V
levoelen.
voor tie ZaiiSlBollandsrlir en Zeeuwsclie Eilanden.
IK! BLAD.
i
A n tirevo lu tionair
Orgaan
(vestigd
1872
[ELSDIJK.
IN HOC SIGNO VINCES
zekering
dam.
5a*.
2a^erdag 10 October 1908.
23ste Jaargang N°. 1388.
OL
1
OP DEA UITDIJü.
Voor Huis en Hof.
h.
ien in zijn eigen
tUk.
zijn ruim voor-
lang
uit-
le eenige in Ne
va n dankbare
i n. Vele andere
bch bereid hunne
e adressen opgaf,
kan blijken dat
Aantal
plekken.
1
2
bijna kaal.
e 2
bijna kaal.
ichter)
hoofd) 3
2
bijna kaal.
1
advies.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
UITGEVER
T. BOETKHOVEN,
SOMMELSDIJK.
Telefoon Intercom». lo. 3.
Advertentiën 10 Cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en */s maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
413e stukken voor de Uedactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever.
Het Arbeidscontract.
Door Minister Loeff is dit contract
terecht genoemd een economisch toe
vluchtsoord d.w.z een regeling, waar
door de economische verhouding tus-
scben werkgever en werknemer wordt
geregeld.
In de Memorie van Toelichting van
het Wetsontwerp (28 Jan. 1904) lezen
we dienaangaande »Bovendien is er
geen enkele overeenkomst, die zoo
diep ingrijpt in den geheelen maat-
schappelijken toestand van dengene,
die de handeling aangaat, als juist de
arbeidsovereenkomstgeene enkele,
die zoo den ganschen mensch aanpakt
en zijn lot bepaalt. De voorwaarden,
waarop de arbeider zijn arbeidskracht
kan ter markt brengen, beslissen niet
alleen over zijn materkelen, maar ook
over zijn geestelijken en zedelijken
levensstandaard Geldt dit min of
meer van allen, die tegen loon in dienst
van anderen arbeid verrichten, het
geldt met name van diegenen onder
hen, voor wie tengevolge van hunne
geringere ontwikkeling en van hun
zwakken finantieelen toestand toetre
den tot het aangeboden arbeidscon
tract een gebiedende noodzakelijkheid
is, d.w.z. van de bezitloozen. Willen
dezen leven, dan moeten ze arbeiden
en een arbeidscontract sluiten, Voor
hen is het arbeidscontract niet een
vrijwillige overeenkomst, maar een
dwangcontract. In dien toestand ver-
keeren talloozen. Voor talloozen dus
is een arbeidscontract een economisch
toevluchtsoord. Bij de' zoodanigen
beheerscht het arbeidscontract nood
wendig het geheele bestaan. Van hen
dan ook vooral gaat de drang uit,
door wettelijke regeling eenige be
scherming te verkrijgen tegen al te
drukkende voorwaarden. Over de
grootte van het loon vermogen zij nog
zelf met den werkgever te onderhan
delen. Doch in andere opzichten bil
lijke conditiën te bedingen, laat de
druk, waaronder zij voortdurend ver-
keeren, niet toe. Wordt het aan par
tijen veroorloofd, bij onderlinge over
eenkomst af te wijken van de voor
schriften, die de wet stelt, zij zullen
ook in zoodanige afwijking te hunnen
nadeele moeten bewilligen, Enz. enz,
Een "economisch toevluchtsoord, dat
was 't Arbeidscontract, volgens den
toen aan het bewind zijnden Minister.
Maar eilieve! hoe ongunstig steekt
de werkelijkheid af tegen de mooie
bedoelingen, die de Oud Minister
uitsprak.
We lazen dezer dagen, dat een firma
een collectief-contract, d.i. een con
tract, zooals verschillende vakvereeni-
gingen dat gaarne zagen, voor kennisge
ving had aangenomen.
Wat moet daar nu van groeien.
't Economisch Toevluchtsoord wordt
zoodoende tot 'n puinhoop geformeerd.
