fill.
Zaterdag 24 October 1908.
23sle Jaargang N°. 1392.
A n tirevo lutionair
voor lie Koidhollandsche en ^eenwsclie Eilnnden.
l]
L
IN HOC SIGNO VINCES
en
T. BOEKHOVEN,
SOMMELSDIJK.
Alle stsikkea voor tie iledaetie bestemd,
Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever.
Aan alle Waders en bloe
ders in Aederlaisd.
Bakkers.
De tweedeelige inlijving.
riitt
erpen
erwijl
11 aan
men- en
nderijen.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland bij voornitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
UITGEVER
Telefoon Intereomm. So. 3.
Advertentiën 10 Cent per regel en 3/2 maal. Beclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en */s maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
(Slot.)
Het Bondsblaadje heeft nog eenige
opmerkingen aangaande de Openbare
School, die we onder de oogen wen-
schen te zien.
Zij, de Openb. School, moeit zich
nietmet al de moeilijke geloofskwesties,
die ons ouderen verdeelenen die de mees
ten onder ons zelfs niet kunnen begrijpen.
Maar is dit niet eerder een voordeel dan
nadeel Moeten dan ook de kinderen reeds
oordeelen en veroordeelenkinderendie
zoo moeilijk zaken van personen weten te
scheiden, en zoo gemakkelijk komen tot
eigenwaan en zelfverheffing op grond van
beter wetenterwijl ze toch in werkelijk
heid in die moeilijke zaken niet anders
kunnen dan napraten, wat hun is voor
gezegd, zonder dat ze er iets van begrijpen.
Het blaadje tracht hier de lui te
foppen. Neende Openb. School be
moeit zich niet met »al« die nmoei-
lijkea geloofskwesties; ze bemoeit zich
noch met »moeilijke,« daar de Chr.
School zich ook niet mee bemoeit
maar ook bemoeit ze zich niet met
de gemakkelijke kwesties, die elk kind
en elk mensch weten kan en weten
moet en waarvoor heusch niet de
kinderen komen tot eigenwaan en
zelfverheffing Trouwens die eigen
waan en zelfverheffing kunnen de
kinderen op de Openb School en op
de Chr. School ook krijgen bij de studie
der andere vakken, dat hangt van
den meester af, hoe hij die, d. i elke
leerstof behandelt. De Openb. School
moeit zich heelemaal met geen »ge
loof« en leert helaas verdraagzaamheid
voor 't ongeloof.
De kinderen praten na Ja, dat doen
ze bij vele vakken die op de scholen
onderwezen worden. Aardrijkskunde,
geschiedenis bv. zijn napraat-vakken,
doch onmisbaar. En ze nemen de
zaken op; net zoo goed als de kinderen
allerlei deelen van den Bijbel opnemen,
Aannemen op gezag komt steeds voor.
Dat is juist het Geloofde vaste grond
der dingen, die men niet ziet.
De geestelijke herders onderwijzen in
de kerk en mogen in de Openb. School
ook catechisatie houden. Ja, dat doen de
herders! Maar de meesters zijn ook
geestelijke herders, die hun schaapjes
zes jaar lang, veel langer per dag en
per week dan een dominee, onder
hun toezicht hebbendie schaapjes
opvoedenen als herders zijn die
meesters verplicht Gods wil aan de
kinderen bekend te maken. En dan
niet het zout des Evangelies naast het
voedsel, dat opgedischt wordtmaar
het zout er doorheen.
En nu komt dat leelijke zinnetje,
dat beter in de pen ware gebleven.
Het blaadje schrijftonderzoekt dit
alles en gij zult tot de overtuiging komen,
dat gij niets teqen de Openbare School
hebten er dus voor u geen enkele reden
is, het bijzonder onderwijs met zijn vele
en groote nadeelente bevorderen.er En
als bewijs van die »vele« en »groote«
noemt men dan het te veel-klassen
voor één onderwijzer.
't Is unfair, onbehoorlijk om de Chr.
Scholen daarvan een verwijt te maken,
omdat 't Liberalisme door zijn school
strijd aan de Cbr. Scholen de midde
len onthouden heeft om in dezelfde
conditie te zijn als de Openbare. Maar
de toestanden worden beter. En de tijd
breekt aan, dat ook op de Chr. Scholen
de Liberalen geen onrecht meer kun
nen plegen aan't kind van christelijke
ouders, 't Liberalisme heeft dat kind
onthouden, wat 't uit haat tegen 't
Christelijk beginsel, aan het Openbare
Schoolkind met milde hand aanbood.
Doch nog eensDe tijd nadert, dat
de geldmiddelen aan beide scholen
gelijkelijk zullen toevloeien en waar
de Chr. Scholen nu reeds de con
currentie kunnen volhouden, zullen
ze dan in den strijd minstens gelijk
zijn.
