Eilanden, EERSTE BLIP. Zaterdag 18 April 1908 23sle Jaargang N°. 1338. Antirevolutionair voor «le Zui<lh«»llnii«lselie en Orgaan IN HOC SIGNO VINCES T. BOEKHOVEN, SOMMELSDIJK. Alle wf tikken voor de lleüacjie bestemd, Advertentiën eis verdere Administratie fremco toe te zenden aait den Uitgever. Paasciifeesf. ^1» ÖEA UITMIJM. Sioogere Burgerschool. iv. 3 j- 3 j- 9 9 40 9 50 5 j- 9 50 3 j 9 35—50 5 j 9 30—50 3 j- 9 50 9 30 5 j- 9 30 3 j- 9 30 5 j 9 30 9 9 30 9 9 60 3 j- 5 j- 9 80' 9 60 9 9 50 9 30 5 j. 9 48—60 %'oop IInis ess Hof. Hhittenland. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 por jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGEVER Telefoon Imtcrcomni. No. 3. Advertentiën 10 Cent per regel en s/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal. Dieustaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën WordeD ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. Wegens de invallende Feestdagen verschijnt het nummer van a s. Woensdag NIET. De Heere is waarlijk opgestaan Dat zegt niet het verstand, maar het ge loof. die vaste grond der dingen, welke men niet ziet en dat bewijs der zaken, die men niet kent Voor het verstand is die opstanding een paradox een mythe, een onmoge lijkheid, een verdichtsel van overspan nen hersenactie, een overbodige stra lenkrans om het hoold van een gedenkwaardigen martelaar Üe Heere is waarlijk opgestaan De Kerk des Heeren is op dat feit gefun deerd meer nog de poorten der hek zullen haar niet daarom overweldigen, omdat het hoofd der Kerk over die hel heeft getriumfeerd Wel kunnen haar fundamenten ondermijnd wordenwel kan er een inzinken der Kerk gezien worden en daardoor de vraag ontlokt, de bange vraag: Waar is de Kerk des Heeren zoo, dat ge rondom U zocht of ge op den vloed der zonde en ongerechtig heid ook een kleine ark ontwaarde met slechts weinige personen Noch tans die kerk des Heeren leefther leeft; leeft dieper, machtiger Godlof! het Opstandigsfeest wordt hoe langs zoo meer door de Kerk van Christus gegrepen en u t die fontein des heils water geschept met vreugde Het kan niet anders of dat moet buiten de Kerk een gezegenden invloed nawer ken. Wanneer irnm rs de Kerk standvas tiger dan in kort vervlogen jaren belijdt: Hij leeft; Hij leett nu lot in eeuwigheid om, voor en over zijn erf deel en volk te waken, om voor haar te bidden, dat haar geloof niet ophoude en dat haar strijd met victorie zal bekroond worden, dan kan het ook niet uitblijven of die belijdenis der Kerk werkt in op alle leven buiten haar. Zoo krijgt de zwakke, kracht; de moede, weer ondersteuning. Zoo wordt er weer van opstanding gelispeld in 't staatkundig en Maatschappelijk leven omdat die ook zijn en loebehooren Hem, die de kracht vernieuwde als die eens arends. Zoo wordt weer het besef levendiger, dat de opgestane Christus niet maar enkel voor het persoonlijk leven Zijn machtige beteekenis heeftniet maar enkel dezen of genen vrome ten goede komt met uitsluiting van anderen, niet maar enkel de kerk raakt enindie Kerk een zeker handvol zich zelfbewuste mannekens en vrouwkens maar door de opstanding beter te grijpen en te begrijpen als het leest van herboren levenvan schulddelging en herstel ling van levenshernieuwingvan aanvankelijken triomf over dood, zonde, wereld en wereldsgewervel daardoor ontluikt van zelf het besef, dat krachig en spontaan èn huisgezin, èn school, èn maatschappij èn staat tot dat nieuwe leven van God-belijdenis moet opstaan dat in alle levenskrin gen een ontwaken moet plaats hebben tot getuigen van en voor dien Heiland; dat op alle levensterrein de levens openbaringen en levensverschijnselen moeten gericht zijn èn geestelijk en stoffelijk op den opgestanen levenden Christus, die voor zondaren stierf