Plaatselijk Nieuws. Geineencsraad. Heciames, Meeiedee- tingen ems. Spit in den Rug. Waanneer men tweemaal daags wrijft mei Klooslerbalsem is then binnen drie dagen genezen. Prijs per pol ƒ0.35, ƒ0.75 en ƒ1.20. Let op den rooden band mei bandteekening L. I. Akker. iBig-exonden Posterijen. l'erStoogsingeii. Gemengd üïeuws. Een siieuw luchtschip. Want, Keizer Wilhelm heett niet bereikt wat hij dacht te bereiken. Ook hier kan men zeggen, dat de bom ver keerd is gesprongen. De Engelsche sympathiën voorDuitsch- land zijn er niet grooter door geworden. Eer zon men het tegendeel kunnen zeggen. Het wantrouwen tegen Duitsch- land is er door toegenomen. Z. M's eigen volk heeft zijn mededee- lingen met leedwezen aangehoord en sierk afgekeurd. Zelfs bladen, die anders wanneer het den Keizer geldt, nog wel eens een blad voor den mond nemen, hebben dat gedaan. Frankrijk en Rusland zijn hoogst on aangenaam getroffen door 's Keizers houding en al wat Nederlander heet, vraagt onwillekeurig, wat van zulk een onoprechte politiek te denken FRANKRIJK. Er is gelukkig eenigen ontspanning ingetreden. Men houdt zich thans weer overtuigd, dat Duitschland en Frankrijk in 't eind wel tot een accoord zullen komen. Dus gèèn verstoring vande vriend schappelijke betrekkingMaar gespannen hèèfc het, en de toestand is nog volstrekt niet zuiver. Niemand twijfeld er in Parijs aan, oi het is Frankrijk besliste houding, die de Duitsche regeering van verdere poging tot „intimidatie" doet afzien. De Fransche pers, openbare meening en regeering waren eenstemmig om geen stap te wijken voor Duitsche schrikaanjaging en sabel- gerinkel. Zij toonden zich integendeel beslist bereid, desnoods met de wapenen de nationale waardigheid en belangen tegen eiken aanval te verdedigen Eerst vandaag zal men waarschijnlijk te Parijs te weten komen, of de Duitsche regeering den door den Franschen gezant te Berlijn, Jules Cambon, aangegeven vorm eener wederzijdsche betuigen van leedwezen over het te Uasablanca gebeur de, goedkeurt. De Rijkskanselier had n.i. zeker voorbehoud gemaakt, omdat hij eerst den Keizer wil raadplegen, die bij den Oostenrijkschen Kroonprins op jacht is geweest en Zaterdagavond naar Do- naueschingen, Baden, vertrokken is. Om 61/?, uur Zaterdag had men te Parijs op het ministerie van buitenland- sche zaken nog geen antwoord ontvangen op het Fransch voorstel. De tekst, dien Cambon aan Minister Yon Schön heett voorgelegd, luidde, naar men zegt als volgt„De twee regeeringen het incident van 29 September, dat hnnne ambtenaren aanleiding gaf tot geweldadigheden, betreurend" enz. De Fransche regeering wenscht, dat behoorlijk zal uitkomen, hoe daarmee geen blaam voor de officieren werd be doeld, daar zij niet kan toestaan, dat op dezen de verantwoordelijkheid worde ge schoven. Maar als de Duitsche Regeering deze formule verwerpt, heeft zij dan een andere die toch aan Frankrijk niet mishaagt P De Temps zegtwat ook de afloop van het voorval zij wij vertrouwen op een gunstig resultaat het zal Frankrijk de bewustheid van zijn recht en plicht gegeven hebben. Dit is een verkregen voordeel, hetwelk in de toekomst nog grooter zal worden En in een telegram uit Berlijn aan de Debats heet het, dat men in toon gevende kringen overiger's beslist van meening is dat twee groote Staten van zoo booge beschaving als Frankrijk en Duusehland, wel een geschikte formule zullen vinden ter beëindiging van het incident. Tevens verklaart men het voor onj«:st, dat Von Bülow deze gelegenheid zou hebben aangegrepen om daarin een afleiding te vinden voor de binnenlandsche moeilijkheden. Bij de regeling van het geschil laat de rpg^ei ing zich leiden door de meest vredeliev-ede bedoelingen. 