CO., s. LAV EERSTE BLAD. qndsm^ Zaterdag 15 Augustus 1908. 23ste Jaargang N°. 1372. A n tirevo hi tionair voor de Znidliollaiidsclie en Zeeuwsche Eilanden. i IN HOC SIGNO VINCES lelharnis. delharnis. *rzekering T. BOEKHOVEN, 11 Cent per Kilo. a ten op binnen- en zen. uizen en Landerijen ekbanken. enz. ee-e »sch. men in zijn eigen lsdQk. 02 2 c3 c3 G c3 a O O 2. 3 '3 2 "3 gj <D a G 02 •+-» .G CD tn CD WD <D 02 CD CO CD G 03 g O 02 W) <D CSJ 02 <D O a rG G <D .G o G o 2 *G -G G CD o WD +-> HH CD r-l bD O <d G G a ^3 03 03 nd G c3 -G 02 <D CD Jji b/D 02 O «2 «7^ ■s JS a a CD 02 CD CD 03 03 WD G G (j) G "02 CD G 02 P-J 02 G .f o S O -S a S3 S3 ra 3 CD •5 c -2 .5, .2 3f SOMMELSDIJK. Alle stukken voor de Itedactle bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever. Werkeloosheid. VIII. (Slot.) De laatste vraag, die we te beant woorden hebben is deze: Wat deed de Regeering. En 't antwoord isnog zeer weinig, maar toch genoeg, om voorloopig dankbaar te zijn. Den 9 Aug. 1907 diende zij een wetsontwerp in om tusschen de artt. 158 en 159 van het 10de hoofdstuk der Staitsbegrooting voor dat dienst jaar een nieuw artikel 158a in te las- schen, luidende: In het jaar 1908toe te kennen bijdrage aan gemeenten in hare uitgaven over het dienstjaar 1907 ten behoeve van de verzekering tegen de geldelijke gevolgen van werkloosheid 6000 gulden Een klein begin, zeer zeker. Maar toch een begin, dat van beteekenis is. Vanzelf doet zich een vraag voor;is de richting, die de Regeering inslaat, goed? Zij wil subsidieeren, niet recht streeks de vakbonden, maar de Ge meenten. En aan de Gemeenten laat ze geheel over, hoe die weer haar plaatselijke organisaties wil steunen met 'took van 't Rijk ontvangen sub sidie. De Regeering schijnt volgens dat artikel niet te willen toepassen het Noorsche stelsel d.i. subsidie recht streeks aan de vakbonden. De vraag is gewettigd: is die richting goed? En 't antwoord daarop is verschillend, al naar mate men een somberder of vroolijker kijk heeft op de vakorgani satie. Wesselink meent, dat het aan de vakorganisatie nog niet kan gegeven worden; ze is nog niet ontwikkeld genoeg. Hij zegt: We zijn het met den schrijver niet geheel eens. Ons dunkt, dat hij te veeleischend is. Meer kunnen we ons vinden in het adres van Polak en Oudegeest, als Voorz. en le Secretaris van het Nederlandsch Vakverbond, waarin ze vragen: dat subsidie ge geven worde aan die vakvereenigin- gen, welke in het bezit van goed ge- j reglementeerde steunfondsen voor werkloozen zijndat ze onder vak- vereenigingen verstaan organisaties, die zich over het geheele land uit strekken en zich ten doel stellen de toestanden onder de klasse der loon arbeiders rechtstreeks te verbeteren in hoofdzaak door voortdurende be moeiing met de arbeidsverhoudingen tusschen werkgevers en werknemers; dat de subsidie alleen aan deze vak- vereenigingen worde toegekend, met uitsluiting van alle groepen of per sonen, welke aan de voorwaarden, sub. 2 gesteld, niet voldoendat sub sidie worde gegeven aan die gemeen ten, welke plaatselijke uitkeeringskas- sen voor werkloozen steunen. Ons dunkt ook, dat er toch wel eenige groote vakorganisaties zijn, waarmee de Regeering al vast kon beginnen; voor andere ten spoorslag om ook hun organisatie sterker te maken, opdat ze voor subsidie van Rijkswege in aanmerking kan komen. Dit is zeker: het vraagstuk is moei lijk. We hebben er iets van aangestipt. We hebben gezien, wat de vereeni- gingen presteerdenwat sommige steden en thans behandelden we, wat de Regeering voorstelde, 't Is alles nog primitief en eenvoudig. Maar alle begin is moeilijk. Krachtige vakorga nisatie is onzes inziens het eenig afdoend middel om tot goede resultaten te leiden. Maar ook zonder een krachtig vereenigingsleven blijft alles lap- en stukwerk. Moge dan allerwege de hand uit de mouw gestoken wordenwant één dei- meest noodzakelijke sociale behoeften is toch zeer zeker wel: eenig brood te hebben voor vrouw en kinderen, als