tl 24ste Jaargang N°. 1430. mm blab. k Zaterdag 6 Maart 1909. A n tirevo In Orgaan voor de SSnidbollandselie rn Keeuwscfie Eilanden. r^ndsma 1 i IN HOC SIGNO VINCES T. BOEKHOVEN, X 1 STEIJN Jr. NSPLAAT, straat. 3teijn Ooltgensplaat. ijzen. SOMMELSDIJK. 4 fl -o I iV SERViË. .4. I: V - v> t-. A V P r~- ,V p *T™f ■*cn April plaats hebben. Naar ik ver- I De milicien A. Slis is K Jen militaire j0 v •-'- i *j?1 V, ..../- Allermal on de fiets Hiervan sc 1 %te i en Administraties. eten op Binnen- en tenlandsehe Effecten. huizen en landerijen leid wat betreft het cnoten tegen koersen Iri derden tegen zeer 2416 pandschade. ran 33/t4 °/0 's jaars. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGEVER Telefoon Intercomm. 3Vo. 2. Advertentiën 10 CeDt por regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tof Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. lüc stukken voor «Ie Itedactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te «enden aan den SJitgrever. edeponeerd handelsmerk m. bij Joh r. Ballegoog. A. C. A. Poots. A. vao Eesteren. L. "W. Zaaijer A. van I 1 o fl ÖD a <D VI -40 1— O 03 X N :ssp 03 ïtf) J3 c3 CS a CU X Sm <X> O C3 <D r—I -ö O a •>-t a a :c8 ,03 CU W x a m <x> ja a S3 CS W o Sh a N S-< o F—I <8 05 ï-. e <L> <D CS •JM CU ja p-, ai a bfl qj SB d> CD V-i cd ra O fl O) X •p a <D -*** CD ÖO a o CD X fl o3 P" HU fl O O-i bC Ov o XI o 03 CD .g •rS U a fl 05 CD O <D 00 CD f-t 5 0 I "O S -1-» o 0 O O ,a a <p„ :s» ÖD N Wijziging der Gemeentewet. De finantieele nood sommiger Ge meenten heeft reeds lang pennen in beweging gebracht; sommige gaven oorzaken en middelen ter verbetering aanmaar tot heden bleef 't bij kla gen en overwegen. Een der middelen noemde men het heffen van hoofdelijken omslag op buitenwonende grondeigenaren. Op initiatief van de Gemeente Leeuwar- deradeel werd eenige jaren geleden reeds door tal van Friesche Gemeenten bij de hooge regeering op dj1 heffing aangedrongen door nl te wijzigen art. 245 der Gemeentewet. Sedert dien werd die uitbreiding van belastingge bied vooral in Friesland nog meer noodig door het vertrek van tal van landeigenaren uit die provincie naar elderswel dus hun inkomsten trek kend u:t uie, gronden enzmaar die voor tal van gemeenteuitgaven, ook ten behoeve van den grond, weinig of niets bijdroegen. Op dat Friesche verzoek is indertijd een ontwerp van wet ge volgd, maar door staking van stemmen niet aangenomen De nood in Friesland,, maar ook in andere Gemeenten klom; geen won der, dat men allerwege nieuwsgierig was, wat Minister Heemskerk voor die benarde plaatsen doen zou. Hij, eer tijds Wethouder van Finantiën te Amsterdam, dat ook gedocht in moei lijkheden zit; hij, lid der Comnissie voor de gemeentelijke finantiën hij wist, wat er door hee. Nederland geklaagd en getobd werd om de balans in evenwicht te houden. Totdat pas geleden, de Minister in de Eerste Kamer verklaarde Om te voorzien in den finanti- eelen noodstand der Gemeenten, ben ik voornemens die wettelijke maatregelen voor te stelten, wt Ike door de geheele commissie, waar van ik lid was, zijn aanbevolen Derhalve een verruiming van het belastinggebied der Gemeenten. Het desbetreffend wetsontwerp verkeert in een vergevorderden staat van voorbereiding. En 18 Febr. jl is dit wetsontwerp verschenen met het gewenschte arti kel erin nl. aanslag der uitwonende eigenaren in den hoofdelijken omslag. Er staat nl. dat art. '245 voortaan aldus gelezen zal worden »In de belasting naar het inkomen wordt bijgedragen 1°. door de gewone burgerij enz de inwoners dus. '2°. door de 3 maander. lang daar vertoevenden. 