Zaterdag 13 Februari 1909. 1 Antirevolutionair Orgaan voor «Ie SEaidhollandscbe en Zceowsche Eilanden. EERSTE1L4B. IN HOC SIGNO VINCES T. BOEKHOVEN, SOMMELSDIJK. Alle staafeKen voor de lledactie besfeisid, Advertenties» en verdere Administratie franco toe te «enden aan den I'if «ever. ij die zich nu abonneeren, ont vangen de nog in deze maand verschijnende nummers gratis. De liberalen zitten in de war. 't Zal van den zomer een heet hangijzer voor hen worden, 't Is nu 51 tegen 49, maar of dat blijven zal En nu moeten ze op hengelen en lokken uit. Dus Staatspensioneering Neen, dat nu heelemaal niet DusDwangverzeke ring? Neen, dat ook nog niet zoo direct. Wat dan? Kijk. als je den boer opgaat met een medelijdend hart en je houdt dan een spreekbeurt, waarin je, op diepgevoelden toon, zou Tollens zeggen in zijn doodig Wien Neerlands Bloed enz spreekt over het lot der armen, over de armhuizen over het teit, dat om een ouden vader geloot werd, wie dan toch der kinderen ten slotte den stakkerd in huis zou nemen en verzorgen zoo goed en zoo kwaad als 'tgaat kijk, als je dan in hartroerende taal de ellende schetst en het aas van Staatspensioneering uitwerpt in de breede luisterende schare allicht dat er dan ar beiders zijn, die met den liberaal meegaan. Ergo Staatspensioneering moet op 't program en in de verkie zingsrede moet daar beslist druk op gehamerd worden. Maar zoo onnoozel zijn de libe ralen ook weer niet, of ze weien wel, dat er bij Staatspensioneering adder tjes onder 't gras zittenin de eerste plaatsde finantiën in de tweede plaats: het hatelijke beginsel van Staatsarmenzorgin de derde plaats het feit, dat wie eenmaal aan den Staatsruif plukt, nooit genoeg heeft en dus de kans groot is, dat Ziekte verzekering, Invaliedenverzekering enz ten slotte na een 25 jaren ook uit die ruif zullen eten. En nu zitten de heeren omhoog Graag willen ze 't winnen graag de meerderheid in de Kamer! Dus er op uit om stemmen te winnen en de Staatspensioneering dus gepropageerd Maar om des beginsels en der schat kist wil, is men er toch weer wat huiverig vanen dus Dwangverzeke ring ook maar onder den mantel gestopt om er die desnoods uit te halen, als de een of andere debater soms vraagtIs Staatspensioneering heusch wel één van uwe beginselen Wat willen dus de heeren op 't oogenblikl Een blanco-Pensioneeriog. Wint Rechts dan zullen ze 't Ka binet steunen in zijn Verplichte ver zekering Winnen jAj I.inkschen 't, dan komen ze ook met ver plichte verzekering, let er maar op. Maar ze gaan den boer op met Staats pensioneering om kiezers te lokken. De stembus is in 't zicht Beginsellooszegt ge Taktiek, mijn waarde taktiek is 't, en anders niet. Precies, als met 't Blanco -Kiesrecht, t Was te doen om Algemeen Kies recht te krijgenmaar daarmee stieten ze velen hunner partijgenooten afdus dan maar Blanco. En op hoop van zegen zou men dan maar uit zeilen. Had men maar eenmaal alles in 't net, dan zou men wel met Al gemeen Kiesrecht voor den dag komen Maar hier bij de Pensioneering is 't toch nog erger Ze bedoelen Dwang verzekering maar om onze kiezers en nog wat socialisten te lokken roept menStaatspensioneering. Eigenlijk is 't dus hier nog niet eens Blanco. Men vermomt zich wat. Wat willen de heeren dus Kiezers past op uw neuzen 't Wordt weer beloven en er komt niets van terecht. De toeleg mislukt. Anticlericalisme is het cement, dat de Linksche groepen aaneen bindt en als stormbal, die de dobberende sche pen naar veilige haven wenkt, moet dr. Kuyper dienst doen. Dr. Kuyper was hij maar sinds zijn aftreden als Minister maar weer in de Kamer gekomen hoe men zich verheugd zou hebben. Om hem Ganschelijk niet. Maar om uit zijn woorden het noodige venijn te zuigen, zooals men dat in de periode >an 1901—'05 gedaan heeft met het be kende »paganisten.