mm blab. Zaterdag 20 Maart 1900. 24sle Jaargang 1434. Antirevolutionair Orgaan voor tie Znidhollaiidirhe en Keeuwselie Eilanden IN HOC SIGNO VINCES T. BOEKHOVEN. SOMMELSDIJK. Ille stukken voor de Keifactie toestem*], Advertenfiën en verdere Administratie franco toe te «enden aan den Uitgever. b. de tegenstanders zoo'n schromelijk misbruik hadden gemaakt van dat punt op 't sirijdprogram. B'oov BEuias en Mof. o Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Buitenland bij roornitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ÜITÖEVEB Telefoon Intercom». No. 8. Advertentiën 10 cent per regel en s/j maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en */a öienstaanrragem en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing, Qroote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte dia zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. Vooruit druipt af. Wat een hooge toon sloeg dat Blad eerst aanWaar beeft prof. Treub dat en dat gezegd vroeg ze toen. Het verslag is onjuistnergens en nooit heelt de Prof. gezegd, wat ge citeerd werd door den heer Vegtel in zijn rede in de Zondagsschool te Middelharnis 'tls vervalsching en onkunde, die citaten uit professors werken. En nu eindigt ze in haar nommer van 17 Maart, als een hondje, dat klappen krijgt en afdruipt: Dan moeten wij onze betiteling »ver- valsching of onkunde* omzetten in »Hoe de tegenpartij een minder juisten indruk vestigt met hoop op politieke winst En van wie kreeg het blaffende hondje die klappen Van prof. Treub zelf. Vooruit had hem gevraagd, water van die citaten waar was. En deze hoogstaande tegenstander antwoordde haar: Vervalsching had hier niet plaats. Tableau! Vooruit af! Daar gaat het beestje jankend heen Vooruit in zijn hemd. We hadden aanmerking gemaakt op Vooruits kiezersbedrog. Ze wist 17 milüoen te halen uit de Directe belastingen en dus de Staats- pensioneering kon er best komen. We zeiden haar-: Uwe berekening is van nul en geener waardegij zijt geen Kamerlid en kunt dus alles op 'tgeduldige papier zetten; en den kiezer er mee bedriegen, maar laat mr. Patijn den moed hebben om te zeggen, dat hij 17 millioen weet te halen uit de zakken der burgerg en boeren. Vooruit, krabbelt terug: staat in zijn hemd, mét deze hare woorden 't Zou er trouwens mooi uit gaan zien, als een Kamer-candidaat moest instem men met alle wenschen door een partijblad geuit. Morgen kan een ander liberaal orgaan in 't kiesdistrict met andere becijferingen komen. Juist, daar heb je het bedrog ten voeten uit door u zelf geteekend. Gij geeft een becijfering van 17 millioenmorgen belooft een ander liberaal blad 25 millioen; en de een voudige kiezer, die niet verder kijkt en de politieke toestanden niet zoo doorziet en kent, laat zich dat aan leunen en kiest de zijde van den can- didaat, die. zeer zeker zelf niets heeft beloofd, maar die door dat blad naar voren geschoven wordt De eenvoudige kiezer ziet dat onder scheid niet tusschen wat een partij blad neer knutselt en wat bet aftre dend Kamerlid zelf durlt bestaan. 't Is aldus een onwaardige speculatie op de: onkunde der menigte, wat gij doet Geen onkunde van umaar ver- valsGbing van den strijd en een spe- euleeren op en een misbruik maken van de onkunde uwer lezers. En laf is 't daarenboven, het nu op dezen boeg te werpen Mr. Patijn staat te hoog, is te veel man van karakter om zich de wet te laten voorschrijven door een of ander partijorgaan. We weten niet of mr. Patijn hoog staatook niet, of hij een man van karakter is; maar dat heeft met uw bedoeling niets te maken. Gij woudt de kiezers misleiden en ze zóó lokken voor mr. Patijn, die zeer zeker over uwe cijfers, als hij een man van karak ter is, en als hij hoog staat, meewarig de schouders heeft opgehaald en gedachtWat onzin van mijn orgaan om de kiezers lekker te maken met een 17 millioen, die geen een Kamer lid durft voor te stellen Gij schrijft in uw artikel »Niet Aldus,dat gij den pennestrijd niet voort zult zetten met ons, omdat we onfatsoenlijk zijn en allen zin voor waarheid missen. We doen u dezelfde verwijten en zijn juist deswege wel degelijk van plan om den pennestrijd tegen u voort te zetten, opdat het weer niet ga als in 1905, toen door de leugenachtige