't Klinkt wel z^er geruststellend. Maar toch al wil men niet pesaimitisch wezen, juist toch wat men in staatkundige kringen te Parijs staande houdt: dat zoolang Duitschland aan een bevredigende formule zijn goedkeuring niet heeft gehecht, men den toestand nog niet kan vertrouwen, en dus een afwachtende houding moet aannemen. Soiuinelsdijk. Proces-verbaal is opge maakt tegen T. L. bouwknecht, thans te Ooltgensplaat, wegens valschheid in geschrif ten en oplichting. Hedenmorgen (Dinsdag) stierf van den landbouwer D. v. d. Meide een best werk paard. Dit is bet tweede in 14 dagen tijd. Middelharnis. Vrijdagmiddag ontstond er een begin van brand bij de Wed. P. v. d. W. op de Westdijk, den heer F. van Zetten 't gevaar ziende, begaf zich in huis en gooide het brandende voorwerp de straat op en voorkwam zoodoende dat 't vuur zich verspreidde. Maandagmorgen werd aan de ingeze tenen uit de trassen der Openbare school aan ieder die gebrek had, 2 emmers water verkocht. De menschen verdrongen elkander om geholpen te worden. Heden Dinsdagmiddag reed een wagen geladen met suikerbieten van de landbouwer D. P., in de kaai, na veel moeite en in spanning had men deze aan stukken uit het water, hoewel de suikerbieten allen in de kaai verloren gingen. Den Bommel Door de gemeente veld wachter is proces-verbaal opgemaakt tegen C. den C. B. wegens overtreding der Leerplichtwet. J. v. d. M. had het ongeluk, zoo danig in het stekeldraad te vallen, dat ge neeskundige hulp moest worden ingeroepen. Alhier wordt een Collecte gehouden langs de huizen der ingezetenen, voor een ondersteuning van het melk- en eierenfi >nds. In deze gemeente circuleert een ad;es aan den gemeenteraad om Dr. A. W. van Toorenenbergen arts, Stad aan 't Haring vliet als zoodanig alhier te willen doen be noemen. Oude Tonge. Vrijdag jl. viel het 5 jarig zoontje van L. Bauwens, tusschen schip en wal in de kaai met het hoofd naar beneden Geheel bemodderd werd het kind door den vader gered uit zijn b- nar den toestand. Het kind kwam er zonder ongelukken af. Op 't oogenblik ligt alhier een schip bieten te laden, zooals er volgens menschen- heugens nog nooit een in de kaai is ge weest. Het is een tweemaster, groot 230 ton. Door de vorst van de laatste nach ten zijn alhier veel suikerbieten bevroren. Maandagmorgen werden door de fabrikanten geen bieten geaccepteerd. Met groot ver langen wordt uitgezien naar regen en tot voorziening in de allengs hoog gestegen waternood, en tot verzachting van den bodem, waaruit alsnu de bieten met geen mogelijkheid te rooien zijn. Nieuwe Tonge. Met de gehouden Sommelsdijksche verloting is een 2-jarige bruine Merrie ten deel gevallen aan P. Kom, alhoewel hij dat paard zelf niet kan gebruiken is toch het geld daarvan voor hem zeer welkom. («oedereede. Aan den Landweer-ver lofganger G. Non alhier is eene geldelijke vergoeding toegekend ad f 0,80 daags De zeevisscherij brengt te dezer plaatse in verband met het kalme najaars- weder belangrijke voordeelen. Bovendien beloopen de schippers weinig averij aan hunne korren enz. Het gebrek aan water heeft zich al hier zóódanig doen gevoelen, dat uit de w.el- en duinputten uit de buurtschap >Oostdijk«, water gehaald wordt. Zelfs is door blazerschuiten Maaswater aangevoerd. Met vernietiging der beslissing van H.H. Ged. Staten is het Raadsbesluit, houdende overdracht van 103 c.A. grond aan J. Lodder Cz. alhier tegen f 1 de Centiare bij Koninklijk besluit