Woensdag 29 April 1908. 23st* Jaargang N°. 1341. Antirevolutionair voor de Zuidhollaiidselie en Zeeuwsclie Eilanden. IN HOC SIGNO VINCES T. BOEKHOVEN, SOMMELSDIJK. Alle stukken voor de iledactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te «enden aan den Uitgever. De strijd in onze partij. Deze CouraDt verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per poet 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGEVER Telefoon Intercomni. So. 2. Advertentiën 10 Cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal. Dieustaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. ii. (HET VRIJE WOORD.) Prof. Fabius wordt geroemd en zijn onophoudelijk citeeren van Groens- geschriften geefr. aanleiding tot dien roep, als de beste kenner van Groen. We willen in dezen zijn uitnemend voorbeeld volgen en nemen over een gedeelte van Groens brief van 17 Juni 1856 aan Chantepie de la Saussaye: dezer dagen nadenkende over de toenemende slapheid en doodigheid onzer richting, in een tijdstip waar buitengeineene veer kracht noodig zou zijn, mij één der voornaamste redenen hiervan toescheen de verdeeldheid en ontmoediging, welke de houding van Ernst en Vrede (ik bedoel het Gezelschap) in het kamp der vrienden gebracht heeft. En ook de richting van het Tijdschrift is hiermede meermalen homogeen. Kritiek, onderlinge kritiek, is goed, wenschelijk, onmisbaar, doch ze moet niet zoover gaan, dat ze samenwerking onmogelijk maakt en ieders werk zaamheid, door ze te isoleeren (niet in dergelijk isolement ligt onze kracht) en tegen haar te waarschuwen, verlamt. En op 21 Juli 185*7 schreef Van Lijnden aan Groen Al trad Van der Brugghen morgen in het ambtelooze leven terugdan nog zou er veel moeten gebeuren, eer ik weer in goede harmonie met hem zou komeniemand, die, als hulptroepen tegen den gemeenschap- pelijken vijand geroepen, te midden des strijds zijne wapenen tegen zijn bondgenooten keert, is in mijn oog de ergste jvijand, met wien zoo licht niet een tractaat van vrede kan wot den gesloten. En, om bij het heden te blijven en van een andere zijde iets te releveeren was het ons of Spiekman van uit Arnhems Paaschcongres aan 't bureau de Rotterdammer telefoneerde, hoe wel het tegen de Voorwaarts, Rotter dams Soc. blad was gericht. Gij leden der Partij, behoort het in 't algemeen af te keuren, dat onder een geleerd kleedje de meest onge rechtvaardigde critiek op partij ge- nooten wordt verscholen. In het laatste nummer van De Voorwaarts staat een artikel van zeven kolommen, met niets dan felle kritiek op de partij en op mij. Zoo doet men in een propaganda blad zoo scheurt men de partij uiteen. Het Vrije Woord is dus niet altijd geoorloofd volgens Groen, en volgens een bevoegde partij, die immers het wroeten in eigen ingewanden aller pijnlijkst sinds verscheidene jaren heeft ervaren met zeer ondermijnende gevolgen. En als dan een inzender in de Rotterdammer schrijft Want deze profeet, prof. Fabius, staat pal voor die vastigheden, voor het palladium van alle persoonlijke vrijheid, voor dat primordiaal elk mensch toekorend recht Daarom uit hij vrij zijn gedachte door het gedrukte woord in de Rot terdammer dan is de vraag, of Groen dat palla dium, in het onderhavige geval, als schut der vrijheden kiezen zou. Ons bezwaar tegen de Rott. en zijn Vrije Woord is dit: Eerstens, dat het toeliet, zonder protest de artikelen van prof. Fabius Dwang tot verze kering 29 Nov. '04De rechtsgrond voor den verzekeringsdwang 2 Dec '04; Eene rechtsvraag 10 Dec. '04De Liberale pers en de Verzekerings dwang 21 Dec ",'04; Mr. Levy en Verzekeringsdwang 4 Jan. '05; Op heldering >7j Jan.rOo Certificaat van Oorsprong7 Jan. '05Bedenkelijk stand punt 13 Jan. '05; Staatscurateele 18 Jan '05. Deze artikelen werden geplaatst, om met Van Lijnden te spreken, ge schreven «te middep des strijds« en waren «gekeerd tegen zijn bondge- nooten« waar prof. Fabius