3°. door de personen, die geen hoofdverblijf in de Gemeente hebben en door mhtsperso- nen, wegens inkomsten, die zij hebben, hetzij uit onroerende goederen in de Gemeente gele gen hetzij uit eene in de Ge meen te uitgeoefende intrekking; hetzij uit een beroep bedrijf dat in een kantoor, winkel werkplaats of andere vaste inrichting in de Gemeente wordt uitgeoefend, hetzij a,s sociëteit. Een Gemeente kan niet aiders dan van deze wetswijziging voordeel genie ten. Zoo treft men uitwonende Grond eigenaren maatschappijen en naam- looze vennootschappenbanken met haar filialentramondernemingen enz. Vanzelf zullen er aan de administratie eenige bezwaren kleven. Een tram rijdt door heel Flakkeeelke Gemeente die aan haar lijn ligt, zal dus maar een gedeelte mogen ontvangen, van wat het trambedrijf in zijn geheel zal moeten betalen Maar dat zal zich wel redden. De wet wijst ook hier den weg. Mr. Patijn over Protectie. Mr. Patijn vertelde te Sommelsdijk, dat er zooveel Duitschers in 't Vrij- handelsgezinde Engeland zich bevin den. Dat is waar. Maar waarvoor? Lees de N. R. Ct. van Vrijdag 25 Febr. jl. Duitschers in Engeland. Er wonen in Engeland vele dui zenden Duitschers. Onder die Duit schers zijn er, volgens sommige Engelschen, honderden, zoo niet duizenden, die voor hun land als verspieders werken, en kwam het tot een inval van een Duitsch leger in Engeland, door het geven van allerlei inlichtingen den invaller groote dien sten konden bewijzen. Afgescheiden hiervan zouden de weerbare mannen onder die Duitschers het leger van den vijand versterken. Zou 't dan niet zaak zijn ze, zoodra er oorlog tusschen de twee landen uitbreekt, gevangen te nemen. Die Duitschers zijn dus spionnen; geen mannen, die om huns broods wil, uit armoe, hun Vaderland hebben verlaten, zooals dit met de Hollanders 't geval is. Integendeeldie spionnen zullen juist de flinke lui van Duitschland zijn, die door hun betrekking met alterlei soort van hooge Engelsche oomes in verbinding staan. Een gewone arbeider komt met de hooge legerautoriteiten enz. niet in aanraking. Wat dus in Engeland aan Duit schers leeft, is niet tengevolge van toestanden, zooals je die bij ons aan treft. 't Tegendeel is juist. En daarmee vervalt het heele betoog van Mr. Patijn. Mr. Patijn en de schoolkwestie. Hoe staat mr. Patijn tegenover de rechtsgelijkheid op schoolterrein. En dan mag dat stmdpunt treurig ge noemd worden Als een man op den eenzamen post verzet hij zich als een eenling tegen rechtvaardigheid en billijkheid man- men als mr. Van Houten en duizenden met hem hebben het beginsel van rechtsgelijkheid aanvaard; willen 't ook konsekwent doorvoeren. Ze zien 't trouwens voor oogen, dat de rechtsgelijkheid tusschen Bijz. en Openb. Onderwijs slechts een kwestie van tijd meer is; dat die strooming niet is tegen te houdendat er geen schoolvrede komen zal en komen kan, tenzij op den grondslag van volkomen rechtsgelijkheid. En toch op de Vergad der Liberale Unie openbaarde zich mr. Patijn als een vijand van recht en rechtvaardig heid. Hij. die heet Liberaal, die heet Man. der Vrijheid, is nog voorstander, voor vechter van den gehaten dwang. Hij heet Liberaal, maar de ware Libera liteit is bij hem verre tè zoeken. Hij heet Liberaal, maar is een Anti-cleri- caal van ff zuiverste water. Hij heet vooruitstrevend, maar is aarts-con servatief op dat punt. Als Kappeine eenmaal zei, ligt hem in ff hart: »Dan moet de minderheid maar onderdrukt worden, want zij is de vlieg, die de zalf des apoihekers stinken doet.« Hij zei op de Vergadering der Unie dat met nadruk moest worden opgekomen tegen heropening van den schoolstrijd. Deze is een van de twee grootste donderwolken aan onzen politie ker! hemel. Deze vormt met protectie 't groote concrete gevaar. Wat betreft ons onderwijs, dat heeft noodig een periode van rust. Ja, ja! Meer rechtvaardigheid is voor dezen Liberaal een donderwolk, die verwoest en vernielt Ja, ja! Rust wil deze strijder, want nog meer geld voor de Christelijke School zal nog meer doen afbrokkelen het Openbaar onderwijs; zal nog meer steunen de religie die geen rust rnag hebben in Nederland voor ff hol van haren voet. »P iSEA US'ITMIJÜ. Eea bedrUgelijk uithangbord Al wordt de antirevolutionaire partij niet met name genoemd, toch wordt zij klaarblij kelijk bedoeld, toen onlangs een geschied kundige van naam gewag maakte van par tijen, die een ^bedrieglijk uithangbord^ voor hun deur hangen en zich dus anders voor doen, dan ze werkelijk zijn. Dr. H. F. Colenbrander heeft vooral veel studie gemaakt van onze geschiedenis gedurende de laatsie helft der achttiende en den overgang van deze in