Woensdag 20 Mei 1908. Anti re vo lutionair 23ste Jaargang N°. 1347. Orgaan foor i« Kaidholland§rhr en Keeuwsclie Eilanden. IN HOC SIGNO VINCES T. BOEKHOVEN, SOMMELSDIJK. ASIe Aftikken voor de Stedactie bestemd, AdvertenSiën en verdere Administratie franc© toe te zenden aan den Uitgever. Weldadige Landg'e- nootcn Tuin- esa Landbouw. Antwoorden of mededeelingen Binnenland. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGEVER Telefoon Intercomm. Vo. 2. Advertentiën 10 Cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën wordeD ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. Zij die zich nu abonneeren, ont vangen de nog in deze maand verschijnende nummers gratis. Zij zijn dan tevens in de ge legenheid het FËUI lilzETTOA, dat heden begint en prachtig is vasi ïiei begin af' in hun bezit te krijgen. Herhaaldelijk leest men onder boven- staanden titel in de bladen een arti keltje, waarbij de liefdadigheid wordt ingeroepen voor het een of ander gezin, dat door een ongelukkig toeval is getroffen. Nü heeft brand have en goed van een arbeidzaam boertje in vlammen doen opgaan en hem geheel geuïneerd, omdat hij niet tegen brandschade ver zekerd was. Dan is door hagelslag de verwach ting van den tuinder geheel vernietigd en moet eene inzameling van gelden hem voor kommer en gebrek vrij waren. Elders weer geraakte een oppassend echtgenoot en vader door de duisternis misleid, te water en ging daardoor de kostwinner van het gezin verloren. Tal van ongevallen, men noeme ze noodlot of iets anders, komen dagelijks voor en doen in meer of mindere mate het pijnlijke in de gevolgen voelen. Het is verre van ons den strijd aan te binden tegen het onbaatzuchtig optreden van openbare of particuliere personen om den nood te lenigen van hen, die door een ramp worden ge troffen. Integendeel, dit pogen juichen we toe en steeds zal men ons gaarne bereid vinden om naar vermogen bij te dragen, wanneer onze hulpgevraagd wordt. Echter hebben wij één beding. Het zich opwerpen als commissie tot het verleenen van steun na plaats gehad hebbende rampen, worde niet een ziekelijk verschijnsel, krijge niet iets van een chronisch lijden. En toch heeft het er in de laatste jaren wel wat veel van. Maar al te lichtvaardig en maar al te dikwijls wordt eene commissie samengesteld, om te speculeeren op den liefdadig heidszin van de weldadige landgenooten, ten einde hulp te verleenen, waar feitelijk straf, althans een krasse ver maning op zijn plaats zoude zijn. Rampen en ongevallen voorkomen lean men nietzij zullen blijven plaats vinden en het menschdom blijven treffen, trots alle voorzorgen en veilig heidsmaatregelen, die worden geno men. Maar de pijnlijke finantieele gevolgen, die een ongeluk na zich sleept, zij kunnen in de meeste ge vallen wel voorkomen worden. Daartoe dient de verzekering. Onbekendheid voor te wenden zoude gelijk staan met leugentaal. Wie toch zoude durven beweren, dat de gelegen heid tot verzekeringtegen brandschade tegen hagelslag, tegen persoonlijke ongelukken enz hem onbekend was? De Directiën der Maatschappijen, hare inspecteurs en agenten, zorgen steeds met onverminderden ijver, dat een ieder weet, althans weten kan, hoe en waar hij zich tegen de finantieele gevolgen van mogelijke rampen kan verzekeren. Onwetendheid op dat ter rein mag dus niet worden aangenomen. Onwil dan Helaas, maar al te veel Niettegenstaande in prospectus, bro chure, advertentie en vooral bij per soonlijk bezoek er op wordt gewezen, hoe nu tig en hoe noodzakelijk de ver zekering op verschillend gebied is, zijn er dikwijls eigenzinnige menschen, die zich tegen de verzekering blijven ver zetten en deze met de meest onwijze en onzinnige argumenten bestrijden. Wanneer dezulke getroffen worden door een ramp, hetzij brand, hetzij hagelslag, hetzij een persoonlijk onge val, dan mag men medelijden gevoelen met den ongelukkige, doch het gezond verstand spreekt het rechtvaardig