joh. mi.
Boen-Leestt
-
Advertentien.
Het ïeWiïïïrflëilïisiè
STELLENDAM.
teii. Billijke iiriizi.
VETLOOGMEEL,
B. SLAQEE, Middelharnis.
„Middelharnis-Sommelsdijk."
Onovertrefbare olie en loog
Tuin» en JLandöosa-w.
üialteailiaiMl.
M. v. d. STAD Sommelsdijk,
Tandarts REGENSBÜKG
Nel ess solied
koopt mee bij
V
gelijfd, is waarlijk niet te verwonderen
't Wordt en is nu anders, maar de tijd
ligt niet zoover achter ons, dat de alge-
meene geest in 't Leger en op de Vloot
zóó was, dat de man, die niet vloekte,
niet dronk, niet speelde en geen bezoek
bracht aan verdachte avondbuurten met
den vinger werd aangewezen over den
schouder werd aangekeken,
Het wérd toen gedacht en soms ook
gezegd, dat de militairen tehuizen van den
soldaat een *kerel vaq niks« maakten,
inplaats van een »vent<r, zooals men dien
in den krijgsdienst gebruikeu kan.
Het werd véél beter. Daarin stemmen
allen, die er oudervinding van hebben,
,overeen. De invoering van den persoon
lijken dienstplicht heeft in dit opzicht zeer
gunstig gewerkt. En niet minder zegenrijk
was de arbeid van allerlei christelijke ver-
eenigingen, die door goed gerucht en kwaad
gerucht voortgingen te arjbeiden aan 't
geestelijk heil van ^Janmaat en soldaat*.
Eenzelfde ommekeer als met de zending
in de Oost had er plaats en de autori
teiten laten tegenwoordig vaak blijken, dat
ze de bezoeken aan 't militairen tehuis
zooveel mogelijk willen bevorderen.
Dar we voor een en ander maal een
christelijk Kabinet hadden, heeft mee dezen
ommekeer bevorderd.
Een feit is ook, dat door den invloed
van den persoonlijken dienstplicht door
het optreden van jongere officierendoor
de critiek ook van de Kamer en Pers
de behandeling van den soldaat zorg
vuldiger geregeld is. Nooit is die behan
deling slecht geweest, maar achToen
't vroeger alleen de »arme jongens* waren,
was er niet die prikkel, om theorie en
praktijk te laten kloppen, die er nu is.
Maar nu moet niemand vergeten, dat
de vaders, de christen-vaders van thans
nog onder 't oude regime gediend hebben,
en dat de christelijke volksgeest nog rekent
met verouderde toestanden.
Die nog blijken na te werken
Want het is zulk een moeilijke zaak.
Iemand die twintig jaar bij 't leger ge
weest was, verhaalde me eens, hoe hij er
zich vaak over bedroefde, dat jongelui,
thuis ingetogen, matig, nooit ongeschikt, in
't leger m -enden, dat ze daar nu eens van
alle banden ontslagen op »soldatenmanier*
leven konden.
Net als ik 't weet van dorpelingen, die
zich schamen zouden, om in hun eigen
omgeving een overtogcn woord in 't pu
bliek te zeggen, maar die de aard van
huu bedrijf brengt het zoo mee in
Amsterdam of Rotterdam voor hun zaken
zijnde, zich kunnen aanstellen, of 't kermis is.
Dan vergete men ook niet, hoe men in
geen geval bewereD kan, dat Leger en
Vloot geen reden meer geven tot critiek.
Een feit is, dat we naar rato het duurste
leger van Europa hebben. Feit is, dat
telkens voorbeelden openbaar worden, waar
uit blijkt, dat de oud-vaderlaudsche zuinig-
heid nog altijd niet in 't legeris doorge
drongen. Een feit is ook, dat er kundige
menschen zijn, die meènen, dat er wel wat
minder gedrild kan worden in 't leger en
dat de zelfstandigheid van den soldaat wat
meer kan worden bevorderd.
Dat er dus redenen zijn tot critiek
Maar hierin had mijn kennis gelijk
Leger en school, soldaat en schoolmeester
hebben dit met elkaar gemeen, dat ze nog
al te vaak naar vroegere toestanden be
oordeeld worden.