de negentiende eeuw. Zijn werk over den 3>Patriottentijd<r, toen de beginselen der Revolutie wortel schoten in ons vaderland en vrucht zet'ten, mag een standaardwerk heeten en 't is maar jammer, dat er zoovele publieke boekerijen zijn, waarin het ontbreekt trouwens onze tijd staat niet in het teeken der geschiedenis. Enkele maanden geleden nu heeft dezelfde schrijver een boek m 't licht gegeven over de »Bataafsche Republiek,een treffelijk werk, waaruit ook voor ónzen tijd heel wat te leeren valt. Wij waarschuwen elkaar tegenwoordig zoo vaak met een Ziet naar Frankrijk! We mochten wel wat beter onze eigen historie kennen en zeggen Ziet terug naar Holland Doch dat is nu Diet aan de orde. In de inleiding tot dit werk, is het, dat dr. Colenbranderzonder haar te noemen de antirevol. partij bij de ooren neemt en van politieke c neerlijkheid beschuldigt, een vlag voerend, die niet de lading dekt. Ik laat hem zelve aan 't woord »Zoo heeft, niettegenstaande het hers'el der nationale onafhankelijkheid, de Fransche Revolutie in onze geschie denis een zoo diepe insnijding gemaakt, als misschien nergens elders, buiten Frankrijk. Daarmee is ieder onzer het eens. Dat hebben wij altijd beweerd. Groen van Prinsterer is ons daarin voorgegaan en heeft onvermoeid aange toond, hoe er in 1813 wel andere paarden voor den wagen kwamen en den koetsier een Oranje-kokarde werd op den hoed gezet, maar hoe de koers dezelfde bleef en de richting niet veranderde. Zoowel het conservatieve bewind van Willem J, ais het liberalisme van Thorbecke lag op de lijn der Fransche Revolutie volkomen waar Doch nu gaat de schrijver voort De nieuwe positie van ons vorstenhuis zelve is ondenkbaar zonder haar [de Revolutie nl.] en van de in ons land bestaande partijen is er, Diettegenstaan de bedrieglijke uithangborden, feitelijk geen enkele, die tegen het eindresultaat der jaren van revolutie en onderwer ping reageert in verzet komt.]« Die kunnen wij, als men zegt, in den zak steken ^Gijlieden noemt u wel« dus luidt de beschuldiging >anti<r-revolutio nair en uit u in harde en felle taal tegen die schrikkelijke Revolutie, maar de resul taten dier Revolutie zoudt ge toch niet graag willen missen en aan haar vruchten doet ge u gaarne tegoed. Als 't waar is, géén mooi bedrijf! Het afdalen in den provisiekelder, om er de spijzen weg te nemen, streng veroordeelen, maar heeft een ander het eenmaal gedaan, dan mee de lepel in de geleipot steken, om van de zoetigheid te snoepen Onvervalscht politiek farizeïsme Nu is het een ietwat belachelijke zaak, om tegen een historicus van naam op te tornen en ik zou dat ook niet durven besteken, als het hier gold mcê te spreken over een betwist punt in de geschiedenis. Maar 't gaat hier niet over feiten. Vóór alles zijn hier de beginselen der antirev. partij in 't geding en men kan een groot geschiedvorscher zijn en zich toch geen goed begrip vormen van de grondbeginselen eener hedendaagsche partij. En daarom ik waag het er op Hier dook, naar me dunkt, de oude verwarring weer op van anti en contra. Dr. Colenbrander beweert, dat wij de uitkomsten der Revolutie niet ongedaan wenschen te maken en dat we daarom ons niet »anti«-revolutionair mogen noemen. De conclusie deugt niet. Daarom mogen we ons niet noemen ->con- #ro«-revolutionair. Zulke contra-revolutionairen zijn er ge weest. Da Costa, in 't begin van zijn strijd, was het, En in Groen's tijd staken, nu in Gouda, dan in Goes of op andere plaatsen, zulke lieden het hoofd op, die Koning Willem III den raad gaven, om met de Grondwet zijn pijp maar aan te steken en de volksvertegenwoordiging met 'n vrijkaart enkele reis op 't spoor te laten brengen. Doch dat is niet anti-revolutionair Groen ging daar vierkant tegenin. »Ik ben uit de school van Willem van Oranje en niet uit die van den Spaanschen modelkoning Filips II,zeide hij. En zoo kras mogelijk heeft hij het uit gesproken, dat de stormvloed der Revolutie een vruchtbaar slib had achtergelaten, dat de velden bedekte en dat Groen niet wou missen. De woorden van Chantepie de la Saussaye maakte hij tot de zijne, dat men van de beginselen