voor «Ie %iai<IIi«»llaiiil«clie en Zeenw^elie Eilanden SIESTI Zaterdag 6 Februari 1909. 23ste Jaargang N°. 1422. Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES T. BOEKHOVEN, SOMMELSDIJK. IklSe stnliken voor de Bftedactie bestemd, Advertentie» ess verdere Administratie ffsraraco toe te zenden aan desa Uitgever. Programs. Is dat niet juist de fout De eigen energie van den Land bouw. Middenstandscrediet. Buitenland. RUSLAND. Deze Courant verschijnt eiken "Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGEVER Telefoon Intercomm. S». 2. Advertentiën 10 Cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Roekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. De partijen gaan zich in slagorde stellen. De programs zijn of worden opgemaakt, opdat ieder de plannen en vaak beginselen zal leeren kennen van zijn tegenstander, maar in de eerste plaats zelf een kort overzicht hebbe van wat in de volgende jaren aan de orde zal zijn. De A.R- partij zal waarschijnlijk vier punten op haar program plaatsen: Gezinshootdenkiesrecht. Verplichte verzekering. Tariefsverhooging. Gelijk stelling van Openbaar en Bijzonder Onderwijs, vier zaken van 't hoogste belang. Het eerste breidt het aantal kiezers uit tot een millioen, het tweede draagt, zorg voor de ouden van dagenhet derde zoekt naar geld en 't vierde is een kwestie van rechtvaardigheid, die 't Liberalisme gelukkig reeds in begin sel heeft erkend. Daar staat 't Liberalisme bijna in zijn geheel tegenover met in plaats van Gezinshoofden Kiesrecht: 't Alge meen Kiesrecht; in plaats van ver plichte verzekering een ook toelaat bare Staatspensioneeringin plaats van een Tarief herziening een verhoo ging van directe en indirecte belas tingen terwijl in de Onderwijskwestie zeer zeker niet alle Liberalen de be ginselen huldigen door de voormannen in de Kamer in de laatste jaren ge openbaard. De Ongevallenwet moet op verschil lende punten worden herzien Maar een zaak is er, die van 't hoogste belang is nl. de administratiekosten En nu mag gepoogd worden door de Regeering om die kosten te verminde ren, ze blijven een zwaar blok aan 't been. Wat is de fout De Minister erkende het, toen hij zeideVoor de uitvoering van een verzekering met een zoo een traliseerend karakter is een kostbare administratie onvermijdelijk Juist, dat is de 'spijker op den kop geslagen. En nu mag de Minister, wie hij ook zij, lapmiddeltjes bezigen om die hooge administratiekosten tegen te gaan hij mag hier en daar eens scheiden en schiften en een andere organisatie daar stellen weg te nemen is daarmee niet het Centraliseereod karakter der Bank. De Ziekteverzekering voornamenlijk zal tot de centralisatie der Bank uit nemende aanleiding kunnen geven. En op de basis van deze zou ook een heele omwerking der Ongevallenwet gereedelijk kunnen volgen. Dat wil dus niet zeggen, dat het gebied der Ongevallenverzekering moet inkrimpen o neen dat heelt met centralisatie of decentralisatie niets te makenintegendeelhet ge bied moet worden uitgebreidook Landbouw, ook Binnen- en Buiten vaart moeten daarbij betrokken wor den maar uitbreiding der verzekering kan zeer goed samengaan met losma king van nu klemmende banden, of centralisatie. Hoeveel ziekenfondsen zijn er nu al niet en duizenden menschen worden geholpen met tienduizenden guldens, die worden opgebracht als premie. En 't is alles zonder centralitatie 't gaat buiten den Staat om en daarom niet minder sekuur en degelijk. In die richting kan ook de Ongeval lenwet herzien worden. In de Eerste Kamer werd terecht erop gewezen en in de Memorie van Antwoord er in toegestemd, dat van Regeeringswege een gedragslijn voor Landbouwzaken werd gevolgd, die met zoo gunstige uitkomsten werd be kroond, temeer ook omdat het krach tig optreden der Directie van den Landbouw steeds bezield werd door de begeerte om de eigen energie der landbouwers te prikkelen en niet in het geven van geld, maar in het geven van leiding en voorlichting de kern van de Regeeringstaak werd gezien. Maar getuigd mag dan ook worden, dat er geen