Daar moest een eind aan komen.
Oók in de kringen van ons christenvolk.
UITKIJK.
HET BESTE VOORBEHOEDMIDDEL.
Wij gaven in een onzer laatste artikelen eenige
middelen, welke ter bestrijding van plantenziek
ten en schadelijke insecten kunnen dienen. De
goede uitkomsten daarvan in vele gevallen zijn
niet te ontkennen, meermalen was het geldelijk
voordeel, daardoor verkregen, zeer groot, en
menig kweeker erkent dan ook dankbaar de goede
hulp, welke de wetenschap hem ook hier heeft
geboden.
Dit mag hem evenwel niet doen voorbijzien,
dat de aanwending van dergelijke middelen niet
steeds afdoende is, omdat haar uitwerking zich
slechts bepaalt tot het wegnemen der verschijn
selen en de oorzaak, welke vaak in 't duister
ligt, onaangetast laat. 'tZal dan ook menigeen
wel gebleken zijn, dat het succes niet altijd be
stendig was, zelfs niet bij herhaalde toepassing
van het middel.
'tls goed dit te weten: le om voor teleurstel
ling bewaard te blijven of liever daarop voorbe
reid te zijn; 2e opdat men blijve zoeken naar de
eigenlijke oorzaak of oorzaken en naar betere,
meer afdoende middelen, waardoor het kwaad en
de schade kunnen worden voorkomen.
Naast veel, wat voor ons in deze nog verbor
gen is, is er toch één feit vau groote beteekenis,
hetwelk moet-worden erkend, maar als zoodanig
(als feit ill.nog lang niet algemeen bekend is.
Wjj bedoelen het feit, dat een goede voeding,
ergo en doelmatige bemesting onzer cultuur-
geivassen, de beste waarborg geeft legen schade
hierboven bedoeld.
Wij lazen dan ook met groot genoegen, dat de
N. P. V. (Ned. Pomologische Vereen.) haar
kalender voor bespuitingen ter bestrijding van
ziekten en insecten eindigt met dezen raad
Tegen de aanvallen van allerlei insecten en ziekten
op vruchtboomen blijkt sterk bemesten een der beste
voorbehoedmiddelen"
Hierop nog eens met nadruk te wijzen, is zeker
niet overbodig. Zoomin, in't algemeen, een zalfje
van den dokter ons gezond kan maken of doen
blijven, zoomin is eenig bespuitings- of bestui-
viugsmiddel in staat meer dan tijdelijke (soms
slechts schijnbare) baat te geven, indien niet
overigens de levens- en groeivoorwaarden gun
stig zijn.
En evenzeer als het waar is, dat wij onze ge
zondheid het best kunnen bewaren of herkrijgen,
en ons lichaam niet beter kunnen beveiligen
tegen de ons overal omringende en bedreigende
ziekte-bacillen, dan door een hygiënische leef
wijze dit zoo krachtig mogelijk te doen zijn,
evenzeer is het waar, dat een plant het minst
van ziekte zal hebben te lijden en tegen allerlei
schadelijke invloeden bet best bestand zal zjjn,
indien aan de voorwaarden voor haar normale
ontwikkeling zooveel mogelijk is voldaan.
Nu hebben wij die voorwaarden niet alle in
'ónze baudde wasdom komt van Boven. Maar
wel vermogen en dienen wjj het onze bij te
dragen aan die voorwaarden te begunstigen.
Waar de bewerking van den grond niet naar
behooren geschiedt, zoodat lucht en zonneschijn
niet voldoende kunnen toetreden, de bodem stijf,-
de ondergrond ondoorlatend, nat en zuur is,
daar kan geen gewas gedijen, geen vruchtboom
gezond blijven; daar treedt ziekte op. Ook als
het gewas gebrek lijdt min of meer, de bemesting
onvoldoende of éénzijdig was, daar zal die ar
moede leiden tot zwakte, gering weerstandsver
mogen en velerlei ziekten, waarbij het aan des
kundigen niet altoos mogelijk zal zijn de diagnose
(bepaling van den aard der ziekte) vast te stellen.