« Nooit heeft dr. Kuyper de onder scheiding gemaakt tusschen de libe ralen, die slechtspaganistenofheidenen waren en de anti liberalen, die dan de geloovigen zich meenden hij heeft wel gesproken van paganistische fac toren van een heidensche levensop vatting, van een heidensche openbaring in 't zedelijk en geestelijk leven enz. enz, maar nooit is door dr. Kuyper ontkend, of er zijn onder de Liberalen nog genoeg menschen, die geenzins met God en Bijbel gebroken hebben. En toch hoe heeft men zijn woorden uitgebuit. Wat heeft men ze uitgemer geld Hoe heeft men met opzet gelas terd. En was dr. Kuyper weer in de Kamer, zoo 4 jaar lang, wat had men dan kunnen azen op buitloeren op een antithese-woord De ooren spitsen om er naderhand mee den boer op te kunnen gaan. Maar dr." Kuyper doorzag ze. En hij boeman af. Hij is niet te gebruiken, want hij zwijgt als een soldaat op schildwacht. En zwijgen is hier goud. Voor de Liberalen hout, daar zij nijdig op knabbelen, maar voor ons niet. We houden dr. Kuyper buiten den strijd. En willen de Liberalen hem er in halen, dan roepen met volle borst Ze hebbem em den boeman Ze zoeken cement voor hun bouwvallig huis, waarvan de deuren uit de heng sels hangen en 't miserabel tocht. OP IDEA USTMIJM. kwam niet in de Kam er. tot v( ore en uitgaaf, die meetelde eenige maanden, om er slechts een maal te verschijnen. En nu nu hebben ze geen vat. Aan geen enkel woord. Ja, ze werpen 't nu op een anderen boeg! Nu 't verleden hem geen oogst opleverde, gaan ze de toekomst reeds bespionee- renHeemskerk heeft immers yer- klaard, dat de beginselen van 't Ka binet zijn, die van de Rechterzijde, beleden eertijds door de Kabinetten Mackay en Kuyper. Hadenken de liberalen da's koren op onzen molen. Heemskerk loopt of zal gaan loopen aan den leiband van Kuyper Ziezoo nu kunnen ze den boeman Kuyper weer gaan gebruiken Heemskerk KuyperKuyper is dan de echo, die 't zwaarst moet naklinken in allerlei herhaling. En de naam Heemskerk lispelt men dien van Kuyper schreeuwt men uit. Maar de toeleg mislukt. Het ver leden bracht hen. om dr Kuyper aan te vallen, om de antirev. partij te bekladden, in dit 4 jarig tijdvak nie mendal. En wat de toekomst opleveren zal, weet niemand. De stembus moet nog spreken en spreekt ze voor Rechts dan zal 't Kabinet Heemskerk aan blijven naar aller begeertedaaraan twijfelt niemand. De coalitie staat op dit oogenblik zoo, dat 't Kabinet Heemskerk (en geen auder) versterkt uit den strijd kan komen, Neendr. Kuyper is in deze verkiezingsdagen IVoor Sluis en Mof. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGEVER Telefoon Interconin. So. 3. Advertentie» 10 Cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën wordeD ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. z II'ai! willen ze nu eigenlijk? Ze kregen elk twee wittebrooden mee naar huis. Lekkere, goed-doorbakkeu, kruimelige wittebrooden met knappend korstjes Ja ik val met de deur in huis Maar wie »geen complimenten maakt* en tevreden is met een plakster in den praatkring om de kachel, die mag immers zonder aandienen binnengaan Twee wittebrooden ieder, zei ik. Waar, dat doet er nu niet toe 't was ergens in ons Vaderlanddat is genoeg voor de ^toepassing* van 't verhaal, waarom het me hoofdzakelijk te doen is. Twee wittebrooden en 't was daags voor Kerstmis. 