en opstond, zeer zekermaar ook stierf en opstond om aan de levensverhou dingen nieuwe banen te ontsluiten en nieuwe, heldere krachtige stroomen van Godegelijkvormigheid in te gieten. Daarom ookheerlijk opstandings- feestvoor het heele menschenleven voor allen levenskring, doch op deze voorwaarde alleendat de Christen vooral zijn feest begrijpe 't begrijpe door heldere instraling van den H. Geest en onophoudelijke opmerkzaam heid op het woord des EngelsZie, Hij is hier in de doodsspHonk niet meer, Hij gaat U voor naar 't Galilea der volkerenHij trad den intiemen kring uit om 't volle leven in te gaan. In onze kringen wordt in den regel niet gesproken over den schouwburg. Het is geen zede onder ons, om naar de komedie te gaan. Het is een vanzelfsheid, dat wij er van daan blijven. Zelfs wordt er maar zelden o'ver gesproken, In de vragenbus eener jongelingsver- eeniging wordt er weieens een balletje over opgegooid, maar meer om »alle dingen« te onderzoeken, dan wel omdat onze christe lijke jongelingen werkelijk haken naar schouwburggenot. Er zijn van die dingen, waarover men niet meer discuteert of dubieert omdat ze nu eenmaal onder ons ^volkomen zeker heids gekregen hebben. Zoo is 't ook met het schouwburgbezoek. Dat hoort nu eenmaal niet bij onze levens opvatting en deze is geen gril van 't ocgen- blik, noch waan van één dag, maar is door jaren en eeuwen van calvinistische praktijk het eigendom geworden van ons en van ons zaad, Gods verbondskinderen. Fout gaat echter, wie meent, dat onze hoofdgrief tegen het tooneel is, het ergerlijke, zedekwetsende en dubbelzinnige der meeste stukken. Zeker dat komt er bij. Dat maakt de zaak zooveel erger. Doch, ware dit onze hoofdgrief, dan zou daaruit volgen, dat in een agoeds stuk, met gepaste moraal en waarin geen onvertogen woord wordt gehoord, geen kwaad steken zou. Toch hebben onze calvinistische vaderen We hebben in onze vorige artikelen behandeld de positie, waartoe een leerling eener HBS. komen kan tweedens de leerstof aan zoo'n school en de eischen, waaraan de leeraren moeten voldoen om les te mogen geven nu wenschen we eens rond te kijken, waar er zooal een H. B. S. is; hoeveel leeraren ze tellen en leerlingenhoe hoog 't schoolgeld enz. enz. Opge- Lee- Leer- richt, raren. lingen. c °°8e Den Haag Rijk 5 j 1865 28 312 1901 28 374 Gem. 3 j- 5 j 1883 20 255 Rotterdam 1865 25 236 3 j 1875 22 159 1902 22 314 Bijz 5 j 1901 15 70 1905 15 48 Leiden Gem. 1864 18 191 Dordt 1865 20 172 Delft 1864 16 105 Schiedam 1869 18 148 Gouda Rijk 1865 21 158 Gorkum Gem. 1871 12 79 Brieile 3 j 1879 8 39 Katwijk R-K 1905 10 7 Amsterdam Gem 5 j 1865 25 221 li 1898 24 251 1901 21 197 1876 19 325 3 i 1881 17 265 9 1882 33 195 5 j 9 1892 25 296 Haarlem 1864 25 375 Zaandam 9 1866 15 115 Alkmaar Rijk 9 1867 14 129 Hoorn Gem 1868 13 98 Enkhuizen 3 j 1870 7 39 100 100 60 75 75 60 100 240 60 72 70 60 30 60 30 100 60—200 60—200 60—200 30—180 30—180 100—250 evenr. sch. f 60 40—150 30 40—50 20—30 Den Helder Hilversum Middelburg Zierikzee Goes Utrecht Amersfoort Leeuwarden Harlingen Sneek Heeren veen Zwolle Deventer Kampen Almelo Groningen Veendam Winschoten Sappemeer Warfum Assen Meppel Maastricht Roermond Venlo Rolduc Arnhem Nijmegen Apeldoorn Zutfen Tiel Winterswijk Zalt-Bommel Opge Lee Leer richt. raren. lingen. Schoolgeld. Rijk 5 j- 1898 13 123 30 Gem. 1903 17 126 100-300 Rijk 1865 18 181 40 Gem. 1869 11 87 40 Rijk 1865 13 112 40 1866 19 188 60 Gem. 1902 17 144 100—160 1880 24 276 40—100 1871 20 214 60 Rijk 1867 20 231 50 Gem. 1865 8 57 40 5 j 1864 12 92 35—50 Rijk 1870 10 77 30 5 j 1867 14 148 50 Gem. 1864 14 105 60—70 1868 17 89 4 j 1874 12 106 Rijk 1864 23 245 Gem. 1882 17 148 1866 12 99 1879 11 60 Rijk 1868 12 109 1868 9 33 30 1868 13 75 1881 9 