Iemand, die een zwak lichaam heeft., wordt het
eerst aangetast door ziekte, is gevoeliger dan
anderen voor weersinvloeden. Met een plant- is
het niet andera. Op de slecht bemeste akkers
treden de meeste ziekten opvruchtboomen,
welke op van nature uwen bodem staan, aan
welker voeding wat ontbreekt of die nimmer
worden bemest; zullen het eerst en het meest
lijden aan kanker en andere ziekten, de bloesems
zullen ook door de nachtvorsten eerder te gronde
gaan; van „vrelerij" hebben de zwakste planten
het meest te lijden.
Dit laatste weten land,- en tuinbouwers ook
zeer goed, en hebben ze vooral dezen voorzomer,
waarin allerlei schadelijke insecten zoo welig
tierden, kunnen ondervinden.
Een paar voorbeelden ter illustreer ing. Wij
hadden een haverproefveld op verschillende
wijzen bemest: volledig, onvolledig, onbemesf.
De luis, welke dit jaar overal optrad, kwam ook
zeldzaam verschijnsel 1 in da haver. Oube-
mest was het eerst aan de beurt en werd bijna
geheel vernietigd 't perceel zonder kali leed ook
in sterke mate en zal maar weinig opbrengen;
't volledig bemest had eveneens geducht te lijden,
maar groeide door, en waar de bemesting het
krachtigst was geweest, hield het gewas, hoewel
weken achtereen onderdrukt, stapd en zal nog
wel een goeden oogst leveren.
Op een ander veldje hebben wij knolrapen. Bij
het planten krioelde het in den grond van rit-
naalden (koperwormen), zoodat wij het ergste
vreesden. 'tVeld kwijnde ook eerst en wij moes
ten bijplanten. Maar wij hakten vlijtig en gaven
een flinke overbemesting. Dat hielp de plantjes
werden sterker en tegen de „vreterij" bestand.
Maar waar de bemesting het sterkst was geweest
(wij hebben 4 perceelen met verschillende kaïniet-
giften), daar lieten de wormen het eerst af.
Deze voorbeelden kan ieder vakman met vele
uit eigen ervaring vermeerderen.
Op de directe inwerking van den mest, be
paaldelijk kunstmest, op het „ongedierte" in den
grond mag in dit verband tevens gewezen worden.
SfeDig kunstmestgebruiker zal het kunnen ge
tuigen, hoe door een sterke bemesting, inzonder
heid met kalk, kaïniet enz.iarven eD eieren van
in den grond levende parasieten in massa's
worden gedood. Velden, sedert jgren uitsluitend
met kunstmeststoffen bemest, hebben van „vre
terij" weinig last.
Waar de ondervinding aldus is, daar mocht
men er wel meer nog naar handelen en beden
ken dat een der beste voorbehoedmiddelen tegen
insecten en ziekten is: een flinke en juiste bemes
ting. Men zie dus op geen karretje stal- of een
baaltje kunstmest, indien men zijn oogst gewisser
wil maken en zich, menschelijkerwijze gesproken,
de grootst mogelijke opbrengsten wil verzekeren.
Ook |op een juiste bemesting komt het aan:
men kan veel geven en toch niet genoeg, eendure
bemesting en toch geen doelmatige en daardoor
kan het gewas schade lijden. Waar het land
bouwbedrijf en ook de tuinbouw iu de
laatste jaren zoozeer is gewijzigd, de cultures
veel intersiever zijn geworden, daar is voor land
en tuinman meer kennis noodig dan voorheen,
daar dienen zij omtrent de voeding der plant
niet onkundig te zijn, de eischen te kennen,
welke de onderscheidene gewassen aan den bodem
stellen, en ingewijd te worden in de nieuwere
bemestingsleer. Dit is noodig, willen zij zich
voor scha behoeden, in den strijd om het bestaan
staande blijven.
De jongeren profileeren dus van het onderricht,
waartoe tegenwoordig bijna overal gelegenheid
wordt geboden; de ouderen moeten ook elke
gelegenheid benutten, elk middel aangrijpen,
waardoor zij hun kennis kunnen vermeerderen.
