Zaterdag 22 Mei 1909. 24sle Jaargang N". 1452. voor lie Zuidhollanilsclie eet Zeeiiwsclie Eilanden ll&STI BLAS. Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES T. BOEKHO VEN. Alle stilïiSiess voor <*Se Kedactse bestemd, Adyertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden ann den Uitgever .71 r. Fatün aan liet woord vreesnd rekenmeester. Tsftssï- en Landbouw. OS* UITKIJK. foor Huis en Hof. Deze Courant verechjjnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per poat 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGEVER SOMMELSDIJK. Telefoon Intercom». No. 2. Adyertentiën 10 cent per regel en s/, maal. Reolamea 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en */i maal. Dienstaanyragen en Dienstaanbiedingen 50 Oent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Adyertentiën worden ingewaoht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. WMBMreiWilllPII■Willi i of een ui. Nadat mr. Patijn den heer Treub heeft bestreden, is hij zelf aan 't reke nen gegaan om grond te vinden voor de Staatspensioneering. Maar oweewat getob. En 't moet ons van 't hart we zouden verlegen met ons zelf worden, als we een hoofdpunt van ons politiek program zóó moesten behandelen, als mr. Patijn dit doet. Verlegen om met zulk eene uiteenzetting voor de kiezers te verschijnen. Alle cijfers, die mr. Patijn geeft, berusten op gissingen En hij kan tenslotte niet anders schrij ven (maar dit is het strengste oordeel, dat ooit geveld kan worden over een politieke partij.) Bij de feitelijke onmogelijkheid om thans nog een op deugdelijke gegevens steunende raming te maken, schijnt mij de eenig prae- lisch mogelijke weg. de redenee ring om te keeren en te beginnen met de vraag, hoeveel men als maximum voor de zaak beschikbaar wil stellen. Notabenedat heet nu Staatsmans talentDat is nu 't toppunt van Staatsmanswijsheid Mr. Patijn wil dus beginnen met een bod. Net als een veekoopman op de markt. Wie biedt 10 miilioen Wie 11, W7ie 12, Wie 13 miilioen? »Ik« roept mr. Patijn. Ik geloof, dat het zaakje 13 miilioen waard is. En wie zullen nu van die in de lucht hangende 13 miilioen genieten? Slechts 100 000 menschen, die er het meest behoefte aan hebben. En wat krijgen ze dan Ge raadt het nooit. Een rijksdaalder: den bekenden rijksdaalder van den heer Roodhuizen. Maar wat heit een dooie aan pen sioen, vroegen ze in de Kuyperhetze. Hoe wil mr. Patijn aan die 13 mii lioen komen Hij weet het niet. Hoor maar wat hij zelf zegt: Aan welke bronnen men ze eventueel zou moeten ontléenen is een vraag, die men vooraf moei lijk in bizonderheden kan en ook niet behoett te beantwoorden. Is dat geen kranige poli'iek Daar heeft een kiezer nog eens houvast aan Mr. Patijn beweert, dat men de vraag wel kan loslaten, hoe men aan de mil - boenen komt. Als 't waar is, dat mr. Patijn een finantieele specialiteit is, zooals zijn voor- en medestanders beweren, dan blijkt dit toch zeer zeker niet uit deze redeneeringen. De vraag, waar die millioejien vandaan moeten komen, is de hoofdvraag, indien men althans de beginselkwestie loslaat. En over die allergewichtige vraag stapt mr. Patijn heen Neen, toch niet. En wat ge nooit zoudt verwachten staat zwart op wit Maar ik voor mij zou er dan ook niet tegen opzien zoonoodig een deel dier kosten te dekken uit een belasting, waaraan het geheele volk zou hebben bij te dragen, met name uit een accijns op eenig artikel van algemeen gebruik. Een nieuwe accijns dus 1 Maar hoe hebben we het nu De Liberale partij eischt steeds belasting- naar draagkrachthet