De scheiding op school wekt- haat en
tweedracht, wantrouwen en onverdraag
zaamheid en dns moeten de kinderen op
ééne school.
Dwaas argument. Er isjscheiding
tusschen de ouderser is allerlei
levensbeschouwinghoe natuurlijk
dus, dat ook de ouders hun kinderen
op laten voeden in de levensidee, die
ze zelf koesteren. Die scheiding zelf
wekt ook geen haat en tweedracht,
geen wantrouwen en onverdraagzaam
heid, maar de oorzaak der scheiding
nl. 'tal of niet belijden van den
Christus op Schoolterrein't geloof,
de antithesezij is de oorzaak van
»haat.« Niet bij de Christenenmaar
juist bij de niet-christenen. Onder de
oudere menschen noemt men datde
liberalen zijn anti-klericaal. Maar
dwaas is 't argument ook, omdat tal
van kinderen later toch van hun ka
meraden »scheiden« en eigen levens
ideeën vormen, en zich van die lieve
eenheid op de schoolbanken niets meer
aantrekken. Als er dus van een schei
ding sprake kan zijn, dan is ze door
de ouders terecht tot uiting gekomen
en gebrachtdoor de liberale onder
wijzers niet tegengewerkt en in 't
maatschappelijk leven merkbaarwel
is er ook eenheid merkbaar in hen,
die door de Openbare School als jonge
liberaaltjes onder den steun fvan 't
huisgezin zijn ongekweekt. De Openb.
School is de kweekplaats der jonge
Liberale garde enz. enz. Daarom wil
de Openbare Schoolpropagandist liefst
geen scheidingzoo krijgt hij ze allen
onder 't net.
De Standaard en ds. Rudolph zijn
't niet met elkaar eens over deze vraag
Mag de Overheid aan een bakkerpa
troon verbieden gedurende bepaalde
tijden met de leden van zijn gezin,
iets in zijn bedrijf te verrichten.
Die vraag staat in verband met 't
bakkerswetje, dat aanhangig is en
waarin gezellen en patroons verboden
wordt 's nachts en Zondags te arbeiden
en nu had ds. Rudolph die beroo ving
der vrijheid bepleit, maar de Standaard
zegt;
De vraag voor ons toch is niet, of de
Grondwet zulk een inmenging van de
Overheid in de sfeer van 't particuliere
leven toelaat, maar of het Meder baas
in zijn eigen huis« ten deze ophoudt
recht tot verweer te bieden.
De Std. bedoelt duseen patroon
is baas in zijn eigen huis en 't gaat
de Overheid niet aan of hij j's nachts
of Zondags bakken wil; en zij mag
het |hem dan ook volstrekt niet ver
bieden.
Ds Rudolph schrijft er als weder
woord dit over en staat in zijn betoog
onzes inziens sterker dan de Standaard;
hij schrijft
Ieder baas in zijn eigen huis mij
house is me castle, zooals de Engelsch-
man zegtbedoelde oudtijds en be
doelt ook thans niet anders dan de
handhaving van de vrijheid en de on
schendbaarheid van den burger in zijn
woniög tegen willekeurig huiszoeking,
arrestatie, molestatie enhuisvredebreuk.
In onze Grondwet is dit primordiaal
beginsel van burgervrijheid neergelegd
in art. 158, hetwelk aldus luidt»het
binnentreden in eene woning tegen den
wil van den bewoner is alleen geoor
loofd in die gevallen bij de wet bepaald,
krachtens een bijzondereD, of alge-
meenen last van een macht door de
wet aangewezen. De wet regelt de
vormen, waaraan de uitoefening van
deze bevoegdheid gebonden is.« Het
is gesanctioneerd bij de artikelen 138
en 370 van het Wetb. van Strafr.
In dat spreekwoord, zoo betoogt ds.
Rudolph, wordt niet anders bedoeld
dan de bescherming van het huisrecht.
Maar dit huisrecht moet wel onder
scheiden worden van het bedrijfsrecht.
En huis-vrijheid is nog niet hetzellde
als bedrijfs-vrijheid.
Ook in vroeger eeuwen, onder de
gilden, werd in de bedrijisvrijheid,
duchtig ingegrepen zoodat het niet
aangaat om zich te verschuilen achter
het»Ieder is baas in zijn eigen huis.«
Ja, ieder is baas in zijn eigen huis
maar niet over 't bedrijf in dat huis.
Het komt ons voor, dat ds. Rudolph
hier juist is.