er door maatschappelijken mis stand geen arbeid is. Het verslag van den Com mandant uit Indie. I. Door den Commandant van het Leger en Chef van 't Departement van Oorlog in Ned. Indië is een Verslag uitgebracht nopens het militair beleid in Atjeh. Zooals bekend is, werd on ophoudelijk in de Kamers geklaagd, ernstig geklaagd over het ruwe op treden onzer soldaten. We zullen eenige punten citeeren, opdat, ieder lezer oordeelen kan, of de klagende Kamerleden gelijk dan ongelijkhadden. De klachten 'der Kamerleden gingen overa. Het rekwireeren van voe dingsmiddelen. b. Het zonder som- meeren beschieten van schuilplaatsen. c. Het schieten op vrouwen en kin deren. d. Het afmaken van gidsen, spionnen, gevangenen en weerloozen. e. Het mishandelen van de bevolking en het slaan en pijnigen van kampong bewoners om berichten af te persen. Het verminken van lijken. Nu alleen het antwoord van den Commandant over punt a. Patrouilles die voor langen tijd uit gaan, kunnen geen voldoende vivres medenemen, zonder veel van hun be weegbaarheid en gevechtskracht in te boeten. Hoogstens wordt voor 14 dagen medegenomen en bovendien voor 3 dagen bij den man in den veldzak. Deze laatste voorraad moet steeds dadelijk worden aangevuld, terwijl de andere wordt aangevuld met hetgeen te krijgen is van de voorraden der benden ol uit de kam pongs Zijn deze verlaten, dan worden de voedingsartikelen uit den aard der zaak zonder betaling gerequireerd. In bewoonde kampongs geschiedt de leve ring zoo mogelijk geheel vrijwillig, anders gedwongen, doch altijd tegen betaling, of als dit onmogelijk is, tegen afgifte van bons, die aan het naastbij - zijnd bivak kunnen worden verzilverd. Rekening wordt gehouden met de eigen voorraden van de bevolking, zoodat daar waar deze te gering zijn, elders in de aanvulling van den voor raad wordt voorzien, tenzij de nood dringt. Bij goede toepassing zou dit stelsel, dat in elk geval geoorloofd en in over eenstemming met de regels van het oorlogsfpacincatiej-recht is zie Den Beer Poortugael's Oorlogsrecht, blz. 267 en nota oorlogsrecht blz. 49 en 50 bovenaan geen kwellend karakter hebben. Nu echter aan de militairen bij terugkomst in hun bivak het niet gebruikte van de toekomende rations wordt uitbetaald, heeft dit stelsel misbruiken ten gevolge, doordat de patrouilles zooveel mogelijk voeding voor niets trachten te krijgen, bv. door afschrijving op proces-verbaal van zoogenaamde verloren gegane of door dwangarbeiders weggeworpen vivres, door jagen op wilde karbouwen, die somtijds tam zijn en de Inlandsche bevolking toebehooren, door 't plegen van roof (rampassen) of het onder openlijke of bedekte bedreiging af dwingen van voedingsmiddelen bene den marktprijs. De patrouillecommandanten kunnen die misbruiken natuurlijk voorkomen door het onderhouden van een flinke tucht, maar helaas zijn er velen die voor deze uitspattingen de oogen sluiten. Alhoewel de Gouverneur tot het tegengaan van deze misbruiken strenge orders heeft gegeven, komen zij toch nog wel eens voor, zooals gebleken is bij bespreking met de Inlandsche hoofden op de verschillende onder- afdeelingshoofd plaatsen. Waar zulke knevelarijen ontdekt worden, ontloopt de dader echter zijn gerechte straf niet. In elk geval maken de patrouilles geen gewoonte van het leven ten koste van de bevolking. De uitdrukking »rente bij den boer halen« Hande lingen zittingjaar 1907 —08, blz. 197) is waarschijnlijk, als zoovele andere, door een humorist in de wereld ge bracht. Geheel tegen te gaan zijn die mis drijven alleen door voor te schrijven dat geen indemniteiten meer worden uitbetaald. In de voeding te velde zou daardoor echter veel moeilijker te voorzien zijn, doordat de soldaat zich dan geen ontbering meer zal willen getroosten en bij gebrek aan goede voeding, zelfs in weerwil daarvan, een algemeen gekanker zal ontstaan, dat den goeden geest in den troep zou vernietigen. Na- en voordeelen tegen elkaar opgewogen, doen de schaal overslaan