Binnenland.
Plaatselijk il'ieuws.
Gemeenteraad.
Prov. Statenverkiezing in het
district Rotterdam III.
De uitslag der Vrijdag gehouden her
stemming in de vacature Mr. J. C. M.
Kolkman (r.-k.) is als volgtAantal kiezers
5i9t. Uitgebrachte stemmen 3860. Van
onwaarde 28. Geldig 3832. Hiervan ver
kregen de Heeren Mr. E. R. H. Regout
(r.-k) 1805 en Mr. C. P. Zaaijer (lib)
2067 stemmen, zoodat gekozen is de heer
Mr. C. P. Zaaijer (lib.)
De uilslag der verleden week Woensdag
gehouden stemming was als volgtUitge
brachte stemmen 3+60. Van onwaarde 30.
Geldig 3430. (Volstrektemeerderheid 1716.)
Hiervan verkregen de heeren Mr. E. R.
H. Regout (r.-k) 1620, H. Spiekman
(s.-d.) 280 en Mr. C. P. .Zaaijer (lib.)
1530 stemmen.
Prov. Statenverkiezing in het
district Utrecht II.
De uitslag der Vrijdag gehouden her
stemming in de vacature wijlen Dr, B.
Reiger (lib.) en wijlen H. A. van Beu-
ningen (lib.) is als volgtAantal kiezers
6198. Uitgebrachte stemmen 4069. Van
onwaarde 10. Geldig 4059. Hiervan ver
kregen de Heeren Mr. M. W. L S. Bil-
derdijk (a -r) 1832, P. de Haan (s -d.)
1106, H. F. Kol van Ouweike.k (lib.)
1381 en Prof. Mr. W. L P. A. Molen
graaf (v.-d.) 1196 stemmen, zoodat gekozen
zijn de heeren Mr. M. W. L. S. Bilder-
dijk (a.-r.) en H. F. Kol van Ouwerkerk
(lib.)
De uitslag der verleden week Dinsdag
gehouden stemming was als volgtUitge
brachte stemmen 3445. Van onwaarde 12.
Geldig 3433. (Volstrekte meerderheid
1717.) Hiervan verkregen de Heeren Mr.
M. W. L. S. Bilderdijk (a.-r.) 1573, P.
de Haan (s.-d.) 929, H. F. Kol van
Ouwerkerk (lib) 1112 en Prof. Mr. W.
L, P. A. Molengraaf 1023 stemmen.
Prov. Statenverkiezing in het
district Ede.
Ged. Staten van Gelderland hebben
bepaald, dat de vroeger gestelde dato voor
de verkiezing en, zoo noodig, de stemming
en herstemming voor de vacature Jhr. Mr.
H. W. van Asch van Wijck, gedeeltelijk
zijn vervallen en thans zijn bepaald op 24
April, 5 Mei en 14 Mei a.szoodat de
oude kiezerslijsten nu zullen gelden.
Sommelsdijk. Door den Rijksveld
wachter Van Es is proces-verbaal opge
maakt tegen P. Gebraad alhier, wegens
jachtovertreding.
De milliciens-verlofgangers T. v. d.
Doel, A. J. Hartensveld, B. den Baars en
L. Schol behoorende tot het 4e Regiment
Vesting Artillerie van de lichting 1903,
zijn gehouden den 21 en April a.s. onder
de wapenen te komen, terwijl Johs. van
Beek en D. Vroegindeweij, eveneens tot't
zelfde Regiment behoorende tegen den 7en
September a.s. zijn opgeroepen.
Maandagmorgen gingen 2 span paarden
van dhr. A. A. Mijs, ieder span voor een
wielslede bespannen in het bouwland in
Oud Kraaijestein op den hol door het
onverwachts toeschieten van een hond.
Beide spannen moesten door de geleiders M.
Buth en M. Groenendijk worden losge
laten. Een span sprong tweemaal met de wiel
slede en den geleider over een sloot. Beide
spannen holden den Nieuwlandschendijk op
alwaar een span bij de hofstede van C
Buijs door arbeiders werd staande gebracht.
Het andere span holde met de wielslede
ondersten boven het dorp in, en werd
achter de Kaai gegrepen. De geleider
Groenendijk werd aan zijn been verwond,
waardoor hij eenige dagen rust zal moeten
houden. Verder liep alles, behalve eenige
materieele schade, gelukkig goed af.
Middelharnis. Op de lijst welke aan
de burgerij is aangeboden tot sluiting der
herbergen op Zondag hebben 326 hoefden
van gezinnen geteekend.
Maandagmorgen had het zoontje van
H. N. het ODgeluk met zijn wagen op de
kaai in conflikt te komen met de wagen
van M. v. D. waardoor de lantaarn ver
brijzeld werd en bij hem de bury brak.