Want: kennis is geldl OBSERVATOR.
FRANKRIJK.
Blériot, de beroemde vogelmensch,
weet geen raad.
Hij vloog te hoogde heele wereld
zag hem en nu ondervindt hij, dat de
arme mensch den tempels desroems 3lechts
kan bereiken over de puinhoopen van
zijn ruat.
De man wordt van alle zijden be
stormd het regent brieven deze bemin
nelijke Franachman, die gaarne tegenover
iederen de hoffelijkheid wil bewaren, zal
wel een paar secretarissen moeten nemen,
om voor de correspondentie te zorgen.
Toen hij; dezer dagen voor het Savooie
hotel te Londen uit zijn automobiel stapte
om bij den Engelscfaen min, van ooriog
lord Northcliffe den Franschen gazant
en een uitgelezen gezelschap te vroeg
malen, hield een brievenbesteller hem
aan, en zeide „Met uw verlof, injnheer
hier heb ik eenige brieven voor u!"
Hat waren, op den kop af, 754 stuks
Van uur tot uur werd de hoop groo-
ter 't werd een berg van papier; den
eersten avond waren er reeds 9000 brie
ven te beantwoorden.
De brieven waren in soorten.
Ongeveer 1000 brieven bevatten ge
luk wenscheu van bekende staafsliedeu,
letterkundigen, mannen van kunst en
wetenschap703 brieven behelsden een
dringende uitnoodiging voor een feest
maal, zoodat de hoogvlieger en zijn
vrouw, bleven zij in Londen, gedurende
twee jaren zouden kunnen middagmalen,
zonder dat het hun een cent behoefde te
kosien, behalve een fooi aan de bedien
den.
226 brieven behelsden een bestelling
op een vliegmachine, en daar elke vlieg
machine 10 000 francs bost, bedragen
de bestellingen, aan Blériot gedaan, thans
reeds ruim tjvoe en een kwart millioen
francs.
In de brieven wordt ook om geld ge /raagd
ruim 600 brieven vragen om geld yoor
hospitalen, stichtingen van liefdadigheid
terwijl een groot aantal ongelukkiger)
om eenige zilverstukken smeeken van
den vetten prijs van 25000 francs, dien
hef. volk als een zuivere winst voor den
hoogvlieger beschouw).
Maar zuivero winst is het toch nog
lang niet.
Een feit is het, dat, Blériot er niet, zoo
goedkoop is aangekomen zijn proefne
mingen hebben een kapitaal van ruim
200.000 francs verslonden, terwijl hem
om een millioen wordt gevraagd.
Een wit gepleisterd gral.
't Is een lieflijk plekje.
Een diep blauwe hemel welft zich
boven de lachende aardede zifir ruiseht
iu het loover der palmen de zangvogels
zingen, en in de vijvers dartelt de goud-
visch.
Schiller zong in een zijner beste oogen-
blikken, toen het heimwee naar het ver
loren Paradijs de diepste snaren zijner
ziel bewoog
„Gouden vruchten zie ik gloeien
Tusschen donker groenend loof,
En de bloemen, die er bloeien,
Worden nooit den beitst ten root.
Ach, hoe heerlijk moet het leven
Z.jn ii d'eeuwgeri zonneschijn.
Eu de lucht in gindsebe dreven,
Ach, hoe lavend mo :r. zij zijn
Ware hij hier geweest, bij zou in het
klokkengelui, honderdvoudig hertiaa'd
door de echo der bergen, den wegsterven-
den nagalm hebben vermoed van het
verloren Paradijs, waar zijne ziel naar
dorstte.
't Is oen lietelijk, éénig plekje. Ar
moede wordt er niet gekend; hutten
zoekt uien er tevergeefs. Allen wonen in
flinke nette huizen, sommigen in paleizen.
Toch betaalt niemand belasting.
Dit welvarende landje is iset welbekend
zelfstandige vorstendom Monaco, gelegen
in het zuiden van Frankrijk, aan de
oevers der Middellaudsche Zee.
Die welvaart heett het aan de speelbank
te danken.
