Zaterdag 16 Januari 1809, No. 1416. Twee Bladen. Officieel fSedeeiSe. iMnnenland. Plaatselijk Nieuws. IN HOC SIGNOWSES Dit nummer bestaat uit Voorbereidend Militair Onderricht. Bewijzen van voorgeoefendheid. De BURGEMEESTER van Bommels dijk brengt ter kennis van belanghebbenden, aat na den 20sten en vóór den 24sten Januari a.s. ter Secretarie der Gemeente kunnen worden afgehaald de bewijzen van voorgeoefendheid, welke bij het in deze maand gehouden onderzoek zullen zijn V6Het bewijs zal gewoonlijk in tweevoud worden uitg reikt. Eén der exemplaren dient om aan spraak te kunnen maken op indeehng bij het korps en plaatsing in het garnizoen van keuze. Het moet daartoe, bij de aanvrage om plaatsing bii een bepaald korps en garnizoen, vóór 12 lebr. a.s. opgezonden worden naar den Provincialen- Adjudant in de Provincie, binnen welke de Ge meente gelegen is, voor welke de houder van het bewijs heeft geloot. - t Het tweede exemplaar van het bewijs moet worden bewaard om het, na aankomst bij bet korps, in te leveren bij den compagnies-, eska drons- of batterij-commandant. Wordt het bewijs, bij uitzondering, in drievoud uitgereikt, dan kan de loteling, indien hij alsnog mocht wenschen zijne aanspraken op inlijving tot korte oefening te doen gelden, het derde exemplaar vóór den 25sten Januari a.s. recht streeks toezenden aan den Comm. der Koningen in de Provincie, binnen welke de gemeente gele gen is, voor welke de houder van liet bewijs heeft geloot. Sommelsdijk, den 15 Januari 1909. De Burgemeester voornoemd, DE GRAAFF. Toelating tot de Openbare School. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sommelsdijk, brengen ter kennis van Ouders en Voogden, die voor hunne kinderen en pupillen in de maand Februari a.s. toelating op de Open bare Lagere School verlangen 1. dat zij zich onder overlegging der Vaccine- bewijzen kunnen aanmelden ter Secretarie dezer Gemeente van 1520 Januari 1909; 2. dat alleen worden toegelaten kinderen die den leeftijd hebben bereist van 6 jaren of dien bereiken zullen binnen zes maanden na den dag der toelating en 3. dat na bovengenoemde dagteekening geene toelating meer zal plaats hebben. Sommelsdijk, 12 Januari 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Wethouder, De Burgemeester, W. VAN BEEK. DE GRAAEE. Uitslag Najaar» ISeiigstenkeuringen. De Ged. Staten der provincie Zuid-Holland, Gelet op art. 10 van het Kou. Besluit van 14 Augustus 1901 (Staatsblad no. 204,) gewijzigd bij Kon. Besluit van 6 Nov. 1906 (Staatsblad no. 278), in verband met art. 10 der wet op de Paarden fokkerij 1901, maken bekend dat bjj de in October 1908 gehouden keuringen in dit gewest door de Algemeene Keuringscom missie zjjn afgekeurd de volgende hengsten: „Hermes" M. Scheijgrond, Oostvoorne. „Murat II", Iz. van Beek, Numansdorp. ■„Maarten Tromp," G. Spoon, Zuidland. „Robert II," J. Zoeteman, ZuidlaDd. „Olairon," J. Kranendonk, Simonshaven. „Jolifeu," Jac. Trouw Gz., Zuid-Beierland. „Leon III," R. de Bruijne, Numansdorp. 7 L. van Driel, WAARSCHUWING. Houders van hengsten en merriën worden her innerd aan de volgende atrafbepaliugen der wet op de Paardenfokkerij 1901 „Tot dekking van merriën mogen behalve wanneer de hengst en de merrie tijdens de dekking en de 10 voorafgaande dagen aan denzelfden per soon in vollen eigendom toebehooren enkel hengsten gebruikt worden die zijn goedgekeurd voor de provincie waarin de dekking geschiedt. Bij overtreding wordt de houder van den hengst met ten hoogste honderd gulden, die van de merrie met ten hoogste vijftig gulden gestraft; insgelijks wordt met hoogstens vijftig gulden gestraft hij die in het openbaar een heugst tot dekking aanbeveelt of aanbiedt die daartoe niet mag worden gebruikt. Het is tenzij met vergun ning van den minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, op straffe van hoogstens vijftig gulden verboden op bet erf waar een