23sle Jaargang N°. 1348.
EERSTE SLIP.
Zaterdag 23 Mei 1908.
Antirevolutionair
Orgaan
voor «Ie ZuiiBhollaiid^eEir rit Keeuw§clie Eilanden.
IN HOC SIGNO VINCES
T. BOEKHOVEN,
Boor Huis en Hof.
Dezo Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 CeDt.
UITGEVER
SQMMELSDIJK.
Telefoon Inter comm. Ko. 2.
Advertentiën 10 Cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal.
Dieustaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën wordeD ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
•%Ble stiikfeen voor «Ie l&edaelse ï>e§te«iid, Adverfeisfiësi eis verdere idïisiüislraJie franco ioe fe zenden aan den Uêfgrever.
Zij die zich nu abonneeren, ont
vangen de nog in deze maand
verschijnende nummers gratis.
Zij zijn dan tevens in de ge
legenheid het FËUI liliËITO.W,
dat jl. Woensdag begonen prachtig
is, van ïsel iOe^isa af' in hun
bezit te krijgen.
Itaad van ISefensie.
Bij K. B van 10 April 1.1. is inge
steld een Raad van Detensie, een vast
college, dat, zoo drukte min. Heems
kerk bij de installatie (aanvaarding
van den arbeid) der benoemde heeren,
zich uit; dat ter bevordering van
's lands belange i voor zoover de zee-
en landm cht en de overige weermid
delen Vc n den Staat betreft, ten aan
zien dier belangen van advies (raad)
kan dienen.
Onder het eerste Ministerie Tbor-
becke werd ook een soortgelijke Raad
in gesteld, doch opgeheven in 1868.
Waarvoor nu weer een Raad? In
1868 verdween hij,' omdat toen de
hoofdlijnen der Landsverdediging be
kend werden geacht; omdat de alge-
meene grondslagen van 't Defensie-
stelsel behoorlijk waren vastgesteld.
Doch we zijn nu 40 jaar later. En 't
is thans net andersom. Toen de hoofd
lijnen bekend; nu zoekt men tevergeefs
zelfs naar lijnen toen de grondslagen
vastgelegdnu zijn de meeningen zeer
verdeeld Min. Heemskerk zei naar
waarheid: »Er is, zoowel ten aanzien
van de levende als van de doode
strijdkrachten, groote verdeeldheid;
er worden zeer uiteenloopende advie
zen gegeven; meer of minder ingrij
pende hervormingen voorgeslagen,
waarvan sommige schijnen op bezuini
ging aan te sturen, andere daarentegen
zeker zonder aanmerkelijke verhooging
van uitgaven niet voor verwezenlijking
vatbaar zijn; en maar al te dikwijls
worden deze vraagstukken in den
politieken strijd geworpen. Te midden
van dit alles is het de taak der Regee
ring haar weg te vinden tot het treffen
der noodige voorzieningen en daarbij
rekening te houden met de veiligheid
van den Staat, met de openbare orde,
met de rechten en plichten der burgerij
en met 's Rijks geldmiddelen. Wat
goed is moet behouden blijven, doch
hervormingen en nieuwe voorzienin
gen zijn noodigop zoodanigen grond
slag natuurlijk, dat zij uitvcerbaa
zijn en dat, met geen meerderen per
soonlijken last of ongelegenheid voor
de burgerij en niet meer kosten dan
noodig is, een zoo goed mogelijk
defensiewezen wordt verkregen, ter
handhaving onzer onafhankelijk en ter
bewaring der openbare orde.«
Een moeilijke taak voorzeker, die
voor die Commissie is weggelegd op
allerlei factoren heeft ze te letten; op de
militaire lasten en lustenop de sociale,
economische, zedelijke en gees'elijke
factoren der meerderen en minderen
op de bezwaren voor de standen des
volks, waaruit de recruten voor 't mee-
rendeel komen; op militaire eischen;
op burgerlijke eischenop finantien
en zooveel meer.
\anzelf zitten en moeten zitten in
dien Raad èn deskundige militairen
en burgerijmannen, die 't leger ken
nen, maar ook mannen, die 't leven
des volks kennenook mannen, die
zelf gezagdragers zijn of geweest zijn
en de verhouding kennen tusschen
militair en civiel gezag.
Hoe staan de Ministers van Oorlog
en Marine tegenover dezen Raad.
Natuurlijk blijven de Ministers ver
antwoordelijk voor den gang van
zaken; maar dat zij naar het advies
van den Raad zullen luisteren en dat
overwegen, ligt ook in den aard der
zaak. Zij behoeven met de voorstellen
van den Raad niet mee te gaanmaar
gaan ze er wel mede accoord, dan
staan ze in hunne verdediging ter
beide Kamers ook sterker.