Maandagmiddag toen de knecht van
den heer J. A. van den Broek met een
zwaar beladen wagen met lijnkoek op de
kaai stond, schrokken de paarden en sloegen
op zij, zoodoende viel de heele zaak
omver. Men was genoodzaakt het tuig stuk
te snijden om de paarden uit hun benarde
positie te redden, 't Liep gelukkig zonder
ongelukken te veroorzaken af.
Zondagavond had het zoontje van
J. Blok toen hij bezig was met een kipkar
te rijden, het ongeluk dat een wiel over
zijn voet ging, waardoor hij dit lichaamsdeel
bloedend verwonde. 1
Stad aan 't Haringvliet Verbeterd
bericht. In de e.v. algemeene vergadering
van de alhier gevestigde Coöperatieve
Boerenleenbank, welke aan het einde van
deze maand zal gehouden 'worden, moet
worden voorzien in de vacature, ontstaan
door het periodiek aftreden van J. C. van
Oostende als lid van den Raad van Ioezicht
en van L. Keijzer Sr. als lid van het
Bestuur.
Bij den" landbouwer J. Joppe alhier,
lag Zaterdagmorgen een melkkoe dood in
den stal. Naar wij vernamen moet een
verstopping hiervan de oorzaak zijn geweest.
Het kohier der Personeele Belasting
No. z voor onze gemeente is invorderbaar
verklaard op 10 April jl.
Het huis, bewoond door J. Huizer
en gemerkt A 32, alwaar zich een geval
van febris typhoïdea heeft voorgedaan, is
na herstel van den lijder ontsmet. Bij deze
ontsmetting is gebruik gemaakt van het
nieuwe middel autan, het middel dat door
de Vereeniging »Het Groene Kruis« alhier
wordt gebruikt.
Ook kleinere voorwerpen, als stoelen en
andere meubelen kunnen zonder eenige
schade hiermede worden ontsmet. Wij
raden bij voorkomende gevallen een ieder
aan, zich tot deze vereeniging te wenden.
Door de commissie van Toezicht der
Chr. School alhier, is een ontwerp voor
nieuwe Statuten, benevens een Huishoudelijk
Reglement ontworpen.
Mej J. van Toorenenberg heeft door
vertrek naar elders, ontslag aangevraagd
als onderwijzeres in de handwerken aan de
Chr. School alhier.
Goed afgeloopen. Het dochtertje van
een schipper, die hier in de kaai is ge
legen, had de onvoorzichtigheid olie te
gieten in een kachel, die niet geheel uit
was De vlam, welke uit de kachel sloeg,
kwam in aanraking met haar toilet Zij had
de tegenwoordigheid van geest het zelf te
blusschen, zoodat zij met den schrik en het
verlies van een weinig haar vrij kwam.
Ooltgensplaat. Verleden week had de
smidsknecht C. J. Hendrikse, werkzaam bij
C. D. Birkhofi het ongeluk bij het opladen
van een rolblok met zijn linkerhand be
kneld te raken tusschen de blok en het
wiel van de wagen. Geneeskundige hulp
werd ingeroepen eu van een en ander kennis
gegeven aan de Rijks Verzekeringsbank.
J.l. Zaterdag werden verschillende
boeren bij het inrijden in het dorp aan
gehouden door twee heeren voor de boter-
controle. Van dengene die boter bij zich
hadden werd een half pond tegen 30 cent
mede genomen ter onderzoek.
Dirksland. J. M. Grevenstuk en L. v.
d. Mast, lotelingen voor de lichting 1908
zullen 19 Mei a.s. te Dordrecht ingedeeld
worden.
L. v. d. Mast die in dienst was bij
den landmeter, zou om destijds wil, over
een ladder gaan, die men over een sloot
gelegd had voor kippen. Het bleek echter
dat hij zwaarder dan een kip woog, daar
de ladder brak, waardoor v. d. M. in de
sloot tuimelde. Droge kleeren aangedaan
hebbende, kon hij weer naar zijn werk gaan.
Het bestuur van den polder Oude
Plaat heeft doen weten, dat tot 28 April
ten kantore van den Secretaris dier polder
ter inzage ligt een exemplaar van het
ontwerp-besluit der Prov, Staten tot vast
stelling van een reglement voor het water
schap Dijkring Flakkee.
Bezwaren moeten voor 1 Mei a.s.
schriftelijk aan Gedeputeerde Staten worden
ingezonden.
De rekening van Ontvangsten en
Uitgaven over 1907 en de begrooting 1908
van en voor de polders Oude Plaat zullen
tot en met 21 April ter inzage van Inge
landen liggen.
Stellendam." Door den milicien-verlof
ganger A. van Oostenbrugge der lichting
1903, die naar zijne garnizoensplaats 's Gra-
venhage in werkelijken dienst is opgeroepen,
is aan den betrokken Minister telegraphisch
uitstel van opkomst gevraagd tot October
a.s.
Met den aanleg der tramliju wor
den alhier vele handen aan het werk
gehouden. Onder deze gemeente zijn een
130 lal personen aan deze werkzaamheden
verbonden.