goedgekeurde hengst tegen betaling voor dekking beschikbaar is een afgekeurden of een ougekeurden hengst van 2 jaar of ouder te houden. Bij herhaling van overtreding wordt het maxi mum der gestelde straffen verdubbeld. Iedere houder van een goedgekeurden hengst is op straffe van hoogstens 110 (bij herhaling t 20) verplicht: le. het keuringsbewijs op aanvrage te vertoo- nen aan alle ambtenaren derBijks en gemeente politie, aan den Secretaris der Provinciale Rege lingscommissie voor Zuid-Holland de heer J. H. van der Torren te Gouda) en aan den houder van eene merrie die deze wenscbt te laten dekken 2e. aan den houder van de merrie, nadat deze heeft afgeslagen, een nauwkeurig ingevuld dek- bewys te geven; 3e. de hem verstrekte deklijst of deklijsten nauwkeurig in te vullen en deze tusschen 1 en 15 Dec. 1909 franco terug te zenden aan den Secre taris der Prov. Regelingscomnaisaie. Ieder die het goedkeuringsmerk der hengsten (voor deze provincie de letters Z. H. op de linker- voorhoet) opzettelijk vervalscht of valschelijk plaatst, wordt gestraft met ten hoogste één jaar gevangenisstraf. 'sGravenbage, 23 Nov. 1908. De Gedeputeerde Staten voornoemd, PATUN, Voorzitter. F. TA VENRAAT. Griffier. WAARSCHUWING. De hoofdcommissaris van politie te Rotterdam, maakt bekend, dat sedert eenige maanden aan de Diergaardelaan No. 216 alhier is gevestigd een z g. Maatschappij »Victoria« of »Zuid- Hollamk, die zich ten doel zou stellen ■verzekeringen te sluiten tegen brand-, hagel- en inbraakschade of tegen gekten van paarden en vee, en daartoe bij advertentie in verschillende plaatse- hjke bladen oproepingen doet voor genten, die, alvorens benoemd te kunnen worden, een borgstelling van 100 moeten storten. Met het oog op het algemeen belang, wordt ieder ten zeerste aangeraden bij het aanknoopen van relatiën met deze z.g. Maatschappij de noodige voor zichtigheid in acht te nemen. Voor plaatselijke bladen, voornamel. die, welke veel ten plattenlande worden gelezen, wordt overname verzocht. De hoofdcommissaris van politie, TH. M. ROEST VAN LIMBURG. Uit de Pers» Onder het hoofdje De ware Christus schrijtt ï-Onze Courante orgaan voor Over ijssel en Drente Er moet een Megende* de wereld uit. Praatjes toch, worden al meer dan genoeg verteld De legende is deze, dat wij zouden zijn tegen den Bijbel op de Openbare School, omdat we van dit bijbelgebruik concur rentie vreezen voor de Christelijke school. Dat maakt men er wel van. Maar daarom is 't nog zoo niet Dat zou zijn, zoo voegde men ons toe, de Openbare School zoo slecht en gods dienstloos maken, als 't maar kan, opdat de Christelijke School maar bloeien zou .Nu wenschen wij den bloei dier school. Daar komen we rond voor uit. Met den oud-minister Kuvjper is het ons ideaal om niet één derde, maar twee derden, ja als 't kon drie derden van de kinderen onzes volks aan de Openbare School te ontrooven. Maar nooit zullen we den voortgang van het christelijk onderwijs bevorderen, door de Openbare School zoo slecht mogelijk te maken. Daar zou geen zegen op rusten. En onze God is machtig, om de Christelijke School óók over de concurentie van een bijbellezende Openbare heen te brengen. Op Hem staat in de zake van het Christelijk Onderwijs ons vertreuwen en niet op een geniepige verslechtering van het Openbaar Onderwijs. Drie dingen echter vragen we. Die alle drie billijk zijn. Ten eerste, dat de Wet gehandhaafd word: De Grondwet zoowel als de School wet. Ten tweede, dat er tusschen openbaar en bizonder onderwijs volkomen gelijkstelling zij. En ten derde, dat ook onze kinderen, daar waar ze nog van de openbare school moeten gebiuik maken, gewaarborgd worden tegen het ^christelijk tintje*, waar wij heelemaal niet van gediend zijn. Men ziet van ^-concurrentie* geen sprake. Die vrezen wij ook niet. We hebben dergelijker bezwaren. Over dat laatstgenoemde punt en enkel woord. Onlangs