voor de Ziiidhoiliiiidsclie en Zeeuw^elie Eilanden.
Woensdag 18 November 1908.
33ste Jaargang N". 1399.
Antirevolutionair
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
T. BOEKHOVEN,
SOMMELSDIJK.
Alle stukken voor de Bfiedactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te /.enden aan den Uitgever.
Eenige operMnpn naar aanleiding Tan Het
dreigende Cüolera-geyaar.
Tuin- en iLandlMiuw.
Vraagbaak.
Uit die Pers.
üuitenland.
Plaatselijk JVIeuws.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
UITGE VER
Telefoon Intercomm. Aio. 2.
Advertentiën 10 Cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en ij3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
Z
ij die zich nu abonneeren, ont
vangen de nog in deze maand
verschijnende nummers gratis.
De Uitgevers van het Homoeopa.-
tisch Maandblad, (LaRivière Voor
hoeve te Zwolle, die ook den zoo
prachtigen Scheurkalender »Ncer-
landia« met zijn 400 ansichten aan
bieden) verzochten ons over te nemen
een artikel uit dat blad met boven-
staanden titel, waaraan we bij dezen
gaarne voldoen.
Sedert eenige weken nadert, zooals
wij uit de couranten weten, alweer
uit het Oosten de schrikwekkende
ziekte, de Cholera, die ock ons land
reeds herhaaldelijk geteisterd heeft.
Vele gemoederen zullen met het oog
op de mogelijkheid, dat zij ook ten
onzent hare intrede zal houden, nu
reeds min of meer verontrust zijn.
En zeker niet geheel ten onrechte.
Wij vernemen toch, dat St.-Petersburg
vrij hevig er door besmet is, en er
tusschen 3—400 nieuwe ziektegevallen
dagelijks bijkomen, waarvan circa 30
pCt. met den dood eindigen. In aan
merking genomen het ontzaglijke
verkeer tusschen de volkeren van
Europa en de daaruit voortvloeiende
aanraking tusschen menschen en
waren door spoortreinen en scheep
vaart, een en ander sedert de laatste
halve eeuw zoo verbazend toegenomen,
kan het haast niet anders, of van uit
den intensieven haardderoverbevolkte
hoofdstad zal de besmettelijke ziekte
hare onheilspellende reisroute op de
van ouds bekende wijze naar het Wes
ten vervolgenen het zou wel een
wonder zijn, als zij dan ook niet ten
onzent verscheen.
Met hierop de aandacht te vestigen
bedoelt de schrijver evenwel niets
minder dan de kalmte en bedaardheid
van de lezers te willen verminderen
of hunne harten met angst en vrees
te vervullen Integendeel, want daar
door wordt de vatbaarheid voor ziekte
verhoogd. Bij een dreigend gevaar
mogen wij echter niet zooals de struis
vogel de waarneming er van tegen
werken, maar moeten het vol in de
oogen zien, ten einde het niet te
overdrijven noch te onderschatten,
en op het gegeven oogenblik ter harer
bestrijding voorbereid te zijn. Zoo
doende zal binnen zekere grenzen onze
gemoedsgesteldheid het best gebaat
worden, want door de doelmatige
maatregelen van beveiliging te kennen
en dadelijk te kunnen toepassen, zullen
wij het gevaar weren, of zoo klein
mogelijk zien worden, kunnen wij, in
één woord, den put dempen, voordat
het kalf verdronken is.
