De Frontieren over
Zaterdag 5 December 1908.
Antirevolutionair
£3ste Jaargang N°. 1404
Orgaan
voor dr Zuidhollandsclie en Zeeuwselif Eilanden.
IN HOC SIGNO VINCES
mm m.
T. BOEK HO VEN.
Holland in het jaar 1672
uitgever j
SOMMELSDIJK.
Alle stukken voor de Kedactie bestemd, Advertentie?» en verdere Administratie franco toe ie «enden aan den Uitgever.
Aan onze abonnè's!
Vrijhandel en Scheeps
bouw.
Bij den bakkerin de kroeg
en de danszaal.
De Christelijke idee ontwaakt
I< rontverandering
Da's een schande.
Een Af deeling van Chr. Onder
wijzers op Flakkee.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland by vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nnmmers 5 Cent.
Telelocï» Intercom». Wo. 2.
Adrertentiën 10 cent per regel en s/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en */s maa^
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
Voor enkele dagen kregen we het
geluk om voor een koopje een par
tijtje boeken machtig te worden, waar
we onzen lezers een dienst mede den
ken te doen.
Wij zijn namelijk daardoor in de
gelegenheid gesteld om het keurige
boeiende geschiedkundige werk,
OF
door
J. POSTMUS,
geïllustreerd door JOH AN GEBHARD,
en waarvan de prijs ƒ1,10 is, aan
onze abonné's, doch uitsluitend aan hen,
aan te bieden voor den luttelen prijs
van Zeventig Cent.
366 bladzijden, groot formaat, voor
Zeventig Cent, dat is meer dan vijf
bladzijden voor 1 Cent, behalve nog
de platen.
Voor Hicolaas-eacieau een
keurig geschenk.
Tegen inzending van postwissel a
70 Cent, waarop Do Frontieren over
ot toezending van dat bedrag in post
zegels volgt de toezendingonmiddellijk.
Voor zending per post 15 Cent
hooger.
De Uitgever.
Dat vrijhandelaars op ceeonomisch
gebied weinig-betrouwbare profeten
zijn, toonden wij herhaaldelijk aan,
ook o a. in onze Uitgave No. 6 getiteld
«Bescherming en Export® met betrek
king tot Duitschland, waaromtrent in
1879, toen het den protectionistischen
weg insloeg, door onze toongevende
vrijhandelaren voorspeld werd. dat die
handelspolitiek een afschrikkend voor
beeld zou blijken te zijn voor de andere
natiën, dat Duitschland zou verarmen,
dat de Duitschers den »Wanderstab«
ter hand zouden moeten nemen om
elders werk te zoeken, dat Duitschland
nooit een hooge plaats in de rij der
natiën zou kunnen innemen.
Nu het laten bouwen van groote
stoomschepen in Groot-Brittannië
veelvuldig voorkomt en de kwestie van
het doen bouwen der stoombooten van
de Maatschappij Zeeland zeer actueel
is, kan het misschien zijn nut hebben
een nieuw staaltje te geven van de
onbetrouwbaarheid dier vrijhandels
voorspellingen.
Het zij ons daarom vergund het
volgende te ontleenen aan een boekje
«Vrijhandel of Bescherming® in 1883
verschenen van de hand van den Heer
J. J. Spee, oud-ambtenaar der Directe
Belastingen, In- en Uitvoerrechten en
Accijnzen.
Wij lezen daar op bladzijde 12:
Dat de meeste stoombooten, die op onze
groote lijnen in de vaart zijn gebracht, uit
Engeland worden betrokkeD, is ongelukkiger
wijze waar, maar dit feit geeft als zoodanig
ook een beschamend antwoord op de ver
wachtingen, die, bij gelegenheid van de
Vragen des Tijds 1879 „Onze Handelspolitiek,"
bidz. 315-321.
debatten over onze tegenwoordige Scheep
vaartwetten in 1850, aan scheepsbouw en
scheepvaart werden voorgespiegeld
Wil men weteD, wat de Regeering ant
woordde aau een afgevaardigde uit Gronin
gen, die vrees voor de toekomst onzer
scheepswerven had te kennen gegeven, als
gevolg van het recht van nationaliseering
van vreemde schepen
z>Maar mijn gevoelen,zeide de Min.