werd in de Kamer het jaarlijksch debat gevoerd over ons lager Onderwijs en bij die gelegenheid werd ook gesproken over de ^relatieve neutraliteit*, waardoor men dan verstaat, dat er op de Openbare School ook wel uit den Bijbel gelezen, psalmgezoDgcn en gebeden mag worden. Toen sprak ook de heer Borgesius. En hij zei een merkwaardig woord. Er was gezegd door enkele van Links Bijbel lezen, dat zou nog gaan, als er maar niet uit den Bijbel wordt verteld een rare onderscheiding overigens. Toen zei mr. Borgesiusa-Men kan op de openbare school, zonder in strijd te komen inet de neutraliteit en den eerbied, ver- schuldigend aan andersdenken, verhalen mededeelen uit den Bijbel en op Christus wijzen als den man in wien belichaamd is het conplex der Christelijke deugden. Let goed op die woorden. Prent ze in uw geheugen Ze zijn ongetwijfeld goed bedoeld daar niet van Zoo vurig als wij de christelijke school voorstaan, zoo warm verdedige mr. Borgesius de openbare. Hij heeft haar lief en wenscht haar bloei. En om nu toch maar zooveel mogelijk aan de bezwaren tegen die school tegemoet te komen, wil hij vèr gaanGebed, psalmgezang, bijbel lezen, bijbelsche geschiedenis ja zelfs de Christus zal toegang krijgen tot die school, als »de man, in wien belichaamd is het complex der christelijke deugden Maar dat is onze Christus niet l Dat is niet de Christus der Schriften. De Christus is ons niet gegeven van God tot een i-complex der Christelijk deugden*. Hij is ons gegeven tot een Redder, een Zaligmaker, een Verlosser, die met zijn eigen, dierbaar bloed ons heeft verlost en vrijgekochtvoor eeuwig ons heeft bevrijd van 't geweld der hel des doods en des satans 1 Zóó heeft zich Christus aan ons geopen baard. En wie zich nu een andere voorstelling maakt van den Zone Gods, indruischend tegen de Heilige Schrift, die maakt zich schuldig aan het tweede gebod door Hem op een andere wijze te vereeren, dan Hij in Zijn Woord bevolen heeft. Hij wil niet als >complex van christelijke deugden* zijn geëerd, gepredikt en aange prezen 1 Maar eenig en alleen, zooals da Costa hem noemt: Mijn Redder, mijn Goël, mijn Zondevernieler.* Waarlijk, wij hebben leergeld betaald In de achtiende eeuw heeft die deugden- theorie onze Kerk verwoest en in de negen tiende heeft ze onze School onbruikbaar gemaakt. Wij kunnen niet goedvinden, dat men nu in de twintigste, onder introductie van mr, Borgesius haar wederom pasklaar gaat maken voor ons kroost. Neen 't is het bijbellezen niet. Noch het psalmgezang. Maar 't is, dat we op de openbare School niet willen helpen invoeren een eigenwil lig en, eigengemaakte godsdienst, die den hoogheiligen Zone Gods maakt tot een j>complex van christelijke deugden.* »Gij hebt dan toch uw eigen school*, zegt men. Wié zoo spreekt kent de praktijk niet. Honderden, ja duizenden onzer kinderen, verstrooiden op allerlei plaatsen, waar onze groep zwak is, móeten wel naar de open bare school. Het raakt ons aan den lijve En wie dan zegt, dat we in dat geval de absolute neutraliteit kunnen eischen die kent vooral in kleine plaatsen het leven nietzoo'n spelbreker wordt wel murw sgepest*. Dat staat er op 't spel. Heel wat anders, dan »vrees voor con currentie Verdeeldheid. Zoo bij gelegenheid van Kerstfeest en Nieuwjaar kan men in de vrijzinnige pers ook a-stichtelijke* stukjes lezen. Er worden weieens op zichzelf goede dingen in gezegd. Maar heelaas, op het Kindeke van Bethlehem als op den Heiland, den Verlosser van zondaren, als op onzen grooten Koning, werd niet gewezen. In een der bladen lazen wij een zonder linge klacht over de verdeeldheiddie er ondanks het Vrede op aarde* op gods dienstig en politiek gebied besiaaat ook in ons eigen vaderland. Vooral in het verkie zingsjaar 1909 zal zich die verdeeldheid doen gevoelen. Niet onduidelijk gaf de schrijver te ver staan, wie naar zijne overtuiging, oorzaak van die ^verdeeldheid* waren. Maar een dergelijke klacht juist van de vrijzinnigen, heeft toch iets dat bevreemdt. Men zou naar dat treuren over verdeeld heid te oordeelen, vermoeden, dat de libe ralen innig verheugd waren over de meer dere toenadering van de groepen der rechterzijde onderling dat zij met roerende beminnelijkheid zouden trachten te doen wat slechts mogelijk is om die groepen te leeren elkaar beier te verstaan, en uit den weg te ruimen alles wat scheiding tusschen hen teweeg kan brengen. Maar het is zoo niet 1 Veeleer andersom Telkens schijnt het, alsof men zich van vrijzinnigen kant beijvert om de groepen der rechterzijde tegenover elkaar te prik kelen en op te zetien. Men waarschuwt de Protestanten tegen de Roomschen en omgekeerd. Men tracht de chr-hist. tegen de anti-revol. en Room schen in het harnas te jagen. Men probeert bij iedeie verkiezing, laatstelijk nog in Ommen bijv, Herv. en Geref. te scheiden. NeeD, or er verdeeldheid* klagen, dat moeten de vrijzinnigen toch heusch maar niet doen. Bovendien wie hebben in dit van ouds christelijke land op velerlei terrein de j-verdeddheid* gebracht P Wie de historie kent, kan op die vraag geen antwoord geven, als: dat hebben juist de vrijzinnigen gedaan. »lMenvebode Stemmen van link». Hoe de stemming links is, nu de ver kiezingen nog liggen in ver verschiet, blijkt reeds thans uit enkele uitingen in de pers. Het gaat, zooals we voorspeld hebben, steeds meer de richting van een personen strijd uit. De Vaderlander, orgaan der Unie-libe ralen doelt daarop, als het spreekt over >het zwakke punt* van het Kabinet-Heemskerk, zwak omdat het niet homogeen is, en omdat de premier niet weet waar hij heen gaat. Vraagt men het hem, dan loost hij een zucht en wijst op den Juni- nevel in de verte, zeggende: Ilc kan u eerst antwoorden, als die opgetrokken is. En de vorm van dien nevel voorspelt weinig goeds; ze vertoont de Napoleon tische trekken van dr. A. K u y p e r. j-Noorman*, de schrijver van een politiek overzicht in de Tijdspiegel, richt zich even eens tot dr. Kuyper. Excellentie, Meester der Christenen door uw groot suggestie vermogen, vooral tegenover de nauw halfdenkende, atavis tisch aangelegde menigte, de paganis- ten groeten u. Zij weten te veel om weer Christen te worden, en te weinig om niet bescheiden te blijven. Daarom schelden zij niet, u herinnerend aan het woord, dat een ander man van het oude volk in den mond werd gelegd: ik kan niet anders, maar ook gij kunt niet anders, en ik vloek u niet. De »paganisten« let op wie het zijn die het woord weer in omloop brengen de z-paganisten* weten te veel om weer Christen te worden. Droeve wetenschap, en droef getuigenis in elk geval van een man, die te weinig zegt te weten, om niet be scheiden te blijven! Ofschoon deze veel wetendheid* met die uiting der bescheiden heid een weinig in conflict komt! Deze schrijver intusschen ziet gelaten den loop der dingen aan. De toestand is nu eenmaal zooals die is; en als wij weer onder het clericale juk geraken, welnu, dan zullen wij kalm onzen weg vervolgen als paganisten en dan hopen wij, dat de vrijzinnigen dezelfde offervaardigheid zullen toonen als vroeger rechts geschiedde, niet met de voede ring van het stemvee, maar voor de ontwikkeling en instandhouding van het vrije onderwijs, dat op den zwarten weg spoedig in de verdrukking zal komen. In dat geval kunnen de kinderjaren der twin tigste eeuw nog meevallen. »Onder het clericale juk*. 