Het kapitaal der Maatschappij, die de
speelbank exploiteert, bedraagt 30 mil
lioen francs, verdeeld in 60.000 aandeelen
van 500 francs. De winsten bedrogen
's jaars millioenen
Ia 189.1 sloot de balans met een winst
van 22 millioen; tegenwoordig zijn de
winsten hooger.
Er moet veel af. Daar hebt ge in de
eerste plaais den vorst van Monaco, die
de vriendelijkheid had de poorten van zijn
gebied voor de speelbank te openen. De
man strijkt daarvoor jaarlijks éen en
een kwart millioen in zijn zak. Minder
wil hij 't niet doen.
De man heeft gelijk, 't Is niet gering,
van het liefste plokje der, aarde een wit
gepleisterd graf te maken, van binnen
vol van doodsbeenderen. De verantwoor
delijkheid, die de vorst van Monaco tegen
over den Allerhoogsten Koning zal te
dragen hebben, is zoo ontzaggelijk, dat
een loon van één en een kwart millioen
per jaar niet te hoog is.
Men weet er alles van. Daar loopt
zoo'n ongelukkige, vader van een gezin,
in het- net, dat de Satan spant.
In het eerst gaat hij de speeltafel koel
voorbij 't is slechts nieuwsgierigheid
die hem prikkelt.
Maar het spel begint hem aan te trek
ken hij ziet de stapels goud van den
eeuen kant naar den anderen schuiven
reeds begint de begeerlijkheid in hem te
ontwaken.
Hij zal ééne kans wagen, een klein
bedrag, voor de aardigheid.
Hij wint.
Hij waagt het nog eens weer met goed
gevolgd. Hij zal het nog eenen keer
doen nu stellig voor 't laatst.
Hij verliest. Zijn oog gaat flikkeren
hij moet hec verlies inhalen hij
is een verloren man
De duivel van het spel heeft hem te
pakken hij scheidt er niet uit, voor de
laatste gulden verdobbeld is, en hij, door
wroeging, zelfverwijt en schaamte ver
teerd, naar buiten wankelt, en hef water
opzoekt, waar 't het diepst is.
En zoo'n achtergelaten weduwe met
haar kinderen Zij moeten maar zien,
hoo ze klaar komen
Wat de speelbank grijpt, dat houdt ze.
En zoover ik weet, is het slechts ééns
gebeurd, dat de speelbank haar buit heeft
terug gegeven.
Dat was een buitengewone geschiede
nis.
Luister
Verscheidene jaren geleden werd door
de regoeiing der Vereenigde Staten een
half millioen dollars in bankbiljetten
naar Europa gezonden, om er Fransch
gold voor in te wisselen. Dat was waar
schijnlijk voor de Levant bestemd. Men
had do voorzichtigheid dit geld onder de
hoede van twee hoogere ambtenaren met
een oorlogsschip mede te geven.
Men komt te Marseille aan de beide
heeren gaan aan land, om in de bank
Lyonaise aan hun opdracht te voldoeü.
Zij wisselen het geld, en maken van
hun vrijen tijd gebruik voor een uitstapje
naar Monaco.
Zij bezoeken natuurlijk de speelbank
en raken onder de betoovering van dat
verleidelijk goud.
„Kom, laten wjj ook een kleinigheid
wagen", zegt de één, terwijl de andere
reeds naar zijn beurs heeft gegrepen, en
op goed geluk en handvol goud op de
tafel werpt.
Het goud is op „rood" gevallen, en
„rood wint" roept de croupier (de
speeltafolbedionde.) Glimlachende strijkt
de Amerikaan de winst op. Nu probeert
de andere ook zijn geluk, hij verliest
de winst van den eerste is ook al
weer gevlogenmaar men ziet, hoe
enkele stoute spelers hun inzet verdub
belen, teu laaiste vertienvoudigen, en de
schrandere Amerikanen begrijpen direct,
dat dit de eenige manier is om do bank
to treilen en het verlies terug te winnen.