De firma wil het Contract niet eens
met de werklieden behandelen neemt
er ternauwernood notitie van en zal
waarschijnlijk het plan hebben, om
tot hen te zeggen Uw contract moet
ik niet; maar hier heb je het mijne
en dit zult ge aanvaarden of anders
gaat ge de laan uit.«
Zooals we dezer dagen reeds schre
ven we gelooven, dat er een andere
weg moet ingeslagen wordenons
sociale leven zit verward 't vertrou
wen is van weerskanten opgezegdde
patroon stoort zich niet aan de arbei
ders en de arbeiders niet aan den pa
troon.
Samenwerking schijnt haast niet
mogelijk. En 't arbeidscontract zal
waarschijnlijk mislukken. Hoe moet
't dan in de toekomst Hard tegen
hard Nog erger dan nu Maar dan
staat er een katastrofe, een revolutie
voor de deur De werklieden kunnen
het niet blijven aanzien, dat hun wen-
schen slechts voor kennisgeving wor
den aangenomen. Uit zoo'n toestand
moet moeite en kwade actie volgen.
Wat dan Er is maar één weg
het wantrouwen moet verdwijnen en
daarvoor fabrikant en werkgever tot
de belijdenis terugkeeren, dat de arbei
der zijn loon waardig Jis, maar ook de
arbeider dat de fabrikant niet verder
springen kan, dan zijn stok lang is.
Rekening houden met de'eischen des Be
drijf s, dat is de plicht. En de werkman
vergete niet, dat de fabrikant zijn chef
is, zijn meerdere, die boven hem staat.
Kiesrecht der Koomsch-Katho
lieken.
Toen het rapport der R. K. Com
missie verscheen over het Kiesrecht,
was er in de Antirev. Partij onrust.
Sinds vele jaren zijn we met de Room-
schen in coalitie, en tot heden was
het een genot daaraan herinnerd te
worden door ons vijandige bladen of
geschriften die Coalitie had en heeft
onze symphatie en onze partij las dan
ook met buivering, hoe er in de R.
K. Staatspartij een, zij het dan ook
niet sterke strooming was naar Alge
meen Kiesrecht.
Was dat denkbeeld naar voren ge
schoven, dan zou de Coalitie wis en
zeker gebroken zijn, omdat onze Partij
geen Algemeen kiesrecht wenscht. En
die scheuring zou te betreuren ge
weest zijn in het stadium onzer he-
dendaagsche politiek en onzer tegen
woordige tijdsomstandigheden.
Neen eenheid moet er zijn en blij
ven tusschen de Coalitiepartijen.
Maar wat dreigde, is gelukkig afge
wend.
Op de algemeene vergadering der
R. Kath. Partij, heeft men partij ge
kozen, voor het Organisch Kiesrecht
tegen het Algemeen, vóór het Huis
manskiesrecht.
Die afloop heeft ons uitermate ver
heugd.
Zoo blijft de eenheid bestendigd en
bevestigd en zal in 1909 gewis de
schoone vrucht daarvan worden ge
zien en geplukt.
Wanneer nu nog de Chr.-Hist. Unie
zich duidelijk uitspreekt, dan staan
de Rechtsche partijen klaar, aaneen
gesloten voor het Huismanskiesrecht
met of zonder bijvoeging, wat de
toekomst leeren zal.
Niemand kan zeggen, wat eventu-
eele discussie in de Kamers zal op
leveren want zulke ingrijpende zaken
hebben nooit anders plaats dan door
en na compromis d. i. na geven en
nemen.
Maar in elk gevalRechts weet,
wat het wil en we zijn verheugd, dat
in de R. K. vergadering zoo'n besluit
tot Huismanskiesrecht gevallen is.
Zoo kunnen er zaken worden gedaan
en de propaganda wint er door in
kracht.
*j* Boete of Protectie.