toornt tegen de accijnsen en invoerrechten, omdat de grootste gezinnen (en de armen zijn meest nog al rijk met kinderen bedeeld) dan het meeste moeten betalen. Doch zie nu een afwijking van dien regel, die de armen aanslaat in een belasting welke ganschelijk niet is een belasting naar draagkracht. De arme huisgezinnen endegroote zullen 't loodje leggen; en de rijke gezinnen met weinig kinderen komen er 't best at. De Engelschman zegtany employ ment is better than idleness, d.w.z. iedere bezigheid is beter dan niets doenmaar waarlijk, mr. Patijn had beter niets kunnen doen, dan aanprij zen een acciinsheffing, die met belas ting naar draagkracht altijd spot. Mr. Patijn wil 6a 7 miilioen nieuwe accijnsbelasting heffeneen belasting flagrant in strijd met de liberale begin selen maar waarvan men alleen dit kan zeggenals een kat ia 't nauw zit. maakt hij rare sprongen. En waar moeten dan de andere 7 of 6 miilioen van daan komen Sluiten de jaarlijksche begrootingen van onzen Staat of zijn er tekorten En als er tekorten zijn, hoe moet men dan in vredesnaam nog geld vinden voor de restende 6 of 7 pensioen- rnillioenen, die niet uit de accijnsen komen kunnen We begrijpen er niemendal van, hoe mr. Patijn met zulk een bereke- nings-artikel voor den dag kan komen, 't Raakt kant noch wal. Ze is in strijd met de eerste begin selen van finantieel beleid nl. spring niet verder dan uw stok lang is en met 't tweedeals ge belasting heft, doet het dan zoo, dat de maatschappij er zoo weinig druk en deuk door krijgt, 't Is hier krek andersom, 't Rijk staat voor tekorten en mr, Patijn wil 6 a 7 miilioen overhouden voor pensioneering. Maar eitieveer is niets over te houden, 't Tekort slokt alles op. De armen moeten 't minste betalen en ze zullen 't meeste moeten betalen. Indien we ooit geneigd waren om te zeggen Stemt Links, dan zouden, als we Liberaal waren, beslist nu Stemmen Recht* Stemmen RechtsDat is 't eenige middel om te komen tot een degelijk verzekeringsstelsel; tot 'teenige mid del om de armen te helpen. Maar met Staatspensioneeri 'g, zooals mr. Patijn dat wil, blijft het tien vogelen in de lucht, doch niet één in de hand. Stembusgepaai zonder waarde, Eu daarom, wie ge ook zijt: Sicuit K&eeiBfa! MESTMENGSELS. Mestmengsela zijn over 't algemeen te duur. In 't bijzonder geldt dit van de zoogenaamde Fran- sche meststoffen, wel in den laatsten tyd per groote advertenties aan tuin-en landman worden aangeboden, Men heeft ze gedoopt met de vreem- dp, voor one nietB zeggende namen„Engrais Papillon" en „Engrais Grapperies". De man, die met z'n tijd meegaat,, vraagtwat zit er zoo al aan plantenvoedsel in, nietwaar. En t Kyks- landbouwproefstation te Goes antwoord Engrais Papillon. Engrais OrapperieB. bevat beva' Stikstof 8,4 6 6 Phosphz. 7,3 13,5 Kali 1,9 4,81 Om nu te kunnen nagaan, wat de hoogste waarde mag zijn, die men er aan toekent, dient men de eenheidsprijzen te weten van stikstof, phosphorzuur en kali. Deze zijn (gezien de prijzen van chiii, super en patentkali) ongeveer 80 c, 19 c en 28 e. Zoodat Engrais Papillon op z'n aller hoogst mag kosten 8,4 maal 80c en 7,3 maal 19een 1,9 maal 26cis f 8,7.1 en fl,39 en f0,491/, is 1 8,80'/, per 100 KG. en E'igraia (irappcriss 6,6 maal 80 c en 13?5 maal 19 c en 4,8 maal 26 c is fö,28 en 12,56'/, en f 1,25 is f9,09'/,. Eet wel, op z'n allerhoogst. Want nu rekende we de stikstof als die in chili, 't phosphorzuur als dat in super en de kali als die in patentkali, dus alles oplosbaar in water en terstond bruikbaar voor de plant. En 't proefstation