2>Op den zwarten weg*. Neen, deze >paganist* scheldt niet Moge hij zich herinneren dat >onder het clericale juk* en >op den zwarten weg* tienmaal meer is gedaan voor »de ontwik keling en instandhouding van het vrije onderwijs*, dan ooit door hem en zijn genooten! Moge hij zich herinneren hoe het zelfs volgens mr. van Houten's getuigenis! de »clericale« Kabinetten-Mackay en Kuy per geweest zijn, die in het subsidiestelsel een onpartijdige regeling hebben gegeven aan kerkelijke zoowel als aan ^onkerkelijke en anti-kerkelijke scholen*! Hoe is het mogelijk te schrijven gelijk »Noorman* schrijft, en tegelijkertijd de rechterzijde als voorbeeld van offervaardig heid voor te stellen aan links! Maar het is vrees, die den geest ver troebelt. Het is haat, die de oogen ver duistert, ook al maant men aan »kalm« te zijn, gelijk deze ^Noorman*. Want, zegt hij De clericale boomen zullen niet ten hemel wassen. De muren van het moderne Jericho zullen niet meer omvallen, noch door bazuimgeschal, noch door het ge dreun van de tale Kanaans, noch door het gemurmel van de hysterische toon- looze e. Ziet ge meer witte dassen, hoort ge meer psalmen zingen, bedenk, dat de overtuigingen bij velen maar los over de schouders hangen en gemakkelijk wisselen naar eiken voordeeligen wind. Ook dat is altijd zoo geweest. Er is inderdaad niets nieuws onder de zon. Deze »paganist* scheldt niet Alleen maar hij wijst u de huichelaars aan. De ^overtuigingen hangen bij velen maar los over de schouders*, en ^wisselen gemakkelijk naar eiken voordeeligen wind* Deze wachter op de muren van z>het moderne Jericho* kent het i-spel der witte dassen en het geluid der psalmen*. Dat hij dan tegen Juni de bazuin zette aan den mond en dat zijn waarschuwing het land doordreune tegen de vrijzinnige leiders, die met de witte das getooid en zingend de psalmen die zij niet verstaan, de onnoozele kiezers-schaapkens zullen trachten te lokken in de kooi der kerk- en geloof ^beschermende* vrijzinnigheid. Opdat ze niet te laat bemerken dat ze werden misleid Helaas wij vreezen zelfs dezen Noor man* met de witte das getooid te zullen ziende Ned. Uitvaart van Ministers Bevers. Hoort het klokkengelui Het bimbamt door de ijle lucht van zon- nigen wintermorgen, klinkt ver weg over de grachten, de huizen, het bosch Het klokgelui is een doodenzang, een tonig en droef, en zij zingt dat sterft al wat sterflijk is, dat de Dood de hoogsten niet spaart, maar ze aangrijpt en neerlegt onverwacht, met één zwaai van zijn schrik - kelijken sikkel Van den Bezuidenhout komt de stoet aan, langzaam. Tegen het sombere zwart kleurt fel het rood van de twee Hofkoetsen, in 't eerste de Prins met zijn adjudanten, in 't tweede een vertegenwoordiger van H. M. de Koningin-Moeder. En voorop, achter de politie-mannen, gaat 'n schaar ge-uniformde weesjongens eer bewijzend aan de nagedachtenis van hunnen Regent. »Och« zeggen de menschen langs den weg, als ze dat zien. Zondelinge tegenstellingde sombere zwarte Majesteit van den Dood, en het Koninklijke ceremonieel van kleuren en uniformen daarachter »Des Konings dienaar* wordt uitgedragen. Weggerukt midden uit zijn dienstwerk, gaat hij, op zijn laatste rit, terug naar de plaats, die hem in dienst van Koningin en Land arbeiden zag, zoolang het dag was, naar het Binnenhof. Alle Departements-gebouwen sloten hun vele oogeneerbied voor den dood, en t eerbied voor den doode, Ook iu de Park straat bij Posterijen en Telegrafie is alles gesloten Langzaam, door de straten der stad, die hij, de doode Minister, de oud wethouder zoo heeft liefgehad, trekt de doodsstoet verder naar het Banka plein. Daar is het zwart van de menschen, en elke tram brengt er meer. Vóór het R. K. kerkhof heeft de politie, onder leiding van den hoofdcommissaris zelfs, den weg vrij gehouden. Vol is het kerkhof vooral voor de kapel. Een groote schaar van Kamer leden, burgemeester, wethouders en leden van den Haagschen Raad, wachten daar de komst van den stoet af. Het klokgelui wordt hier niet gehoord. Maar vele stemmen spreken zacht over den doode, van wien elk getuigdhoe goéd hij was. Niet een getuigen in officèele graf redevoering, maar een zacht vertellen door wie hem konden aan die hem niet kennen. En als de baar voorgedragen wordt, met één bos van lentebloemen, seringen vooral, gedekt, dan