Indien de geneeskunde, zooals wij
weten, in het genezen van ziekten
met artsenijen ook zeer te kort schiet,
gedeel+elijk omdat zij naar de over
tuiging der Homoeopathen den ver
keerden weg ingeslagen heeft, maar
in hoofdzaak, omdat de natuurwet
van het worden en vergaan aan het
leven een grens stelt, terwijl de toe
nemende physieke achteruitgang van
het geslacht zijne vatbaarheid voor
ziekten vergroot, mag in weerwil van
dit alles haar machtige vooruitgang
op velerlei gebied met het meeste
recht worden uitgesproken. Het is hier
niet de plaats, om er op te wijzen,
welke lauweren de geneeskunde door
de chirurgie behaald heeft, hoe ruim
schoots zij smarten, pijnen en lijden
lenigen en verzachten kan, hoezeer
zij in deze opzichten als eene wel
doenster der menschen te waardeeren
is, hoe zij het gemiddeld cijfer van
den levensduur even belangrijk heeft
doen rijzen als dat van de sterfte doen
dalentoch moet gezegd worden
verder dan haar positief kunnen met
artsenijen, strekt haar weten, om
ziekten te voorkomen en er voor te
beveiligen. Zij heelt hierin getoond
een echte wetenschap te zijn, door de
oorzaken van het kwaad tot in hare
laatste schuilhoeken) Jna te speuren,
en de voorwaarden vast te (stellen,
die het doen tieren, kwijnen) of ver
nietigen.
Hierdoor heeft de geneeskunde
zoowel bij blijvende inheemsche volks
ziekten, bv. tuberculose, syphilis,
typheuse koorts, als bij epidemisch
heerschende uitheemsche, zooals:
cholera, onberekenbaar nut gesticht,
door te leeren, hoe verspreiding en
besmetting te voorkomen of tegen te
gaan zijn, en welke maatregelen van
beveiliging en voorzorg de bewoners
van reeds besmette streken moeten
nemen. Het is allerminst de schuld
van de geneeskunde, dat de versprei
ding der ziekte nog dikwijls zoo spoe
dig en in groote sprongen geschiedt,
nog zoo vele personen aangetast
worden en zoo vele slachtoffers vallen.
Immers hare voorschriften isoleering,
afsluiting, ontsmetting, quarantaine,
zorg voor zuiver drinkwater, waar
schuwing voor besmette huizen, op
ruiming van vuil op straat en in
woningen, zindelijkheid, al deze voor
schriften zijn er, maar zij werden en
worden tot nu toe onvoldoende ge
handhaafd, omdat zij met betrekking
tot het algemeen de vrije beweging
belemmeren, spoorwegverkeer en
scheepvaart vertragen en bemoeilijken,
vele belangen gevoelig kwetsen, en
met betrekking tot de individuen op
het onverstand, de onverschilligheid
en de onzindelijkheid van een talrijke
schare der lagere bevolking afstuiten.
Het zijn toch vooral de woonplaatsen
van de minder bedeelden, waar op
hooping van vele personen in nauwe,
halfdonkere, niet geventileerde kamers
plaats heeft en aan de eerste eischen
der zindelijkheid nauwelijks voldaan
wordt; het zijn, zeg ik, deze plaatsen,
die de broeinesten van de besmettelijke
ziekten vormen. Zulks kan en zal
helaas ook wel nooit anders worden,
zoolang onze sociale toestanden de
geweldige tegenstelling van overvloed,
weelde en hooge beschaving eener
kleine minderheid aan den eenen kant,
gebrek, armoede, bekrompenheid van
geest en vervuiling eener groote meer
derheid aan den anderen kant doen
voorttelen en bestendigen.
De maatregelen, die reeds bij het
naderen, en nog strenger bij het uit
breken van Cholera moeten genomen
worden, bestaan in geregelde, matige
leefwijze, sparen der krachten, ver-
mijding van alle buitensporigheden,
onthouding van rauwe vruchten en
groentensalade, komkommers, radijs
enz., drinken slechts van bepaald
zuiver, liefst gekookt water, en dito
melk, maar ook van natuurlijk mine
raalwater, bedekking ook van gekookte
voedingsmiddelen ter wering van
vliegen, die de ergste verspreiders
van organische vergiften zijn. Tevens
kleede men zich warm en begeve
zich niet noodeloos in besmette lo
kaliteiten of in zulke, waar vele
menschen in onfrissche lucht bijeen
zijn. Men neme groote reinheid in
acht en houde vooral de handen
schoonvoor het spoelen van den
mond en het wasschen moet eveneens
gekookt water gebruikt worden. Hij,
die teekenen van een lichte ingewands
aandoening waarneemt, moet dadelijk
naar bed gaan en trachten te zweeten,
terwijl hij de in de Homoeopathie
tegen de ziekte aangewezen middelen
al dadelijk bij wijze van voorzorg tot
de komst van den arts moet innemen.
