Woensdag 13 Mei 1908. 83sle Jaargang N°. 1345. Antirevolutionair Orgaan voor «le Zuidhollandsclie en Keenw§che Eilanden. IN HOC SIGNO VINCES T. BOEKHOVEN. SOMMELSDIJK. 4jie stukken voor de ttedactie bestemd, .idverlenliën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever. De strijd in osize party. Benoemingen. Wethoudersweduwen-pensioen. Tuin- eia Lanil^ouw. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Buitenland bij roornitbetaling 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGEVER Telefoon Intercom». Aio. 3. Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal. Düenstaan vragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. VI. (Dr KUIPER NIET IN DE 2e KAMER.) Tijdens de aanhangige vacature in Sliedrecht schreef de Rott. op 2 Maart '08: Tot ons leedwezen heeft dr. Kuiper voor de hem aangeboden candidatuur in het district Sliedrecht bedankt. Wij kunnen dit besluit niet goedkeu ren. De Standaard teekende dat laatste zinnetje protest aan op 19 Maart met deze woorden Eenigen tijd geleden schreef de redactie van de Rotterdammer, dat zij dr. Kuipers besluit om de candidatuur te Sliedrecht, niet te aanvaarden, af keurde. We lieten dit eenige dagen loopen, vermoedende, dat de redactie zelve zou inzien, dat ze hiermee iets deed, wat ze niet doen mocht en haar vonnis zou terug nemen. Men kan zich in een onbewaakt oogenblik iets uit de pen laten glip pen, waarvan men later zelf het onbe tamelijke inziet, om dan amende hono rable (schuldbelijdenis) te doen. Nu echter hiervan niets aan den horizont verscheen, mag onzerzijds een woord van protest niet langer uitblijven. Of iemand een hem aangebeden candidatuur kan en mag aannemen, is een zaak, die hij zelf alleen voor God en zijn konscientie heeft uit te maken. Allerlei persoonlijke, politieke of andere overwegingen kunnen hierbij in 't spel komen, gelijk dit thans uiter aard het geval was, en die niemand, ook niet bedoelde redactie, kan beoor deelen, zoolang ze niet publiek zijn gemaakt. Dit is niet geschied, vermoedelijk omdat de publicatie ervan in het belang van onze partij ongeraden en ontoe laatbaar was. Maar hoe kan nu een redactie, die niets weet van de reden, die dr. Kuiper noopte te bedanken, over dit besluit als rechter gaan zitten, er een oordeel over vellen, er vonnis over slaan en het afkeuren Geen enkel ander orgaan heeft zich zoo iets onbetamelijks dan ook verme ten. Men heeft 't betreurd, gewenscht dat het anders ware, maar vonnis sloeg niet één orgaan, zells niet onder de tegenpartij dan alleen de Rotterdammer. Dit nu gaat te ver. Men vroeg ons, of het eigenlijk niet zweemt naar een iwperfi««nf{é(onbescliaamdheid) We zouden zeggenHet heeft er veel van Den volgenden dag gaf de Rotterd. een opsomming van wat ze zooal over die candidatuur had geschrevenze verdedigde zich tegen den Standaard- driester, waarna de Standaard weer repliceerde, welk een en ander we niet zullen herhalen. De Rotterd. vergeet onzes inziens steeds één gewichtige zaak uit 't oog, nl. dat dr Kuiper niet één der voor mannen is als mr. Heemskerk, mr. Fabius, maar dat hij is de leider der partij,^ die al dertig jaar de stukken op 't ^schaakbord zoo heeft gezet, dat hem toevertrouwd mag worden de keuze om thans wel of thans niet in de Kamer zitting te nemen. De autoriteit der Rott. gaat in dezen te ver. Een soort gezagsmanie over 't optre den van dr. Kuiper, die beter werde ingetoomd. Een soort publiek verzet; een pu bliekelijk uitlokken van ongunstige critiek over dat weifelen en weigeren van dr. Kuiper, dat den minkundigen of prikkelbaren lezer er toe drijft om te zeggen»Maar wat mankeert die dr. Kuiper nu toch; leider van een partij en hij blijft maar op zijn eenza men post. Laat hij naar voren komen, dat is zijn plichtdaar is hij leider voor. Wat heb je aan zoo'n man, die de eerste moest zijn, en hij is de laatste. 