stembusbeloften, door de misleiding, de laster, de overwinning is bevochten en daarna Land en Volk drie jaar in een moeras heeft gezeten, waaruit het alleen door Réchts gered is. Geen duur brood. Er schijnen er onder onze partij- genooten nog te zijn, die niet goed verstaan de uitdrukking: herziening van het tarief van invoerrechten. Ze meenen, dat de hoofdgedachte isDuur brood, of Bescherming van den graanbouw of Invoerrechten op 't graan. Laten we hen dan mededeelen, dat ze zich vergissen. Onze partij wil geen beschermende rechten op 't graan. In 't ontwerp Harte, de bekende tariefwet der »dure klompen en petten« waren ook de granen vrij. En hoewel we niet weten, wat minister Kolkman, als hij aanblijft, in de Tariefwet wijzigen zal, dit durven we te bevestigen, dat er geen graanrechten in zullen voorkomen dat dus van duur brood geen sprake kan en zal zijn. Onze partij zou zich daartegen zeer stellig met kracht verzetten. Reeds in 1901 schreef ons Centraal Comité: Op één punt oordeelt het Centraal Comité, dat thans van het in 1897 voorgestelde, ook zakelijk moet worden afgewekente weten in zake de heffing van graanrechten. Waarom wilde onze Partij in 1901 reeds geen graanrechten meer? Om dat a. de graanprijzen waren verbeterd. Het Comité schreef toen Daar elke waarborg ontbreekt, dat gelijk onedel strijdmiddel niet ook bij deze stembus van 1901 tegen ons zou w uden gekeerd, schijnt het geraden aan de tegenpartij dit valsche wapen uit handen te nemen, nu ook de eenigs- zins betere marktprijzen weglating van de graanrechten toelaten. Wat er dus hier en daar nog ge loofd en gezegd wordt omtrent het willen heffen van graanrechten, berust op misverstand. En mocht de tegen stander onzen eenvoudigen kiezers het toch nog willen wijsmaken, dan be liegen ze daarmee onze Partij en ons Program. Op ons Program staan, thans vier punten Herziening van 't Kiesrecht. Sociale verzekering, maar geen Staatspensioneering. Herziening van 't Tarief. Herziening van de Wet op 't Lager Onderwijs. 1>S* UITHIJH. Een merkwaardig teeken des tijds is, dat de Roomsche Kerk in verschillende landen, de laatste jaren erg in 't gedrang komt. Dat verschijnsel is internationaal. In Oostenrijk begon reeds voor verschei dene jaren een beweging oDder de zinspreuk zLos van Rome In Frankrijk is, als men weet, over de kerk een vervolging losgebarsten, die haar wankelen doet op haar grondvesten. En nu onlangs weer, bij de verkiezingen in Italië, heeft men 't kunnen zien, hoe de anti-clerikale Lin kerzijde aan kracht won hoe radicalen en socialisten zetels wonnen hoe zelfs in Rome een sociaal-democraat werd verkozen en hoe op verschillende plaatsen de dienaren der Kerk werden bespot en geslagen. Verheugen doen we ons daarover niet. Integendeelvoor ons zijn dat teekenen van verval, van teruggang, van inzinking droeve teekenen van de vijandschap des menschen tegen allen gcopenbaarden gods dienst Meermalen hebben we 't gezegdEen gereformeerde Kerk zou éven vijandig en vin nig behandeld en bestreden worden. Niet om dat in Frankrijk en Italië en Oostenrijk de Kerk roomsch is, gaan haar vijanden brie- schende om haar heen, maar omdat ze, op wat wijze dan ook, den Naam van Christus noemt en zich legert onder de schaduw van het Kruis daarom zijn de vijanden haar gram Ja als er eens, hi r of daar, eea réveil, een opwaking en opwekking mocht komen onder en in de roomsche Kerk, waardoor Christus wederom de volle eer kreeg, die hem naar den woorde Gods toekomt de eenvoudigste roomsche zal kunnen begrijpen, hoe wij, als rechtzinnige protestanten ons daarover zouden verblijden Maar zóó staat de zaak niet Vijandschap tegen God en Zijn dienst die is het, waardoor de afvalligen en tegen standers van de roomsche Kerk gedreven worden en wat ze haar doen, dat zullen ze ook óns aandaan een iegelijk, die de hand eerbiedig slaat aan het Kruis Toch kan, dunkt me zoo, de roomsche Kerk in de eerste plaats en andere Kerken met haar, uit dit alles véél leeren. Letten we op de teekenen der tijden Waar is de roomsche Kerk in den tegen- woordigen lijd almee het best aan toe In Amerika, waar ze met geen enkel vezeltje aan den Staat vastzit. Daar hoort men van geen vervolging Daar moet zij, ja 1 voor zichzelf zorgen, maar ze heeft