Moge over het algemeen ook de
geneeskunst tegenover de reeds ont
wikkelde Cholera met artsenijen niet
veel kunnen doen, zoo is toch uit
herhaalde ervaring ontegenzeggelijk
gebleken, dat juist de homoeopathische
behandeling, en vooral in het begin
der ziekte, veel betere uitkomsten
oplevert dan de gewone en dus het
meeste vertrouwen verdient. De ge
woonlijk in vraag komende hom.
artsenijen zijnIpecacuanha, Vera
trum, Camphora, Arsenicum, Cuprum
en Phosphorus. De nadere aanwijzing
er van vinden voorstanders van onze
leer in de alom verspreide kleine
huisartsen toch dient altijd spoedig
de hulp van den geneesheer ingeroe
pen te worden.
Indien ook de door professor Koch
ontdekte Kommabacil de voornaamste
drager en verspreider van de Cholera
ziekte is en in tijden van heerschende
epidemie zoo verspreid zal zijn, dat
wel veel meer menschen stellig er
mede in aanraking komen dan ziek
worden, zoo blijkt er uit, dat het
gezonde organisme natuurlijke ver
weermiddelen tegen dien vijand be
zitten moet. Zulks is alweer door
onderzoek en ervaring gestaafd. Zoo
lang onze slijm vlezen, die de inwendige
organen overtrekken, gezond en on
gedeerd zijn, hebben de pathogene
(ziektevoortbrengende) bacillen van
typhus, diphtheritis en cholera geen
vat op den persoon en kunnen vaak
zonder nadeel voor hem er in blijven
huizen. Dit te weten moet vele ge
zonden bij choleragevaar gerust stel
len. Verzwakking van het slijmvlies
tengevolge van eene ingewands onge
steldheid, of van beschadiging of
verwonding er van, bv. ook door
ingewandswormen, iets wat de laatste
tijd pas vastgesteld heeft, geven daar
entegen den vijand gelegenheid erin
te dringen en de ziekte in gang te
brengen.
Dus hoe gezonder en weerstands
krachtiger de mensch is, des te minder
zal hij aan eene besmetting blootstaan.
Zij, die in dit geval verkeeren van
ziekelijk te zijn, hebben evenwel dat
voor, dat zij een voorzichtige gedrags
lijn gewoon zijn en zich nauwelijks
bewust aan schadelijke invloeden in
tijd van epidemieën zullen blootstellen,
terwijl de gezonde zulks wel eens te
veel doet en daardoor de ziekte kan
oploopen.
Men mag wel vertrouwen, dat de
uitvoerende staatsmachten in het
buiten- en binnenland, wijzer gewor
den door vroegere ondervinding, de
geijkte voorschriften ter wering of
ter beteugeling der ziekte zoo streng
mogelijk zullen handhaven. Kan men
haar evenwel den pas niet geheel
afsnijden, dan weten wij althans, wat
ons te doen en te laten staat, en
kunnen, aangerand door den vijand,
hem met zijne eigene wapenen in het
homoeopathisch geneesmiddel bestrij
den. Zoo hebben wij de best mogelijke
waarborgen en mogen koelbloedig en
gerust den tijd der eventueele be
proeving tegemoet zien.
Pr. F W. O. K.
OVER KALIZOUTEN.
Al meer dan eens werd ons daarover deze
of gene vraag gedaan. Opdat onze lezers
zullen weten, wat men zooal koopen kan om
den kali-voorraad in den bodem te vergrooten,
om althans gemakkelijk opneembare kalium-
verbindingen in de bouwlaag te brengen noo-
digen we hen uit eens te luisteren, naar wat
er door wijlen G. Reinders over verteld wordt.