't Was niet de eerste maal, dat de Rotterdammer in dien geest schreef. Het Kabinet Heemskerk was opge treden, toen de Rotterdammer schreef over het niet-minister zijn van Dr. Kuyper, en 't Volk van 18 Februari noemde het een »schamperen aanval op Dr. Kuypercc toen het de fout daarvan aan dr. Kuyper zelf weet in deze woorden Eerstens deze fout van Dr. Kuyper zeiven, dat hij niet terstond na de stembus van 1905 weer in de Kamer zitting nam. Oogenblikkelijk na den bedroevenden uitslag schreven wij reeds in ons nommer van 30 Juni '05 Inzonderheid moet dr. Kuiper zoo spoedig het kan in de Kamer worden teruggebracht, zoodra hij zal zijn afgetreden. Dr. K, wilde echter blijkbaar niet, hij sloeg het aanbod van verschillende Kamerleden, die hem, gelijk betaamde, hun zetel aanboden af, en toog het land uit. Ware dr. K. terstond na 1905 wederom opgetreden als Kamerlid, dan zou de leiding in de Kamer natuur lijk aan hem verzekerd zijn geweest en zou ieder conflict hem als den aan gewezen man weer op den voorgrond hebben gebracht. Daarna krijgen de »zwijgers« en »toeschouwers« over en op Dr. Kuy- per's leiding daarover een standje Een tweede oorzaak voor het ge noemde feit ligt in het zwijgen, van degenen, die met critiek op dr. Kuipers leiding in hun hart rondliepen. Had ieder van hen uitgesproken, rondborstig, eerlijk, ridderlijk, des noods zijn hoofd er aan wagende, hetgeen in 't binnenste om ging, dan zou de loop der omstandig heden heel anders hebben moeten wezen. En dan komt na dis treurige ont boezeming over die rondborstige, eerlijke, ridderlijke, zijn hoofd wagende publieke kritiek, deze pathos: Ach, ware iedereen 't spoor gevolgd door prof. Fabius betreden 1 Dan was de partij uit elkaar gespron gen, zegt gij zeker, waarde lezer maar de Rotterdammer ziet dat in een ander licht. Ze zegt: Ware zoo, zooals mr. Fabius voortging met zijn pensioen artikelen enz. door meerderen, openlijk, eerlijk en rond, critiek geoefend, ook later betreffende den gang van zaken, voer en op de Deputatenvergadering, dan zou dr. Kuiper wel eerder o.a, zijn verklaring omtrent de ongewenschte methode (de lezer weet, dat de Rott. hier blij is met een doode musch. (Red M.) hebben neergeschreven en zou alom het wachtwoord zijn ge weest wij waardeeren met volle liefde onzen leider, hij moet voorop, maar broederlijke, oprechte critiek en een parige behandeling van zaken moeten hem steunen en ons allen te zaam het zuiver antirevolutionaire pad te doen bewaren. Wij dachten, na de lezing ervan, om de Babijlonische spraakverwarring, waardoor de toren niet werd opge bouwd, maar afgebroken. Dan vervolgt de Rotterdammer Het is evenwel anders gegaan» prof. Fabius en anderen liet men de kastanjes uit 't vuur halen en zelfs schrijft nu De Standaard, dat de gansche antirev. Kamerclub de oor- logsbegrooting heeft verworpen, zonder dat omtrent aan den leider onzer partij te voren ook maar iets was meegedeeld. En dan volgt weer dit typische zinnetje, na al die bange klacht en vaderlijke kastijding; dit zeer eigen aardige zinnetje Wij willen hiermede natuurlijk niet zeggen, dat de Antirev. Kamer leden zouden hebben moeten vragen aan dr. Kuyper»hoe moeten we stemmen,* maar wij wijzen slechts op het feit, dat men in de Kamer blijk baar dr. Kuyper vergatwij wijzen er slechts op ter teekening van de verhouding tusschen de Kamerclub en den leider der partij. De Rotterdammer heelt zich, dat zal ieder erkennen, nogal afgesloofd om dr. Kuyper in de Tweede Kamer te krijgen, totdat de Standaard dien al te vloeienden woordenstroom at- sneed met de korte en duidelijke betuigingJe lijkt een onbeschaamd blad. Waarvoor maakt de Rotterdammer 't zich nu toch zoo druk met dr. Kuyper's houding enz. enz. Uit boos heid over hem? Wel neen, lezer! Zells den 29 October 1907, toen dr. Kuyper 70 