goedgekeurd. Tengevolge van de plotseling inge vallen vorst zijn alhier groote hoeveelheden suikerbieten aan de hoopen bevroren, ter wijl de nog te veld staande niet dan met zeer veel moeite gerooid kunnen worden. Men vermoedt, dat het suikergehalte reeds aanmerkelijk gedaald is. Aan den milicien-verlofganger J. Luine der lichting 1903 is gedurende zijne opkomst onder de wapenen eene vergoe ding ad f 0,50 daags toegekend. Ouddorp. Door de vroeg invallende vorst zijn nog vele landbouwers alhier ver rast. Nog tamelijk veel suikerbieten en paardepeen staan nog te rooien, doch door de hardheid van den bodem zal dit werk spoedig ten einde zijn. De achterdeur in en de voordeur uit 1 Zaterdagmiddag gaf een jonge koe bij de landbouwer J. B. een niet alle daags schouw spel te zienin het gedrang gekomen zijnde, stapte zij „heel deftig de keuken van den landbouwer binnen, vervolgde haar tocht door den gang van diens woning en werd door de vrouw des huizes weer even deftig de voordeur uitgelaten. Klaaswaal. Omtrent het overlijden van den 10 jarigen jongen alhier door de Rotterd, stoomtram, wordt vernomen, dat de schuld geheel en al aan hemzelf te wijten is. Hij klom op de treeplank van de in gang zijnde tram, en werd door een andere jongen daaraf getrokken, waardoor hij onder de tram geraakte en hem het hoofd ver pletterd en hem een arm afgereden werd. VERSLAG van het verhandelde in de Openbare ver - qadering van den Raad der gemeente Stad aan 't Haringvliet, op 3 November 1908, Tegenwoordig alle leden, uitgezonderd de heer A. Braber Pz. die zonder kennisgeving afwezig was. De notulen der vorige vergadering worden ge lezen. Op de vraag van den Voorzitter of iemand nog aanmerkingen op de voorgelezen notulen heeft, vraagd de Heer Koert het woord. Hij beweert dat hij betreflende het suppletoir kohier van den Hoofdelijken Omslag, niet in op dracht van den zieken Secretaris gesproken heeft, wanneer hij den Voorzitter van onwaarheid be schuldigde, maar dat dit zijne eigen woorden waren, nadat de secretaris had medegedeeld, dat genoemde kohieren het geheele jaar door waren opgemaakt. De Voorzitter beweert, dat de notulen juist weer geven hetgeen door den heer Koert is gezegd. De heer Koert sprak toch, gemachtigd te zijn, door den ongestelden secretaris om hier te verklaren, dat de Voorzitter eene onwaarheid had gesproken. De heer De Kuiter beweert eveneens dat het door den heer Koert gesprokene juist is weerge geven, maar wil gaarne aannemen, dat het diens bedoeling was als zijne eigen meening weer te geven, dat de Voorz. de vergadering ODjuisthad ingelicht. Ook de Voorzitter wil gaarne gelooven dat zulks door den heer Koert is bedoeld, maar beweert dat de heer Koert zich dan niet juist heeft uit gedrukt. De heer Koert wil dan aannemen dat hij zich minder juist heeft uitgedrukt en verzoekt dan alsnog opname in deze notulen, dat door hem is bedoeld de Gemeente-secretaris de heer Elvé bui ten questie te laten. De Voorzitter merkt naar aanleiding van deze kwestie het volgende op. Toen de heer Koert in de vorige vergadering kwam met eene machtiging van den zieken Ge meente-secretaris inhoudende de verklaring dat door den Voorzitter in die vergadering een on waarheid was gezegd betreffende de datum van een suppletoir kohier van den Hoofdelijken Om slag, bij hem direct het plan gerijpt is, in de eerst volgende vergadering een motie van afkeuring voor testellen over de houding van den Secretaris. Het past dezen als gemeente-ambtenaar toch in geen geval om een raadslid te.machtigen zijn chef als leugenaar aan de kaak te