ze slechts door de sterkste ver
grootglazen (microscopen) te zien kan
krijgen.
5e Vraag. Krijgt men altijd tuber
culose, wanneer tuberkelbaccilen het
lichaam binnendringen?
Antwoord. Neen, slechts wanneer
men vatbaar is voor tuberculose.
6e Vraag. Kan een gezond mensch
vatbaar worden voor tuberculose P
Antwoord, Ja, door allerlei oor
zaken, alsuitputtende ziekten, uit
spattingen, overmatigen geestelijken
en lichamelijken arbeid, zorg en ver
driet, onvoldoende voeding, ongezond
beroep, maar vooral door drankmis
bruik en door het bewonen van on
gezonde, slecht gereinigde en slecht
geventileerde woningen.
7de Vraag. Is tuberculose erfelijk
Antwoord. Neen, welzijndekinderen
van lijders aan tuberculose zeer vat
baar voor deze ziekte en moeten dus
nog zorgvuldiger dan anderen opge
voed worden.
8ste vraag. Kan men de tubercnlose
ontgaan zelfs als men er voor vatbaar is?
Antwoord. Ja. In de eerste plaats
door op een gezonde wijze te leven
en aldus de vatbaarheid te vermin
deren. In de tweede plaats door de
tuberkelbacilen te vermijden en mede
te werken tot hunne verdelging.
9e Vraag. Hoe moet men leven om
zijne vatbaarheid voor tuberculose te
verminderen
Antwoord. Houd dag en nacht (ook
's winters) een of twee ramen van
zit- en slaapkamer open.
Wasch u voor het aankieeden geheel
met koud water.
Kleed u doelmatig, vraag hierin den
dokter om raad.
Zorg voor goede, geregelde voeding
rook niet of matigvermijd het ver
blijf in vertrekken, waar gerookt
wordt en maak geen misbruik van ster
ken drank. 80 pCt. der dronkaards
sterft aan tuberculose.
Neem geregeld een of twee uren
per dag lichaamsbeweging in de open
lucht, liefst wandelen.
10de Vraag. Wat moet men doen
om de tuberkelbacilen te vermijden
en mede te werken tot hare verdel
ging
Antwoord. In de meeste gevallen
komen de bacillen voor in het door
een lijder aan longtuberculose opge
hoeste slijm.
In de fluimen zitten millioenen
tuberkelbacilen. Zoodra de fluimen
zijn opgedroogd en tot stof geworden,
komt het stof met de tuberkelbacillen
in de lucht en kunnen deze door
mond en neus in het lichaam van
anderen dringen.
Daarom spuwt niet op den grond,
zelfs al gelooft gij u zelf vrij van
longtuberculose. Want men kan reeds
ziek zijn zonder het t,e weten en men
geeft in alle gevallen een slecht voor
beeld aan anderen. Slechts wie zelf
niet op den grond spuwt, kan het met
recht anderen verbieden. Elke lijder
aan longtuberculose, die opgeeft, is
tegenover gezin en omgeving verplicht
het opgehoeste slijm in sputumflacons
of spuwbakken op te vangen. Spuwen
in den zakdoek is tea sterkste af te
keuren, daar het slijm in den doek.
opdroogt en later bij het uit den zak
halen van den zakdoek het stof met
de bacillen in de lucht en aan de
handen komt.
Wie opgeeft schalie zich een zak-
sputumllacon aan voor zeer billijken
prijs in eiken instrumentenwinkel te
verkrijgen.
In fabrieken, werkplaatsen, scholen,
kazernes, kantoren, café's enz. plaatse
men spuwbakken in voldoend aantal,
gevuld met wat water (of beter 10
pCt. lysol).
Men ledige sputumflacons en spuw
bakken in kachel of privaat en reinige
ze dagelijks.
b. Draai het hoofd om en houdt de
hand voor den mond als gij hoest ol
niest. Moet gij hoesteu of opgeven,
ga dan even uit het gezelschap. Be
dwing uw hoest als gij niet behoeft
op te geven. Dit is zeer goed mogelijk.
Moeders als gij longtuberculose hebt,
zoent uw kinderen niet op den mond,
maar op het voorhoofd
Wasch uw handen dikwijls, en voor
het eten altijdzorg ook, dat uw
huisgenooten dit doen.
