Zaterdag 11 April 1908.
23sie Jaargang N°. 1336.
voor de Kuidhollandsclie en Zeenwsclie Eilanden.
EERSTE BLAD.
An tirevo lu tionair
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
T. BOEKHOVEN,
SOMMELSDIJK.
Alle ütukken voor «Ie ilcdacde bestemd, Advertenties» e« verdere Administratie franco toe te zenden aan deia Uitgever.
Hoogere Burgerschool.
in.
OP DÜLA UIT Si IJ 14,
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
UITGEVER
Telefoon lofercomn». Mo. 3.
Advertentiën 10 Cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar do plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
De II. B. S. met vijfjarigen cursus
maakt den leerling klaar voor:
De Koninklijke Militaire Academie
te Breda, ter opleiding tot olficieren
bij het leger hier te lande en in Indië.
De vakken wis-, natuur- schei- en
werktuigkunde, indien hij een verge
lijkend examen afleggen wil voor
adjunct ijker.
De vakken natuur- en scheikunde
om examen te doen voor Handels-
essaieur.
De studie voor onderscheidene acten
Middelbaar onderwijs.
Dit laatste zit zoo.
Op een H. B School met 3jarigen
cursus wordt les gegeven in: wis
kunde; de eerste beginselen der natuur-
eu scheikunde; die der staathuishoud
kunde; die van het boekhouden; de
aardrrkskunde; de geschiedenis; de
Nederlandsche taal; de Fransche; de
Engelsche; de DuiGche taal; het
schoonschrijven; het hand- en recht
lijnig teekenen; plus de gymnastiek.
Dus minstens een 13 vakken.
Wie leeraar wil worden aan een
H. B. School moet eerst examen doen
in het vak, waarin hij les zal geven.
Zoo'n examen leidt dan tot het ver
krijgen van een acte A of nog een
sport hooger tot een acte B.
Wie dus op een H B. School flink
studeert, krijgt daar een flinken rugge
steun om eenmaal examen te doen
voor één der 13 vakken, waarin hij
onderwijs genoot.
En dan is zóó de loop der zaak:
Een leerling wordt 18 jaar; heeft
flink gestudeerd op de H. B. S. en gaat
later dan examen doen:
voor Wiskunde, acte A;
voor Natuur- en Scheikunde, acte A.
voor Plant en Dierkunde, acte A
voor Staathuishoudkunde: één acte
slechts.
voor Boekhoudenéén acte slechts
voor Aardrijkskunde: één acte.
voor Geschiedenis: één acte.
voor Nederlandsche taal: één acte.
voor Fransch, Engelsch, Duitsch;
óf de Lagere School acte of de acte
A voor 'tMiddelb. Onderwijs.
voor Teekenen en Gymnastiek één
acte.
Bezit hij een A-acte, dan mag hij
onderwijs geven aan een H, B S. met
3 jarigen cursus, in dat vak.
Op een H. B. S. met vijijarigen
cursus is 't onderwijs uitgebreider.
Daar worden in plaats van 13, 18
vakken onderwezen, waarover we hier
niet uit zullen wijden, omdat er dan
nog al enkele verklaringen bijgevoegd
zouden moeten worden, die onze plaats
ruimte niet toelaat enz. enz.
Wie echter aan zoon' School van
5 jaren les wil geven, moet voor enkele
vakken natuurlijk meer weten, dan
wie aan een 3 jarige les geeft.
Zulk een leeraar moet of doctor zijn,
of ook wel een acte P> bezitten. B v.
voor Wiskunde- acte B.
voor Werktuigkunde- acte B.
voor Natuurkunde- acte B.
voor Scheikunde- acte B.
voor Fransch- acte B.
voor Engelsch- acte B.
voor DuPsch- acté B.
Hoe dit zij óf men examen gaat
doen voor aete A dan wel later voor
acte B om te worden leeraar aan een
H B. S. met drie- of vijfjarigen cursus
men zal steeds op de H. B S, bij
flinke studie gewis een uitstekend
fundament erlangen, waarop kan
worden voortgebouwd, nog daarge
laten. dat men ook bij 't bezit dier
acten op een Lagere School onderwijs
mag geven in dat vak en ook ge
roepen kan worden voor een gym
nasium of in 't particuliere leven kan
optreden bv. als boekhouder op een
groot kantoor, in den handel, als
scheikundige in sommige fabrikaten
als expert kan geroepen worden voor
de rechtbank; als calligraat of schoon-
schriftschrijver bij 't aanbieden van
albums; als medewerker aan een krant
voor 't letterkundig nieuwsals tolk
bij de balieals portier in een hotel
eersten rangals translateur of ver
taler bij de rechtbankals mede
werker aan een buitenlandsch blad
als botanicus of plantkundige in een
zoogenaamden plantentuin; alsazoöloog
of kenner van dieren jin een dieren
tuin als amanuensis bijeen Hoogere
School; als examinator voor lagere
acten als archivaris in groote ge
meenten, enz enz.