vertelt, hoe 't phosphorzuur in de onderzochte monsters niet, de stikstof voor een deel en de kali heeleroaal in water oplosbaaar was. Dus f8,601/, en f9,09 per 100 KG. is al meer dan genoeg, zoo niet te veel. Toch word er niet minder dan f7 per 25 KG. voor gevraagd of f25 per 100 KG. Bij klei nere partijtjes komt 't nog veel duurder, wel 50 c betaalt men dan per KG. Laten de menschen toch wijzer zijn. De fabri kanten van de Fransche mestmengsels speculeeren op onnoozelbeid van vele buitenmenschen. Weet ge nog, hoe we destijds voor den kunstroetkoop- man waarschuwden? Welnu, thans doen we 't zelfde voor de Engrais Papillon en Engrais Grapperies. Koopt ze niet 1 Ze zijn te duurl W raafbaak. Vragen eo Antwoor den worden koeteloos geplaatst Antwoorden of madeileelingen zjjn met hetzelfde nummer gemerkt als de vragen waarop ze betrekking hebben. Vragen. 298. Waarom hecht men zoo'n groote waarheid aan voldoende fijnheid bij Tbomasslakken 299. Zou men vau tulpen zaad kannen winnen Antwoorden en mededeelingen. 296. Verschil tusschen steenkalk en schelp kalk. Schelpkalk wordt gebrand van schelpen en steenkalk van z. g. n. kalksteen. Dat is een delf stof, die men net als steenkool hier en daar in de bodem aantreft. In ons land vindt men in Zuid-Limburg zandsteen zoo treft men elders kalk teen am en deze levert de stoenkalk. 297. 't Püosphorzuurgehalte van Thomasslak- ken is heel ongelijk, 'k Vind opgegeven van 11 tot 23 pC', Wolff geeft aan gemiddeld 17,5 pCt. Als onze calvinistische jongelui met andersdenkenden in aanraking komen, dan wordt het hun nog aleens lastig gemaak'. Dit is niet zoo heel erg: wie voor zn overtuiging geen duw verdragen kan, is als calvinist zeker geen knip voor den neus waard. En de christen in 't algemeen, weet reeds sinds de dagen van Paulus, dat hij behoort tot »de secte, die overal tegen- gesptoken wordr.« Nu raken we zoo zachtaan wel den tijd voorbij, dat onze jongelui worden bespot, omdat ze in de herberg geen borrels willen meedrinken.. De krachtige actie tegen de drankzonde, heeft het al zóó ver gebracht, dat iemand, die zijn lippen niet aan den drank zet, daarom nog niet in ds achting der massa »een flauwe vent« is. Dat mag nog zoo zijn in enge arbeiderskringetjes, maar over 't algemeen kwam hierin een kentering en eischt de >publieke meening«, ook buiten de kringen der afijnen« volstrekt n et als een der kenmerken van de manne lijkheid, dat men een bitteren borrel door 't keelgat moet laten klokken, zonder een spier op z'n gezicht te vertrekker. Maar er kwamen andere strijdpunten. Daar hebt ge het vraagstuk der sport. Meer in 't bijzonder de voetbalsport. Ja, dat is een wonder ding VanLennep, in een van z'n novellen verhaalt was 't met in Delft van een zonderlinge drift der boerenvrouwen en meisjes, die geen mand met eieren konden zien, of de onstuimige b.geerte kwam in haar op, om in die eieren te gaan zitten Ik herinner me, in m'n jeugcf/ dat er tijden des jaars waren, waarin de school meisjes geen blauwe zerk kouden zien, of ze zegen er neer en begonnen te bikkelen, haar fortuin mee moesten ver- of ze er dienen. En zoo is 't nu met de jongens ze kunnen op straat of plein geen bal zien liggen of rollenof ze vliegen er heen en trappen. Een kat kunnen ze nog met rust laten, wat veel zegt voor 'n Hcllandsche jongen, maar een bal niet. Het voetballen is van uitheemsche sport, die het voor twintig jaar nog was, een nationaal spel geworden, dat weer niet zoo gauw vergeten wordtook niet als de hoogere kringen allang een ander mode-spel hebben uitgedacht. Nu steekt in voetballen niets kwaads. Tenminste niet in 't spel zelf. 