van Financiën van Bosse, r>en dit is
2 geenszins verzwakt door hetgeen de geachte
2spreker uit Groningen heeft in het midden
gebracht, verbiedt de aard onzer reederijen
2>in het algemeen, dat men ernstige vrees
akoestere, dat hier te lande vreemde schepen
2Zouden worden aangevoerd. De bijzonder-
j>heden, welke de spreker omtrent den
»aanbouw van schepen en de bijeenbrenging
2van de daarvoor benoodigde gelden heeft
2 vermeld, zelfs, dunkt mij (van Bosse) een
»bewijs, dat men niet voor vreemde schepen
i>behoeft bevreesd te zijn. Het is niet te
^verwachten, dat een Nederlandsch schipper
2de faciliteiten, waarvan de spreker gewaagde
zin een vreemd land zal vinden, en dat de
^geldschieters en deelnemers in dusdanige
»ondernemingen, die in den regel zeiven
leveranciers zijn, hun geld zouden geven,
»wanneer het schip buiten 's lands gebouwd
2werd. Evenmin ben ik (het is altijd nog de
»Heer Van Bosse, die spreekt) bevreesd
2.voor het doen bouwen buiten 's lands van
^groote schepenwant gesteld, dat men
^elders goedkooper schepen bouwde dan
>hier, dan nog vraag ik, welke reeder zal
»het wagen buiten 's lands een schip te
>laten bonwen Het is toch bekend, dat
2 het bouwen van een schip een zaak van
2aanbelang is, en er steeds grooter kapitalen
»voor schepen van een eeDigszins beduidend
>charter (weinig minder dan honderd duizend
2gulden) vereischt worden. Zal men nu, ter-
2 wijl men hier zoo voorzichtig in alles te
2werk gaat, dat men zelfs iemand aanstelt,
2ten einde de reeders bij het bouwen te
2vertegenwoordigen, de schepen buiten 's
2lands zonder toezicht laten bouwen, omdat
2het eenigszins goedkooper is Ik geloof
2het niet en ik voor mij meen ook, dat de
voorzichtigheid van onzen landaard ons
2waarborg genoeg oplevert, dat wij daarvoor
2geen vrees moeten hebben. Wij moeten
2 des te minder vrees hebben, omdat wij
2toch reeds zien, dat na de verleende vrij-
2heid in Engeland, waar de scheepsbouw
2Dog duurder is dan hier« dit ook geene
2plaats vindt voor dat Rijk, dat is, dat
2buiten Engeland voor Engelsche rekening
»wordt aaugebouwd.«
Wat blijkt derhalve a posteriori uit de
Kamerdebatten van 1850?
Dat de voorstanders van de freetraders-
theorieën slechte profeten waren, en het
zeer mis hadden, toen zij (van de nieuwe
wet de herleving onzer scheepswerven en
den bloei onzer reederijen voorspiegelden
en) zich met de illusie vleideD, dat onze
vlag zich als weleer in alle zeeën zou ver-
toonen, zonder eenige vrees voor mededin
ging van onzen machtigen buurman, 2die
wel zelf bij ons zou moeten terecht komen
om in de behoefte van zijn scheepvaart te
voorzien.
De scheepsbouw is een onzer oudste
en meest inheemsche industrieën. Het
noemen van den naam Czar Peter is
voldoende om onze vroegere grootheid
op dit gebied in herinnering te bren
gen
Vergelijkt men de positie, die onze
scheepsbouw nog in het midden der
vorige eeuw blijkens de rede van den
heer Van Bosse innam, bij den toestand
van nu, waarbij volgens onze «Jaar
cijfers® van de in 1906 onder Neder-
landsche vlag gebrachte schepen en
stoombooten 156000 ton in Nederland
en 159.000 ton in het buitenland wer
den gebouwd, dan is dit voor een zee
varend en handeldrijvend volk in een
land als het onze, van alle kanten
door water omspoeld en in het centrum
van Europa gelegen, werkelijk bescha
mend.
(Tariefvereeniging)
no 25.
Kort en kernachtig wordt het ma
terialistisch leven onzer dagen weer
gegeven door het opschritt De Heilige
Schrift bedoelde hetzelfde, maar zei
het zoo
i En gelijk het geschied is in de
gdagen van Noach, alzoo zal het
ook zijn in de dagen van denZoon
|des menschen.
Zij aten," zij dronken, zij namen
ten huwelijk, zij werden ten huwe
lijk gegeven, tot den dag op welken
Noach in de arke ging en de zond
vloed kwam en verdiert ze allen.
Of ook andersLaat ons eten en
drinken, want morgen sterven wij.