en de Rott. als »hulptroepen« tegen den gemeenschappelijken vijand waren op geroepen. Van Lijnden noemde zoo'n hulptroepden ergsten vijand, met wien niet zoo licht een tractaat van vrede kan worden gesloten. Of de vijanden daar dan ook van hebben geprofiteerd in den stembus strijd, die in Jan. '05 in aantocht; en in Juni in vollen gang was. Voor ons ligt een artikel uit de lib. Propagandist van 8 April 05 bnder 't. opschrift «Christelijke Staat kunde®, waarin met 't oog op de »pensioenwetten« gewezen wordt op 't onhoudbare der Christ, beginselen als fundament voor Staatkunde, en de Liberalen »scheuren« zien in de coalitie door de actie van met name genoemd prof. Fabius, ds. Sikkel e a. die aan critiek meededen, welk artikel daarom vroegstemt Links.. Mocht prof. Fabius die critiek dan niet leveren? Neen, zeggen we vol mondig. Zwijgen was voorzichtig ge weest tegenover een op buit wol venden vijand; ja, zeggen we evenzeer, maar dan had de critiek anders moeten zijn. Geheel eens zijn we het met de Stand, van 29 Octb. '06, die schreef over de genoemde artikelen De Rott. stelde dit beginsel (van verplichte verzekering) aan de kaak als volstrekt onaannemenlijk. Dat was haar rech'. Wat alleen niet naar recht was, maar als vergrijp tegen goede usantiën ge kwalificeerd mag worden, bestond hierin, dat ze niet begon met helder en duidelijk op den voorgrond testellen, wat onze partij officieel ten deze ge proclameerd had; en niet met nadruk liet uitkomen, dat 't Kabinet een weg bewandelt, die geheel strookte met wat sinds 1897 door de antirev. partij, zonder verzet, als 't te kiezen pad was afgebakend. Thans moesten velen harer lezers wel onder den indruk komen, dat 't Kabinet het antirev. pad verlaten had en op der Radicalen van jongere formatie was overgegaan. De redactie was 't aan 't Kabinet verplicht, duidelijk te doen uitkomen, dat ze haar critiek niet mocht terug houden; maar dat ze die gaf onder de erkenning, dat 't Kabinet zich aan het gebaande spoor hield; dat haar redactie van dat oude spoor afweek dat haar redactie met haar critiek te laat kwam, want dat reeds in 1901 het ontwerp in de Troonrede was aan gekondigd, zoodat dus de Rott. niet een paar jaar later pas bij de aan staande behandeling in de Kamers daarover moest gaan critiseeren. Dat was een critiek, dje groote gevaren meebracht èn voor 't Kabinet zelfèn voor de Pers, welke verplicht was de besluiten der Deput. vergad. te eer biedigen en mee tot uitvoering te brengen. Door dit te zeggen, verkorten we niemands recht om voor zijn overtuiging op alle goede manier en op elk ge schikt oogenblik tegenover een ieder en ook tegenover een bevriend Kabinet op te komen. In 't nommer van 16 Apr. '08 vraagt de Rott.: Mag een antirev. blad in zijn kolommen opnemen eenige stuk ken van een hoogleeraar aan de Vrije Univ., tevens lid van 't Centr. Comité, waarin -deze schrijver critiek oefent op een wetsontwerp, waaromtrent bovendien de Minister, die 't destijds aanhangig maakte (dr. K.) in de Stand, van 17 Jan. '08 verklaarde, dat hij daarin was »meegegaan met een me thode®, die hij »op zich zelve onge- wenscht® achtte. De Rott. mag zoo die vraag niet stellen, want zoo verwart ze de kwestie. De vraag dient aldus gesteld: Mag de Rott, in Dec. '04 artikelen plaatsen tegen een punt, (zonder protest), dat op ons Program van Actie en in 't Regeeringsprogram stond aangegeven als de uitgedrukte wensch der heele Antirev. partij, zonder te vermelden, dat zij alleen een uitzondering maakte in die partij. Dat dr. K. 17 Jan,'08 verklaart: de methode deugde niet in mijn wetsont werp, gaf in December '04 geen vrij brief om èn tegen 't van dwang èn tegen de methode te gaan strijden. Tegen 't beginsel mocht prof. Fabius niet ageeren, want èn de professor èn de heele partij had dat aanvaard .op de Dep. Verg. en tegen de methode mocht hij niet strijden, omdat hij zelt geen betere