De Stoomvaart-Maatschappij zal
15,000 gld. boete moeten betalen, in
dien ze bij het bouwen harer schepen
andere werven gebruikt dan de Ne-
derlandscbeof zooals de Minister
zei: »De boete van 15000 gld. is be
doeld voor het geval, dat de Maat
schappij in het buitenland laat bou-
wens, als zij in Nederland even goed
koop en even goed terecht kan. Kan
het buitenland goedkooper en even
goed leveren, dan kan men kwalijk
vorderen, dat de Maatschappij 4ot
hoogere uitgaven in Nederland ver
plicht moet worden. Dit standpnnt tot
dusver steeds ingenomen en door de
Staten Generaal goedgekeurde
Is zoo'n boete nu protectie van de
binnenlandsche, de Nederlandsche
industrie De Minister zei»Ik kan
daaromtrent slechts herhalen, wat ik
in de andere Kamer heb gezegd, dat
die boete bepaling niet zoozeer is een
middel om te komen tot een bevoor-
deeling^ van de binnenlandsche indus
trie, dan wel een bepaling om de
Maatschappij niet geheel de vrije hand
te laten in het bepalen van de wijze,
waarop en de plaats, waar zal worden
gebouwd«.
»Niet zoozeer«, zei de Minister
maar dan toch »ook« een middel om
te bevoordeelen en dus bescherming,
protectie, die onze volkomen goedkeu
ring wegdraagt.
De Nederlandsche Staat heeft wel
degelijk den plicht te eischen, dat zijn
industrie wordt gesteund, als het
schepen enz. betreft, waarop hij door
contracten eenige zeggenschap heeft.
En wel eigenaardig, dat het wets
ontwerp met algemeene stemmen
werd aangenomen, wat pleit voor de
rijper wording van het denkbeeld, dat
protectie toch niet uit den booze is.
Ja, wordt dan wel eens gezegd:
maar invoerrechten is toch nog wat
andersdie te hellen op goederen,
welke ook in Nederland gefrabiceerd
kunnen worden die heffing is eigen
lijk protectie.
't Is spelen met woorden, zoo te
spreken, üf de Nederlandsche indus
trie beschermd wordt door verplich
ting, dat op haar werven zal gebouwd
worden, öf dat de buitenlander wordt
verplicht wat van zijn marktgebied in
ons Land in te krimpen door de hef
fing van invoerrecht op zijn goederen
't is precies hetzelfdehet resultaat
van beide heffingen isde buitenlander
ziet zijn deboché, zijn kring van ver
koop kleiner worden en dus wordt
die van den Nederlandschen fabrikant
grooter.
M et 't oog op de industrie is het
precies hetzelfde. Zeer zeker is het
niet hetzelfde met 't oog op de Con
sumenten ot gebruikers.
Patrimonium, als ik me niet vergis, zegt
in zijn sociaal program of in een toelichting
er van, dat de arbeider geen dure dokters
rekeningen betalen kan.
Dat zal wel waar zijn
Op 't platteland, waar ik gewoond heb,
hing nog de heugenis van een heelmeester
uit de eerste helft der vorige eeuw, die op
'n oud paard z'n visite maakte, en zelf 'n
paar koeien op stal had, net als de boeren.
Hij was ongeveer 'n ambachtsman.
Half boer, half vakman, net als de smid
en de timmerman op 't dorp, die evengoed
een koe konden melken als den blaasbalk
trekken of aan de schaafbank staan.
's Mans apotheek kon'in één groote kast
en al zijn instrumenten gingen in een flinke
mand. Van zijn praktijk kon ik weinig te
weten komen, maar wel wisten de boeren
me nog te vertellen dat de man zoo kort
na Nieuwjaar, net als de schilder en de
tuinman met de rekeningen den boer op
ging, om ze bij zijn klanten aan te bieden.
Vergeleken met de tegenwoordige dokters
rekeningen waren de zijne zeer matig en
tóch gebeurde 't wel, dat er over den prijs
gekeven werd tusschen hem en z'n patiënten.
De man wist van te voren wel, waar hij
>mot* zou krijgen met z'n schuldenaars en
nam de voorzorg, op die rekeningen een
bijslag te leggen, zoodat hij zich kon laten
afdingen.
Ieder is ten slotte een dief in zijn nering.