stellen. Het past hem als belast met de zorg voor het arebief evenmin aan een leek als de heer Koert eenige mededeelingen uit het archief te doen. De heer Koert merkt op, dat de vaststelling der suppletoir-kohieren, waarvan hier sprake is, toch in eene openbare vergadering plaats vindt, en het daarom de secretaris (nl. de heer Elvé) niet tot geheimhouding is verplicht. De Voorzitter beweert, dat deze suppletoir ko hieren waarvan hier sprake is, reeds langen tijd in het archief berusten, en dat daarom door den Secretaris een verkeerd gebruik gemaakt is van hetgeen onder zfjne zorg in het archief berust, want hoewel de vaststelling in cent* openbare vergadering heeft plaatsgehad, wist de Secretaris dit alleen in zijne qualiteii, aangezien hij altijd als Secretaris in de vergaderingen is geweest en deze wetenschap dus niet verkreeen kan hebbeD, door als toehoorder op de publieke tribunie te staan. De heer Arensman merkt op dat deze rede neering van den heer Koert niet afgaat, en hem wel eenigszins vreemd voorkomt, want dan zou elk ambtenaar die tot eenige geheimhouding verplicht is, wel zeggen kunnen „op mijn kantoor zal ik er over zwijgen, maar daar buiten mag ik als particulier persoon alle zaken rnededeelen." Door de wijziging evenwel die de heer Koert heeft verzocht is opname van bedoelde motie van afkeuring in de notulen overbodig. Bovendien wenscht de Voorzitter den heer Koert er op attent te maken, dat, wanneer hij in het vervolg inlichtingen betreffende de gemeente administratie wenscht (hij zich tot den Raad of tot den in functie zijnden Öecretaris heeft te wenden en niet tot hem, die wegens ongesteld heid aan, zijne kamer gebonden is. Verder spreekt de Voorz. er zijne hoogs afkeu ring over uit dat de heer Koert zich leenen laat om voor een gemeente-ambtenaar een boodschap over te brengen van zoo imfaire qualiteit, aan het adres van diens chef, de Voorzitter. De heer Koert meent evenwel, dat de Raad het op prijs heeft te stellen, dan zijn leden goed zijn ingelicht. Dan vindt de Voorzitter nog, dat die onwaar heid niet bewezen is, aangezien de kohieren van de laatste 6 jaar werden opgemaakt den 6 Sep tember, 16 November en 5 December. De Koert is van meening, dat deze dagteekenin- gen wel een weinig verschillen, met hetgeen de Voorzitter zeide n.l. dat ze in Januari werden opgemaakt. En al is nu met 4 tegen 3 stemmen uitgemaakt, dat de Voorzitter had gezegd, dat ze in 't laatst van 't jaar of ook wel in de maand Januari werden opgemaakt, de heer Koert wil desnoodig bij eede verklaren, dat de Voorzitter hem toen, heeft geantwoord zooals hij weergeeft. De Voorzitter vindt dit dan nog zoo erg niet, om daar als de heer Koert zoo'n geweld over te maken. De heer Koert vindt het evenwel erg genoeg daar zijn voorstel op de onjuiste mededeeling van den Voorzitter werd bestreden en verworpen. Verder meent de heer Koert niet te hebben ge zegd „dat geene goede administratie wordt ge houden." De Voorzitter geeft toe, dat hij daarop zoo juist geen acht heeft geslagen, en is bereid deze woorden in de notulen te schrappen. Nogeens repliceert de Voorzitter ten duidelijkste dat hij het nooit in de gedachten heeft gehad den Raad te misleiden, en vraagt den leden of deze daarvan ooit iets hebben bemerkt. Daarom vraagt spreker, waarvoor het dienen moet, om over een dergelijke nietige zaak, waar mede eigenlijk de Raad niets heeft te maken, (daar de suppletoir kohieren van den H. O. krach tens art. 264 der Gemeentewet door het Dagel. Bestuur en niet door den Raad worden opgemaakt) zooveel scherpe en