had, die in dien tijd aan- nemenlijk was. De Rott. vraagt in dat zelfde nom mer Indien wij. Rottdat niet moch ten doen, nl. die artikelen plaatsen, waarom wordt er dan |in 1908 een drijfjacht ondernomen en heeft dat Centr. Com. niet in '1904, aanstonds nadat die artikelen waren geplaatst, aan onze redactie geschreven, dat hare handelwijze buiten de perken ging. Hier verwart de Rott. den lezer. In 1908 wordt die «drijfjacht® niet onder nomen, omdat er in 1904 zonder protest afwijkende artikelen zijn ge plaatst, maar omdat in 1907 en 1908 zulke eigenaardige artikelen verschenen over de Deputatenverg. en over dat »hutspot-kiesrecht« en mengsel-kies recht® en »de maintenee's met dienst boden en neo mathusiaansche me vrouwen®; waarop we later terug komen ook omdat 21 Dec. '07 een eigenaardig artikel verscheen over De dood der Antirev. partij met dat aïarmeerende refrein, als tarting der Standaard natuurlijk en harer lezers: Prof. Fabius zal dood. Prof. Fabius moet dood. De opzet staat vast: prof. Fabius zal dood. Toen we 't lazen, dachten we om het boek van professor Fabius: De Fransche Revolutie, bladz. 36, waar hij schrijft, hoe een dansende schare onder het uitgillen der moordkreet: L'S aristocrat' a la lanterne, zingt: Ah! ga ira, ga ira, ga ira Les aristocrat' a la Janterne; Ah! ga ira; ga ira, ga ira, Les aristocrat' on les pendra. (dat zal gaande aristocraten aan den lantaarnhang ze maar op Zie, zulke moordkreten liet de Rott ons ook aanheffen als waren wij met Dr. Kuyper aan 'thoofd een revolu tionaire bende, belust op moord op Prof. Fabius. Wij, die dat stuk moes ten verorberen, vonden dat revolutio naire gerecht zeer onsmakelijk, 't Vrije Woord der Rotterdammer, dachten we! Slik 'tmaar! De »drijfjacht« dateert van 1908, door de stukken van 1907 en 1908. Dat 't Centraal Comité in 1904 niets aan de Redactie schreef, ligt en blijft ter zijner verantwoording; wellicht was een waarschuwing goed geweest maar zou dhn niet reeds de Rott. ge roepen hebbenProf. F. wil men dooden En de Deput. Vergad. was op 17 Febr. '05 uitgeschreven; één maand al na het laatste artikel van prof, Fabius; om op 13 April te vergaderen; strijd dus onaangenaamEn dit heeft toen onze aandacht getrokken, dat mr. de Jong niet voorkwam op het stuk van 't Centr. Com. uitgegaan, 16 Maart 1905; waar we wel 27 namen van sprekers lezen, maar niet dien van den redacteur der Rolt. Stond dat in ver band met de artikelen Kon de redac teur toen, eerlijkshalve, wel optreden om dr. K. te verdedigen En was dat feit van zwijgen moeten al geen waar schuwing genoeg in die dagen? Het vrije woord wordt in onze Pers door ieder gehuldigd. Maar dat de Standaard die dagelijks in polemiek is met allerlei bladen, die artikelen der tegenstanders zou moeten opne men, is een onbillijke eisch. En dit heeft toch onze aandacht getrokken, wat we de Rott. vragend opmerken Noem ons eens één artikel, waarvan de tegenstander (lib. of Chr.-Hist. enz.) erkende «daarin citeert ge ons gansch verkeerd, daarin geeft ge een resump- tie, die geen kant of wal raakt.« En als nu de Standaard zegt 13 April '08: In luchthartigen toon heeft een jong man reeds van den dood der Antirev. partij gesproken. Maar werd zijn raad (van 't vrije woord) gevolgd, dan zou het overlijden der A. R. partij slechts een kwestie van tijd zijn en indien de Rott. daarop antwoordt op 16 April '08 Naar onze overtuiging is het ge zonde leven of de langzame dood der A. R. partij met (dat vrije woord) gemoeid dan staan we in dezen aan de zijde van de Standaard, vooral als dat vrije woord der Rott. er haar toe drijft om tot dr. Kuiper te zeggen Gij vleit onze mannen om ze te foppen. Onze organisatie gedoogt zoomin het vrije woord als middel tot afbraak als de Socialistische partij, en elke partij met een democratisch tempera ment Waar niet genoeg intellect of verstand is om de twistpunten, het voor en tegen, in