tak van bestaan is, die juist als de Landbouw zoo ontzettend sterk geleid en voorgelicht wordt in de laatste vijftien jaren. Wie in 't Rijksjaarverslag eens na gaat, hoezeer het Landbouwonderwijs zich uitbreidt, staat verbaasd over den machtigen omvang en de krachtige actie. Ga Landbouwbladen na en week in, week uit treden sprekers op, die over allerlei onderwerpen, den Landbouw of de Veeteelt of de Zuivelbereiding of de Bijenteelt en meer annexe zaken handelen. De Landbouw werd en wordt ge prikkeld tot energie en deze drijft weer in eigen kring tot coöperatie, hetzij bij Credietbanken, door inkoop- vereenigingen en zooveel meer. Ja, 'tis zoo! De eigen energie van den Landbouw is opgewekt en draagt uitnemende vrucht. Het kan niet ontkend, of de Mid denstand wordt zwaar belast en ver keert niet in gunstige omstandigheden. De oorzaken zijn velerlei. Maar een middel is er toch, om hem wat te helpen. En dat is het Crediet, dat op dit oogenblik in dien Stand nog maar aan zijn begin van organisatie staat. Hoe, en dat is de hoofdvraag, komt 't Bedrijf aan Kapitaal en welke waar borgen kunnen er gegeven worden, dat dat Kapitaal goed wordt omgezet. Gelukkig, dat in den Middenstand dit gewichtige vraagstuk reeds aan de orde is, zoodat de Regeering met be langstelling kan afwachten, hoe die actie afloopen zou. Crediet is de leus van den tijd. Onmisbaar Maar het moet een vasten grondslag hebben. Als een rots moet men er op kunnen vertrouwen en geen slachtoffers mogen er vallen. Want een geschokt Crediet is de ondergang eener maatschappij. »P imx UTSilJÜ. Er is heel wat wrijving door ontstaan. De pas ingevoerde Wet op het Arbeids contract eischt, dat patroon en arbeider, te zamen een arbeidsovereenkomst zullen aangaan, volgens de regelen, door de Wet gesteld. En dat hokt hier en daar, Dat gaf haken- en-oogen. Dat heeft zelfs verbittering gewekt en ae arbeiders hier en daar doen uitroepen, dat het er de patroons nu ook altiid om te doen is, naar zich toe te halen, wat ze maar kunnen. Ook christen-arbeiders hebben daarover geklaagd. Terwijl de patroons, ook christen patroons korzelig en mismoedig hebben uitgeroepen, dat de Wetgever tegenwoordig niets beters te doen schijnt te hebben, dan hen in hun bedrijf te kwellen, waarbij ze dan met nalaten gramstorig te wijzen op de Ongevallen-wet Reden te over, om eenig nader onder zoek in te stellen. Het is ongetwijfeld een der moeilijkste bezigheden onder de zon, om een goede Wet te maken en met name een goede, sociale wet! Die Haagsche wetgevers ook Och, laten we dit niet te hard zeggen. Als er in een land, gelijk het onze, een nieuwe wet in de maak is, dat is dit geenszins een werk der duisternis. De kranten vooreerst zijn erg knap en tuk op nieuwtjeszij weten soms al wat er in zulk een wet komt te staan, vóór de Minister het zelf recht weet En later geven ze breede uittreksels en nog breeder besprekingen over het voorstel neen, men kan eer klagen over te veel, dan over te weinig licht Maar ieder weet, hoe dat gaat. 't Is maar zelden, dat de belanghebbende wakker zijn, als 't tijd is. Ze keeren zich es om op hun leger, halen de slaapmuts wat dichter over de oogen en dutten inde heeren in Den Haag moeten dat zaakje maar opknappen. En als het dan voorloopig te laat is en de nieuwe Wet knelt wat, hier en daar, dan gaan ze schreeuwen De bakkers zien dat anders in. En de bakkersknechts ook. 't Is een lust, om te zien hoe ze mee leven met het voorstel tot afschaffing van den nachtaibeid; hoe ze pro en contra pleitenEn dat er naar hen geluisterd wordt, bewijst wel het feit, dat Min. Talma hen beide opriep en wien lang de zaak met hem besprak. Maar zoo iets is uitzondering Ik keer echter tot het arbeidscontract terug. Voor den werkgever is dit een Wet van aGij zultAllerlei plichten worden hem opgelegd, met name tegenover de(n) in wonende^) arbeid(st)er, waaraan hij voor taan heeft te voldoen. Zulk een ^reglement van plichten«, is nooit aangenaam En een Duitscher schikt zich daar nog veel makkelijker in, dan een Nederlander, bij