onaangename woorden te gebruiken, en zegt dat de vraag bij hem is opge komen, of de bij zijne beëediging door dhr. Koert gesproken woorden, wel ernstig waren gemeend. Nog wenscht de heer de Ruiter even het woord. Hij betreurt het gebeurde in de vorige vergadering ten zeerste. Hij wil evenwel geen stof tot verdere onaangenaamheid geven, en zal daarom er voor waken al te sterke woorden te gebruiken. Toch vindt hij 't jammer dat door een medelid als de heer Koert op een dergelijke manier ge tracht wordt, den altijd geachten Voorzitter die wel verdiende achting te ontnemen. De heer Koert is zeker in de war geweest, door welke oorzaak dan ook. Spreker is dan ook vast overtuigd, dat de heer Koert wanneer het gebeurde nog eens moest plaats hebben, veel minder onaangenaam in zijn spreken zou optreden. De heer Koert verzekert den heer de Ruiter dat hij ook na deze inlichting, toch de zelfde woorden zou gebruiken. Spreker verklaart nimmer den goeden toon te zullen of willen verkrachten, doch hij ziet er zich wel genoodzaakt toe, indien de Voorzitter onjuiste inlichtingen verstrekt, en blijft van meening dat indien de Voorz. inlichtingen verstrekt hij zich eerst dient te overtuigen of ze wel goed zijn. De Voorzitter zegt toe voortaan altijd, wanneer in eene vergadering iets gevraagd wordt, daarop eerst in eene volgende vergadering te zullen antwoorden hoe luttel de zaak ook wezen moog. Spreker vindt het evenwel zeer misplaatst om hierover zoo uit te wijden. Voor de tweede maal vraagt en verkrijgt de heer de Ruiter het woord. Het door den heer Koert in de vorige vergade ring gesprokene doet hem denken aan de huis vrouw, die, bezig zijnde met het inmaken van augurken van haar werk werd afgeroepen. Berst wilde zij echter haar werk afmaken. Ten gevolge van den haast, dien zij daarbij had, en doordat hare gedachten ook reeds vertoefden bij de andere werkzaamheden, vergat zij alleringre- dienten, die gewoonlijk bij den inmaak van augur ken gebruikt worden behalve de Spaansche peper. Deze deed zij er in, maar helaas, in te groote hoeveelheid. Later bleken de augurken tengevolge daarvan zelfs voor een Engelsman ongenietbaar. Zoo ook schijnt de heer Koert den vorigen keer een zak vol Spaansche peper meegebracht te heb ben. Spreker geeft hem bescheidenlijk in overweging voortaan de Spaansche peper thuis te laten. De zaken waarover de discussie liep, waren te futiel, om er zulke sterke uitdrukkingen bij te pas te brengen. Intusschen,daar de heer Koert bij zijne meening persisteert, wenschte spreker het oordeel van den Raad over deze questie te weten. Om dit doel te bereiken zal hij een motie van vertrouwen in den Voorzitter indienen. Opzettelijk heeft hij er zich van onthouden, in die motie sterke uitdruk kingen te gebruiken, die den heer Koert onaan genaam zouden kunnen zijn. Wat men in een ander afkeurt, dient men toch immers zelf te vermijden. De motie luidt aldus De Raad Gehoord de woorden in de vorige vergadering gesproken door den heer Koert tegen den Voor zitter van oordeel dat deze woorden onevenredig scherp waren ten opzichte der door hem gecon stateerde feiten betreurende een dergelijk optreden van den heer Koert. Stelt er prijs op te verklaren, dat het ver trouwen in den Voorzitter ongeschokt voortduurt, en gaat over tot de orde van den dag. De Voorzitter vindt het op zich zelf al zeer vreeselijk in staat geacht te worden, om als offi cieel persoon eene officieele vergadering als deze te misleiden en legt nogmaals de vraag ter beant woording in de vergadering neer, of hij ooit reden heeft gegeven tot