De milicien-verlofganger Jan Leen-
dert Troost dezer gemeente der lichting
1906 dienende bij het Korps Torpedisten,
is tegen 24 Augustus a s. in werkelijken
dienst opgeroepen naar zijne garnizoens
plaats Hellevoetsluis.
Goederaede. Door schipper A. Groe
nendijk, bevarende de blazerschuit G. O. 21,
is in de garnalenkor een zwaard gevischt,
herkomstig van de blazerschuit G. O. 37.
De veldarbeiders, welke alhier hun
verlangen om hoogere loonen algemeen
hebben te kennen gegeven, hebben hunne
dagloonen van 70 ct op 85 ct verhoogd
gekregen.
Mej. Keeltje Lokerse uit Yerseke
te Goedereede.
7 April 1908. Voor een talrijk publiek van beide
sekten trad hedenavond als spreekster in het
hotel ,De Gouden Leeuw" op Mej. N. Lokerse
met het onderwerp .Onderzoek naar het vader
schap" in verband met krankzinnigengestichten,
huizen van ontucht en gevangenissen. Nadat
spreekster erop gewezen had, dat het heden geen
gewone vergadering met de vereischte vormen
gold, aangezien zij door haarzelf was belegd en
dat omtrent haar de eischen niet te hoog konden
worden gesteld, heette zy de opgekomenen wel
kom en begon hare rede.
In de laatste jaren vraagt het buitenland, nu
hier, dan daar, telkens onze aandacht voor kleinere
en grootere gebeurtenissen op allerlei gebied.
Thans wordt de aandacht speciaal gevraagd voor
den moreelen oorlog om ons heen, waarvan krank
zinnigengestichten, huizen van ontucht en ge
vangenissen de getuigen zijn. Onwillekeurig rijst
de vraag, of die getuigen en al de verdere ellende
om ons heen goede raadslieden zijn en dan zeg
ik: .ja".
Mijn optreden in het publiek geschiedt niet,
omdat ik het graag doe; integendeel, zwaar valt
mij dit optreden, want het geldt mijn eigen leven.
Om vrij te staan van de opvoeding van een kind
en tegenover Christus zal ik de gruwelijke on
rechtvaardigheid in ons land onder "t oog helpen
brengen. Het deed mij besluiten, publiek op te
treden, te meer nog, daar ik aan 't sterfbed van
•en zeer jong meisje aanwezig was en haar be
loofde, te zullen redden, wat ik redden kon. Doch
als ik bedenk, dat duizenden levens hoopvol in
de toekomst staren, terwijl zoovel en dcor onzede
lijkheid getroffen worden, kon ik niet zwijgen.
In ons land wordt op dit gebied niets gedaan;
zoolang het onderzoek naar het vaderschap niet
bestaat, komen we niets vooruit.
Wie heeft het recht, het leven der vrouw te
verwoesten? De Wet moest dat verbieden, immers
bij de Schrift is het reeds verboden. Noch de
Drankwet, Christelijke Scholen e.d. beteekenen
iets, ze getuigen niet voor de Maatschappij, im
mers alle menschen waren ééns onschuldig.
Dit schetsen van mijn dagboek blijkt, dat de
gestichten il voller raken. Thans wil men de
huizen van ontucht atschaffou en de doodstraf
invoeren. De Klasse van gevallen vrouwen, welke
ingeschreven worden, trok mijne aandacht. In
Amsterdam en 's-Gravenhage waren respectieve
lijk 10.000 en 8.000 gevallenen ingeschreven hoe
veel gevallen vrouwen zouden er nog zijn buiten
de klasse ingeschrevenen?
In Amsterdam heb ik veel gezien, waarvan ik
u een en and«r nader wil mededeelen. Eens begaf
ik mij met een mannelijk persoon naar het sterf
bed van een jong meisje.Het meisje van gegoede
familie, dat drie jaar geëngageerd en zwanger
geworden was, gelegen op het ledekant, omgeven
met bloemen en planten, was door haren aan
staanden verlaten. Wat leed de familie onder
deze omstandigheden: de moeder stierf, de vader
werd krankzinnig en de broeder gaf zich over
aan dronkenschap. Intusschen liep haar verleider
vrij rond. Zij alléén moest het brood verdienen
voor het kind van hen beiden. Onder den uit
roep „Wat is er van mij geworden?" zonk het
meisje in de kussens terug. Ik bood haar aan,
voor haar kind te zorgen, doch zij wist niet, waar
het gebleven was. Ik was verplet onder den indruk
der ellende en nam mij voor, tot eiken prijs te
werken, te vragen, waarom de Regeering zich
met deze toestanden niet bemoeit en daartoe
geene wetten in het leven geroepen worden. Het
kind werd gevonden, doch de moeder stierf, door
dat geene wetten dienaangaande bestonden.