der Revolutie wèl onder scheiden moet de orde van zaken tijdens en tengevolge der Revolutie tot stand geko men Dat is toch, dunkt me, duidelijk. Tot die nieuwe 2>orde van zaken« behoort o.m. de eenheid van den Staat, die vóór 1795 veel te wenschen overliet; het weg vallen van alle slagboomen voor het onder ling verkeer der provinciën en gemeenten de gelijkheid van alle godsdiensten voor de Wet; de grondwettige regeeriDgafschaf fing der pijnbank en andere smadelijke straffen ik noem nu maar, wat in 't eerst door ff hoofd speelt. Op dezen weg willen we niet terug. Eu dankbaar erkennen we, dat God door de Revolutie de totstandkoming dezer nieuwig heden heeft willen bespoedigen. Daarom zijn we niet »contra«-revolutio- nair. Een omwenteling in tegenovergestelden zin en al evenmin een geleidelijke terugkeer tot het oude régime, begeeren wij niet. te Dus tóch een s>bedrieglijk uithangbord,* In geenen deele Zie als daar iemand is, die van de genade Gods in Christus afkeerig is, maar wiens wandel sierlijk en wiens geheele doen de somma is van vele burgerlijke deugden, dan erkennen we dit met waardeering. Ja, dan wekken ze soms onszelf en auderen op, om ons zoo door iemand te laten bt^cha-en! Maar alp dan de vraag komt, of we met zoo iemand ook zouden willeD ruilen, dan, driewerf neen En wel omdat »de wortel der zaak« niet in hem gevonden wordt. Zoo is 't nu ook hier. De »wortek der Fransche Revolutie deugt niet. En als dan mannen gelijk dr. Colenbran der ons toevoegen, dat we dan toch ondanks onzen naam, maar stillekens vrede hebben met het feit dat sinds 1848, toen de lijn van 1795 werd doorgetrokken, de wil des volks toch eigenlijk de hoogste wet is in Nederland en dat wij, als ons de stembus meê was, even kalmpjes die volkswil in wetten gaan omzetten, als onze tegenstanders dit doen dan heeft hij het toch met zijn groote geleerdheid in de kennis onzer beginselen niet ver geVacht Niet de wil des volks niet de wil der meerderheidniet de wil eener bepaalde klasse niet de wil van enkel geboren 2. re genten 1zelfs niet de wil van vorstpf vorstin, willen wij in toepassing zien gebraotV Maar alleen de wil van God. i En dat kan óók in de meest democrati*a republiek. De staatstwwt heeft daar heel klein beetje mee te maken. En daarom kunnen wij dankbaar zijn voor de verbete- ringen in den staatsvorm, die de Revolutie (j ons bracht, terwijl we toch de grondgedachf dezer Revolutie de losmaking van Go> en Zijn Woord, met de meeste krac bestrijden. Ons uithangbord blijft dus aan z'n stang UITKIJK. SSuiteniafMl. Er werden de laatste dagen wel weer argitatieverschijnselen waargenomen bij het „publiek," als gevolg van den le vendiger toon in de pers en van meer troepenversterking aan de grenzen maar in Weenen trekt men zich er niet-veel van aan. Geen enkel incident deed zich' trouwens aan de grens voor, en compli caties worden niet meer verwacht. Oostenrijk moet men weten heett bij de 200.000 man op de been en zou dus tamelijk gerust kunnen zijn, indien de Serviërs het al wagend aan vallend op te treden 1 Volgens een correspondentie uit Bel- grado^ is het Servische leger uitstekend voorzien van bommen, van dezelfde soort als die, welke in den Rnssiscb- Japanseben oorlog door de JapaDneezet werden gebruikt. Bij da infanterie heefl men op elke twee soldaten er één, dit 5 werpbommen draagt, wier werkings-F sfeer zich tot 54 meier uitstrekt. Hun gewicht bedraagt 2l/2 pond. De cavalerie en artillerie zijn eveneens uitgerust met een enorme hoeveelheid I bommen met regelbare ontploffiDgs- V richting, die tot een afstand van 270 meters geworpen kunnen worden en van een toestelletje in parachutevorm voor zien zijn, waardoor ze in verticale rich- ,'g ting vallen. V In t algemeen worden vijf soorten in bommen gebruikt, waarvan vier met dynamiet geladen zijn, en de vijfde, ia.'n? ovalen vorm gemaakt, geladen ia met een explosie-stof, wier samenstelling geheim gehouden wordt. De bommen worden op zes verschillende plaatsen in het land verv^sdigt, Thar|^a Gef go A V, (l .hei t 3D ie L A V

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1909 | | pagina 1