Of ook andersMaak nu de aarde
schoon en rijkstraks is 't uit, dan
zijt ge een lijk. Het is de levensbe
schouwing van den werelddienaar, die
bij »brood« alleen wil leven, maar
niet bij 't brood én bij alle woord,
dat door den mond Gods uitgaat. Het
is het materialistisch jagen onzèrdagen
naar de stoffelijke dingen, naar eten
drinken en vroolijk zijn maar aan de
geestelijke, eeuwige dingen wordt zoo
weinig aandacht geschonken.
En toch, hoe men ook het leven zal
willen behouden bij vreugd en levens-
lol, of men al uitsluitend de stoffelijke
goederen najagend, het leven zal pogen
te genieten en te behouden wie zoo
zijn leven wil behouden, zal het ver
liezen.
Maar Goddankde oogen zijn er
reeds voor geopend, dat de weg dien
men bewandelt, een pad des doods
is.
Er wordt weer geruisch van stem
men gehoordvragen, schreeuwen
om verlost te worden van die mate
rialistische nachtmerrie, die zoovelen
loodzwaar drukt. Er wordt meer ge
vraagd naar geestelijk brood; de on
voldane harten de zwoegende, ineen
gezonken, amechte ziel begint weer
te hijgen naar nieuwe levenslucht;
naar andere denkstof, naar betere
levensideaal. De Religie begint weer
te bloeiende Geesteswerking wordt
weer gevoeldde kerkdeuren moeten
wijder open de Bijbel komt weer op
zijn oude plaats. Want God sprak
in die materialistische duisternis zij
lichtEn er was licht.
We zien in onze dagen een strijd
op allerlei terrein. In 't staatkundig
leven is strijd strijd in de Maatschap
pij s+rijd in de Kerk; strijd in 't School
leven. Geen terrein zells, waar de in
vloed van dien strijd niet wordt ge
merkt.
Twintig, dertig jaar terug was er
meer eenheid, meer rust, meer vrede
in onzen burgerstaat. Door heel de
wereld was er meer rust. OfgenaarEn
geland, naar Frankrijk, naar Duitsch
land, naar Oostenrijk, naar Rusland,
naar Italië ot waar heen ook, 't oog
richtoveral is er nu meer strijd dan
jaren voorheen.
Vanwaar toch dit verschijnsel
't Is door de oude, Christelijke idee,
die haar rechten wederom opeischt.
De tijd is voorbij, dat het Christelijk
beginsel met een boekje in een hoekje
bleef zitten, schuchter als het was om
uit te komen vreesachtig als het was,
om zich te doen gelden huiverig als
het zich betoonde, om zijn mond open
te doen.
De Christelijke idee is ontwaakt na
een sluimer van een halve eeuw.
De Fransche Revolutie en hare
beminnaars hadden het volk met hunne
leerstellingen ingepalmd. De rationa
listische opvatting, de Rede had ge-
triumfeerd en voortaan zou men het
zonder Bijbel en Goddelijke Openba
ring wel klaar spelen. De vrijheid aller
schepselen was geproclameerd en door
de vrijheid tevens de losbandigheid
los van God den Schepperlos van
God den Zoon los van God den Hei
ligen Geest.
Was oudtijds het Evangelie richt
snoer en gids, voorbeeld en toetsteen
in en na de Revolutiedagen zouden
vrijheid en gezag huiselijk, en maat
schappelijk en staatkundig leven zou
den alle daden der menschen behar
tigd worden naar wat de Rede daar
voor uitspon. De band aan GodsWoord
was gebroken; de Rede zou delichtende
lamp en de brandende toorts zijn, die
de jubelende voetgangers in vroolijke
reien voerde naar het vaderland der
huiselijke, maatschappelijke en staat
kundige rust.
In den Staatgeen Koning bij de
gratie Gods en de wet aan geen
Christelijke zedewet gebonden.
In de Maatschappij vrijheid om
elkaar te vernietigen en te onder
drukken en rijk te worden ten koste
van den werkman en zijn gezin.
In de Kerk losrafeling van de in
zettingen des Heeren.
Aan het Kabinet Heemskerk is front
verandering verweten. Nu is dit op
zichzelf beschouwd nog niet zoo erg
Frontverandering is ook verweten aan
minister Staal, die bij de Staatsbe-
grooting over 1906 anders zich uitte
dan bij die van 1907de rechterzijde
steunde in den winter van 1905 dezen
minister, en de vrijzinnig-democraten
waren hem toen zeer grammaar in
den winter van 1906 was het net
andersom (de nacht van Staaltoen
stond Rechts tegen hem over en Links
steunde hem* met volle sympathieën.