hun diepte te on derkennen; waar de strijd voor de Sociale wetgeving toch al uiterst zwaar is door allerlei omstandigheden waar de vijand overal loert om in onze gelederen 't verschil in politiek tem perament aan te blazenwaar zelfs de Nederlander, een der «coalitie bladen® geducht te keer gaat tegen onze organisatiewaar dr. Kuiper al genoeg verguisd wordt, daar achten wij het wijs beleid de vrijheid van 't woord te temperen in publieke ge schrifte maar zijn kracht bij klacht te zoeken in de plaats, kiesvereeniging kan men daar geen gehoor vinden dan in de Centrale; vindt men daar geen gehoor dan naar 't Prov. Comité dan naar 't Centraal Comité en De putatenverg. Daarna ga men uit de Die weg is langmaar secuurEn verlost ons van 't hoongelach der tegenstanders. En ten slotte. Waar Art. 1 der Statuten van het Centraal Comité, ook onderteekend door prof. Fabius voorschrijft Er bestaat een Centraal Comité van Antirev. kiesverenigingen, dat zich ten doel stelt, door aaneensluiting en saamwerking de eenheid van richting onder de Antirevolutionairen te be vorderen daar achten wij zijn optreden in Dec. '04 enz in flagranten strijd met wat hij zelf heeft onderteekendzijn artikelen drongen noch tot aaneen sluiting, noch tot saamwerking, noch tot eenheid van richting onder de antirev., maar wel tot een aanval der vijanden om de «scheur in 't regee- ringskasteelï te vergrooten niet alleen, maar 't heel en al te sloopen. De Hilver- en Vechtbode of Een Landdag. In het No. van 18 April schrijft mr. Rutgers terecht, dat van het instinctieve leven wel kracht uitging, maar dat het zich spontaan slechts zelden uitte. Mogen we den schrijver eens mee- deelen, welke motie op 17 April '07 door de Centrale Antir. Kiesv. in 't district Middelharnis is aangenomen? 't Laatste deel luidt De Centr. A. Kiesv. blijft dan ook gaarne haar vertrouwen uitspreken in de leiding van 't Centraal-Comité wenscht, dat met behoud van de bekende Deput. verg., bovendien aan afgevaardigden van Centrale Antirev. Kiesv. gelegenheid worde gegeven om in een jaarlijkschen Landdag rappor ten met resolution te verkrijgen om trent de kwestiendie de aandacht van alle staatkundige partijen vragen en noodigt mitsdien 't Centraal Comité uit om in die richting stappen te doen, dat 't onder haar leiding kome tot de organisatie van zulk een Landdag met instelling van een definitief Bestuur door de afgevaar digden op den Landdag zelf te kiezen Ons dunkt, dat deze motie, (toen verzonden aan 't Centr. Comité), wel een weg aanwijst om dat instinctieve leven wat meer spontaan te uiten. Naast de Deput. vergad. een Land dag en door den Landdag weer meer uiting van 't kloppende leven op de Dep. vergad. als logisch gevolg. Wat dunkt mr. Rutgers hiervan? TUIji- eia tiantfboiiw. EEN VERGELIJKING. De proef op uien, waar ik in een vroeger opstel over schreef, was ook een vergelijking. Want naast 't perceel, dat men de stikstof gaf met chili lag er een, waarop men zich bediende van zwavelzure ammoniak. Van chili verstrekte men eenerzijds 200 KG. en van zwavelzuren ammo niak anderzijds 150 KG. super en patentkali gaf men op beide perceelen even groote hoeveel heden. Zoodat we kunnen zeggen, dat aan 't gewas gelijke massa's stikstof, phosphorzuur en kali werden verstrekt. Want in 200 KG. chili zit ongeveer evenveel stikstof als in 150 KG. zwa velzure ammoniak. En de resultaten? Het perceel met chili bracht op 34600 KG. uien tegen zonder chili 26000 KG. Dat met zwavelzuren ammoniak 31400 KG. Meer door chili 8600 KG. Meer door zwavelzuren ammoniak 5400 KG. De twee baaltjes chili brachten dus voor 32 gulden uien meer naar de boerderij dan de ammoniakinest. (De prijs is maar weer op 1 cent per KG. gesteld.) Men betaalde voor die 2 baaltjes f 3,75 meer dan voor 150JKG. zwavel zure ammoniak. De zuivere winst bleef alzoo

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1908 | | pagina 9