er dan ook volle vrijheid van beweging en ze staat er niet alleen uiterlijk sterk, maar ook innerlijk krachtig. Wat trouwens niet voor haar bij uitzondering, maar voor andere kerken evengoed geldt. In Engeland en te onzent zit ze al even min erg vast aan den Staat en moet ze, wat ons land betreft grootendeels en in Engeland geheel voor zichzelf zorgen. En is 't Diet merkwaardig dat in beide landen, al blijven de roomschen er minderheid, zij innerlijk sterk staan, met landen als Frank rijk, Spanje en Italië vergeleken, waar ze zich geheel zal moeten verjongen, wil ze ooit weer de beteekenis krijgen, die ze vroeger had Staat en Kerk, soeverein elk in eigen kring. Met scherpe afbakening der grenzen. En wederzijdsche eerbiediging van rechten. Dat is de gezonde, gewenschte toestand. In het oude Europa, zijn er eeuwen en eeuwen over heengegaan, dat Kerk en Staat soms wonderlijk dooreengeward lagen en eerst in ónzen tijd komt het vraagstuk naar voren schuiven, hoe toch dat kluwen te ontwarren. De Revolutie maakt korte wetten. Zij trekt het zwaard en snijdt. Dat kan ónze weg niet zijn. Hoe moeilijk 't ook ga, wij moeten trachten, de draden uit elkaar te halen, zonder geweldpleging en Staat en Kerk te brengen en te houden, elk op eigen terrein. En de Kerk moet beginneD, ook haar schuld te belijdende schuld van vroeger eeuwen, toen zij soms zich schoof en zich macht aanmatigde op het terrein van den Staat, gelijk nu de Staat op het hare Of is dit te veel beweerd Welaan, laat me dan eens even een bladzijde uit de historie mogen opslaan en mogen herinneren aan den strijd tusschen Staat en Kerk in de middeleeuwen en bij aanvang der Nieuwe geschiedenis. Doch eerst een opmerking vooraf. Mr. T. de Vries heeft er onlangs terecht op gewezen, om nu maar bij onze eigen historie te blijven, dat het bovenal aan de Kerk, in dit geval de roomsch-Katholieke kerk te danken is, dat ons volk in enkele eeuwen tijds van een woest heidenvolk een beschaafde christennalie werd, zoodat in drie a vierhonderd jaar s>het gelaat des aardrijks* geheel veranderd was. Als zonen der Reformatie danken we onzen God, dat naar Zijn bestel het Calvi nisme ons volk groot maakte, maar de voorbereiding daartoe in geestelijk, politiek en sociaal opzicht, was in de Middeleeuwen volbracht billijkheid eischt, dat we ook daar een oog voor hebben. De dienaren der Kerk waren in de ire, 12e en 13e eeuw, n>voortrekkers* op elk gebied. Zij prentte de bevolking den godsdienst in zij gaven onderwijs zij leer den de half-beschaalde bekeerlingen den landbouw zij staken 't eerst turf en leerden de menschen deze brandstof gebruikenzij waren bouwmeesterszij legden dijken aan en begonnen van Nederland een polderland te maken En dat alles in een tijd, toen het Over heidsgezag alle moeite had, om zich te laten gelden en de machthebbers in den Staat hun oorlogen voerden en hun veeten uitvochten,' doch met name voor den opko menden burgerstand het recht niet konden of wilden handhaven. Dat deed toen de Kerk. Zij stelden den ^godsvrede* in en zorgde zoo, dat het arme volk gansche reeksen van dagen kreeg, waarop het zich veilig voelde. Kerken en kerkhoven werden tot vrijplaatsen verklaard wie daarheen vluchtte mocht door den wereldlijken arm er niet vandaan gehaald worden de Kerk onderzocht zijn zaak en die berechtte haar. Op vele plaatsen kwam het volk eigener beweging tot den abt of dorpspastoor, opdat hij als een soort van vrederechter uitspraak doen zou in burger lijke geschillen. Door den drang der omstandigheden was zóó de toestand geworden. Maar toen nu, eerst onder de Bourgon diërs, later onder de Oostenrijkers het we reldlijk gezag meer klem kreeg en er wer kelijk recht te krijgen was voor een ieder die het vroeg, beging de Kerk de fout, dat ze van haar macht in burgerlijke zaken geen afstand wilde doen. Zoo kwam er gedurig conflict. Lang vóór de Hervorming reeds. De Kerk deed niet zelden uitspraak in gewone burgerlijke geschillen over pachtloon en voorschotze eischte boete, als er op heiligen-dagen arbeid was verrichtals een vrouw haat huwelijksplichten schondals kinderen door hun ouders werden »ver- zuimd*. Zij berechtte zaken van meineed, tooverij, heilig-schennis en godslastering Zoo stonden vaak wereldlijk