wien nu eenmaal de anarchistische speel man altijd een plaatsje krijgt aan den haard Wij doppen liefst onze boontjes zélf. Nu stel ik dit op den voorgrond, dat ik er niet aan denk, om élke bepaling van de nieuwe Wet te verdedigen in een ver gadering met vrij debat en dat om de een voudige reden, dat ik niet graag »op mijn kop« krijg! De tijd; ja, misschien de naaste toekomst al, zal leeren, dat er ook in deze Wet allerlei bepalingen zijn, die niet kunnen worden gehandhaafd. Maar aan den anderen kant moeten wij, antirevolutionairen, er dunkt me dankbaar voor zijn, dat deze Wet ons helpt, om op rechte paden te blijven. Een goede Wet is volstrekt geen belem mering voor de vrijheid! Dat dénken vele menschen, maar dan stellen ze vrijheid gelijk met anarchie. Bij ons is veel te veel uitgesleten de gedachte, dat er is een zedelijke land tusschen werkgever en arbeider. Ook wij zijn kinderen onzes tijds Wij meenen vaak, dat het zoo gaatDe arbeider heeft zooveel uren, zooveel minuten en zooveel seconden voor mij gewerkt, dus hij heeft recht op zooveel stuivers, zooveel centen en één halven cent loon en dan daarmee uit Dat is de idee der Revolutie, Daar komt deze Wet tegenop en zij prent het den patroon in, dat hun nog een andere band aan zijn arbeider verbindt, dan de kralenketting van stuivers en centen Is dat niet een echt antirevolutionair idee Gelukkig, dat dit dan ook door vele werk gevers wordt ingezien. »Ja, maarklagen de arbeiders, »de werkgevers maken de mooiste bepalingen uit deze Wet voor ons krachteloos; wat hebben we er dan aan? Laten we 't nader onderzoeken. Er is meer, waar klacht over valt, maar om niet in de veelheid van stof verward te raken, bepaal ik me ditmaal tot de ge vallen, waarvan de Wet meent, dat er loon behoort te worden uitgekeerd, ook wanneer er niet is gearbeid. Dat is bij ziekte, ongevalin zeer bizondere omstandigheden, als bij bevalling, overlijden e. d. g. of door toevallige verhindering. Zooals men weet, laat de Wet toe, dat bij schriftelijke overeenkomst van deze be palingen wordt afgeweken en er dus alléén loon wordt betaald naar 't aantal uren, dat er werkelijk gewerkt is. En ook weet men, dat als regel, de patroons in ons vaderland, met of zonder samenspraak met de arbeiders, van deze vrijheid, die de Wet laat, hebben gebruik gemaakt en weigerden, een arbeids overeenkomst aan te gaan, indien de arbei ders niet van deze wettelijke voorrechten wilden afzien. En, wel door den ongunst der tijden, hebben ze in verreweg de meeste gevallen hun zin gekregen. Dat zulks niet is naar den geest der Wet, zal ieder toestemmen. Wat de Wet als regel stelt, is zoodoende tot uitzondering gemaakt en omgekeerd. Om billijk te zijn, moet men echter ook aan de uitzondering vasthouden en toegeven, dat de geest der arbeiders tegenwoordig soms zoo is, dat de patroon er terecht tegenop ziet, om toch maar loon te beloven, eiken keer, dat Jan, Piet of Klaas zich eens een daagje ziek melden wil. De goeden moeten dan soms met de kwaden lijden! Nu kan het zijn, dat de Wet in strijd is met het recht en dat de patroons van de uitzondering, die de Wet zelf toelaat, gebruik maken, om dit nu weer in 't gelijk te breien. Dat kan ik echter niet inzien. Er bestaat ook een zedelijke band tus schen patroon en arbeider. Die legt b.v. den arbeider de plicht op, om maar niet precies zoo hard te werken, dat hij niet weggejaagd wordt, maar om zich zoo met de borst op den arbeid toe te leggen, alsof het inderdaad zijn eigen werk gold en niet dat van zijn baas. Maar die zedelijke band doet ook den baas niet vrij uitgaan als hij den trouwen knecht, die jaar en dag voor hem klaar stond, tot op een cent inhoüdt, wat hij b.v. voor een paar zieke dagen heeft verzuimd. Als nu echter de arbeiders klagen, dat de patroons die zedelijke verplichting niet gevoelen, laten ze dan niet nalaten de hand in eigen boezem te steken en erkennen, dat het bij hen niet zelden net zoo is gesteld. Maar, zegt nu de arbeider, wat helpt me zoo de Wet? Meer, dunkt mij, dan hij denkt. De arbeiders