Dat was alles in den »goeden, ouden
tijd.*
Als er één vak in de laatste honderd
jaren is vooruitgegaan, dan is het wel de
uitoefening der geneeskunde en we kunnen
onzen God voor die vooruitgang, die ons
gansche menschelijk geslacht ten goede
komt, niet genoeg danken.
Die vooruitgang is reusachtig.
Ze is van dien aard, dat één geneesheer,
hij moge boven allen uitsteken in knapheid,
onmogelijk meer de gansche geneesleer van
den mensch bestudeeren en beoefenen kan.
Neem b.v. een klein onderdeel van eens
menschen lichaam: het oog.
De geneeskunde van het oog omvat een
bibliotheek op zichzelf. Dikke boeken zijn
er over geschreven. Allerlei dure en inge
wikkelde instrumenten zijn uitgevonden, om
het oog te bezien en te behandelen. En
dit is nog maar één klein lid van 't lichaam.
Hetzelfde is 't geval met oor, neus, keel,
mond, borst, buik, nieren, maag, en allerlei
andere organen van ons lichaam.
Het is onmogelijk dat één man dit alles
leert.
Nog onmogelijker, dat hij 't alles, met
een drukke praktijk, bijhoudt.
Hij mag wel een rijk suikeroompje hebben,
wil hij voor al die onderdeelen van ons
lichaam de noodige instrumenten kunnen
aanschaffen
En nu sprak ik nog niet van de chirurgie.
Ongelooflijke dingen worden in onze dagen
met het snijmes van den wondmeester
gedaan. In alle richtingen wordt het men
schelijk lichaam gekloven en opengesneden,
gereinigd en gehecht men staat op
dat gebied schier voor niets.
Maar daardoor heeft ook de uitoefening
van de geneeskunst een gansch ander aan
zien gekregen.
De gewone dokter, die over uw geheele
lichaam gaat is de huisarts.
Die heeft nu nergens speciaal studie van
gemaakt en heeft werk genoeg, om de
algemééne zaken in zijn vak bij te houden.
Alle gewone ziekten behandelt hij. Maar
niet zoodra merkt hij iets speciaals op, of
hij stuurt u naar den specialiteit.
Dat wordt gaande erger.
Toen mijn vader indertijd, op zijn dorp,
'n bril moest hebben, liet hij zijn huisdokter
komen, die de oogen onderzocht en een
recept gaf voor een bril. Mijn grootvader
maakte daar toen aanmerking op die had
indertijd z'n bril bij 'n jood gekocht, die
langs de deur kwam en had er jaren plezier
van gehad
Mdar toen ik onlangs meende aan een
bril te moeten, kwam m'n huisarts, bekeek
m'n oogentrok diepe groeven in z'n
voorhoofd en zeiJa, m'neer 'k zou u
raden, toch eerst een specialiteit te raad
plegen als ik me niet vergis, vertoont één
uwer oogen een kleine afwijking, waarin
voorzien moet worden
Nu rekent m'n 2»huisarts<t heel schappelijk,
maar 'n visite was ik toch kwijt, terwijl
m'n bril nog niet eens in de maak was.
Ik ging naar den ^specialiteitHij was
'n kwartiertje met me bezig, monpelde een
onnazegbaar latijnsch woord, dat te kennen
geven moest, de kwaal, waarmee dat eene
oog behept was, schreef een recept voor
een bril en ontving z'n honorarium
drie vijftig a vier gulden.
Toen moest ik met m'n recept naar den
instrumentmaker, die het doktersbriefje
spelde en herlas en met een gewichtig
gelaat verklaarde, dat zulke glazen extra
geslepen moesten worden en meer van die
vak-bizonderheden ten beste gaf, waardoor
ik me vast kon voorbereiden op een extra-
prijs.
Dit weet ik wel, dat m'n bril me zoowat
op 'n tien gulden kwam en nu is 't
nog maar een heel gewonen stalen bril.
Nu is dat nog niet zoo erg. Een mijner
vrienden had 'n kind, dat acht dagen naar
't ziekenhuis moest en daar 'n kleine operatie
heeft ondergaan, die geen half uur duurde
de gansche zaak kostte hem alles bij elkaar,
een zestig gulden.