65 Gem. 1864 18 159 40—60 Rijk 1864 12 116 3 j. 1866 10 67 R-K. 5 j 1872 21 131 Gem. 5 j. 1866 18 213 1902 14 113 30—40 1865 17 216 60 Bijz. 1900 21 189 Gem. 1877 12 85 1864 19 175 50—60 1870 11 72 Rijk 3 j- 1870 7 63 Gem, 1867 11 69 (Wordt vervolgd.) altijd met kracht de stooneelvertooningen* trachten te weren, ook die, waar zelfs het meest preutsche meisje zonder de oogen neer te slaan, naar kon kijken. En 't is merkwaardig, dat juist de »onrechtzinnigen«, zit, die afweken van de Kerkleer, 't meest met het komediespel op hadden. Toen b.v. in ióio de gereformeerden te Alkmaar een zwaren strijd te voeren hadden tegen de remonstranten daar ter stede, die onder aanvoering van den predi kant Venator allerlei >nieuwigheden« tracht'ten in te burgeren, was óók hun grief, dat Venator de jongens van een Hatijnsche klassen, die hij onderricht gaf, onder elkaar en ook ten aanschouwe' van hel volk xblij- en treurspelen« liet opvoeren. Ze waren daar in 't geheel niet mee ingenomen. En wel voornamelijk, wijl deze »spelen«, ook de »goede« toch bijna altijd uitgaan van een levens- en wereldbeschouwing, die de oDze niet is. Dat geldt nü in nog veel sterker mate. Het blijspel, ookals het geen aanstoo teiijkheden bevat, is een aaneenrijging van boert en spot. van grappen en dartelheden, die in 't geheel niet behooren tot onzen dagelijkschen levenstoon. En het treurspel P Maar wien stuit het niet tegen de borst, als van ernstige zaken een „spel" wordt gemaakt Sarah Bernhardtde wereldberoemde toneelspeelster, bezocht, zoo hoorden we eens verhalen, vaak de Parijsche hospitalen, om daar van de patiënten, die in doodsnood waien, af te kijken, hoe ze op het tooneel op de meest natuurlijke wijze sterven moest. Tegen zoo iets rijst onze toorn. Wt-1 wil God, dat we niet verre zullen stellen den dag onzes doods en dagelijks bedenken zullen de broosheid van ons Ievtn, maar zeer zeker heeft Hij van zulke doods- bepeinzingen, om er anderen een ure van „kunstgenot" door te verschaffen, een afkeer Diezelfde Sarah Bernhardt geeft in een der Parijsche bladen herinneringen uit haar tooneelleven. Daarin vonden we dezer dagen een uit spraak van deze Koningin van het tooneel waarin kort en juist wordt aangegeven, aan welke vereischten een goed acteur moet voldoen, maar waarin tevens ons hoofd bezwaar tegen het tooneel ligt opgesloten. Vertaald luidt deze passage ongeveer aldus >Men moet de zorgen en bekommer nissen van zijn leven geheel vergeten zoolang men op de planken is ontdoet men zich van zijn eigen persoonlijkheid, om gehéél op te gaan in den persoon, dien men voorstelt. Men leeft als 't ware een ander leven, geheel buiten zijn eigen leven om." Dat is juist en waar gezegd. Maar dat is dan ook ons hoofdbezwaar tegen de tooneelspeelkuast, zelfs tegen de „goede". Zij maakt het lsven van de acteurs en actrices tot een leugen leven, doordat ze eiken dag weer hun eigen ziel als 't ware moeten uitbannen, om eens anders zieleleven niet slechts uit te beelden, dan is 't nog maar poppekasterij maar dat andere leven werkelijk te dóórleven naar ziel en lichaam niet zichzelf te zijn, maar een ander vandaag deze, morgen gene Nog eens, dat maakt het leven tot een leugen. Het is iets geheel anders, dan wat de romanschrijver doet. Die tracht ook zoo volkomen mogelijk in het zieleleven zijner >personen« in te dringen en hoe beier hij dat doet, hoe levendiger en juister zijn beschrijving wordt. Maar bij dat alles blijven die personen toch objecten zijner reflectie voorwerpen van zijn beschouwing. Hij blijft wat hij is en 't blijft zijn eigen ziel, die min of meer voelt en doorleeft, wat zijn personen door leefden. Bij den tooneelspeler gansch iets anders. Zijn eigen persoon is, om zoo te zeggen, doodzoolang hij speelt. En dus is zijn spelen een leugen leven, dat door de dage- lijksche gewoonte zóó tot een tweede natuur worden kan, dat er van een eigen zieleleven geen sprake meer is. Daarvoor heeft God den mensch niet geschapen Ik sprak in 't begin van christen-jonge lingen. 