Een anderen keer begaf ik mij in een café met
damesbediening en knoopte een gesprek aan met
één der meisjes. Zij vertelde me, dat zij haren
werkkring haatte, doch zij was gedwonged. Tijdens
haar engagement, waarbij het huwelijk steeds
werd uitgesteld, geraakte zij in een zwangeren
toestand. Op Zondag kwam een onbekende dame
bij haar, die haar naar hem vroeg; alras bleek
dat ook de dame zwanger was en met hem op
trouwen stond. De aanstaande, die inmiddels
verscheen, verliet haar spoedig nut de dame.
Zware ijlende zenuwkoortsen hielden hair op het
ziekbed gekluisterd. Bij het terugkeereu vau het
bewustzijn zag zij den toestand somber in. Door
in het café te gaan, waagde zij alléén zichzelf.
Het is treurig, dat het leven eeuer vrouw zoo
dikwijls wreed verwoest wordt.
Zoo gevoelde ik al meer en meer, dat er iets
gedaan moest worden ter tegemoetkoming in deze
treurige omstandigheden. Na twee jaren allerlei
toestanden te hebben waargenomen, verliet ik
Amsterdam.
Dat mijn geschriften betreffende deze treurige
toestauden telkens werden afgewezen, valt eenigs-
zins te begrijpen, doch het doet mij pijn, dat wel
vereenigingen worden gesteund, om pleizier te
maken. Van een verwoest leven wordt in druk
zoo vaak een romantisch leven gemaakt. Ik wilde
helpen strijden tegen den moreelen oorlog, doch
ik kwam tot de overtuiging, dat de regeering
hier moest ingrijpen.
Eens bezocht ik een ongelukkig gezindemoe
der lag ziek te bed, terwijl de vader peinzend
en zuchtend de kamer op en neer liep. Eene
dochter, wier aanstaande met een andere persoon
op) trouwen stond en die in gezegende omstandig
heden verkeerde, was zoo juist naar het krank
zinnigengesticht vervoerd ik had kunnen zeggen,
dat daarvoor wetten moesten zijn, doch wat baatte
het de ongelukkige thans meer?
Hoe dikwijls lezen wij niet, dat zwangere onge
huwde meisjes verlaten worden eu zich somtijds
van 't leven, berooven? Terecht zegt Mevrouw
Goekoop, dat de meisjes op 16 jarigen leeftijd
vogelvrij zijn verklaard. Worden lijkjes van pas
geboren kinderen gevonden, zoo wordt alléén de
moeder opgespoord bij de verdrinking van de
kleine leest men steeds van „eene ontaarde moeder"
met den vader bemoeit zich de wet niet.
Eens leefde ik in een benauwden droom, de
wanhoop nabij, ik zag de schilderijwaar de Prins
van Oranje zijne goederen verkoopt, om het vader
land te redden. De revolver lag naast mij en zoo
ik geene godsdienstige opvoeding genoten had,
zoo had ik mijn kind, den vader,, my zelf en mis
schien meerderen gedood.
Zijn de ongelukkigen niet genoodzaakt, te stelen
of den weg van ontucht op te gaan, terwijl ze
mede gevaar ioopen, in krankzinnigengestichten
terecht te komen. Ik zag allengs moorden en
doodslagen om mij heen toenemen. Ik wilde den
revolver aftrekken, niet om te dooden, doch om
te redden. De gevangenis kon mij niet meer
schelen, toen het leven zoo verwoest was.
Door de Nederlandsche Wetten zijn de handen
der vrouw gebonden. Eens ontmoette ik een heer
uit het buitenland, die mij te kennen gaf, graag
in ons land te zijn, omdat men de vrouw alhier
kan vragen en wegwerpen, wanneer men wii. Al-
zoo wordt in het buitenland met de Nederlandsche
Wetten gespot. De klasse lage zedelooze mannen
kan het niet schelen, dat men leven moet van
de liefdadigheid van anderen. Per jaar worden
in ons land plm. 5000 onechte kinderen geboren
en in gestichten opgenomen, van welke kinderen
de bevolking zich niets aantrekt. Alléén door een
huwelijk kunnen deze kinderen worden opge
heven.
Zooals door Beecher Stowe naar de pen is ge
grepen, om over „De Negerhut" te schrijven, zoo
greep ik naar den revolver en vervulde de be
lofte, tot eiken prijs mede te werken, om eene
Wet aangaande het vaderschap in het leven te
roepen. Het komt voor, dat eene vrouw tot twee
maal toe geëngageerd en met kinderen gezegend
is, zonder dat men tot een huwelijk geraakt, door
dat de Wet de vrouw niet beschermt.