Beiden kijken elkander aan en hebben
elkander begrepen. Hier is slechts met
groote sommen een zaakje te doen. Ge
lukkig kunnen zij daarover beschikken,
Hier is de sterksie overwinnaar, en met
een millioen francs zijn ze in staat, de
bink te laten springen oh een kapitaaltje
re winnen, dat hun voor de toekomst
een
leven waarborgt.
Voorioopig noemt ieder 100.000 francs,
en nu kan de strijd een aan vang n men.
De Amerikanen, wier vermetelheid alge-
uieene verbazing wekt, zijn in de e-rate
«ogenblikken voorspoedig. Zij knik en
e buuW veelbetcekenend toé. Doch
plotseling keert hut blaadje om, de 200000
zijn weg, als door een stormwind weg
geveegd.
Voorwaarts! Nieuwe honderdduizen
den worden in het vuur gebracht, om
het verlorene terug te winnen. De Ame
rikanen verliezen bet laatsie greintje
koelbloedigheid, de duivel der speeltafel
heeft ze te pakken.
Daar slaat het elf uur, het casino
wordt gesloten. De Amerikanen zijn de
helft van hun 500.000 dollars kwijt.
Den volgenden dag zijn ze weer aan
de speeltafel. Om'het kort te zeggen:
toen het weer elf uur sloeg, lag het geld
der Auierikaansche regearing iu de bank
vau Monte Carlo. Tot den laatsten dollar.
In een onbeschrijfelijke)! gemoedstoe
stand keerden de ougelukkigen naar
Marseille en naar hun oorlogsschip terug.
De gezagvoerder zette groote oogen
op, toen hem de geschiedenis werd mede
gedeeld. Hij liep eenige malen peinzend
op en neer. Toen wer.dde hij zich tot de
hoeren, en zeido vastberaden „Het geld
moe'en we terug hebben, tot eiken prijs
Haal snel een vel papier, en schrijf, wat
ik U dicteeren zal."
Werktuigelijk ging een der heeren oen
vel papier halen. De gezagvoerder begon
langzaam te dicteeren
„Hoogheid! Twee heeren van mijn
schip zijn gister in een rooverhol terecht
gekomen, zij zijn er uiigeplunderd, zij
zijn er van 500.000 dollar berooid, maar
ik kom ze mot mijn geschut terughalen.
Aan zijne Hoogheid,
den vorst van Monaco,
Men stond den volgenden dag te Mon te
Carlo vreemd te kijken, toen een oor
logsschip, met de Amerikaansche sterren-
vlag in top, troisch en dreigend de haven
binnenliep.
Wien gold het bezoek
De twee heeren brachten den vorst
het gewichtige schrijven. En nog geeD
drie uren later verschenen eenige beamb
ten van het casino op het dek van het
oorlogsschip en overhandigden in den
hoffelijksten vorm het verloren half mil
lioen dollars aan den gezagvoerder.
Geen centime ontbrak er aan. De
vermetele porlogsverklaring had gewerkt
hel was de éérste keer en de éénige keer
dat de speelbank haar roof teruggaf.
De Vorst van Monaco weet er alles
van. Soms loopt het hem toch ijskoud
over den rug, als hij aan al de ellende
denkt, die de speelbank veroorzaakt.
Daarom deelt hij uit met kwistige hand
hij is mild, mededeelzaam het graf
wordt gepleisterd.
De Maatschappij heeft den vorst van
Monaco uit te betalen, doch daar blijft
het niet bij.
De pers, de Koningin der aarde, eischt
ook haar part. Zij zou immers kunnen
verklappen, dat dit lietelijk plekji aan
de Middellandsche zee een roofhol ia van
de ergste soortzij zou de Maalschappij,
die deze speelbank exploiteeri, tot een
aanfluiting kunnen maken voor de ge
heele be.ehaafde wereld.
De speelbank is erkentelijk zij zorgt
voor den gouden muilkorf. De Fraascbe
Provinciale bladen krijgen 1000 tot 10000
francs 's jaars, al naar hun tefeekenis
sommige hoofdbladen ontvangen 25000
francs elk, terwijl een blad in Parijs
75000 francs moet ontvangen.