'ris geen kansspel; 't gaat niet om geld 't is een spel, dal niet alleen de beenen, maar 't gansche lichaam in beweging houdt en daarenboven, bij mooi, edel spelen ook aan den geest, die spieren en zenuwen in beweging brengt, hooge eischen stelt van vlugheid, kansberekening en raadvermogen. In den grond der zaak 'n mooi spel. Dat slechts ontaardt door 't geen er bij komt; woestheid der spelers, onchristelijke napret, wedstrijden op Zondag en meer van die dingen. Op zichzelf is er niets tegen, dat onze jeugd ter ontspanning nu eens schaakt, dan eens fietst, straks voetbalt. De boog kan niet altijd gespannen zijnMaar ik geef onze jongelui groot gelijk, dat ze in de gegeven omstandigheden de heeuen liever op andere wijze oefenen dan in het trappen tegen den ba'. Heel die voetbal-beweging, zooals die tegenwoordig de jongelui dronken maakt is een bolle windbuil van sport-overdrijving. In Amerika staan 's Maandags vaak de kran ten vol met uittreksels uit de preeken van beroemde leeraars wat ik nu niet zeg ter navolging maar h'.er bij ons kolom men vol over de voetbal-wedstrijden, met uitvoerige bizonderheden, hoe A. over 't veld rende, hoe B. z'n been ophief en hoe C. den bal in 't doel werkte. Na zoo'n Zo'ndagsche 3>matsch" zijn de jongelui, die meedoen en die jtoekeken, er nog drie dagen vol vanvóór den wed strijd winden ze zich drie dagen op en wat er dan nog van de week overschiet, bestede ze behoorlijk aan hun werk Ik ken jongelui van christelijken huize, die veel in andere kringen verkeeren en meermalen voor flauwe knullen geschol den zijn, omdat ze niet in vervoering ge raakte voor de modesport onzer dageD. Nu kan men zelfs uit een scheldwoord nog iets leeren. A's iemand mij een »izegrim« noemt, dan haal ik meelijdend de schouders op, maar als verstandig man vraag ik me tóch af, of ik soms een ernstiger gezicht trek, dan strikt noodzakelijk is En zoo zullen onze jongelui wèl doen, als ze toonen, dat een flinke houdiDg, een lenig lichaam en een goed ontwikkeld spier stelsel ook door hen op prijs worden gesteld. Alle overdrijving schaadt hier. En als ik kiezen moet, dan honderdmaal liever met een slapgespierden, knieknikken- den, schuddebollenden christen, die zijn ziel gereinigd weet in het bloed des Lams het smalle pad des levens op, dan met een wereldling, die een ideaal-lichaam omdraagt en ontwikkelt, op den bieeden weg des verderfs En zoo moeten onze jongelieden er ook over denken Maar de gedachte moet gebannen, alsof het ter verheerlijking Gods zou strekken of zelfs maar een onverschillige zaak zou zijn, als de christen zich om de verzorging zijns lichaams niet bekommert Ik kan me niet voorstellen, dat onze Heere Jezus Christus geen behoorlijke zorg voor zijn lichaam zou gedragen hebben of ook maar eenigszins zou hebben laten blijken, dat het er met dat lichaam niet zoo opaan komt. En voorzoover gepaste en geregelde lichaamsbeweging dient, om ons lichaam meer te maken tot een goed en gewillig instrument der ziel, moeten wij daar niet vijandig tegenover staan; ik zou zelfs wel willen, dat er in onze kringen heel wat meer geturnd werd. Maar om nu op 't voetballen terug te komen. De Nieuwe Cour anti had onlangs een onderhoud met Beeuwkes, een bekend Dordtsch voetballer, die de beste doelver- dediger van Nederland genoemd wordt een van de Koningen van ons voetbalveld. Die Beeuwkes klaagde steen en been. Hij vertelde den persman, hoeveel kwaad de voetbalsport hém gedaan had. Vroeger was hij