We meenen, dat deze Raad een
werkelijk heilzaam orgaan kan worden
om de Landsverdediging met al haar
reilen en zeilen in beter spoor te
leidenom »Oorlog« uit te bannen
uit de rij van politieke kwesties, die
de partijen vaak te vuur en te zwaard
tegen elkaar in 't harnas jagen.
Zooals we schreven bij 't optreden
van dit Kabinet met zijn neutrale
ministers van Oorlog en Marine: de
Landsverdediging is geen partijmaar
een nationale zaakdie mag niet staan
in het teeken der politiekRechts of
Linkswe hebben allen belang bij de
handhaving onzer vrijheid; daarin zijn
we één. Vaderlandsloozen zijn we niet;
één volkeen te verdedigen, te be
schermen en te bewaken Vaderland,
dat we, in hooger energie overgeven
aan onze kinderen, wanneer wij het
hoofd neerleggen.
Dat dan die Raad arbeide moge orn
met de Ministers zulk een verdediging
te scheppen, dat we steeds zingen
kunnen dat vrije, vrije volk zijn wij
Een eenvoudige Eilandbewoner.
Prof. Fabius schreef verleden week
in de Rott. over onze artikelen»De
Strijd in onze Partij
Deze stukken maken niet den indruk
afkomstig te zijn, van een eenvoudi-
gen eilandbewoner.
Veeleer van iemand, die veel aan
de politiek doet.
Nu laten we in 't midden, wie de
schrijver der artikelen is, 't doet er
niets toe, of hij ja dan neen een
eilandbewoner is »eenvoudig« is zijn
positie zeer zeker. De vraag is en was
zijn ze geschreven met of zonder
kennis van zaken na onderzoek der
oorspronkelijke stukken of zijn ze na
gepraat. Blijkbaar is de prof. over
tuigd, dat het eerste 't geval is. Maar
hierop komen we neerProf. Fabius
maakt hier een tegenstelling die we
absoluut niet aanvaarden. Hij stelt
»een eenvoudigen eilandbewoner«
tegenover niemand, die veel aan de
politiek doet.«
Die tegenstelling is onjuist. Het zou
professor verbazend meevallen, hoe
veel die eenvoudige eilandbewoners
aan politiek doen. Tal van arbeiders
nemen de krant mee naar 't veld
de Anti's de hunnede Liberalen de
hunnesoort zoekt natuurlijk soort
en dan kunnen ze onder hun werk
daar aardig over keuvelen. Instinctief
maken ze conclusies. Niet alles begrij
pen zemaar ze hebben nog al een
fijnen neus, die ruikt, waar 't haas
ligt. Op een eiland wordt veel gelezen;
zeer veel. Neen, heusch nietde tegen
stelling mag niet gemaakt »eenvou-
dige eiland bewoneren aveel doen
aan politiek Wel deze tegenstelling:
seenvoudige eilandbewoner*! en »niets
afweten van de politiek.® De Pers is
hier als overal het middel, dat de
meest onverschillige nog tot bewust
heid roept.
Voor zichzelven een soort ma
chinerie.
Het is een uitdrukking van de Ne
derlander.
Ze schreef: »het is dan ook heel
natuurlijk, dat de leider der A. R.
partij voor zichzelven een soort ma
chinerie heeft in 't leven geroepen,
die het hem wat gemakkelijker maakt.«
»Heel natuurlij k« vinden we het
niet, als een leider voor zichzelf een
soort machinerie in 't leven roept.
Ons dunkt dat zeer afkeurings-
waardig even af keuringswaardig als
wanneer een leider gaat stemmen
tegengesteld aan zijn partijgenooten,
zooals mr. Lohman dit deed.
Maar die zwaardslag van de Neder
lander naar dr. Kuyper is een slag
in de lucht.
Niet één antirevolutionair heeft de
gedachte ooit gekoesterd, dat onze
uitstekende organisatie doordr Kuyper
is geformeerd om hem de leiding te
vergemakkelijken.
Wij meenen, dat hoogere drijf-
veeren vóór zaten.
Het heil des Lands en de welstand
der religie,
Fabrieksfondsen.
Terecht wordt er in Het Volk van
20 Mei op gewezen, hoe volkomen
eene wettelijke regeling ontbreekt
omtrent de fabrieksfondsen. De arbei
ders dragen tot die fondsen aanmer
kelijke sommen bij, maar komt er een
failliet der firma, dan zijn de centen
voor een deel of geheel verdwenen
en van het zoogenaamd actief of de
aanwezige goederen van den faillieten
boedel komt voor die fondsen totaal
niets meer terecht.
Een wettelijke waarborg zou er
moeten zijn, dat die fondsen onaan
geroerd blijven en ten allen tijde
voorradig zijn.