oordeel uit, hoe hard dit ook moge klinken eigen schuld En het is in strijd met het gezond verstand, in strijd met gezonde huma- niteitsbegrippen, alsdan de weldadige landgenooten te laten opdokken om de gevolgen van de eigenwijsheid en ei genzinnigheid voor den getroffene te verzachten. Wij kunnen ons voorstellen, dat het huisje van een boer in zoodanigen toe stand verkeert, dat geen enkele verze keringmaatschappij tegen brandschade dit risico wil dekken. Wordt ditboe- renspulletje een prooi der vlammen, dan is de oproep aan de weldadige landgenooten zeker op zijn plaats en elk weldenkende zal gaarne in zijn beurs tasten om een bijdrage te scheuken. WTanneer een schippertje, 't voor beeld is ons bekend zich met eene wrakke turfschuit behelpt, die niet meer opgekalefaterd kan worden en wie de middelen ontbreken om een ander schip te koopen, door averij zijn schuit verliest en met vrouw en kinderen straatarm aan den wal staat, omdat hij voor verzekering zijner oude schuit bij geen enkele maatschappij terecht kon, dan moeten de weldadige landgenooten hulp verleenen en een op roep aan hen erlangt onze hulde en steun. Maar waar de gelegenheid tot ver zekering ruimschoots bestond, doch verkeerd toegepaste zuinigheid, eigen zinnigheid of misplaatste gemoedsbe zwaren van verzekering terughielden, daar mogen de gevolgen eener ramp niet naar de weldadige landgenooten worden verplaatst, maar moeten zij drukken op dengene, die daarvoor aansprakelijk is en voor zijn verkeerde zuinigheid, eigenzinnigheid ofmisplaat- ste gemoedsbezwaren, zelve moet boeten. Geheel in overeenstemming met het vorenstaande en daarbij volkomen aansluitend is het volgend bericht door ons aan «de Verzekeringsbode« ont leend »Een rem tegen collectes. »Door Gedeputeerde Staten van »Noord-Brabant is aan de gemeente- «besturen eene circulaire gericht, j>waarin zij er op wijzen, dat de door «hen verleende machtiging tot het «houden eener collecte in alle gemeen ten der provincie, tot leniging van «den nood der door den hagelslag in »den nacht van 5 op 6 August. 1907 «getroffenen in de gemeenten Son, «Lieshout, St. Oedenrode en Nunen «niet mag geacht worden een prece- «dent te stellen voor de toekomst. «Waar heden ten dage zooveel gele- «genheid bestaat om zich voor het «sluiten van eene verzekering tegen «eventueele schade, veroorzaakt door «rampen van allerlei aard te vrijwaren, «mag, naar de meening van Gedep. «Staten, slechts in den uitersten nood «een beroep op particulier hulpbetoon «door de burgerlijke overheid worden «aangemoedigd. Dat toch de gedachte, die aan het voorgaande ten grondslag ligt, in rui men kring worde verspreid, dat een ieder beseffe, dat men verplicht is zich door verzekering te dekken tegen de gevolgen van rampen, die ons mogelijk kunnen treffendat het in strijd is met de eer, die de mensch aan zich zeli verschuldigd is, te trachten de finantiëele gevolgen van een ongeval af te wikkelen op de schouders van anderen en de weldadige landgenooten te laten opdraaien voor de ellende en armoede, die het gevolg zijn van schromelijk plichtsverzuim, en vooral, wanneer iemand uit de plaatsder inwo ning of naaste omgeving door een ongelukkig toeval wordt getroffen, hetzij brand, hetzij een persoonlijk ongeval, dat den dood of levenslange invaliditeit ten gevolge heeft, hetzij door iets anders, dat dan onmiddelijk allen, die nog niet verzekerd zijn, er om denken, dat ook hen zulk een ongeluk kan treffen en het sluiten eener verzekering voor hen dus een eisch van dringende noodzakelijkheid is, die geen dag en geen uur mag worden uitgesteld. Under zulke om standigheden vooral komt het spreek woord ten- volle tot zijn recht>Een schip op strandeen haken in zee (Overgenomen uit «De Eerste Onderlinge *v* De benoeming van een rechtzinnig predikant tot burgemeester. Land en Volk, het liberale orgaan, schrijft aangaande de vaca ture van een burgemeester te Zierik- zee: »Sedert i Mei zijn wij hier zonder burgemeester, tengevolge van het eer vol verleende ontslag aan den heer Ch. W. Vermeijs. Zoodra dit ontslag verleend was gaven de vooruitstrevende bewoners dezer gemeente het verlangen te kennen een zeer geachtmede-burger, mr. H. C. Moolenburgh, tot burge meester te zien benoemd. Dit verlangen werd aan H. M. de Koningin kenbaar gemaakt door een schrijven, gesteund door de handteekeningen van meer dan 500 ingezetenen. De heer Moolenburgh toch, geheel onafhankelijk en sedert jaren wethouder der gemeente, kent de ware belangen van Zierikzee, ja, van geheel Schouwen en Duiveland, terwijl zijn karakter ons verzekert van zijn eerlijke en oprechte toewijding aan dit Zeeuwsche bolwerk tegen allen kerkelijken dwang op staat kundig gebied. Naar ons is medegedeeld, zal onze hoop niet vervuld worden, maar zal men ons trachten op den goeden weg te brengen door ons een rechtziunigen predikant tot burgemeester te geven! Let eens op dat zinnetjeDe heer Moolenburg heeft een karakter, dat de Liberalen verzekert van eerlijke en oprechte toewijding aan de Gemeentebelangen van Zierikzee? neen, dat staat er niet, maar aan dit Zeeuwsche bolwerk tegen allen kerkelijken dwang op staatkundig ge bied. De politiek zal hier den doorslag gevenhet moet een burgemeester wezen, die niet alleen liberaal is, maar ook een strijder van de bovenste plank. Het „bolwerk" moet door hem beschermd worden hij zal 't schild en 't rondas zijn van Zierikzee als liberaal centrum. We hebben er niets op tegen, dat de Liberalen hun politiek be ginsel laten spreken. Integendeel, 't Is plicht. Maar dan moeten de Liberalen ook niet boos zijn, als Min. Heems kerk evenzoo zijn politieken plicht kent. En toch zijn ze nu boos. Lees maar: maar men zal ons trachten op den goeden weg te brengen door ons een rechtzinnigen predikant tot burge meester ie geven Nu Min. Heemskerk dus wellicht een orthodox man zal benoemen, wordt men boos. Is dat niet meten met twee maten Willen de Liberalen een partijge noot; uitstekend; 't is natuurlijk, dat ze dat willen; anders te willen is vreemdsoortig; maar dan niet boos geworden, als een Minister ook een partijgenoot wil. Het Kabinet voltallig. Door de terugkomst van den heer Idenburg in Den Haag is het Kabinet voltallig en geeft mr. Heemskerk het tusschentijds waar genomen Departement van Kolo niën aan hem over. Zijn taak is moeilijkvooral door de onrust in Atjeh. Daar schijnt het ernstiger te zijn dan we vermoeden; althans de berichten, die van daar tot ons overkomen, vooral nu weer ge volgd door 't ontslag van den gouverneur Van Daalen, wijzen op een stelselmatig, aangewakkerd verzet. We spreken den wensch uit, dat 't den nieuwen bewindsman ge lukken mag in die stekelige pro vincie van Sumatra een toestand te vestigen, die de onrust voor goed verdrijft; weinig offers kost en de welvaart der Inlanders hoogelijk bevordert. Trouwens, we meenen, dat de heer Idenburg volkomen voor die taak is toegerust en onder en door 't vertrouwen der Kameis veel goeds tot stand kan brengen. Gebiede de Heere ook over zijn moeilijken arbeid Zijn onmisbaren zegen. Samensmelting. De Banier, orgaan van den Bond van Kiesvereenigingen op Chr. Hist, grondslag in Friesland, maakte in zijn nummer van 13 Mei melding van een fusie of samensmelting. Ze achtte voor mededeeling geoor loofd, dat de aanvankelijke begin selverklaring, als grondslag van fusie of samensmelting der Friesche met de Hollandsche Chr. Hist, partij, opgemaakt, bij de aange sloten kiesvereenigingen een gun stig onthaal vond en behoudens geringe bemerkingen is goedge keurd. „Met ingenomenheid" zegt de „Standaard", zagen we, dat de fusie is tot stand gekomen. Wij evenzeer. Waar de splijtzwam is ons landje met zijn sterk individualisme, met zijn kerkelijke wederwaardigheden, zoo lichtelijk haar nadeelige kracht doet gevoelen, daar is 't een reden van dankbaarheid, als er juist toe nadering