't Was »old gebruuk* op de fabriek. Zoolang er de hooge schoorsteen gerookt had, waren daags voor Kerstmis al de arbeiders met deze brooden beschonken geworden. En toen nu ook ditmaal 't werk was stop gezet, zag men weldra in lange rij de arbeiders en arbeidsters in lange rijen, de ontvangen brooden onder den arm, den weg inslaan naar 't dorp. Beleefd hadden ze er voor bedankt't was immers de goedheid van den patroon, waaraan ze deze uitdeeling te danken hadden. Hij meende 't wel met hen en kon niet velen, dat ze met Kerstmis wellicht niet anders dan bruin-zwart >rogge« op tafel zouden krijgen Er waren gezinnen, waarvan er twee, drie op de fabriek werkten, zoodat die gezinnen zich de s>drie Zondagen-C met heerlijk wittebrood hebben kunnen verzadi gen. Voor een groot personeel was't zelfs 't Was van jaar tot jaar zoo gegaan, 't Was een kwart-eeuw al zoo geweest. Hun vaders en grootvaders hadden deze traditioneele brooden al ontvangen En toch er was wat onder 't volk. Daar waren er, die zich blijkbaar »ge- neerden* om met die onbedekte brooden langs den weg te gaan. Ze zochten er een »pakje* van te maken. Of ook, ze namen een binnenpad en kwamen met vallenden avond door 'n achterdeur in huis. En in hun gesprekken, zoo onder elkaar, kwamen ze er voor uit, dat ze toch liever dat brood door den bakker thuis bezorgd hadden gezien. En nog liever 't geld er voor hadden gekregen, om zelf brood te gaan koopen. Leering schuilt overal. Zelfs in zulk een kleine episode. Ja, de grooie verschijnselen in 't men- schenleven worden vaak aan zulke kleine teekenen gekend. Maar laten we niet in 't wilde weg filosofeeren, doch het verschijnsel nader bezien en ontleden. Sommigen zijn gauw met hun oordeel klaar. Zij schudden hun hoofd over die ar beiders. Inplaats van blij te zijn, dat ze een Kersttractatie boven hun loon krijgen, schamen ze er zich voor, om met een paar gekregen brooden over straat te gaan. Deze menschen zien daarin een nieuw be wijs van de »verwording« der arbeiders Hij wil niet weten, dat-ie 't noodig heeft hij doet liever »grool« hij Maar ik geloof, dat wie zoo praat, het toch abuis heeft. Ook de arbeider heeft zijn eergevoel. En laten we daar maar blij om zijn, want als hij dat eergevoel kwijt raakt, gaat een der mooiste trekken uit zijn karakter verloren Men heeft gehoord van ^sabotage.* Dat is het opzettelijk bederven en ver nielen van de werktuigen en producten des werkgevers, wat door onze hedendaagsche anarchisten wordt aanbevolen als een ge wettigd wapen in den klassenstrijd. Onze arbeiders willen daar nog niet aan. Dat is hun gevoel van eer, gegrond op hun gevoel voor recht en onrecht, dat, vaak onbewust, nog onder de conti ó'.e staat van de Wet Gods. Raakt dat eergevoel zoek, dan zal er van 't werk niet veel meer terecht komen. De vraag is dus, of in een geval als boven genoemd dat eergevoel recht werkte, of dat het zich op een dwaalspoor brengen liet. 