Ik trok den revolver af, om den schijn op me
te laden, iemand te willen dooden. Ik sprak den
Minister en kreeg tenantwoord, dat er meer gods
dienst moest zijn, terwyl de man zijne vrouw
moet liefhebben en beschermen. Maar wette gods
dienst? De bybel wordt zoowel door een schurk
als door een wei-opgevoede gebruikt. Ik schreef
aan Hare Majesteit de Koningin over deze Wet en
tot mijne groote blijdschap ontdekte ik later, dat
aan dit achryven de aandacht werd geschonken.
Ik heb een boek geschreven betreffende het
vaderschap, hetwelk door my zal worden uitge
geven. Tydens de behandeling van dit wetsont
werp, dat door Minister Loeff in behandeling
werd genomen, heb ik een paar vergaderingen
bij gewoond. Daarin werd o.s. vastgesteld, dat de
verwekker in de eerste plaats voor het kind aan
sprakelijk is, om de noodige gelden te verstrek
ken tot het verschaffen van voeding, kleeding,
opvoeding enz. Door deze wet is alléén de moeder
in zoover geholpen, dat in het stoffelijk belang
van het kind is voorzien; jammer, dat reeds daar
toe de Regeering moet ingrijpen. In de dieren
wereld immers wordt steeds voor de jongen ge
zorgd. Steeds worden meer gestichten opgericht
ter opvoeding der kinderen, hetwelk voorzeker
niet ter eere strekt van mannen en vrouwen.
Thans is tot stichting van een dergelijke inrichting
weder f 100.000,in ons land ingezameld.
Het is waar, dat een door de Wet gedwongen
huwelijk dikwijls ongelukkig is; alléén een uit
liefde voltrokken huwelyk kan geluk met zich
brengen. Doch helaas, hoeveel huwelijken zomder
liefde worden in Nederland gesloten, opdat aan
hoogmoed kan worden gebotvierd en de z.g. stand
kan worden gehouden! Van een gedwongen hu
welijk is in het vrije Nederland geen sprake, want
een huwelijk is het gevolg van eene vrijwillige
daad; wanneer deze verkeerd of zondig is, moet
de betrokken persoon daarvan de gevolgen dragen.
Soms werd mij gevraagd, hoe te handelen, als
men met gehuwde mannen te doen heeft. Dit is
reeds bewijs, dat het voorkomt, dat gehuwde
maunen met jonge meisjes uitgaan; natuurlijk
gebeurt dit weinig of niet op de plattelaudsdor-
pen, waar men elkaar kent. Als het aan mij stond
de schuldigen te straffen, zou ik den dader, als
gelijk staande met een lagen sluipmoordenaar,
tot gevangenisstraf veroordeelen. Ongeveer vijf
maanden geleden heeft zich te 's Gravenhage
zoo'n geval voorgedaan. Een zwanger meisje, dat
op 't punt van het huwelijk stond, vernam, dat
de aanstaande een gehuwd heer was, hetgeen het
noodlottig gevolg had, dat de moeder naar een
krankzinnigengesticht moest worden vervoerd.
Het toegeven aan vleeschelijke hartstochten is
groote zonde, zoodal wetten in deze noodig zijn,
opdat de gevraagde vrouw meer gewaardeerd
worde.
Indertijd had ik een gesprek met een heer, die
om f 6000,verlegen was. Toen ik hem vroeg,
waartoe hij dit noodig had, gaf hij te kennen,
naar l'arijs te willen, omdat de vrouwen alhier
alie even koud waren, hetgeen te Parijs heel anders
was. Hij gaf mij verder te kennen, met eene
hoogstaande vrouw te doen te willen hebben.
Hoe eene hoogstaande vrouw te nemen en zijn
hartstocht bot te vieren? Meer en meer blijkt,
dat, als er niet spoedig eene wet in deze tot stand
komt, de dierlijke, onzinnige toestand zal toene
men; de steun, welke mij wordt verleend, om dit
te bereiken, is tot heden zeer gering.
Daarna gaf Mej Lokerse eene schets uit eigen
leven, daarbij te kennen gevende, dat men tegen
alles kan strijden, als men wil. In Amsterdam
maakte ik kennis met een persoon, welke vriend
schap in liefde overging. Later vernam ik, dat
deze persoon ook omgang had met een meisje uit
een andere stad. Ik schatte hem zeer hoog en
hield mij kalm. Toen ik hein weder ontmoette,
ondervroeg ik hem, zijne lippen trilden, zijn
gelaat werd bleek en eindelijk zeide hij „Het is
zoo, doch ik gevoel voor haar geen liefde, ofschoon
de ou lelui zéér voor haar zijn. Langzamerhand
echter zal ik het afmaken." Ik gevoelde mij
gelukkig, doch het geluk op de puinhoopen van
eens anders liefde achtte ik eene gewetenszaak.
Ik nam een kort besluit en verliet Amsterdam.
Het is treurig, dat door een oogenblik zingenot
bij een man een geheel leven kan worden vernie
tigd, terwijl ook sommige niet-slechte mannen
worden medegesleurd.