komt. Een toenadering, die bij de stem bus in 1909 beslist gunstige ge volgen moet hebben voor de Rechtsche coalitie, die 't dan toch hierin eens is, dat de Christelijke levensbeschouwing baan breke allerwege en de grondslagen van onze Christelijke natie blijven ge handhaafd. VAN KALIBEHOEFTE OP KLEIGRONDEN. „Tot voor eenige jaren gold algemeen de leer, dat kalibemesting op kleigronden overbodig wag, omdat deze gronden van nature eene voldoende hoeveelheid kali als plantenvoedingsstof zouden bevatten. De genomen proeven hebben evenwel aangetoond, dat dit standpunt niet meer onaan tastbaar is; ze hebben wel is waar ook aange toond, dat op vele kleigronden - en dan bedoelen we hier de meer geprononceerde i de kalihe- mestingen niet rendeeren, maar er is toch ook tevens duidelijk gebleken dat speciaal op de lich tere zavelgronden niet zelden een dankbaar ge bruik van kalimest kan worden gemaakt." Ziedaar de aanhef van een opstel, voorkomende in de Verslagen en mededeelingen van de Directie van den Landbouw no. 1 van 1908 en't welk tot opschrift draagt: „Proefnemingen omtrent de rentabiliteit van kalibemesting op kleigronden." Dat dit opstel ten volle de aandacht verdient van onze kleiboeren spreekt van zelf. „Vroeger" alzoo vervolgt de schrijver „is deze kalibe hoefte niet geblekende proefvelden hebben aan getoond, dat zij thans bestaat. Dit is een feit van groote beteekenis, omdat men hiermede in vele streken zijn voordeel zal kunnen doen." En dan begint de schrijver de veranderde ziens wijze te verklaren. Moeilijk is dit niet. In de eerste plaats zijn de eischen, die aan de voedsel voorraad der kleigronden gesteld worden, in de laatste jaren zeer omhoog gedreven. En voor gewassen, die veel meer kali vragen, zooals suiker en voederbieten en aardappelen zijn veel grootere ruimten afgedaan. Ook is met 't st oo in de laatste jaren vrij wat meer kali weggevoerd uit de boer derij, dan vroeger. Ziehier in 't kort de inleiding van 't bedoelde opstel. De laatste zinsnede ervan luidt: Verkoop van dierlijke producten en graan voert weinig kali uit het bedrijf; verkoop van stroo en uitge breide cultuur van bieten en aardappelen voor den handel daarentegen veel. Mijnsinziens heeft de aangehaalde schrijver groot gelijk met het feit van 't bestaan der kali behoefte, van groote beteekenis te noemen. Dat zijne voorspelling moge uitkomen en men in vele streken werkelelijk z'n voordeel zal doen met het geconstateerde ieit. Vraagbaak. Vragen en Antwoorden worden kosteloos geplaatst zjjn met hetzelfde nummer gemerkt als de vragen waarop ze betrekking hebben. Vragen. 176. Is 't aanbevelenswaardig, aardappelen aan te aarden? 177. Wat is watervrije gips? 178. Is beer rijk aan stikstof? Antwoorden en mededeelingen. 174. Kunstmest een middel tegen ritnaald of koperworm Een man van de praktijk heeft mij meegedeeld, dat hij door weinig of geen stalmest te bezigen op akkers, waar hij voorheen veel last had van ritnaald, de rakkers daar zag verdwijnen. Of 't Hoor de gebezigde kunstmest kwam, is moei lijk met zekerheid te zeggen, dunkt mij. Doch mijn zegsman beweerde, dat 't stellig opging. 175. Geen afval van hooiberg op kunstweiden Neen. Want de grassen bloeien zeer ongelijk. En 't zaad uit hooiberg is dan ook altijd bijna uit sluitend van vroegst bloeiende grassen. En dat zijn niet de beste. Voorbereidend Miiitair onderricht. Ingevolge het bepaalde in de regeling van het voorbereidend militair onderricht, zal de aanmelding tot deelneming aan dit onderricht, dat kosteloos wordt verstrekt, moeten geschieden vóór den Isten Juni eerstkomende en wel: a. in plaatsen waar Infanterie of Vesting- Artillerie in garnizoen ligt, bij den Corrt- mandeerende-Officier der Infanterie of der Vesting-Artillerie h. in de overige plaafsen bij den Bur gemeester der gemeente. Bedoelde Commandeerende-Officieren en

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1908 | | pagina 1