de eerste van zijn klasnadat hij met den voetbal, het »bruine monster« had kennis gemaakt, kon hij 't nooit meer wor- deD. Hij was voor officier bestemd het voetbalspel maakte, dat hij 't niet werd. Ziehier zijn eigen woorden »De sport is best, maar wat erbij komt bij 't voetbal is 't verderf over de jongens. Heel die ernstige, spannende competitie; het vergaderen, het bitteren of biertjes- hijschen met de voetbal-vrinden in de stamkroeg van je club; het oefenen in je vrije middagenen dan niet het minst het opwindend spel onder de oogen van een groot publiek, en den volgenden dag je naam in de couranten en heel gewich tige critiek in de sportbladen het doet een eenigszins hartstochtelijk speler al heel gauw de studieboeken en de dictaat cahiers in een hoek gooien, en de jon- gtns-natuur, die houdt van uitersten en overdrijving, al wat niet voetbalt be schouwen als een minderwaardig iets.t Me dunkt dit spreekt voor zichzelf. 't Werd niet gezegd door een ouder- wetschen, langgepijpten, hooggedopten oud- vader, die de jeugd niet meer begrijpt, maar door een, die er midden in zit en nog onlangs, als we ons niet vergissen de inter nationale overwinning van de »Hollanders« op de »Belgen« hielp behalen. 't Is goed, dat onze jongelui 't eens hooren. Sport is goed. Het voetbalspel ook zoolang het spel, ontspanning blijft en de Dienst des Heeren, waartoe ook de jonge lieden geroepen zijner niet in 't minst onder lijdt Maar ook buiten dat, als de sport de >levensernst< gaat worden voor den jonge ling, dan kan 't niet anders of onder de oefening des lichaams moet de ziel schade lijdenUITKIJK. Wenken voor voerlieden: Wie zyn werkbeeit slaat, slaat zijn brood. Zit wat meer dan gewoon lijk vóör en wat minder achter uw paard; op den langen duur zult gij daarvan voordeel trekken. Hoe zwaarder Kar of wagen beladen ts, des te meer kost het vervoer, want door een enkele, heel zware vracht verslijten paarden, wagen en tuigen meer dan drie vrachten, waarmee de beesten gemakkelijk van den weg kunnen ko men. Onderhoud da tuigen en smeert zorgvuldig de wagenassenwagensmeer helpt trekken. Een paard, dat twee uur gewerkt heeft, moet, al wordt het niet uitgespannen, minstens een kwartier rusten, gedrenkt en gevoederd worden. Die on kosten en dat tijdverlies worden driedubbel ver goed door de langere bruikbaarheid van het paard. Naar evenredigheid van zijn groote heeft het paard een zeer kleine maag, daarom moet het dikwijls gevoederd wordeD. Niets beter dan een voederzak, mits daarin kleine luchtgaten zijn aangebracht ter plaatse van de neusgaten vau het paard, opdat het dier gemakkelijk kunne ademen als de zak is aangehangen. Koetsiers van geneesheeren moesten om de drie uur hun paard den zak aanhangen; vier, somtijds vijf uren aangespannen te zijn zonder voedsel te krij gen, ondermijnt elk paard. Als gij brood voedert laat het oud en goed doorbakken zijn, maar nim mer beschimmeld. Schimmel bestaat uit zeer kleine, paddestoelachtige, giftige plantjes welke niet enkel de kracht uit het brood hebben ge trokken, maar velerlei ziekten en kwalen ver oorzaken aan het dier, in welks maag ze terecht komen. Geef een paard drinken nadat het haver of brood heeft gegeten, want met een hal ven emmer water wordt een en ander uit de maag naar de darmen gedreven, voordat het dier er voedsel van gehad heeft. Als paarden op leder kauwen, is dit een teeken, dat ze niet genoeg zout krijgen, men dient dan hiervan wat aan het voeder toe te voegen.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1909 | | pagina 1