jaar werd, was ze net zoo goed blij als een ander. Ze zegt '15 April 1908 Noch tegen dr. Kuyper persoonlijk nog tegen dr. Kuyper als leider heb ben we ons ooit verzet. Integendeel. Wel moesten wij somtijds over dr. Kuyper als groot man, bijv. bij zijn jubeleum spreken. Maar, zoo vervolgt ze, wij vreesden dan steeds, als we hem te veel prezen, voor oneerlijk eenzijdig gehouden te worden, en daarom moesten wij er altoos hij laten gevoelen, dat wij volstrekt niet alles goedkeuren wat hij doet Die regels, om met den Psalmdich ter te spreken, zijn een wonder in onze oogen we lezen ze, maar doorgronden ze niet. Een mensch kan al te eerlijk, of al te oneerlijk zijn, net zoo men 't noemen wil. Kwam de Rott. met vaderlijke kas tijdingen tot den leider onzer partij een tweede Christelijk orgaan uit de Maasstad, ons Tijdschrift deed het in wat anderen vorm Dat de tegenpartij liever ieder ander dan dr. K., de belichaming van de Standaard, den bewerker der doleantie, aan het hoofd van het Ministerie ziet, is duidelijk. Maar dat ook de antirevolutionaire Kamerleden zelf liever Heemskerk dan Kuiper aan hun hoofd zien, is niet vreemd voor wie op de verande ring van het getij acht geett. De antirev. partij is bezig te verjongen zij treedt in een ander stadiumde tijd der oude voortrekkers is voorbij. De stijfheid wordt losser de stroeve toon luchtiger. Ds. Donners rotsgal men zou nu niemand straffeloos her halen. De oude ernst wordt door de nieuwe scherts op de vlucht gedreven en verwonnen. En nu is juist Heemskerk het hoofd van de nieuwe generatie (geslacht). En wel vooral vergete men niet, wat Heemskerk in het oog van bijna alle politici voorheeft boven Kuiper: hij is geen theoloog. Overigens vergete men evenmin, dat in de vrijz. pers de haat tegen den Kuiper, die de vrijzinnigheid sloeg, zich ook zonder alle werkelijk bestaande bezwaren, op dezelfde wijze uiten zou. Want voor hen is dat de groote fout is deze zijn zonde onvergeeflijk. Voor dten onbezonnen haat gaan de Roomsche bladen uit den weg en vermoedelijk om bovengenoemde rede nen, dr. Kuiper zelf. Weer anders deed het de Nieuwe Tilb. Courant (R.-Kath.), die met spijkers langs roofjes strijkt: Wil men nu de vrijzinnige propa ganda in de hand werken, men zal niet beter kunnen doen, dan dr. K. de leiding weer opdragen. Men krijgt dan, daarvan zijn wijen massa's katholieken overtuigd, een herhaling van 1905, zoodra 't maar tot een verkiezing komen zal. Het thans weder optreden van dr. K. als minister zou, daarvan zijn we innig overtuigd, het begin zijn van 't eind. En dit willen wij wel zeggen, dat het ons en menig collega een onver kwikkelijke toekomst lijkt, wanneer het Nederlandsche volk weer eens door enkele jaren Kuiper-polemiek wordt beziggehouden, verdeeld, opgezweept en verveeld. We onthouden ons om over dr. Kuipers niet-zitting nemen een oor deel uit te spreken. Maar dat het tusschen de Standaard en de Rott. niet botert vindt ook in een of meer der eerstgenoemde Rotterdamsche regelen zijn grond. üns stond in die artikelen dit tegen, dat een soort bedilzucht, ze mocht dan uit goede wenschen voor dr. Kui per ontspruiten, te ver ging. Dat de vorm. waarin die bedilzucht zich uitte, niet bevorderlijk was aan de eenheid van actie, die we ons ten doel stellen en de aanprijzing van prof. Fabius critiek aan anderen nog minder die eenheid zou bereiken dan ooit en ook dr Kuiper onzes inziens juist daarin redenen vinden kan om zich terug houdend te betoonen. Overijsel heeft dan zijn griffier De Gedeputeerden waren maanden ge leden met een voordracht voor den dag gekomen, die onzen mannen van Rechts niet behaagde, 't Was weer 't oude spelletjede anti's er buiten. Maar de Staten van Overijsel bedank ten voor de eer om uit die voordracht een keuze te doen. En de heele voor dracht viel in duigen. De Staten weigerden