'n Héél enkele keer beluisterde ik een toon, die aarzelend vroeg, of het neo- calvinisme, lettende op de uitspraak Alles is uwe!« wel recht deed, door het tooneel geheel aan de tegenpartij over te laten. Ongetwijfeld »Alles is uive!« Maar er volgt op»En gij zijt van Christus En niemand, die door Christus dierbaar bloed, naar lijf en ziel, is vrijgemaakt van de Wet der zonde en des doods, zal er aan denken durven, om lichaam en ziel, uit dagelijksche gewoonte te gaan verleu- genen op het tooneel Laten we maar bij de oude zede blijven. UITKIJK. Er zijn verschillende middelen aangegeven om eieren te bewaren, waarvan verreweg de meeste geen doel treffen. Het conserveereu in kalkwater of waterglas is aan te bevelen. Nu lezen we nog van een ander middel, dat in Amerika veel moet worden toegepast, n.l.het bewaren in xout. Op den bodem van een pot strooit men wat zout, daarop kornt een laag eieren, welke ver volgens met een laag zout flink bedekt worden hierop legt men weder eieren, daarop weder zout enz. Vele kippeuhouders gebruiken porceleineneieren in de legnesten, om de kipeieren te kunnen weg nemen, terwijl ze nog versch zijn, en toch de hennen naar de nesten te lokken. Toch wil het dan voorkomen, dat de kip het nest ontloopt. Hoe komt dat? Dikwijls omdat de nesten en daardoor ook de nesteieren vuil zijn beide moeten schoon gehouden worden. Verder late men niet één, maar minstens 3 eieren in het nest; dit trekt de kip. Ook moet het nest gemakkelijk, niet te nauw, en zacht zijn. Zie uw vruchtboomen eens na, of er onder aan den voet ook uitloopers waterloten zitten die moet ge dan nu verwijderen, vóór ze sappen en daarmee voedsel aan den boom onttrekken. In 't voorjaar is het goed de aarde te ver nieuwen, door het bovenlaagje een paar vingers breedte weg te nemen en te vervangen door frissche goede tuinaarde. Deze moet echter noch lichter noch zwaarder zijn dan de aarde in den pot zelf, want bij het gieten wordt gelet op het bovenste laagje en naar de behoefte daarvan gegotenis dit laagje nu niet gelijksoortig, lichter of zwaarder dan de overige aarde, dan krijgt deze öf te veel öf te weinig vocht en de wortels zouden dus verzuren of verdrogen. Wie nu nog boomen plant of laat planten, denke er vooral om, dat ze niet te diep komen te staan, zooals met vele boomen het geval is, waarvan de wortels dan vaak verzuren en ziek worden, de boom gaat kwijnen en ondanks de beste verzorging wil hij geen vrucht dragen.. Door tuinlieden zelfs wordt daar maar al te vaak weinig op gelet, ze plaatsen den boom stevig, maar de losse aarde zakt en de boom gaat dieper Het huilje dat soms ontstaat, wordt dan aange vuld, waardoor de stam nog al dieper komt te staan. Men rekene er bij het planten derhalve op, dat de boom nog zakt en plante hem daarom liever iets te hoog. OBSERVATOR. BELGIË. Aan den vooravond van den dag waarop in de Belgische Kamer bet debat over den Congo begint -- dat is gisteren-- heeft de regeering van den Vrijen Staat een antwoord gepubliceerd tegen bet Engelsche Witboek over de slechte praciijken in den Congo. In dat antwoord worden de mede- deelingen der Engelsche consuls meerendeel onjuist verklaard, vooral wat betreft de quaestie van de heffing eener belasting in caoutchouc of in geld, en betoogd, dat die beschuldigingen voornamelijk strekken om de exploitatie van den Congostaat te be- nadeeien. Zulk een weerlegging was wel noodig,

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1908 | | pagina 1