In het geheel wordt er door de Maat
schappij 800.000 Iranes 's jaars besteed
aan de omkooping der pers, de zooge
naamde koningin der aarde.
Zij voorziet in de gezamentlijke onkos
ten der regeering, rechtbanken en politie.
Zij zorgt voor water en gas, onderhoudt
wegen en kanalen, de inwoners behoeven
geen cent belasting te betalen.
Zij waakt voor de geestelijke behoeften
eveneens. Zij voedt de hongerige zielen
met den bedwelmenden tooverdrank van
den schouwburg en betaalt jaarlijks
500.000 francs voor comedie en orkest.
Aan hare ambtenaren en bedienden geeft
zij jaarlijks 11/2 millioen francs uit.
Maar 't kan lijden toch schieten
er elk jaar millioenen over
Ja, 't is een bewonderenswaardige
maatschappij zij denkt aan alles.
Zij vergeet zelfs niet, de netten te laten
spannen in de vijvers, 't Zijn flinke,
sterke netten, die eiken morgen worden
opgehaald. Zoo doende behoeft men naar
geen drenkelingen te dreggen. Alles
geschiedt kalm, ordelijk, rustig. Stil
worden de dooden begraven, stil worden
de levenden geplunderd. Er gaat een
adem des vredes over Manoca heen, Jt
is het geurende bloemtapijt, waaronder
de slangen loeren, de vroolijke beker
met gif gevuld, het wit gepleisterd graf
van binnen vol van doodsbeenderen
L. P.
adres voor
is bij
W Oude Machines worden in
ruil aangenomen. 2501
Laan van M eerdervoort 147. - Tel.3943
is de eerste en derde Donderdag van
iedere maand in het Hotél MEIJER
te Middelharnis te spreken over alle
M o 11 d z i e k t e n en Kunsttan
den van 18—O uur. 2805
„(TCi'mania"
Nieuwste Model, is de beste Boterkarn.
Vraagt Prijscourant van Maaima-
ehines, Ilooiharken, Hooiscbudders en
Schuivers.
Aardploegen 34.voor band
kracht f 4L5®. Land-wiedmachines
15.Waschmachines vanaf f 13.—
Sprenkeiaar Eclair f SI.—Levering-
franco wal Rotterdam.
Agent voor Den Bommel en Omstre
ken 2735
J. HOLLEMAN Az, Mzyöe, Den Bommel.
Horlogen en Goudsmid,
WestflüS; 263, Melliariiis.
Steeds groote voorraad
Horlogies,
KLOKKEN - PENDULES,
Regulateurs en Wekkers.
Cloud- en
Zilverwerk. Koralen.
Soliede Artikelen.
Billijke prijzen.
Oud Goud en Zilver wordt tegen
de hoogste waarde gekocht
en geruild. 2751
Vilcllo-Margarine.
De hoste. De goedkoopste.
|Jj ct. nor X K.&. f)|j ct. per x|4 K.G-.
Adres voor Winkeliers:
2456
De Bank leeuf gelden aan leden tegen 41/, pCik
'b jaars.
Ze neemt gelden op tegen 3,6/ioo pCt. 's jaars, ook vau
niet-leden.
Voorschotten kunnen dagelpks1 aangevraagd worden
bp een der leden van het bestuur. 2182'
Gelegenheid tot inbreng- en terugbetaling van gelden
eiken Maandag- en Vrijdagavond van 6—8 uur,
ten huize van den Kassier D. JOPPE CzM Sommelsdijk.
Het beste staalmiddel tegen zwakte
en bloedarmoede. Aangenaam van amaak
en daardoor voor kinderen aan te be
velen.
Werkt spoedig en zeker. De tlesch f 1,-
in heele en halve portien om zeep te
maken en daaruit bereide
Maakt de wasch helder zonder hef
goed eenigzins aan te doen en het daar
mede gewasschen goed blijft steeds hel
der wit. 2188
Een pakje van 40 cents geeft 14 pond
zachte zeep van eerste kwaliteit.
Verkrijgbaar bij TEEPE te Middel
harnis en L. W. ZAAI JER te Dirksland.
,:r' --
i1 v rlij—-}