Do man moet de vrouw beschermen als de
zwakkere. Als de vrouw toegeeft, zondigt zij
evengoed als de man, terwijl bij een gebroken
leven de vrouwen zich met een lachend gezicht
in het leven moeten vertoonen.
Met het oog op de vrije liefde weten de vrou
wen, dat zij enkel gevraagd worden voor genot.
Swangerschap is het gevolg van een oogenblik
van zichzelf-vergeten. Verkeert bij ernstige liefde
de dame in dezen toestand, zoo wordt terstond
tot het huwelyk overgegaan. De vrije liefde wordt
gebruikt, om over den toestand een kleedje te
hangen.
Zoo hadden een man en vrouw 13 jaren met
elkaar geleefd, zonder te huwen, toen de man na
kennismaking een wettig huwelijk aanging met
een 18-jarig meisje. Nu moest de bijzit maar uit
werken gaan, om in haar onderhoud te voorzien.
Spreekster acht het huwelyk eene goddelijke
instelling, welnu, geeft dan den Keizer, wat des
Keizers ia en Gode, wat Godes is, gelijk de Schrift
zegt.
Spreekster heeft ook nooit begrepen, waarom
we omtrent het onderzoek naar 't vaderschap
naar de naburige landen moeten zien. Ieder land
is voor zichzelf aansprakelijk, terwijl eene vrouw
toch niet als handelswaar kan worden beschouwd.
In het wetsontwerp Loeff worden de ongehuwde
mannen, die één of meer kinderen hebben, ver
wekker genoemd. Eene ongehuwde moeder is in
geheel andere omstandigheden dan eene gehuwde
ten nadeele van haar kind. Intusschen, moeder
is en blijft de vrouw, gehuwd of ongehuwd,
terwijl de ongehuwde man geen vader is; dit
leert ons de Maatschappij.
Verder wijst spreekster als onpartijdige er op,
dat de Christelijke vrouwen, di« geboren zijn tot
vruchtbaarheid en hoewel niet van ziohzelven,
maar van Gode zijnde, óók deelnemen aan het
Malthusianisme. Hoe vaak wordt door de gehuw
den niet geuit: „Ik wil wel kinderen hebben,
doch slechts één of twee." Het gaat soms zelfs
zoover, dat gevraagd wordt„Hoe kom ik van
mijn kind af?" Het is jammer, dat onze Maat
schappij, onze Christelijke Staten zich met deze
Engeltjesmakerij sieren. Er wordt beweerd, dat
er anders met het oog op de toekomst te veel
menschen in de Maatschappij komen, een en
ander met de veeieischeudheid dezer dagen. Doch
mij is gebleken, dat nog millioenen menschen op
den aardbodem kunnen gespijzigd worden. Uit
gestrekte landerijen liggen nog onbebouwd, doch
het is, alsof de landbouw, de hoofdader van be
staan, in dezen tijd schande is; iedereen wil heer
of dame zijn.
Vervolgens wijst Mej. Lokerse op het bestaan
van het ware, oprechte- en schynchristendom.
Komt de gevallen vrouw bij het laatste terecht,
zoo is de toekomst niet te overzien en valt zij
steeds dieper. Toen ik mij indertijd bij de Her
vormde Kerk wilde doen aannemen, werd het
mij wegens mijne omstandigheden geweigerd. Ik
besloot, mij uit het kerkelijk leven terug te
trekken, doch, onwillekeurig langs een kerkge
bouw loopend, ging ik binnen. Ik hoorde den
tekst: „Dat ik zal zijn, die ik zijn zal", terwyl
ik verder vernam, dat de bijbel is voor boeren
en tollenaren.
God verhoede, dat ik het oprechte Christendom
aanvalle, doch ik geloof niet in eene Ned. Her
vormde, Gereformeerde, Doopsgezinde of eenige
andere Kerk, doch in een algemeen Christendom.
De godsdienst en zedelijkheid in ons iandiszoo-
danig verslapt en ontaard, dat duizenden te
gronde gaan van de niet minder dan 5000 buiten
echt geboren kinderen komen velen terecht in
de huizen van ontucht. Aan de vrouwen is het,
bij den man het zedelijk bewustzijn te verheffen,
door hare reinheid en fierheid te bewaren. De
vrouw echter heeft eenmaal neiging tot den man.
Ook ik had gaarne als vrouw en moeder in een
gezin geleefd. Mocht een meisje verleid worden,
zoo roep ik haar toe: „Voedt uw kind op in de
vreeze des Heeren", immers in de Schrift staat
geschrevenLaat de kinderen tot mij komen en
verhindert ze niet. Laat de ongehuwde moeder
uooit op eene opheffing rekenen, wijl ge be
schouwd wordt, als staande buiten de Wet. De
Nederlanders, die dikwijls, b.v. ten tijde van
den Zuid-Afrikaanschen Oorlog enz. blijken van
hulpvaardigheid gaven, laten zich in deze grooten-
deels onbetuigd.