Nu had de Standaard ook gevraagd:
is het Christelijk om de patroonsbe-
drijfsvrijheid te knotten. En ds. R.
antwoordt, dat zijns inziens de huis
vrijheid juist gehandhaafd kan wor
den, als de bakkers hun bedrijfs-
vnjheid wat kwijt raken. Want wordt
de Zondags- en nachtarbeid alleen
aan de gezellen verboden, maar aan
de patroons toegelaten, dan zal een
onmogelijk strenge controle worden
ingesteld om de naleving der wel te
verzekeren. En dan zou juist daardoor
hetleder baas in zijn eigen huis,
op een bedenkelijke wijs worden ge
schonden. De politie zou dan als speur
hond de bakkerijen en woningen
binnenkomen, om te zien of hier en
daar niet een gezel verborgen was, die
bij den patroon werkte in den nacht.
Ds. R, besluit dan ook zijn onzes in
ziens bondig betoog met deze woorden:
Ik wil bovenal het huiselijk leven van
de bakkerspatroons en gezellen be
schermen tegen den hinder, dien zij
nu in hun huiselijk leven van de
tegenwoordige inrichting van 't bedrijf'
hebben. Ik zie, dat dit geheel onmo
gelijk is, wanneer de Zondags- en
nachtarbeid ook niet aan de bakkers
patroons verboden worden. In naam
van 't Chr. gezin en op grond van
Chr. roeping der Overheid in dezen
eisch ik dus absoluut verbod van
Zondags- en nachtarbeid zoowel voor
de patroons als voor de gezellen.
VVij zijn het in dezen met ds. R.
eens. Indien de patroons mogen bakken
is de wet een wassen neus. Wets
ontduiking zal aan de orde van den
dag zijn en de huis-vrijheid is ver
nietigd, afgedacht nog van andere
moeilijkheden.
De Raad van Defensie heeft zijn
oordeel uitgesproken over het wets
ontwerp Sabronnl. het in twee
helften opkomen der miliciens, om
daardoor de blijvend gedeelte-kwestie
nader tot hare oplossing te brengen.
Het resultaat van zijn beschouwingen
is dit»Met betrekking tot de zeemili
tie wordt het wetsontwerp geacht te
geven een verbetering van den bestaan-
den toestand, die dankbaar zal worden
aanvaard. De Raad heeft gemeend
zijn bezwaren tegen het wetsontwerp
te moeten ontwikkelen, teneinde zijn
meening te staven dat het tot wet ver
heffen van het ontwerp, zooals het daar
ligt, zou zijn een schrede achterwaarts
op het gebied van 's lands defensie.
Maar wil de Minister een proef
nemen, dan wordt dit niet ontraden,
indien hij rekening wil houden met
't volgende
1. De opkomst voor eerste oefening
der miliciens van de bereden artillerie
blijve geregeld zooals dit thans't geval
is.
2. De gelegenheid tot oefening in
de legerplaats bij Harskamp worde in
dier voege uitgebreid, dat de najaars
helft der 8-maanders der infanterie
in de gelegenheid is schietoefeningen
aldaar te houden
3. De tweedeelige inlijving worde
beperkt tot het wapen der infanterie.
4. Artikel 109 der Militiewet worde
gewijzigd in dier voege, dat zij, die
voor kaderopleiding worden aange
wezen of zich daarvoor hebben opge
geven, tot het blijvend gedeelte zullen
behooren.
5. 't Zal alle aanbeveling verdienen
om den toestand van het beroepskader
aan een herziening te onderwerpen,
waardoor waarborgen worden verkre
gen dat het groote, en te verwachten
toenemende, verloop van dat Kader
zal ophouden.
UP OEA UITUM,
Met schrik en beven gaan velen den
winter tegemoet.
Reeds nu, in den schoonen nazomer,
dien we mochten beleven, hoorde men aller-
wege van werkeloosheid. Mannen die 25 en
meer jaren altijd werk gehad hebben, staan
nu ledig aan de markt en met elke week
neemt hun getal toe, Tienduizenden loopen
er thans reeds in ons goede vaderland rond,
spijtig de handen in den zak gestoken,
want ze willen die handen wel gebruiken,
maar niemand vraagt het hun.
Ik huiver, als ik er aan denk.
»Zes dagen zult gij arbeiden zegt God
in zijn Wet. En zietdaar zijn duizenden
arbeiders, die deze Wet willen opvolgen,
't zij ze haar door 't geloof in Christus
hebben leeren liefhebben als regel der
dankbaarheid, 't zij ook, buiten Christus,
die Wet Gods geschreven is in de harten.
Zij bieden hun arbeidskracht aan.
Zij bedelen om werk om arbeid voor
hun handen.
Zij reizen stad en land af, maar alom
zien ze zich afgewezen werk is er voor
hen niet te vinden en lusteloos, moedeloos
keeren ze telkens weer terug in den kring
der hunneneen droevig hoofdschudden
geeft het antwoord op de onuitgesproken
vraag van het angstig opgeheven gelaat
Vergeefs
Er is haast niets te bedunken, zóó tra
gisch als het steeds weer thuiskomen zonder
eenig resultaat van den r nan en vader,
wiens gezin de ellende v oelt opkruipen
langs de muren en die. imaar geen werk
kan krijgen.