dergelijke unfaire gedachten. Bovendien merkt de Voorzitter op, dat het toch wel wat sterk is, indien dit zooal is uit de mededeeling van een foutieve datum van een suppletoir-kohier van den Hoofdelijken Omslag de conclusie te trekken, dat de Voorzitter niet op de hoogte is. Nadat de heer Koert heeft opgemerkt dat dit volstrekt niet in het algemeen bedoeld was, geeft de Voorzitter hem in overweging om voortaan dan te zeggen wat hij bedoelt en niet wat hij niet bedoelt, want door de bijvoeging van de woordjes „in dezen" zou deze uitdrukking, (zoo elastisch uit te leggen) tot beperkter afmetingen zijn teruggebracht. Ten slotte wordt overgegaan (ot de stemming omtrent de motie van d*-n heer De Kuiler. Voor 3 stemmen; dj Voorzilter en de lieer Koert, als hierbij betrokken, houden zich buiten stemming. De heer Braber doet evenzoo. De motie van den heer De Ruiter wordt dus aan genomen. Hierna is aan de orde Eene missive van den heer Inspecteur der Pos terijen en Telegraphie te Den Raag dd. 17 Oct. waarbij bericht, dat de wijziging van den koste- loozen bestellingskring alhier wordt goedgevonden Wordt besloten, het besluit om aan den be steller voor elk telegram in den kosteloozen be stellingskring bezorgd, een bedrag van f 0,10 uit te keeren, met 1 December a.s. in werking te doen treden. Eene missive van H.H. Regenten van het 8t. Joris Gasthuis te Delft, waarbij bericht, dat zij zich zien gedwongen het verpleeggeld voor de patiënten met f 5,per kwartaal te verhoogen, en zulks met ingang van 1 Januari 1909. Eene missive van H H. Ged. Staten, waarbij terugzending der goedgekeurde gemeenterekening over 1907. Eene van idem, waarbij bericht dat er in berust wordt, dat aan het algemeen Armbestuur eene subsidie van f 1050,— wordt verleend voor dienst 1909. Hierna wordt de Verordening op de Onder- wijzers-jaarwedden herzien, en zooals door H.H. Ged. Staten wordt voorgesteld, gewijzigd, en op nieuw geregeld. Vervolgens wordt eene nieuwe instructie voor den Gemeente-Ontvanger vastgesteld. Voor onderwijzers, belast met het geven van herhalingsqpdorwijs ,in den aanstaanden winter, worden aangewezen deheeren VanEttinger, Elvé en Voogd. Daarna wordt besloten den plaatselijl.an ge neesheer toe te staan dat door hem vier vrucht- boomen worden gerooid, mits een even groot getal boomen in de plaats wordt gesteld. Hierna geeft de Voorzitter namens het dage- lijksch bestuur, den heer Koert inlichtingen om trent het goed slot der rekening 1907, waarvoor de heer Koert dank zegt. Ten slotte wordt besloten voorloopig nog geene geldleening voor de gasfabriek aan te gaan, maar de ontwerpers van het plan uit te noodigen, de voorwaarden waarop zij concessie erlangen, mee te deelen. Hierna wordt de vergadering gesloten. (20 Cents per Regel.) ï)e copie van Ingezonden Stukken, die niet geplaatst zijDwordt niet teruggegeven.) (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie en Uitgever.) Mijnheer de Redacteur Naar aanleiding van de geplaatste anonce in „Maas- en Scheldebode" door de firma L. van Emden, Hof- en BJjksleverancier te Rotterdam, kan ik niet nalaten bovengenoemd adres te recomandeeren. Ik verklaar met volle vrijmoedigheid, dat die firma een van de betrouwbaarste is voor het leveren van Brillen en Pince-nez. Als bewijs dat die heer het vertrouwen waardig is, blijkt dat zij al sinds jaren het voorrecht heeft mogen genieten om Hof- en Rijksleverancier te zijn, welk voorrecht direct wordt ingetrokken als er niet goed wordt gehandeld. De heer L. van Emden is jaren werkzaam voor Prof. Mulder, Hoogleeraar aan de