Zooals 't nu is, is de risico, die de
arbeiders loopen, dat hun gestorte
penningen nooit meer terecht komen,
zeer groot.
OP OEN UITÜSJI4,
Nog een paar maanden, dan zitten we
midden in den komkommertijd.
Wat er dan bizouders gebeurt, is toegift!
Maar dan komt de herfst en met den
herfst gaan de menschen zich herinneren,
dat we in 1909, als 't God wil, algemeene
verkiezingen hebben.
Aan allerlei kleinigheden is dat te merken
vooral in de Kamér. Bij de Begrootingen
verschijnen de aanvoerders der verschillende
partijen in volle wapenrusting en houden
een voorgevecht, waaruit zich langzamer
hand de positie der partijen en groepen,
die ze in '09 zullen innemen, gaat afteekenen.
Dan komen de eerste stembus-geruchten
opduiken.
Allereerst van mannen, die zóó en zoo
veel jaren Kamerlid geweest zijn en zich
niet meer herkiesbaar stellen. Op een 10
a 12-tal kan men dit wel stellen. Van den
heer V. d, Zwaag verluide nü al, dat hij
liever Gedeputeerde van Friesland, dan
Kamerlid voor Schoterland is. En zoo komen
er méér.
Dan komen geruchten van mogelijke
en ónmogelijke candidaten.
Vaak doet zulk een gerucht dienst als
sproefballeni, om eens te onderzoeken, wat
de menschen er wel van zeggen zouden.
En is Kerstmis voorbij, dan zitten we al
gauw in de voorbereidselen voor de kiezers
lijsten en daarmee is de campagne van 1909
voorgoed aangevangen.
Eer 't Kerstmis is, zal er nog heel wat
moeten gebeurenMet name aan de Rech
terzijde zal men moeten komen tot een
parigheid van gedragslijn. Wie een vuist
wil maken, moet daarvoor vijf vingers heb
ben. Dat is klaar als de dag en éven klaar
is het, dat wie een coalitie maken en houden
wil, partijen moet hebben, die 't van te
voren met elkander eens geworden zijn. En
we behoeven 't waarlijk voor elkander niet
te verbergen, dat er tusschen de drie partijen
van Rechts aardig wat vereffend moet wor
den, eer alles vlak ligt.
't Is een ietwat wonderlijke positie op
't schaakbord 1
Een wel wat dooreengeward spel.
Vroeger was 't heel wat eenvoudiger.
Gewoonlijk waren de partijen der Rech
terzijde in de minderheid en stonden ze
zoowel tegenover een Kamer als een Kabi
net van Links. Wónnen ze dan, zoo
mochten ze gegronde hoop koesteren, dat
H. M. uit de Rechterzijde haar raadsleden
nemen zou.
Of ook zooals in 1891 en in 1905
ging het er om, dat we mochten houden,
wat we bezaten; Kamer-meerderheid én
Kabinet.
Maar nü staat het anders!
Nu is de Rechterzijde er eigenlijk net
aan toe, als de jongen, die al bij voorbaat
een mooi punt kreeg van den meester voor
de sommen, die hij nog maken moet I Nu
hébben we alvast het Rechtsche ministerie
en wij moeten, naar den mensch gesproken,
nog zorgen, dat het in 1909 aanblijven kan.
Wisten we niet, dat de mensch wikt en
dat God beschikt, zoo zou dit ongetwijfeld
juist een toestand zijn, om er zenuwachtig
van te worden
Gelukkig, dat we beproefde leidslieden
hebben 1
Want het is een moeilijk geval.
't Allermakkelijkst is, om maar nergens
over na te denken of af te spreken en ons
uiterste best te doen, dat we Kamerleden
krijgen, die het ministerie-Heemskerk steu
nen willen.
Edoch daar is een klein haakje
aan I
Er moet zoo iets worden gelegd, dat
heet de ^zedelijke band« tusschen kiezers
en gekozenen. Die band kan niet liggen in
de personen der ministers. Waarin dan
In hun beginselenzegt men.
Goed en welMaar de beginselen van
antirev., chr. historischen en roomschen
loopen in de uitwerking en toepassing nog-
alwat uiteen. Een coalitie komt niet anders
tot stand, dan door van weerskanten wat
te geven en te nemen.
Wie moet dat doen? Moeten we dat
maar aan de tegenwoordige ministers over
laten 01 aan de te kiezen Kamerleden
Of moeten de partijen daarover van te
voren ook 'n woordje met elkander wisselen
Ik voor mij ben maar blijde, dat ik niet
geroepen zal worden, om hier den evenaar
precies in 't midden te laten hangen
'k Zwijg daar verder over en kom tot
een ander verschijnsel, dat ik waarnam.