'k Stel er een ander geval, uit de praktijk, tegenover. Ik ken een boerenstreek, waar de 2>vaste daggelder* vaak 's avonds Daar huis gaat en wat uit de boerderij meekrijgt, 't Is een emmertje karnemelk of »wei«, wat tuin en veldvruchten, 'n krop of wat sla, in den winter enkel ook wel 'n maal biest of iets dergelijks, zonder dat hem ooit de vraag in 't hoofd komt, of hier ook iets verne derends in schuilt. Maar ik zeg er dadelijk bij, dat in die streek de verhouding tusschen boer en arbeider nog een weinig anders is, dan die van ^werkgever* en »werknemer«, zoodat ze 's Zaterdagsavonds op de cent na afre kenen en dan quitte zijn. Natuurlijk, er zijn genoeg 2>kvvade« boe ren en ook Mastige* arbeiders, maar er werkt daar nog het bewustzijn, dat men ook zedelijke verplichtingen heeft tegenover elkaar 1 Als de koe kalven moet en de arbeidstijd is om, zal de daggelder niet den baas groeten en naar huis gaan, wanneer het beest geholpen moet worden. En als de arbeider z'n gemest varken leveren moet en bij den baas om den wagen en het paard in leen vraagt, zal deze daarvoor geen >huur* van het ^weekgeld* aftrekken. Waar zóó min of meer de verhouding nog is ietwat 3.patriarchaal* zou ik haast zeggen jammer, dat ze onder ons boe renvolk zoo weinig meer wordt aangetroffen daar voelt de arbeider zich door ge schenken in uatura niet beleedigd. Waar er mee door zijn arbeid overvloed is bij den boer, daar neemt hij die geschenken dankbaar aan, maar beschouwt ze eenigs- zins als s>emolumente«, waarop hij, nu ja geen wettelijk recht heeft, doch die hem vanwege den lagen loonstandaard, in bil lijkheid niet mogen onthouden worden. Die fabrieksarbeiders, boven genoemd, voelden zich zoo eenigszins of ze >van de bedeeling* kwamen. Die boerenarbeiders heelemaal nietDat is 't verschil in ver houding tusschen 3>baas* en »knecht«, ginds en hier. Nu roept men niet kunstmatig een ge wilde verhouding in 't leven. En de geheele ontwikkeling van den arbeid wijst erheen, dat we dit patriarchale systeem als ik 't zoo eens noemen mag, ontgroeien. Er is veel goeds van te leeren en over te nemen, maar 't systeem zélf raakt uit den tijd. En daarom zouden die fabrikanten, hoe goed ze 't overigens bedoelen mogen, wél doen, door die brooden-optocht af te schaf fen en in plaats daarvan b v. in 't Arbeids contract vast te stellen, dat den arbeiders met Kerstmis het volle dagloon, als 't kan voor beide dagen zal uitgekeerd worden. En over 't algemeen zullen de werkgevers wijs doen, als ze met de veranderde toe standen rekening houden. Zie, er zijn christen-patroons wien het gaat als Keizer Wilhelm. Met alle macht zoeken ze, gelijk hij, het goede voor hun »volk*, maar in 't eind voelen ze zich mis kend, als ze toch merken, hoe ze dat volk tegen hebben. Wilhelm II hield te strak vast aan het verouderde ^persoonlijke régime*. Zij hou den vast aan het uit den tijd geraakte jpatriarchale stelsel*. Dan willen ze véél doen voor hun volk. Maar dat volk moet niet als gelijke met hen willen onderhandelen. Het moet over trouwen* hebben. En ze zien de ontwikkeling der toestanden voorbij. Duitschland kan niet meer oabsoluut* geregeerd wordenhet Duitsche volk voelt zich omondig* en een meerderjarige wil niet meer als 'n kind behandeld worden, hoe goed de behandeling ook bedoeld zij 't Zal de eer van Wilhelm II zijn in de historie, dat hi] dit inzag, toen 't tijd was en, hoe buter ook de persoonlijke ervaring was, liever ten halve keerde, dan dat hij ten heele dwalen zou. Ik wensch onzen patroons too, dat zo