absoluut aan die uitslui tingsmethode nog langer ook maar één enkele goedkeuring te verleenen. De Staten waren omen dus wilden zij een andere keuze doen, dan waartoe de Gedeputeerden wouden noodzaken. En dat is nu geschied. Zoo behoort het ook. Het Kuiper-kabinet heeft zich juist daardoor ook verdienstelijk gemaakt in de oogen van alle antirev. dat het rekening hield met den geest der bevolking en daarnaar benoemde. In overwegend antirev. steden en dorpen werden antirev. burgemeesters be noemd. En wel hebben Liberalen daar tegen getoornd, (want hun methode van benoemingen was daar lijnrecht mee in strijd) maar dr. Kuiper ging door en minister Heemskerk gaat ook zoo dooren overal behoort dat zoo te gaan. Geen benoemingen in strijd met den politieken en godsdien- stigen geest der bevolking. Anders te handelen is krenkend en zooals dr. Kuiper terecht eens opmerkte: ont moedigend voor de actie der geloofs - en partijgenooten. Te Zaandam is overleden de anti revolutionaire Wethouder. En met algemeene stemmen werd besloten aan de weduwe een pensioen te verleenen, natuurlijk uitdeGemeen- tekas, van 500 gld., minstens 10 jaar achtereen. Voorzeker een voortreffe lijke maatregel. Van zelf zal dit pensioen op kleine dorpen ook heel wat kleiner zijn. Maar we zien niet in, dat daarom de maat regel op kleinere plaatsen ook niet zou moeten worden toegepast. 't Loopt hier niet over de hoegroot heid van 't pensioen, maar wel over de pensioneering zelf. En wanneer dan een wethouder zijn volle kracht aan het welzijn der Gemeente heeft ge geven, hij zij dan Antirev of niet, dan is een weduwe-pensioen niet af te keuren. Wil de weduwe het niet aanvaarden, dat is weer een ander geval. Maar het beginsel zelf is best, vooral in die Gemeenten, waar de wethouder zijn heele persoon aan de Gemeente wijden moet. OVER REGENWORMEN. 'k Geloof, daarover al eens eerder iets verteld te hebben. Toen ging 't ook al naar aanieiding van een vraag. Doch die liep voornamelijk over regenwormen in bloempotten. Daar mag men ze niet dulden, zegt Prot. Ritzema Bos. Want ze Scheiden een zuurachtig vocht af, dat de half vergane planten- en dierenresten meer verteerbaar voor ze maakt, gemakkelijker opneembaar. Doch dit zuurachtige vocht, zoo herhaaldelijk afgegeven in dezelfde beperkte ruimte (een bloempot is maar klein; maakt den grond ook zuur. En zure aarde is voor onze planten niet geschikt, 't Is ook met 't oog hierop van veel gewicht de grond in onze potten vooral wat kalkhoudend te doen zijn, wijl kalk den grond ontzuurt. Doch nu genoeg over de wormen in bloempotten. Daar ging'took niet om bij den vrager. Hij won weten, of de regen worm nuttig is. En Prof. Ritzema Bos, laat op de zooeven aangehaalde uitspraak volgen: „Op den akker is van een dergelijke beschadiging geen sprake." Maar aldus vervolgt de aange haalde schrijver ook ddflr kunnen de regen wormen nadeelig worden. Vooral op vochtige plekken trekken ze soms kiemplanten en andere jonge planten in hunne gaten en eten ze op. Daartegenover staat echter ook nut. En dit is mijnsinziens niet gering te achten. Door het graven van hunne gangen zijn de wormen de oorzaak van eene losmaking en van eene drainage van de bodem, die voor den landman heel wat waarde heeft. Immers, de lucht kan nu beter binnendringen in de aarde en een gevolg hiervan is weer, dat sommige bodembestanddeelen zóódanig worden omgezet, dat ze voorheen niet'eu later wel door de planten kunnen worden opgenomen. Zóó kan de regenworm nuttig werken voor land- en tuin man. W raufbaak. Vragen en Antwoorden worden kosteloos geplaatst. Antwoorden of mededeelingen zijn met hetzelfde nummer gemerkt als de vragen waarop ze betrekking bobben. Vragen. 174. Is kunstmest een middel tegen ritnaald of koperworm?

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1908 | | pagina 1