In 't reeds meer door ons aangehaalde werkje
lezen we onder meer dit
»AIs eigenlijke kalimeststoffen komen slechts
in aanmerking de zoogenaande Stassfurter kali-
zouten uit de zoutmijnen aan den noordooste
lijken Harzrand in Duitschlandc. Voor den
landbouw worden door de betreffende fabrieken
aldaar geleverd ruwe en gezuiverde zouten.
De heer R. bespreekt achtereenvolgens carnal-
lit, kaïnit, patentkali, zwavelzure kali en choor-
kalium. De eerste twee zijn z.g. ruwe zouten,
de andere drie gezuiverde.
Carnallit bestaat uit15,5 pet. chloorkalium;
21,5 pet. chloormagnesium 12,1 pet. zwavelzure
magnesia; 22,4 pet. keukenzout; 1,9 pet. gips;
0,5 pet. onoplosbare deelen (klei); 26,1 pet.
water. Wel zit er dus in dit zout niet bepaald
kali, maar toch kalium. Ook is in de praktijk
bewezen, dat het om z'n kaliumgehalte in
eenen adem genoemd mag worden met andere
kalizouten. De samenstelling van carnallit
beantwoord aan een gehalte van 9,8 pet, kali.
Gewoonlijk wordt 9 pet. gegarandeerd.
Het Kaïnit(kaïniet wordt ook vaak geschre
ven) bevat gemiddeld: 21,3 pet. zwavelzure
kali; 14,5 pet. zwavelzure magnesia; 12,4 pet.
chloormagnesium2 pet. chloorkalium 34,6
pet. keukenzout; 1,7 pet. gips; 0,8 pet.onop
losbare deelen en 12,7 pet. water. Het is hier
te lande het meest gebruikte onzuivere kalizout.
Patentkali't welk men bereid uit kaïniet
door verwijdering van keukenzout en chloor
magnesium, bestaat uit 50.4 pet. zwavelzure
kali34 pet. zwavelzure magnesia2,5 pet.
chloornatrium en 11,6 pet. water. Dit zout
wordt meestal verkocht op garantie van 26
a 27 pet. kali.
Nog rijker daaraan (aan kali) is Zwavelzure
kali, dat ongeveer 50 pet. er van bevat en
bijna vrij is van chloorverbindingen.
Chloorkalium eindelijk, dat tot de gezuiverde
chloorhoudende kalimeststoffen behoort heeft
ook een hoog kaliumgehalte.
De opmerkzame lezer, zal inzien, dat dit zout
evenmin als carnallit kali bevat, doch wel
kalium, welk element zich in de genoemde
verbindingen gedraagt als kali in andere,
't Kaliumgehalte in chloorkalium beantwoordt
aan een gehalte van ongeveer 50 pet. kali.
Alzoo zien we, dat we bij 't willen koopen
van kalimeststoffen niet verlegen behoeven
te staan. Er is keus genoeg. Toch is 't voor
elk gewas niet onverschillig wat men kiest.
Daarover zeggen we later nog wel eens wat.
Vragen en Antwoorden worden kosteloos geplaatst
Antwoorden of mededeelingen
zjjn met hetzelfde nummer gemerkt als de vragen
waarop ze betrekking hebben.
Vragen.
238. Wat zijn geslachtlooze bloemen
239. Wat is een giststof? 'k Lees ergens dat
door een giststof zetmeel veranderen kan in
druivensuiker.
240. Wat te doen tegen bestrijding van
zenuwen in hoofd en gelaat?
241. Is Stoutbier alcoholisch en bezit het
goede bestanddeelen
H. D.
Antwoorden en mededeelingen.
236. Of ietwat zoete aardappelen den smaak
weer verliezen Ja. Als de aardappelen een
beetje gaan spruiten, verdwijnt dat langza
merhand weer.
237. Carnalist (moet zijn carnallit) kali
houdend Zie ons opstelletje in verband met
de gestelde vraag.