11de Vraag. Is een lijder aan tuber
culose gevaarlijk voor anderen
Antwoord. Zeker, indien hij boven
staande voorschriften niet opvolgt.
Komt men ze echter nauwgezet na,
dan is men niet alleen niet gevaarlijk,
doch kan zelfs door anderen te onder
richten veel goed doen in zijn omgang.
12de Vraag. Kan men het stof ook
onschadelijk maken?
Antwoord. Ja. In de eerste plaats
door het zonlicht, dat de tuberkel
bacillen vrij snel doodt, er op te laten
schijnen. Men zorge dus voor veel
licht in huis, dunne gordijnen en
deze meestal open, geen bedsteeden
of alcoven.
In de tweede plaats door nooit droog
te vegen, doch altijd nat, met natte
doeken of met vochtige theebladeren.
Het stof trekt in de bladeren, deze
gooit men in de kachel of privaat.
Ten derde door alles, wat met een
lijder in aanraking is geweest, te laten
ontsmetten, (liefst de geheele kamer
vraag hierin den dokter om raad.)
Ten vierde door geen kleeden doch
vloerzeilen te gebruiken of houten
vloeren, of tegelvloeren, vooral in de
slaapkamers
Verder door altijd buiten in het
zonlicht kleeden enz. uit te kloppen.
43de Vraag. Moet men ook met
voedingsmiddelen oppassen
Antwoord. Ja. Vooral met de melk,
daar een groot gedeelte der koeien
tuberkulose heeft (paarlzucht) en de
melk tuberkelbacillen kan bevatten.
Drinkt dus slechts gekookte of
ziektekiem vrije melk
Door koken sterft de tuberkelbacil.
14de Vraag. Moet men bij het
kiezen van een woning ook voorzich
tig zijn
Antwoord. Ja. Heeft in een woning
tuberculose gehèerscht, dan late men
haar eerst ontsmetten, ook bij twijfel.
Verder kieze men bij voorkeur een
woning met tuin en zoo mogelijk
ruim. Lucht en licht zijn de eerste
vereischten voor een goed huis.
15de Vraag. Is longtuberculose ge
neeslijk
Antwoord. Ja, doch alleen onder
zekere voorwaarden. Een bepaald
middel uit de apotheek, dat zeker
genezing brengt, bestaat niet, ook al
beweren vele kwakzalvers dit.
Echter wordt vaak genezing ver
kregen door rust, frissche lucht, goede
voeding en goed geneeskundig toezicht.
16e Vraag. Moet men daarvoor naar
een Sanatorium
Antwoord. Ja althans eenigen tijd.
Ten eerste is de lucht niet overal
zoo gezond als daar, waar de Sanatoria
gebouwd zijn.
Ten tweede hebben slechts weinig
menschen zelfbeheersching genoeg om
te midden der huisgenooten die vol
strekte rust te houden, welke voor
de genezing noodzakelijk is en boven
dien leeft men thuis te veel mede
met alle dagelijksche beslommeringen
en zorgen. Ook de geest moet rusten
Ten derde ontbreekt vaak de juiste,
d w.z. goede en goed geregelde voeding
en het geregeld toezicht van den dokter.
Dit alles vindt men in een Sana
torium, waar men nauwkeurig leert,
hoe zich met het oog op zijn ziekte
te gedragen. Bovendien volgt men
daar gemakkelijker de voorschriften,
wijl het gezamenlijk geschiedt. Men
»kuurt« gemakkelijker allen dan alleen.
17de Vraag. Wanneer moet men
naar een Sanatorium gaan
Antwoord. Zoodra de ziekte ont
dekt is.
Wie aan zijn gezondheid twijfelt,
raadplege zijn dokter en late zich
onderzoeken.
Werkt allen mede tot verspreiding
van bovenstaande wenken, opdat de
tuberculose als volksziekte vermindere
of verdwijne. De tijd, dat men door
longtuberculose aangetast aan tering
moet bezwijken, is voorbij.
Oranje Nassau's Oord, 1908.
HONIGKLAVERS.