En ik kan dan ook niet inzien, dat we
den winter doorkomen, als niet de meerge-
goeden door ruime bijdrage n de werkeloozen
voor broodsgebrek trach ten te behoeden.
Dit mag weieens duide lijk gezegd.
Want ik krijg zoo we leens den indruk,
dat de barmhartigheid niet toeneemt op
den aardbodem en dat h( ;t egoïsme daaren
tegen steeds aanwast.
Straks wordt weer de dankdag gehouden
voor t gewas waar, "blijven de collecten i
van 20, 25, 30 duizend gulden op éénmaal,
die in vroegere eeuwen ten behoeve der
armen in zulke diensten door diakenen wer
den gecollecteerd?
En als de burgerij eigener beweging
tekort schiet in haar christenplicht, dan zal
het de groote vraag zijn, of niet de Overheid
geroepen is, en wel in de eerste plaats de
gemeentelijke Overheid, om tenminste daar
tusschenbeide te komen, waar personen en
gezinnen in ellende zouden ondergaan.
Er is hier een noodsland.
Allerlei omstandigheden werkten saam,
om in vele vakken en bedrijven een crisis
te veroorzaken, zooals de wereld die in
langen tijd niet kende En nu kan men uit
beginsel nog zoo sterk zijn tegen te ver
gedreven overheidsbemoeiing en welk
antirevolutionair is dat niet -— ik voor
mij tenminste durf niet te zeggen, dat de
Overheid de ongelukkige werkloozen maar
moet laten ondergaan in hun kommer, als
de hulp van kerk en particulieren tekort
schiet
Nood breekt hier tenslotte wet.
En de plaag der werkeloosheid is wel
degelijk mede een gevolg van gemeenschap
pelijke zonde en behoort dus gemeenschap
pelijk bestreden te worden.
Toch mag één zaak niet vergeten.
Als een werkelooze rammelt van den
honger en rilt van de kou, is een eerste
vereischte, dat hij brood krijgt en steenkolen.
Maar daarna moet al het mogelijke gedaan
worden, om hem tenminste de eerste levens
behoeften te laten verdienen, zal de man
niet zedelijk zinken Zelfs kunstmatige werk
verschaffing is beter dan een simpele »be-
deeling.« Maar de groote vraag is, hoe
voor 't heden en de toekomst de arbeider
aan werk te helpen is, dat de moeite en 't
kapitaal loont, die er aan ten koste gelegd
worden.
Anders gezegd Hoe den man aan pro
ductieven arbeid te helpen
En zoo zien we 't dan wederom gebeuren,
dat een commissie, die zich gevormd heeft,
om de werkloosheid te bestrijden, het oog
wendt naar de duizenden hektaren woeste
grond,die ons Vaderland nog >rijk« is.
Op die heidevelden is nog ruimte voor
duizenden. Goudvelden zijn het niet, maar
voor wie z'n handen gebruiken wil en
zonder regelmatige »zoopjes« leven kan, is
er brood te verdienen.
Luilakken krijgen 't overal te kwaad.
Al steken tien commissiën hun de handen
toe, om ze aan 't werk te krijgen, dan
zullen ze nog, naar Salomo's wijze opmer
king gescheurde kleederen dragen en, naar
20-eeuwsche ervaring, aardappels met la
waaisaus eten.
En dat vermoeilijkt juist de oplossing
van het werkloozen-vraagstuk, dat er onder
degenen die in de termen vallen, om gehol
pen te worden, een vrij groot procent
schuilt van minderwaardige werklieden.
Dat ligt in den aard der zaak.
In tijden van slapte worden die er 't
eerst uitgeschoven en worden de beste
werkkrachten 't langst in dienst gehouden.
De minder goede elementen leveren minder
werk en hebben niet zelden 't meeste praats.
Dat bleek verleden jaar in Den Haag.
Toen ook daar heel wat mannen, in de
kracht van hun leven, op de keien liepeD,
werden pogingen aangewend, om hen tijdelijk
in Duitschland in 't steenkolen-district aan
werk te helpen. Dat is een noodsprong,
'k weet het welAllesbehalve verkieslijk
als regel, maar 't is dan toch beter in
Duitschland brood te "eten, dan hier honger
te lijden
't Is ook geen licht werkaan veel
moet men wennen doch daar staat
tegenover, dat vele honderden Nederland-
sche arbeiders eigener beweging er heen
zijn gegaan en 't uitgehouden hebben ook,
Maar met de Hagenaars ging 't slecht.
De meesten waren met 'n dag of wat weer