Klacht aanklacht
Min. Idenburg klaagde er over.
Elk jaar maken zich minder jongelieden
op, om als bestuurambtenaren naar Indië
te gaan.
Het tekort aan personeel groeit aan,
»Menschen koopen,wil ik niet, zei de
minister. Maar een feit is 't, dat menig
jongmensch, die hier loopt te hunkeren
naar een baantje, ginds een behoorlijke
toekomst verzekeren kan.
Maar achdie geest van Jan Salie
Natuurlijk ze kunnen in de Oost geen
biertjes drinken en uitgaanzooals hier.
Geen dandy spelen en 's avonds in de
Variétè's zitten.
Maar is dat 's menschen bestemming
En nu, meer en meer, onze christen
jongelingen op eigen inrichtingen voor Mid
delbaar en Hooger onderwijs kunnen op
geleid worden zou 't geen tijd worden,
dat uit ónze kringen het oog eens op Indië
geslagen werd,"om daar werkzaam te zijn?
Menig oudere onder ons zou allicht
willen, als hij zijn leven andermaal begin
nen kon. Maar zij hadden in hun jeugd
zoo weinig kans. De »fijnen<r werden bijna
overal uit gehouden.
Dat gaat nu beter worden.
Jongelui, blijft dan niet eindeloos als
>volontair« in patria plakken, maar
kén eerst er uw God in en vliegt dan
uit over de wateren, gelijk onze vaderen
deden
Toen Nederland groot was
(Onze Courant.)
ITALIË,
Bij den Pans.
De Paus ontving jl. week de bijzondere
zending, welke de gelukwenschen van de
Koningin der Nederlanden overbrengt ter
gelegenheid van zijn jubilé
De missie werd ontvangen met vorstelijk
eerbetoon door het Pauselijk legerkorps in
groot-tenue. Mgr. Grabinsky, ceremonie
meester, geleidde de heeren naar de troon
zaal, waar de Paus wachtte met zijn hof hou
ding.
Jhr. v. d. Poll, het hoofd der zending,
las het adres voor en stelde Zijne Heiligheid
den eigenhandig geschreven brief van Hare
Majesteit ter hand.
De Paus antwoordde en dankte, en
noodigde jhr. v. d. Poll uit hem in zijn
particuliere vertrekken te volgen, waar hij
zich met hem onderhield en vervolgens de
andere leden der zending ontving.
Daarna ging de missie haar opwachting
maken bij kardinaal Merry del Val, den
secretaris van Staat.
Soinmelsdijk.* De heer Duëtz, voor
onze inwoners geen onbekende, doordien
hij voor eenigen tijd de practijk waarnam
voor Dr. Knöps, is jl. week gepromoveerd
tot Arts.
Een op het gors loopend rund van
D. Vis, werd bij het opvangen zoo woest,
dat het moest worden doodgeschoten.
Onze landbouwconsulent, de heer
M. W. V. van Bijlevelt is tijdelijk aange
steld als assistent landbouwleeraar aan de
Rijkslandbouwschool te Dordrecht.
Onze vroegere dorpsgenoot P. Wil-
l'emstein, zal zich binnenkort met zijn huis
gezin, tot verbetering van positie, naar
Brazilië (Zuid-Amerika) begeven.
Middelharnis. Zaterdagmiddag had K.
Verhage Jz. het ongeluk daar hij onder
uit glijdde op een gladde plank zoodanig te
vallen dat hij zijn arm brak.
Stad aan 't Haringvliet. De Wed.
G. K. had het ongeluk een ketel kokend
water om te laten vallen, waardoor de
inhoud op haar voeten terechtkwam en
geneeskundige hulp moest worden ingerc e-
pen.
M. V. de zoon van W. J. de W.
sloeg deze week met een span paarden den
dijk bij L, Braber J.Lz. af. De paarden
schrokken doordat de vrouw van C. K. een
ton over den dijk rolde. Persoonlijke onge-