Universiteit te Groningen, wat wel een bewijs is dat die firma geen kwakzalver is, bovendien worden alle goe deren, die niet voldoen aan de gestelde eischen, op voorschrift van H.H. Doctoren gratis geruild. Ik ondergeteekende, dank U Mijnheer de Redacteur voor de verleende plaatsruimte. Ik kon niet nalaten de ingezetenen van de Zuid- Hollandsche en Z euwsche eilanden, deze firma aan te bevelen. Wie Brillen of Pince-nez voor hun oogen noodig hebben, kunnen daar gerust koopen. Ik ben daarom ook gaarne bereid nog verdere inlichtingen te geven. Dirksland JACOB KASTELEIN. Meüssisnt. Gedurende de maand Octo ber jl, werden aan het hulptelegraaf- en hulp telefoonkantoor alhier behandeld122 telegrammen en 50 gesprekken. Op Donderdag 12 Nov. 1908 's nam. 1.30 uur te Dirksland aan den Kerkring, van meu bilair (waaronder groot eikenhout kabinet,) een partij nieuw eigengemaakt schoenwerk (ver schillende soorten en maten) en een zoo goed als nieuwe overdekte handelswagen, ten ver zoeke en wegens vertrek van den heer S. Nagtegaal te Dirksland. Notaris VAN DER SLUIJS. Op Woensdag 18 November 1908 's namid dags half 3 uur te Dirksland, ter herberge van P. Brooshoofd, publieke verhuring van de etting der gorzen en dijken behoorend, tot de Ambachtsheerlijkheid Melissant, in percee- len. Notaris VAN DER SLUIJS. De brand In faoêeS Dellevue. Men meldt uit Arnhem Donderdagmiddag werden bij het wegruimen van puin aan het afgebrande hotel onder de kamer, waar de vermiste hotelknecht Wammers sliep, eenige beenderen geheel verschroeid gevonden. Of deze al dan niet afkomstig 'zijn van den verongelukte, is nog niet met zekerheid te zeggen. Gisteren zou een nauw keurig onderzoek naar de herkomst van de beenderen plaats hebben. Intusschen wordt aan de N. R. Crt.// gemeldt, dat het langen tijd onmogelijk is geweest om naar het lijk te zoeken, ten le om de hitte, die thans nog op sommige plaatsen zoo groot is, dat een werkman zijn schoen verbrandde en een ander blaren op de handen kreegten Se omdat met het opruimen oordeelkundig moest worden te werk gegaan, omdat anders gegronde vrees bestond, dat door ontlasting der gewelven op de eene plaats, die gewelven op andere plaatsen zouden kunnen instorten. Alleen hoogst bekwame vaklui kan men wan da! w -rk zetten. Van een laakbaar verzuim is dus geen sprake. Men moesi, wilde men gevaar voor ernstige oruulukken voorkomen, zich dus naar de Oïii-'wudigiudeti schikken. vaisclmtg van een plaatsbewijs. Dezer dagen werd op het traject Utrecht- Arnhem Nijmegen stawisspoorweg, door een treincontroleur een reiziger aangehouden, die oogensehijnlijk in het, 'bezit was van een abonnement Se klasse, welk plaatsbewijs echter dooi licüïï wiis vervaischt gii wgI zooduni^' dat hij een abonnement 3d klasse in een der- gelijk 2e klasse had gemetamorfoseerd. De reiziger in quaestie, zekere B. uit Nijmegen, had zijn abonnement 3e klasse als volgt ver anderd door een grooie inktvlek was onzicht baar gemaakt de in cijfers gedrukte klasse aanwijzing van het abonnement. Vervolgens was een der drie roode lijnen, onmerkbaar als 't ware weggemaakt. De prijs 3e klasse vermeld in cijfers, was tevens zeer nauwkeu rig veranderd in die van 2de klasse. Tegen den reiziger werd proces-verbaal opgemaakt. (Resb.) Vermorzeld door de train. Men meldt uit Elburg Gisteren is door de stoomtram, die om 2.37 van Elburg naar Oldebroek vertrekt, tusschen deze plaatsen een man aangereden. De ongelukkige werd door de machine gegre pen en totaal vermorzeld, zoodat, zijn inden- titeit niet kon worden vastgesteld. Een ingenieur le