In dien tijd sprak men van frontver
andering. Frontverandering ziet ge
bij partijen en leiders het hangt van
de omstandigheden af en van het
optreden zijner tegenpartijders, hoe
en naar welke zijde ge front maakt.
Lands- en partijomstandigheden kun
nen oorzaak zijn, dat ge anders gaat
optreden, dan oorspronkelijk in uw
plan lag.
Het doel behoeft daardoor niet uit
het oog verloren te worden het doel
blijft hetzelfde, maar uw taktiek, uw
aanval, uw optreden wijzigt zich.
En zoo is 't in abstracto niet onmo
gelijk, dat een minister, ziende, dat
hij zijn doel langs eigen uitgestippel
de lijn niet bereiken kan, een anderen
weg inslaat en andere middelen gaat
bezigen.
In den schoolstrijd is er frontver
andering gezien. In den kerkdijken
strijd was er frontverandering. Dat
moet soms, omdat men de omstan
digheden en de geesten niet in zijn
macht heeftdaarvoor moet ieder
soms zwichten.
Maar bij ons Kabinet is geen sprake
geweest van verandering.
Steeds heeft het op den voorgrond
gesteld, dat het leeft naar de begin
selen der Rechterzijde. Dat zei het
op 10 Maart en 't heeft daarin niet
gefaald.
Als Mackay, als dr. Kuyper wil het
regeeren het wil niets minder zich
openbaren dan als een Christelijk-
Coalitie-Kabinet
Waarin is het afgeweken
De tegenstanders hebben vergeefs
gepoogd dit Kabinet aan te toonen,
dat het van front veranderd was.
Hoogstens kan men zeggen, dat het
zeer voorzichtig en gematigd in zijn
uitdrukkingen was, wat soms tot mis
verstand leiden kan. Maar van front
verandering was geen sprake.
De Notenkraker, het Zondagsblad
van 29 Nov. jl. heeft op zijn eerste
bladzijde een teekening Het is de heu
vel Golgotha, waarvan daan tal van
predikanten en priesters komen, met
den gekruisten Christus opdeschou
ders, hem wegdragende den heuvel af
om dienst te doen als verkiezingsma
teriaal.
Die teekening is kort en goed een
schandaal en stelt ons onwaardiglijk
ten toon als huichelaars en heiligschen
ders.
Wat Zouden wij slechts den Chris
tus belijden omdat hij ons een middel
kan zijn om het volk te lijmen en naar
ons toe te trekken.
Zouden we daarvoor den naam van
den Christus op onze lippen nemen
zouden we Hen daarvoor prediken
in onze Kerken, Scholen enz. om hem
als een verkiezingsmiddel te gebrui
ken
Wat schandelijke aantijging.
Alleen over den Christus gesproken
om kiezers te lokken, om het volk te
bedriegen, om de meerderheid te kun
nen krijgen.
Maar kunnen de Socialisten zich nu
niet in denken, dat die Christus ons
waarlijk is de Zone Gods, die van ons
eischt, dat we op alle terreinen Hem
zullen dienen,
Moet naar hun inzicht ons verkie-
zingswerk huichelarij zijn
't Is wel treurig, als men zich niet
hooger kan verheffen bij de beoor
deeling van zijn tegenstanders dan
tot de erkenning, dat ze huichelaars
zijn
Neen't Is geen huichelarij. De
Christelijke partijen erkennen den
gekruisten Heiland als de Weg, de
Waarheid en 't Leven, waarnaar in
dividuen en volken zich moeten richten.
Zijn Heilige wil is onze weten in
verkiezingsdagen hebben we ook 't
volk op Hem te wijzen als geneesmees
ter der volksellendeals Heelmeester
der geestelijke ellende en berusting
dus als de nood prangt.
Hoe aangenaam zou het zijn, als
ook op ons Eiland tot stand kwam
een Afdeeling van Chr. Onderwijzers.
Het nut er van behoeven we niet
uiteen te zetten. Ieder begrijpt het en
kent het.
Zoo'n Afdeeling komt een keer drie,
viermaal per jaar bijeen we bespre
ken daar onze eigen zaken, uit ons
eigen principieel oogpunt, en behan
delen daar onderwerpen van actueel