dezelfde kloekheid mogen hebben. Laten ze met het tij de bakens verzetten Het moest om dit ééne voorbeeld te noemen niet voorkomen, dat onze patroons weigerden, de tusschenspraak van een ordelijke, behoorlijk optredende vak organisatie te erkennen. Engeland leert het ons, dat waar de patriarchale verhouding wegviel een organisatie, op goede banen geleid, van patroons en arbeiders beide, in 't welbe grepen belang is van allendie van den arbeid leven moeten UITKIJK. Vele kamerplanten hebben te lijéen van het lichtgas, 't zij van het gas zelf, dat kan uit- stroomen door de niet goed sluitende verbin dingsplaatsen of door de soms poreuze wanden, 't zij door het zwaveligzuur, dat by de verbran ding ontstaat. Niet alle planten gijn er even gevoelig voor, de altijd groene lederachtige zeer weinig, maar de met zachte, sappige bladeren in hooge mate. Be gasvergiftiging openbaart siah in zwarte vlekken aan de punten, in zwarte bladranden, terwijl ook jonge spruiten wel die kleur vertoonen en afsterven. Bij zoodanige ver schijnselen vrage men echter zich zelf af, of ook te droge lucht de oorzaak kan zyn; hieromtrent hebbe men dus zekerheid, aleer men het gas de schuld geeft. Gasvergiftiging voorkom3 men zooveel moge lijk door de verbindingsplaatsen, ook al is de hoofdkraan dicht, steeds gesloten te houdeD, ze verder te bestrijken met een kleefmiddel en blootliggende buizen nu en dan met olieverf. Raadzaam is het de planten 's nachts over te brengen in een vertrek zonder gasleidingde temperatuur mag daar evenwel niet veel ver schillen met die in het gewone vertrek. Voorts zorge men voor een geregelde iuchtverversching, in de plantenkamer en voor een veelvuldig be spuiten en afwasschen der planten. De mot wordt terecht door de huismoeders gevreesd, want haar verwoesting kan groot zijn. Geen enkel middel kan ons volkomen tegen haar beveiligenzit de mot eenmaal in de kleeren of het pelswerk, dan baten geen sterk riekende middelen. Goede afsluiting is het eenige middel om te voorkomen, dat de motuiitjes hun eieren in de kleeren enz. leggen wat zg in het haar of wol doen, omdat de rupsjes daar voedsel kunnen vinden. Men zij echter bij afsluiting zeker, dat er niet reeds eieren in zgnin dat gaval kloppe men de kleeren flink uit en legge of bange ze op koude of vochtige plaatsen. Op kleeding- stukken, welke gedragen worden, legt het uiltje zijn eieren niet. Rondvliegende motvlindertjez moet men natuurlijk dooden. Voorzorg is oek hier het beste. Tegen stof in lokalen wordt sinds eenigen tijd op de Kantoren der posterijen en telegrafie het volgende middel toegepast. In een bonten kist wordt grenen houtzaagsel uitgestort en door middel van een gieter flink besproeid met water. Na een paar uur wordt daarop druppelsgewijze raapolie {besprenkeld en de bovenste laag, voor zoover gedrenkt, dooreengemengd. Den volgenden morgen ia een laag geheel doortrokken en voor het gebruik geschikt. Een volgende maal moet de bereiding op gelijke wijze worden herhaald. Bereiding ineens van geheele balen voldoet minder, omdat het water verdampt en het mengsel daardoor langzamerhand te droog wordt. Het mengsel (op 100 Liter zaagsel s/» L. raapolie) wordt als zand over den grond gestrooid en langzamerhand op een hoop geveegd. Per dag wordt pl.m. 5 Liter gebruikt op elke TOO SPi (vierk. meter.) ->•

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1909 | | pagina 1