Van dezo klaver, ook Melote geheeten, komen
enkele soorten, met name de gele en de witte
Honigklaver bij ons in bet wild voor. Den naam
Honigklaver hebben ze waarschijnlijk gekregen
omdat ze welriekend zijn en een uitstekend voed
sel voor de bijen schijnen te geven. Ook worden
de genoemde soorten wel geteeld, waar daar zij
een hoogopschietend gewas vormen, dat spoedig
hardstengelig wordt en weinig blad heeft, bieden
ze als voedergewas boven de andere klaversoorten
geenerlei voordeelen aan en verdienen ze dus
daartoe in het algemeen geene aanbeveling. Dit
is ook het geval met de meermalen als zoodanig
aanbevolen Reuzenklaver, die niet dezelfde plant
is als Honigklaver. Bovendien zijn de zaden
van de gewone Honigklaver volgens 't Nederl.
Dandb. Weekblad 1892 no. 2, vergiftig. Maar
van eenigszins meer belang is de blauwe Honig
klaver, een gewas, dat ingsgelijks met een stevigen
stengel ongeveer 3/4 meter hoog opschieten, mits
niet te oud, zeer goed tot veevoeder gebruikt
kan worden. Van meer belang is deze plant
evenwel voor de bereiding van de groene Zwit-
sersche kaas, die daaraan hare eigenaardige geur
te danken heeft,
Ziedaar, wat we over Honigklaver vonden in
Reinders' Handboek. Dat men defdoor den ge-
achten vrager bedoelde planten dus hoog moet
schatten als veevoer gelooven we niet. Boven
dien is 't de vraag of ze graag gegeten worden.
M
Vragen en Antwoorden worden kosteloos geplaatst
zyn m«t hetzelfde nummer gemerkt als de vragen
waarop ze betrekking hebben.
Vragen.
328. Hoe bestrijdt men 't wit in de rozen
Antwoorden en mededeelingen.
325. Over sjalotten, „Wend U tot den Com
missionair D. Komtebedde te Ouddorp, die erU
wel af kan helpen.(Den abonné C. te Ouddorp
onzen dank voor z'n antwoord, Red.
326. 'k Heb er nooit van gehoord, dat Amm.
Super oorzaak was van 't vroeg afsterven van
aardappelen. We zijn 't veel eer met U eens, dat
de eigenaardige weersinvloeden hier wellicht
schuld hebben.
327. Over Honigklavers Zie ons opstelletje.
Bond van Antirev, Gemeente
raadsleden.
De Secretaris van dezen Bond, Mr. V.
H. Rutgers te Hilversum, schrijft ons
Nu de gemeenteraadsverkiezingen ach
ter den rug zijn, en in tal van plaatsen
mannen van onze richting voor het eerst
in den raad gekozen zijn, zij het mij
vergund opnieuw met een enkel woord
de aandacht te vestigen op den in 1908
gestichten Bond van Antirevolutionaire
gemeenteraadsleden.
Het doel van den Bond is vermeerde
ring van de kennis der gemeentepolitiek,
gelijk die geëischt wordt door de Antirev.
beginselen en het bevorderen van eenheid
van optreden onder de Antirevolutionaire
gemeenteraadsleden.
De Bond telt reeds ruim 300 leden
en buitengewone leden, meest raadsleden
uit plattelandsgemeenten.
Op zijn program heeft de Bond het
houden van vergaderingen (zooals die in
April te Utrecht gehouden, waar mr. S
de Vries over het onderwijs en de heer
H. de Wilde over werkeloosheid sprak),
het uitgeven van een orgaan en andere
geschriften, een bureau van advies, pro
vinciale afdeelingen etc. Naarmate de
Bond steun vindt bij deze A. R. raads
leden zal dit program verwezenlijkt
kunnen worden.
Aan de nieuwgekozen A, R. raads
leden zond ik, voor zoover ik uit de
bladen van hunne benoeming kennis kreeg,
eene uitnoodiging om tot den Bond toe
te treden. Het zij mij vergund hier die
uitnoodiging te herhalen voor die nieuw
gekozen A. R. raadsleden, die zulk eene
uitnoodiging nog niet ontvingen.
En tegelijk zou ik aan de besturen
van A. R. kiesvereenigingen willen vragen,
mij even te willen opgevén de namen
der A. R. raadsleden in hunne ge
meenten die dit jaar voor het eerst
gekozen zijn, en ook van de A. R. raads
leden die bedankten of niet herkozen
werden. Bij voorbaat dank ik die be
sturen voor de moeite, en u, geachte
Redactie, voor de opname dezer regelen.