en geestelijk gezag tegenover elkaar. Hlad de een een verdachte gegrepen, de ander eischte dien op. Was de een in 'n geding begonnen, de ander wraakte het en drong aan op vrijlating van den be schuldigde. En zoo ontstond er een einde loos geharrewar, waarover niemand minder dan Karei V in zijn tijd hevig klaagde. Jammer, dat toen de Kerk zich niet op eigen terrein terugtrok Maar de Kerken der Hervorming gaan evenmin vrij uit. Toen toch werd het blaadje omgekeerd en was het de Staat, die zich nestelen kwam op het erf der Kerk onze oude kerkeraadsboeken en classicale notu len weten er van te gewagen En over 't algemeen liet de Kerk het slil toeals de Overheid harerzijds de Kerk maar met den sterken arm op de been hield Neen ook de Kerk gaat niet vrij uit 1 Zoomin de Roomsche als de Gerefor meerde Zij hebben het kluwen niet ont ward Beide hebben ze er thans voor te waken, dat het niet met het revolutionaire zwaard worde doorgehakt. UITKIJK. Nooit moet men een zieke tot eten aansporen. .Bij iedere zware ziekte ii ook de maag aange daan en vermindert de epijsverteering. De speek selklieren en de maag scheiden minder voedings- vochten at'; waarom dan meer voedsel nemen als het toch niet wordt verteerd? Men kan bijna niet gelooven hoe lang een zieke het, zonder iets noemenswaard te eten, uit kan houden. Wij eten in onze gezoDde dagen, Daar uit proefnemingen is gebleken, alleen uit gewoonte meest 4-6 maai zooveel als het lichaam voor zijn onderhoud noodig heeft. Een volwassen persoon zoo leest men in „Moleschot" neemt met elke ademhaling een hal ven Liter lucht op en echridt weer een halven Liter zeer koolzuurrijke lucht af. Per minuut doen wy ongeveer IC ademhalingen en gebruiken dus daarbij 8 Liter lucht. Per uur 60 maal 8 is 480 Liter en per uur dus 11 520 Liter. Laten wij dus zorg dragen voor zuivere, frissche lucht I „Van de lucht kan men niet leven." Zeker niet maar moge het algemeen en goed begrepen wor den „Zonder goede lucht moet men sterven 1" Dr. G. A. Ootmar heeft het in „Lichaamsoefe ning" over wielrijden voor kinderen. Hij noemt de algemeen verbreidde meening, dat dit scha delijk zou zijn, onjuist, integendeel acht hy het een allernuttigst zijn lichaam ten goede komend iets in het leven van het kind. Maar het rijwiel beantwoorde volkomen aan den bouw van het kinderlichaam, het kind heeft noodig een ry wiel met kleine versnelling. Alsdan kunnen er alleen nog bezwaren voordoen, als het kind gaat „jak keren." Daardoor kunnen ernstige aandoeningen van het hart ontstaan. Maar welke overdrijving was ooit het lichaam ten goede Een Engelsch geneesheer, Dr. Leon Landore, onderzocht bij een groep van tien kinderen de werking van de verschillende kleuren van het zonnespreclum, alsook van zwart, door achter eenvolgens door behang van verschillende kleu ren het licht toegang tot het vertrek te geven. By rood licht werkten de kinderen eerst beter," maar kregen later hoofdpijn en werden zenuw achtig. Hel gelelioht werkte op het gemoedsleven twistriche kinderen werden beminnelijk. Ver moeidheid ontstond niet, de arbeid nam met 50 toe. Bij zwarte wanden werd de jeugd ver drietig en stuursch, er werd niet half zooveel werk geleverd, de meesten kregen een onaange naam gevoel in de maag. Blauw maakte de kin deren rustig en ernstig, ze werkten meer en beter, ook toen de proef een week werd voortge zet. Bij afwisselende verlichting, om het half uur ander gekleurd licht, zoodat de proef eiken dag 3'/2 uur duurde, was da arbeidsproductie 200 "I grooter: de kindereu waren bij 't eind even frisch ais by 't begin. Ook de invloed van muziek en van geuren werd onderzocht. Bij proe ven van 50 kinderen konden dezen bij marscben beter weerstand bieden aan lichaamsinspanning en walsmuziek maakte het werk lichter. l)e geur van viooltjes vermeerderden de werkzaamheid van den geest, die van hyachinten werkte be lemmerend. - Wat zullen wij van deze proeven zeggen Laat ze u niet al te geestdriftig maken I Zou op den langen duur, na jaar en dog, de invloed niet een andere, een schadelijke, kunnen blijken? 't Kon er wel eens meegaan, als met den alcohol die ook voor een oogenblik spiiynbaar de kracht doet

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1909 | | pagina 1