De Christelijke Wet zegt, dat hy haar, die hij
bedriegt, huwen zal, ook de Nederlandsche Wet
moest dit zeggen. Over het algemeen wordt noch
naar de vrouw, noch naar het kind gevraagd,
doch prijs gegeven aan de maatschappelijke ellen
de. De Maatschappij is dit gewoon geraakt; men
gaat over de ellende heen, waardoor personen
in krankzinnigengestichten, bordeelen en gevan
genissen terecht komen.
De kinderen hebben 't toch goed in gestichten,
zult ge zeggen. Zeker, maar hoe is de toestand
van de ongehuwde moeder?
In het Magdalenahuis van Ds. Pierson was
een meisje, dat bevallen was, gedurende een jaar
wegens ziekte opgenomen, waarna de scheiding
plaats had. Toen later de moeder haar kind be
zocht, was de blijdschap aandoenlijk en bij de
scheiding daarop gaf de moeder haar kind te
kennen„Ik hoop, dat ge me maar spoedig ver
geet."
Is het geene diepe wonde in ons volksleven?
Zijn wij niet verplicht, de zedelijkheid hoog te
houden? Vallen kunnen we allen. Duizenden
vrouwen, die hoopvol het leven introkken, kun
nen thans uitroepen: „Wat is er van mij ge
worden
Sedert lang heb ik getwijfeld, geaarzeld, als
spreekster op te treden, want ik stond alleen, ik
was onbestudeerd en onbemiddeld. Eindelyk beu
ik opgetreden, niet uit hoogmoed of ijdelheid,
doch ten bate van de slachtoffers der onzedelijk
heid.
Dat God mannen, onverschillig, van welke
politieke, hetzij sociale, hetzij sociaal-democrati
sche, hetzij anti-revolutionaire richting of van
welke godsdienstige overtuiging aan de Neder
landsche regeering brenge, welke strijden voorde
hoogste rechtvaardigheid) en de pogingen zegene,
die worden gedaan tot daarstelliug van een wets
ontwerp, houdende onderzoek naar het vader
schap, is mijn innige wensch. Ik heb gezegd.
Van de gelegenheid tot debat is geen gebruik
gemaakt.
Juddorp** Heden is uit deze gemeente
voor 's Rijks rekening vervoerd naar het
abattoir te Rotterdam een rund, toebe-
hoorende aan den bouwman M. Aleman
alhier, als lijdende aan tuberculose.
Oud-Beijcrland. Een slecht middel.
Verleden week vervoegde zich ten kantore
van den deurwaarder B. den Boer alhier
een vrouw ter voldoening eener schuldvor
dering ten laste van haar man, groot f 1223,
waarvan de deurwaarder het stuk ter in
vordering onder zich had. Nauwelijks had
de deurwaarder het stuk te voorschijn
gehaald, of de vrouw rukte hem het uit
de hand, scheurde de onderteekening er
af en slik e dat stuk in.
Dadelijk deed de deurwaarder aaugifte
en werd door den kantonrechter het over
gebleven stuk in beslag genomen en
procesverbaal opgemaakt. (Hld
Spijkcnisse. Vrijdag 1.1. had de ver
kiezing plaats voor een lid der Gemeente
raad, daar een vacature was ontstaan door
het overlijden van wijlen den heer C. van
Holst. Aantal kiezers 292. Uitgebracht
werden 281 stemmen. Hiervan verkreeg de
heer J. van Holst 133 en de heer E. Dekker
146 stemmenzoodat de candidaat der
Chr. partijen zegevierde, dank zij ook het
oprichten der Chr. Historische kiesvereeni-
ging. Bres geschoten dus in het liberale
Spiikeuisse, zelfs de handteekening des
Burgemeesters, als aanbeveling onder den
cand daat der liberalen geplaatst, mocht
niets baten. Boven de partijen verheven
Uit het jaarverslag der werkliedea-
vereeniging »Helpt u zelven« (Afd. Zieken
fonds) blijkt, dat de totale ontvangst over
1907 was f 1024,12; de uitgaaf f 864,36,
zoodat het saldo is f 159,76. De algeheele
bezitting der vereeniging is f 1857,86.
Het ledental bedraagt 130.
Pernis. De afgeloopen week zijn de 6
Scheveninger bommen, welke hier een
plaatsje hadden in de haven, van hier ver
trokken naar elders. Gelukkig, zegt een
ander, die drie welke aan de Westhaven-
kade lagen hebben vele schippers van hier
en van elders tot hinder gelegen.
Op den laatst gehouden veetentoou-
stelling te Rotterdam, behaalde de heer
W. v. d. Hoek Verduin alhier, de eerste
prijs van f 20 voor de beste guiste schot
geboren in 1908.
VERSLAG
van het verhandelde in den Gemeenteraad
van Sommelsdijk, gehouden op Vrijdag
10 April 1908, des nam. ten 7 ure.
Tegenwoordig alle leden.