En hoe meer -de medische wetenschap
wordt »verspecialiseerd«, hoe nijpender dit
zal worden. Soms voorzeker wordt men
door de medici wel een ^gesnedene, óók
in de beurs, maar 't is eveneens waar, dat
de jarenlange opleiding, de dure instru
menten en de betrekkelijk geringe praktijk
van vele specialiteiten hen wel dwingt, ona
zich hun hulp zeer duur te laten betalen.
Voor een »arbeider* is dit niet zoo erg.
Als hij werkelijk leeft >van de hand in de
tand* dan zijn er wegen, om kosteloos
geholpen te worden, al is ook daar iets
onaangenaams aan verbonden.
De ^gegoeden* pruttelen wel, als ze hun
nota krijgen, maar 't betalen is hun geen
doodwond.
Iets anders is 't met den kleinen mid
denstand, die tóch al zoo in de verknijping
komt. In de »ziekenbos« van den minderen
man* gaat hij niet't lacht hem met toe
van den »bosdokter« geholpen te worden
de dokters zélf zouden er hem ook raar
op aankijken
En tóch kan één jaar sukkelens met ziekte
het gezin van zoo'n kleinen middenstander
jaren daarna nog neerdrukken. Ook hij
kan feiteiijk geen »dure doktersrekeningen*
betalen.
Wel is dat meest >verborgen leed* maar
't nijpt er niet minder om
Wordt het geen tijd, dat ook de midden
standers zich in eigen »fondsen* gaat ver
eenigen, om door maandpremies e. d. g.
de »dure doktersrekeningen* over 'n groot
tijdperk om te slaan UITKIJK.
Uien worden te weinig gebruikt, in elk gezin
dienen zij wekelijks één ot meermalen op het
menu voor te komen. Niet alleen dat zij den
smaak van een gerecht verhoogen, maar zij «jn
ook bevorderlijk aan de spijsvertering. Goedge-
kookte of gebraden uien werken gnnstig bij ern
stige verkoudheid en heeschheid, men ete er
gerust flink van. Rauwe uien, liefst jonge, drijven
bfj kinderen de wormen af, men kan de uien dan
een nacht in water laten aftrekken jen bet sap
's morgens doen gebruiken. Bij steken van bijen
en wespen verzacht het sap de pij», terwijl dit,
vermengd met azijn, opgesnoven, neusbloedingen
stuit. Daartegen wordt ook wel een doorgesneden
ni in den nek gelegd. Sommigen beweren, dat
een stnk ui, op liet tandvleesch gelegd, kiespijn
bezweert. Dit alles te zamen is zeker voldoende
om zorg te dragen, dat men steeds uien in huis
heeft.
Vaak ziet men zijn mooie begonia's ontsierd
door roest, de planten beginnen er gebrekkig uit
te zien. 't Is echter geen zwam, maar een inseot,
die dit verschijnsel veroorzaakt, eerst bij sterke
vergrooting waar te nemen. Ook andere planten
hebben er van te lijden en men vindt dan die
maden of mijten op de uiterste punten der plan-
tenioten of op 't midden der nog groeiende knop
pen. Gloxinia's, Gesneria's en andere planten gaan
er roestig en vergroeid uitzien; in onzen tuin
merken we deze woekerdiertjes ook op, bv. bfj
meloenen en komkommers. Wat daartegen te
deen Strooi eenvoudig tabaksstof op de zieke
loten of dompel de planten, als ze niet te groot
zijn, in tabakswater. Besproeien met schoon water
werkt ook reeds zeer nuttig.
Merkt ge op uwe waaierpalmen, op de bladeren,
gele vlekken, dan is de oorzaak wellicht, dat ze
te veel vocht hebben gekregen in den rusttijd
bruine vlekken ontstaan door zwammen. Beschut,
vooral in 't najaar, uw planten tegen koude
nachtlucht, en houd ze wat droger.
Weet ge, hoe ge blind geworden spiegels schoon
kunt maken Dit kan door het glas met sterk
verdund zoutzuur met een spons te wrfjven. Maar
voorzichtig met dit goedje, opdat het uw handen