Wij hopen zeer, dat velen ook in onze
omgeving aan deze uitnoódiging gevolg
zullen geven.
De Bond wil voorzien in eene reeds lang
door onze mannen in de gemeenteraden
gevoelde behoefte.
Deze jeugdige organisatie behoort men
dan ook krachtig re steunen. Zij kan voor
de gezonde ontwikkeling van onze antirev.
gemeentepolitiek van groote beteekenis wor
den. Arnh. Dagbl.
De doodstraf.
De tegenstanders der doodstraf zegt de
j>Ned,« beweren altijd, dat die straf toch
niet afschrikt, maar wat is er nu gebeurd.
De feiten staan nauwkeurig vermeld in
het ochtendblad van Het Handelsblad van
6 Augustus 11.
Een moordenaar was ter dood veroor
deeld en zat te Parijs in de gevangenis.
Hij had een verzoek om gratie ingediend
en hoopte stellig op verandering van straf.
Toen hem evenwel werd medegedeeld,
dat zijn verzoek verworpen was, riep hij
in smartelijke verbazing uit
»Ik wist niet, dat er nog geguillotineerd
werd*
Hij viel achterover op zijn leger toen hij
het vreeselijke vonnis vernomen had, en
daarna, in weerwil" van de vele glaasjes rum
die hem werden ingegoten, was hij niets
meer dan *une loque humaine.*
De gevolgtrekking ligt dus voor de hand.
Had hij het wel geweten, dan zou hij
vermoedelijk niet hebben gemoord.
De angst voor de doodstraf zou hem
dan hebben afgeschrikt. De moordenaar
heeft ons hier in zijn hart laten lezen. Wat
er in hem omging heeft hij onwillekeurig
met groote naiviteit blootgelegd, en zijne
woorden zijn een ware openbaring.
Wat hij zeide, wordt zonder twijfel ook
door andere moordenaars gedacht en zoo
is opnieuw het bewijs geleverd, dat de
doodstraf in het bijzonder, evenals de
lijfstraf in het algemeen, nog wel deugdelijk
afschrikkende kracht bezit.
Het is anders ook moeilijk te begrijpen,
hoe men haar wel kan behouden voor mili
tairen, tenminste in oorlogstijd en niet meer
voor burgers.
Een militair is gewoon den dood minder
dan een burger te vreezen. Vooral in oor
logstijd, wanneer hij steeds door doodsge
vaar is omgeven. Daartoe wordt hij opge
voed. Dat is als het ware zijn vak. Een
soldaat, die bang is voor den dood, is even
onbruikbaar als een journalist, die niet kan
schrijven, of een advocaat, die niet kan
spreken.
Wordt dus zelfs een militair door het
gevaar voor doodstraf afgeschrikt, en van
misdrijf teruggehouden, dan mag diezelfde
uitwerking veel meer bij gewone burgers
worden verwacht.
Neutrale leerboeken.
Aan het slot van een opstel over de
Fransche .Revolutie in haar No. van 22
Juli wees de Zeeuw op 't gevaar der zoo
genaamde neutrale geschiedenisboeken op
de openbare Middelbare scholen.
Het blad wees op Wijnne.
Men zou ook kunnen wijzen op Nuiver
en Rijnders.
Wij lezen toch in de >Nieuwe Ge
schiedenis*, 4e druk, bl. 137, van
Nuiver en Reinders>Men had de
beste verwachting van hem* (Willem I,
kon. v. Pruisen)* maar werd daarin
al dadelijk teleurgesteld doordat hij
bij de kroning te Koningsbergen
verklaarde Koning van Pruisen te
zijn alleen door Gods genade zoodat
de wil des volks daarbij in het geheel
niet in aanmerking kwant.
Do revolutie van 1879 had hem
anders kunnen leeren, dat een
koning bij de gratie Gods weinig
beteekent wanneer bfj geen ge
nade heeft in de oogen des volks.
In weinige woorden wordt hier het koning
zijn vbij de Gratie Gods* op zij geschoven.
Die s-gratie Gods* heeft weinig te beteeke-
nen, wanneer er geen gratie in de oogen
des volks bij komt.
Dit heet nu »neutraal.«
Men zegt niet te veel, als men beweert,
dat het neutralisme, waar en op welk terreiu
het optreedt, zich steeds tegen de Christelijke
beginselen kant.
(Graafschapper.)