naar het handhaven van het goed- werkend stelsel van behoud van arbeidsvermogen en tevredenheid bij onze soldaten. In Frankrijk en Italië heeft het proletariaat den strijd bij de laatste werkstaking glad verloren. De Regee ringen hebben overwonnen. Precies zooals in 1903 ook Socialis ten en Anarchisten het bij de Spoor wegstaking roemloos moesten afleggen tegen de kranige actie van 't Kuyper- kabinet. Maar hoor nu, wat Het Volk nota bene durft schrijven, .welk orgaan in 1903 aan dezelfde euveldaden mee deed. Wij, Het Volk, zoo staat er, ver wijten, verwijten en verwijten nog eens, dat die Fransche en Italiaansche arbeiders niet hadden een groote een heid, een groote organisatiedat hun invloed onbeteekenend was en dat ze toch staakten. Pot en Ketel, niet waar! Want in 1903 wist Het Volk dat zelfde ook van de Socialistische en Anarchistische arbeiders. En toch raadde zij de Staking aan hitste zij er toe op, en nam er aan deel. Neen, waarlijk! als er één Blad zijn vrienden wat moet verwijten, dan toch niet Het Volk, dat even schuldig stond in 1903 als de vreemden in 1908. De kwestie is deze, dat de Socialisten van Nederland, Frankrijk en "Italië met één revolutionair sop overgoten zijnze vallen aan als ze kunnen, vóórbereid of niet voorbereidgaar of niet gaar. 'tls allemaal dezelfde oproersidee, die bij hen leeft. Maar daarom moet Het Volk, waar er nu nog geleden wordt door de arbeiders uit dat jaar 1903 niet zoo parmantig zijn om te gaan verwijten. Hand in eigen boezem, redactie! dat was beter. En treur nog over 't lot der ongelukkigen, die ge broode loos gemaakt hebt en dat, waar ge wist, dat uw eenheid niet groot, uw organisatie niet sterk, en uw in vloed op de massa der klassegenooten niet beduidend genoeg was in dat jaar. Op onze vraag, of 't Weekblad der Nationaal Ilistorischen ons eens met feiten wilde toonen, waarom de Ant. Partij moet ingetoomd worden, schrijft het: Ingetoomde antirevolntionnairen. De Maas- en Scheldebode vraagt ons eene nadere verklaring van hetgeen wij schreven naar aanleiding van de fusie der Chr. historische par tijen, waardoor aan de rechterzijde de partij krachtiger geworden is, die de antirevolutionnairen in toom houdt. Vijf en twintig jaar geleden, vóór de scheiding in de antirevolution- naire partij, stond zij voor: eene Christelijke politiek in algemeenen zin en daarbij o.a. de gelijkstelling van het bijzonder met het openbaar onderwijs. Wanneer echter tegenwoordig, na de scheiding, de overgebleven antirevolutionnairen een eerste viool spelen, dan toordt het »Christelijke« opgevat en bekeken van uit het zeer eenzijdige gereformeerde stand punt. Hun politiek is, hetKuijper- regime toonde het, agressief, niet verzoenendteg n een beleid, zooals van Chr. historische zijde wordt voorgestaan, zal uit den boezem van menige andere partij veel minder verzet rijzen en biedt het dus meer kans op een regeeringjn nationalen zin. Voorts gaat de antirevolutionaire partij in den laatsten tijd de kant uit der Christelijke democratie en huldigt zij menig beginsel, dat haar tot de linksche democratie nader brengt (dwangverzekering). Wij be hoeven de redactie toch niet te her inneren aan de krietiek van Prof. Fabius op het beleid zijner partij? Vandaar dat wij het toejuichen, dat het streven der tegenwoordige antirevolutionairen »ingetoomd« wordt door de gedwongen samen werking met eene »Christelijke« groep, die gematigder wil op reden. Niemand zal erkennen, dat dit ant woordt door helderheid uitmunt. We moeten in toom gehouden worden eerstensomdat tegenwoordig het woord »Christelijk« wordt opgevat als »zeer eenzijdig gereformeerd Als de redactie eens op Flakkee woonde, zou ze zien, dat haar histori sche toelichting in de verste verte niet met de werkelijkheid in overeen stemming is. En wie de kaart van Nederland maareenigszinskent, erkent tevens, dat het Weekblad zich vergist. Zeer, zeer velen zijn er onder de Anti- rev., die tot de Ned. Herv. Kerk behooren enz. enz.ook onder de leiders. 