ontblooten allen stil en eer biedig het hoofd. Vóór de baar gaan weer de weeskinderen er achter de Prins in generaalsuniform, dan de Ministers Wentholt, Nelissen, De Marees van Swinderen Daarachter de heeren Talma, Idenburg en Kolkman alleen de Ministers Heemskerk en Sabron zijn er nietde eerste is buitenslands, de tweede ongesteld. Leden der R. K. Kamerclub en familie-leden sluiten zich aan, dan de leden van den Ge meenteraad, en door de breede rijen der belangstellenden. Kamerleden en Departe- ments-ambtenaren, gaat de stoet de kapel binnen. Over 't zwarte geheel schijnt de zon in haar vriendelijken glans Zoo was de begrafenis van Minister Bevers. (»De Banier.*) Een berucht proces, was het onderwerp Dinsdagavond door Prof. Mr. P. A. Diepenhorst, in de Oosterkerk, voor de Ger. Jongv. te Zeist, behandeld. Met gespannen aandacht werd de Spr. gevolgd, toen hij wees op de leugenachtige berichten en voorstellingen door de vrijzin nigheid in 1905 verspreid, om het Ministerie Kuyper te doen vallen, dat Calvijn, Seret had laten verbranden. Dat sloeg in, want immers Kuyper was een volgeling van Cal vijn Prof. Diepenhorst toonde aan, dat in die dagen de verspreiding van ketterijen, zooals Seret deed, bij Roomsch en Prote stant, rechterlijke vervolging eischte toch was het niet Calvijn die Seret veroordeelde, ja, al had hij het gewild, dit koa hij niet, daar zijne invloed op de rechterlijke macht in dien tijd van niet den minsten invloed was. In Frankrijk werd Seret door de inquisitie veroordeeld, toon hij een boek in het licht had gegeven, waarin hij op de gruwzaamste wijze de heiligheden lasterde. Seret vluchtte daarop naar Genève, waar hij door den Kleinen Raad ter dood werd veroordeeld welke raad voor verreweg de meesten uit libertijnen bestond, Calvijn's heftigste tegen standers. Het zal een genot voor velen zijn als Prof. Diepenhorst deze lezing in druk zou willen doen verschijnen daar men niet op houdt om de nagedachtenis van een man als Calvijn door zulke leugenachtige voor stellingen tracht te smaden, om daar politieke munt uit te slaan. De firma W. J, van Hoogsraten, boekhandel, Noordeinde 98 te 's-Graven- hage, is bezig met de samenstelling van een gids van de in Nederland bestaande, muziek, zang- en delletanten-tooneelvereeni- gingen. In dit werk zullen gratis worden opgenomen alle bovenstaande vereenigingen in Nederland. De vereenigingen die iu dit werkje wen schen te worden opgenomen, zenden daaroe franco opgaven van Naam der Vereeniging, doel en zetel, benevens de namen met voorletters van den Voorzitter, den Secre taris en den Penningmeester met hunne woonplaatsen. Sommelsdijk. Bij de gehouden examen tot het verkrijgen van een bewijs van Militaire bekwaamheid en lichamelijke geoefendheid slaagde uit deze gemeente de lotelingen J. H. Dijkers, J. van Gulik, A. Sluij, J. J. Vijfhuizen, K. Grootenboer, J. Wielhouwer en C. Joppe. Door de rijkspolitie is eenig koper werk, vermoedelijk door diefstal verkregen en afkomstig van de tramwerken op 't Hoofd te Middelharnis, ten huize van den opkooper J, T. alhier, in beslaggenomen. De loting voor de Nationale Militie te beginnen met het dienstjaar 1909, is met twee maanden vervroegd en zal dus voortaan plaats hebben tusschen 7 Augustus en 7 September. LEZING van den hter Van Hulst uit Enschede over Coöperatie, inzon derheid over de Inrichting en Wer king van de Coöp. Vereeniging 3> Centraal Bureaux te Sommelsdijk in H Hotel 6pee op 13 Januari. Eerst een woord van lof over den spreker; over de duidelijke behandeling en heldere beantwoording der gestelde vragen. Dan deze raadLaten de Landbouwvereenigingen, die nog geen kennis gemaakt hebben met dezen spreker, dit nog onverwijld doen; want het onderwerp, namel. de groote beteekenis van 't Centraal Bureau moet beslist overal uiteen-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1909 | | pagina 3