Daar zijn er in onze kringen, die van
meening zijn, dat de overwinning zoo goed
als zeker is, indien maar de mannen Rechts
het samen goed eens zijn.
Ja in hun binnenkamer, zoo sonder ons,«
durven ze zelfs hopen op een i>schitterende«
overwinning
Ik voor mij ben daar waarlijk niet zoo
zeker van. Ik ken b.v. een »vast« rechtsch
district, waar de liberalen nü reeds ijverig
bezig zijn, om in stilte de voorbereidselen
te maken voor de campagne van 1909, De
moed en de ijver zijn er bij hen gansch
niet uit.
Weet ge, hoe ze waarschijnlijk overléggen
zullen
Toegeven moeten ze, dat ze met het
ministerie-De Meester fiasco hebben ge
maakt. Op 't graf van dat Kabinet zullen
ze 't volgend jaar stellig de kiezers niet
samenroepen, om een schitterende lijkrede
aan te hoorenDaar ligt zand over en in
het zand van een grafkuil wroet en roert
men niet 1
Ze zullen bij zichzelf overléggen, dat het
roer wat meer naar links moet worden
omgewend en dat er een meer radikaal
kleurtje in de vlag van Links moet. Een
enkel tintje rood erbij en de sociaal-demo
craten staan weer gereed, om onder vreugd
gejuich in 1909 al de vrij zinningen, die in
herstemming staan, naar hun zetel te dragen.
Zelfs Karnebeek in Utrecht
Maar zoo zullen ze de sympathie der
oud-liberalen verspelen
Ja, daar ligt nu juist de zwakke stee
aan de Rechterzijde
Dat is zoo verleidelijk, om daarop zoo'n
beetje te rekenen. Men verloochent dan zijn
beginsel wel niet, maar men verbleekt zijn
wijn wat. Die lieden moeten worden aan-
I getrokken. Men moet het hun wat gemak
kelijk maken, om te stemmen op een man
van Rechts. De scherpe puntjes moeten er
wat af
Maar zoo snijdt men zich aan twee
sneden
Weet ge, wat dr. Schaepman in zijn tijd
al van die oud-liberale fractie zei
»Haar wezen en bestaan gaat op in het
verflauwen der grenzen, in het afstompen
van alle hoeken in het uitwisschen van
alle lijnen Dit alles pakt in. Pakt
in op zoodanige wijze, dat men op een
gegeven oogenblik meent alles te zijn en,
ontwakende, tot de bezinning komt, dat
er tusschen het iets, dat men nog is en het
niets, dat men spoedig zal wezen, wel een
onmetelijk verschil in gedachten, geen
merkbaar verschil meer in werkelijkheid
bestaat.«
Als het erom te doen is, de oud-libe
ralen te winnen, dan gaat men de kleuren
licht zoo wisschen en wasschen, dat het
onderscheid wel niet verdwijnt, maar toch
gevaarlijk verbleekt.
Maar ook ter anderen zijde.
Illusie, niets dan inbeelding, is het, te
noemen, dat we werkelijk het gros der oud-
liberale kiezers voor een besliste rechtsche
politiek zullen winnen.
Van een enkele voorman, hier en daar,
wil ik zwijgen.
Maar het gros der kiezers rekent ten
slotte niet naar de punten van een program,
maar volgt den aandrang van de beginselen,
waardoor bepaald worden de ^uitgangen
des harten.
Zeker de radikale vlag mógen die
oud-liberalen niet.
Maar als 't erop aankomt, dan gaan zij
ruggelings voort, dat ze de vlag, de vlag,
die ze haten, niet zienmaar ze scharen
er zich toch onder
Ais de coalitie door hün hulp de over
winning behalen moet, is ze wég.
Het zal dus een harde strijd worden.
En strijd is op zichzelf niet aangenaam.
Doch daarom mag een goed krijgsknecht
zich aan den strijd nog niet onttrekken
't Is ons immers geen vreemde zaak
Christus, onze Koning, is nu eenmaal niet
op aarde gekomen, om vrede te brengen,
maar het zwaard.
UITKIJK.
Sommigen meenen, dat men slechts in een
zekeren tijd van het jaar, b.v. Aug. of Sept.,
eieren kan conserveeren. Dit is niet zoo. Het
inleggen kan in iederen tijd van het jaar ge-
fceure, mits men maar zorge, dat de eieren versch,
in alle opzichten zuiver zijn. Er zijn tal van mid
delen aan de hand gedaan om eieren te bewaren,
de meeste echter verdienen geen aanbeveling en
geven een kleiner of grooter procent bedorven
eieren. Besmering met reuzel, bewaring in hout-
asch, in zemelen, in een oplossing van aluin of