't Is een onhoudbare stelling, om té zeggen, dat er nu is een eenzijdig gereformeerd standpunt; 'tlijkt ner gens naar. Tweedens noemt het Weekblad een ander historisch feit, waardoor we in toom moeten gehouden worden nlwij, anti-rev. gaan den kant uit der Chris telijke Democratie. Ja, dat willen we. Maar dat willen duizenden van Rechts ook, al zijn ze niet anti-revolutionair. En onder de Christ-Historischen èn- onder de Roomschen vindt ge genoeg »Christen-Democraten« [en is mr. Lohman niet van 19011905 voor 't Kuyper Kabinet een machtige steun geweest. Dan moet hij ook in toom gehouden worden, zoo goed als wij. Neen 1 wat 't Weekblad als ieiten noemt, waarom we in toom moeten gehouden worden, zijn argumenten, die door het heden en verleden vol komen weersproken worden en wij houden 't er dan ook voor, dat 't Week blad zich verschreven heeftof een slag heeft willen slaan naar ons maar met een bordpapieren sabel. Ti Ri f'l I ii 1 1 T w;:.: eponeerd handelsmerk >ij Joh v. Ballegoojj. A. C. A. Poots. A. van Eesteren. L. W. Zaaijer A. van Oostenbrngge en MAIS- JSTMEEL, u a -G 5-, ,G c3 GJ G 5- 02 u 02 G hi G r—4 f—H 02 03 i—a Hi CO in a a a r—1 Hi r* a 5-i 5M S-H 5M Q. 'O 02 a tn jv 3 "a to o -im Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGEVER Telefoon Intercoms». Ho. 2. Advertentiën 10 Cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en *ja maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. Ja, als de op zich zelf nog zwakke Ned. vakbeweging niet hopeloos in allerlei kleine bonden en bondj- s was verdeeldals we slechts kenden sterke, finanlieele draagkrachtige en tienduizen den leden tellende nationale organisa ties voor alle beroepen en bedrijven; als deze hoofdbesturen dan ten slotte nog bestonden uit hoogstaande, zeer ontwikkelde figuren, die met verzeke ringswezen op ieder gebied ten volle vertrouwd waren; als de vaksecretaiia- ten konden beschikken over nauwkeurig bij gehouden statistisch materieel; als simulatie en egoisme in de vakbeweging onbekend waren; als m. a. w. Nederland het ideaal op vakorganisatiegebied zoo goed als bereikt had en de Christelijke Toekomststaat, rustend op publiek rechtelijke regeling der beroepsstanden maar voor het binnentreden was, ja, dan zou de vraagnationaal of communaalspoedig ten gunste van het eerste zijn beslist. Maar zoover zijn we nog in langen tijd niet en daarom kunnen wij ons er voorloopig zeer goed mee vereenigen, dat de Ned. regeering zich blijkens haar voorstel heeft bepaald tot een nog zwakschuch- tere poging om de communale werk- loozenverzekering te steunen en aan te moedigen. Pot en Ketel. Over de ^revolutionaire gymnastiek* der Fransche Confederation du Travail, hebben wij onze meening reeds gezegd. Niet haar nederlaag verwijten wij haar. Wij verwijten haar, dat zij de arbeiders heeft gewikkeld in een strijd waarvoor hun eenheid niet groot, hun organisatie niet sterk, hun invloed op de massa der klassegenooten niet beduidend ge noeg was. Wij verwijten haar niet, dat zij in een oogenblik van gemotiveerde toorn en verontwaardiging over de bloed dorstigheid eener misdadige regeering het proletariaat opriep tot wanhopig verzet. Wij verwijten haar, dat zij het bewust en met kennis der gevolgen deed, als een deel van haar systeem. Een systeem, dat zij sinds jaar en dag propageert als het eenig mogelijke voor den strijd der arbeiders, tegen over dat der geduldige organisatie, tegenover de taktiek der Duitsche, Oostenrijksche, Hollandsche, Skandina- vische vakbeweging. Wij hier in Holland wisten dat het zoo komen moest. Wij voeren meer io jaar lang reeds den felsten strijd tegen dezelfde denkbeelden, tegen dezelfde taktiek van het groote woord dat niet gepaard gaat aan het ver mogen tot de daad. Zij heeft niet alleen in Frankrijk, maar ook in Italië tot een nederlaag geleid. Het antwoord van Nederlandsche Stemmen". iu li b i)

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1908 | | pagina 1