vergissen zich, als ze meenen, dat ze 't in de eerste plaats van de Wet hebben moeten 1 De Wet moet den weg openen, maar zij moeten den weg bewan delen. Dit hebben ze alvast, dat de Wet hun een sterken zsdelijken steun is in den rug. De Wet spreekt onomwonden als regel uit, dat de patroon bij ziekte, bizondere om standigheden enz. zedelijke verplichtingen heeft. Nu hebben de arbeiders zich te organi- seeren. De christel. arbeiders in hun eigen vakvereenigingen. Niet, om een verwoeden strijd met de patroons te beginnen! Dr. Slotenmaker de Bruyne in zijn ^Christelijke Sociale Studiën,zei het nog pas zoo terechtHet doel der vakorgani satie is vrede, géén strijd! Maar met den zedelijken steun der Wet, staan zij sterk. Kalm, billijk en waardig hebben ze met de patroons te handelen en te onderhandelen. Voor de bezwaren der patroons behooren zij een open oog te hebbener zijn patroons genoeg, die zelf moeite hebben, om 't hoofd boven water te houden 1 Tegen misbruik moeten zij meê helpen waken v Zie, deze Wet is een stekje. Waaraan misschien nog heel wat moet gesnoeid worden. Dat misschien zorgvuldig moet worden geleid. Men vergete echter niet, dat wat nu plaats had de eerste ontmoeting was onder deze nieuwe Wet. Die Wet blijft van kracht en van de arbeiders zelf hangt goeddeels af, wat haar werking zijn zal. Mits ze zich door geen blinde leidslieden in de gracht laten stootenlangzaam maar zeker hun weg gaangeen onmogelijke eischen stellen en tot het laatste toe in kalm overleg met de patrooös hun heil zien en in hun eigen, christel. vakorganisatie den waar borg zoeken voor den socialen vrede. UITKIJK. De regeering in Peteraburg heeft twee vliegen in één klap geslagen Het geschil tusscheD Turkjje en Bulgarije uit de wereld geholpen èn tegelijk zich, door haar welwillende bemoeienis, de vriend schap van Bulgarije verzekerd. De voor geslagen regeling, die door de betrokken partijen reeds is, of stellig zal worden goedgekeurd, komt op het volgende neer Turkije is aan Rusland nog een deel van de oorlogsschatting uit 1876 schuldig, te weten 550 millioen francs. Rusland laat hiervan nu een bedrag vallen, dat gelijk is aan de door Turkije van Bulgarije geëischte schadeloosstelling, nl. 125 mil lioen francs. En stelt nu aan Bulgarije voor, de 82 millioen francs, die het aan Turkije als schadevergoeding wil uit- keeren, bij jaarlijksche termijnen van 5 millioen in de Russische schatkist te storten. Het aantal door Turkije uit te keeren jaarlijksche bedragen van 8 millioen francs wordt alzoo met 16 verminderd. Gedurende de eerste 16 jaar keeren Turkjje en Bulgarije dus nu samen 13 millioen aan Rusland uit, wat bij den geldnood der Keizerlijke schatkist te Petersburg niet anders dan welkom kan zijn. Rusland ontvangt dan wel 35 mil lioen minder, maar krijgt eerder de beschikking over grootere bedragen, dan waarop aanvankelijk gerekend kon wor den. Bovendien vertegenwoordigen de 36 millioen onder de huidige omstandigheden voor Rusland geen verlies. Turkije is nog 70 uitkeeringen van 8 millioen ver schuldigd, waarvan nu de laatste 16 vervallendat zijn dus uitkeeringen waarvan de eerste over 54 jaar betaald zou moeten worden. In de plaats daarvan treden nu 16 uitkeeringen van 5 millioen, die gedurende de eerstvolgende 16 jaar betaald worden Men behoeft geen onge woon rekenmeester te zijn om in te zien, dat deze bedragen nu heel wat meer waard zijn, dan telkens 8 millioen 54 jaar later. Bulgarije heeft dan niet noodig een voor zijn financieele draagkracht nogal bezwarende groote buitenlandsche leening te sluiten, kan in termijnen betalen en behoeft geen inmenging in zijn geldelijk beheer van buitenaf te vreezen. Geen wonder dus, dat de regeering in Sofia zich al aanstonds tevreden heeft verklaard over deze knappe regeling van Rusland. Dat de Mogendheden haar ook goedkeuren, spreekt wel vanzelf. En als nu Turkije er ook genoegen mee neemt waarom zou het dit niet is deze zaak dus weer geheel in orde. Een tele-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1909 | | pagina 1