De Vergadering door den Voorz. geopend zijnde
worden de notulen gelezen en goedgekeurd.
Aan de orde is:
Ingekomen Stukken.
Een schrijven van de onderwijzers der O. L.
School alhier inzake het salaris der onderwijzen
wenschende het minimum salaris te brengen op
f 600,— en vergoeding van huishuur van f50,—
op f 75,alsmede een andere regeling omtrent
de dienstjaren welke voor kennisgeving wordt
aangenomen om bij latere vaststelling der jaar
wedden te worden behandeld.
2e. Een schrijven van den vuilnisman A. Vroeg-
indewei daarin zijn dank betuigende voor de hem
toegestane gratificatie.
3«. Een schrijven van de Gemeente-Crediet
daarbij berichtende dat 162,dividend zal worden
uitbetaald.
4e. Een, missive van Ged. Staten daarbij goed
gekeurd terug zendende het kohier belasting op
dfe honden.
5e. Brengt de Voorz. verslag uit van de opname
der kas en boeken der Gemeente Ontvanger welke
in orde zijn bevonden. Er bleek in kas te zijn
f 399,34.
6e. Dat door het Rijk aan de Gemeente zal wor
den uitgekeerd een som van f5310,—voor kosten
Lager Onderwijs.
Komt ter tatel een schrijven van de Kamer
van Koophandel omtrent de tijdregeling welke
wenscht de midden Europesche tijd in te voeren
en vraagt daar omtrent adhesie betuiging van den
Raad, welke in dien geest wordt besloten.
Een schrijven van de Coöperatiev»|Landbouw-
vereeniging „Middelharnis-Sommelsdijk" daarbjj
zich tot wederopzegging verbindende eene jaar-
lijksche toelage te geven in zake de Ryks Veearts
alhier, ten bedrage van f 50,
Een verzoek van den Gemeentewerker alhier,
verhooging van salaris vragende over de maan
den April en Mei, wordt afwijzend op besohikt.
Wordt machtiging gevraagd en verkregen tot
het doen van eenige af en overschrijving.
Een schryven van de Gezondheidscommissie
inzake drinkwater bij nieuw te bouwen woningen
daarbij verzoekende dat er eenige waarborg zal
worden verstrekt dat voornoemde gebouwen van
goed drinkwater zullen worden voorzien.
Komt ter sprake het beharden van den haven-
dijk en een gedeelte van den Oudenlandschendjjk,
de wenschelijkheid wordt hieromtrent uitgespro
ken waarom besloten werd om naar de vermoede
lijke kosten te informeeren.
Een verslag van den Directeur der Gasfabriek
en de Gascommissie waaruit blijkt dat de werking
dier fabriek niet tegenvalt, en niettegenstaande
de pessimistische gevoelens van enkele personen
de fabriek toch wel eenige baten zal afwerpen.
Verslag wordt voorgelezen van de plaatselijke
Schoolcommissie der Openbare Lagere School
welke ondermeer ook deze wensch uitspreekt dat
met het behouten der vloeren successievelijk zal
worden voortgegaan, hetgeen dan ook ln de be
doeling ligt van den Raad.
Alinu wordt nog voorgelezen het Schoolverslag
omtrent het aantal kinderen dat onderwijs ont
vangt alsmede de veranderingen die er in het
afgeloopen jaar bij het onderwijzend personeel
htbben plaats gehad.
Na rondvraag wordt de vergadering gesloten.
VERSLAG
van het verhandelde in den Gemeenteraad
van Uei» Hommel, gehouden op Woens
dag 8 Aprildes nam. 2 ure.
Voorzitter de heer J. v. d. Kreeke, Burgem.
Tegenwoordig alle leden.
Na opening der vergadering worden de
notulen der vorige onveranderd goedgekeurd.
Is aan de orde
ie. Een missive van H.H. Ged. Staten dezer
I'rovincie, waarin zij mededeelen, dat de
Rijksbijdrage krachtens art. 48 der wet op het
lager onderwijs is vastgesteld op f 4910.
2e. Een missive van dezelfden, waarbij zij
terugzenden het door hen goedgekeurde kohier
Hondenbelasting, dienst 1908.
3e. Een missive van den Centralen Gezond
heidsraad te Utrecht, waarin zij mededeelen,
dat in genoemde Commissie een vacature zal
ontstaan door het periodiek aftreden op I Juli
e.k. van den heer L. v. d. Sluijs, lid dier
Commissie.
Door den Raad wordr alsnu eene voordracht
voor de vervulling dier vacature opgemaakt,
bestaande uit de H.H ie. L. v. d. Sluijs en
2e. J. v. d. Meulen.
4e. Een verzoek van Mej. L. Goemaat, om
verhooging ?an haai- salaris als helpster in de
nuttige handwerken aan de openbare lagere
school no. i.
Wordt besloten afwijzend op haar verzoek
te beschikken.