Milaan, de heer Forlanini maakt in een dorpje dicht bij Milaan een bestuurbaar luchtschip, dat een vorm van een ei krijgt. Het hulsel zal bestaan uit geverniste zijde met een laagje aluminium en wordt gesteund door een licht stalen geraamte. Het luchtschip wordt 40 meter lang en krijgt een hut, die met glasramen gesloten kan worden. De werkloosheid. Wij vernemen, dat de te Amsterdam gevormde commissie, die zicb bezig houdt met te onderzoekefj of het mogelijk is werklooze Amsterdammers door landarbeid werk te versdhafleD, thans de uitvoerbaar heid der navolgende plannen overweegt 1. Het in gereedheid brengen van duin- gronden of andere woeste gronden voor cultuur 2. het aanleggen van een park voor de gemeente Amsterdam 3. het in gereedheid brengen van gronden in of nabij Amsterdam voor arbeiderstuintjes 4. het stichten van een doorgangshuis voor arbeiders die naar Amerika willen emigreeren en van te voren zich eenige bekendheid met den landbouw willen ver schaffen. Het plan van een blijvende landbouw kolonie op de heide of andere ontgonnen gronden te stichten is door de commissie opgegeven. Dit is, naar wij vernemen, niet zoozeer geschied omdat de commissie dit plan geheel en al onmogelijk beschouwt, als wel omdat voor een zoodanig plan landarbeiders, die in slechte economische positie zijn, vóór stedelingen moeten in aanmerking komen. De commissie heeft bij alle landbouw-autoriteiten, wier advie zen zij inwon, groote bereidwilligheid aan getroffen. De afdeeling Landbouw, met haar energieken direcleur-generaal, en de Nederlandsche Heide maatschappij zijn daarbij voorgegaan van haar belangstelling voor den arbeid der commissie blijk te geven en deze met raad en daad bij te staan. Of de commissie nog plannen zal kunnen voorstellen, welke dezen winter reeds uit gevoerd kunnen worden, is nog niet geheel en al zeker. Meer en meer toch blijkt dat een goed plan van werkverschaffing reeds maanden van te voren moet ontwor pen en de uitvoering voorbereid worden. Feitelijk bestaat er behoefte aan een per- mante instelling, welke den loop der werk loosheid gadeslaat en tijdig goede plannen van werkverschaffing ontwerpen en voor bereiden kan. Zijn wij goed ingelicht, dan zal de com missie in het door haar aan de Emigratie- vereeniging (door wier initiatief de commis sie ontstaan is) uit te brengen rapport vooral op dit laatste punt zeer den nadruk leggen. (Hbld.) Door uitputting gestorven. Dinsdagavond vond een voorbijganger, een zekeren Habets uit Heerlen, onder de gemeente Voerendaal stervende. Men liet den man liggen en was zoo dwaas, eerst naar hem te gaan informeeren. Toen men terugkwam was de man dood. Hij draagt geen sporen van geweld, en daarom neemt men aan, dat de ongelukkige zwerver van uitputting is gestorven. IO2Y2 jaar oud. Te Haarlem is mevr. de wed. Vermaasser 102^ jaar oud geworden. Zij geniet nog een uitstekende gezondheid. Eeu opkoopersplaag bezworen. De tallooze opkoopers van nuchtere Kalveren in Friesland, die voor dag en dauw al in den stal aanwezig.zijn, om met den boer te onder handelen over het jonge rund, dat dien nacht het levenslicht aansGhouwde, zijn voor den boer een plaag. Onder die opkoopers heerscht vaak een verwoede concurrentie, die tot allerlei listen en lagen aanleiding geeft, waarin soms de boer betrokken wordt. En dan gaat het met de betaling ook lang altijd niet vlot. Het bedrijfs kapitaal is vaak niet groot. Om nu van dien last ontslagen te worden, bovendien zeker te zijn van een goeden prijs

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1908 | | pagina 2