Genoeg reeds om eenigszins een
kijkje te geven op wat een H. B, S.
kan doen, wanneer flinke leerlingen
door flinke leerkrachten worden
voortgeholpen.
We wenschen dan ook nu van dit
onderwijs als zoodanig af te stappen
om eens te gaan zien, hoeveel H B S.
er in Nederland zijn en hoe die reilen
en zeilen.
Dan kan daarna ook eens gesproken
worden over het Meer Uitgebreid
Lager Onderwijs als plaatsvervanger
van Hoogere Burgerschool-onderwijs.
Om te besluiten met de finantiën.
En die «laatste loodjes« wegen 't
zwaarst. Wordt vervolgd.
Broeit er u-at in onze partij?
Er schijnen «binnenlandsche on-
lustencc te zijn uitgebroken. Althans
er wordt zoo vreemdsoortig geschreven
't lijkt wel twist tusschen prof. Fabius
en dr. Kuipervan twisten tusschen
«Standaard en B.otterdammer« van
twisten tusschen Ds. van Lummel en
prof Fabius.
We lezen van motie's van vertrouwen
vóór dr Kuipermoties en ingezonden
stukken van wantrouwen tegen prof.
Fabius en de «Rotterdammer«van
ongunstige perscritiek der «Standaard
op 't Kabinet; van .ja, van
allerlei speldeprikken en duwen en
porren en stiekeme afmakerij.
Wat is er toch gaande?
Wij hier op 't platte land, ver van
't politiek centrum, begrijpen er n ets
van. Immers: dr. Kuiper isonze
leider, was onze leiderblijft onze
leider tot zijn doodwaarschijnlijk
nog lang daarna, evenals Groen nu
nog spreektnadat hij gestorven is.
Dat leiderschap is voor ons onbe
twistbaar is voor ons de natuurlijkste
zaak der wereld. Hoe kan men daar
in 't Haagje of in Amsterdam nog
tegen sputteren. Wie kiest het maan
licht boven de zon Een zeilboot
boven een stoomer Wij plattelands-
menschen erkennen niemand anders
dan dr. Kuiper; hem alleen, 't Is
wellicht onnoozei maar wij kennen
en erkennen ook maar één hoofd
orgaan in onze partij, dat is de
«Standaards de rest is bijlooper
behulpsel des noods. 't Is misschien
weer wat dom maar we gelooven,
dat er mannen in onze partij zijn,
die zich laten lijmen door tegenstan
ders van dr Kuiper en met die
samenstemmen om het Hosanna van
eertijds in een Kruis hem te veran
deren. Die lijmers en gelijmden wonen
waarschijnlijk in 'groote steden en
zoeken waarschijnlijk naar wat praal.
Op ons platteland lijmen we niet, dr.
Kuiper is en blijft onze Premierde
voorman der Chr. Historischen is
wellicht mr Lohman. Maar in elk
geval wij blijven ons klemmen, al
wordt hij ook door anderen in een hoek
gezet, aan dr. Kuiper. Hem onze
hulde.
Wat heeft dr. Kuiper misdaan?
^.Wat heeft onze leider misdaan
Li Heeft hij mr. Fabius uit de Tweede
Kamer gehouden
Heeft hij inzake de wetgeving van
1901 tot 1905 fouten gemaakt, die
prof. Fabius niet zou gemaakt hebben?
Is de antithese de schuld, door hem
vleesch en been geworden
Wijst de Standaard te scherp op
de beginselen, die dit nieuwe Kabinet
dient voor te staan
Waren de voorstellen van Kies
rechtwetgeving ter Deputatenverga-
dering zoo onnoozei
Wordt de Rotterdammer te veel
afgebroken, of ten toon gesteld
Wat heeft dr. Kuiper dan misdaan
't Zit em zeker weer in het feit,
dat we hier- wonen geisoleerd van de
eigenlijke politieke wereld, maar onze
indruk isdr. Kuiper heeft precies
gedaan wat hij moest doen. Als Leider
uitstekend geleid en anderen op hun
plaats gehouden En de actie van die
anderen tegen dr. Kuiper in, hebben
we steeds beschouwd als van een zeer
twijfelachtige waarde en van nog
grauwer kleur.
Opbouw zat er niets in en de
afbraak was wringwerk.
Wringen om weg Ie dringen wat
nooit gelukken zai.
Wat heeft dr. Kuiper misdaan?
Waarschijnlijk ditde leiding vast
gehouden, die jaloersche heeren hem
wilden ontnemen. Ja, jaloerschheid is
een treurig zwakvooral als je wel
wiltmaar niet hunt zijn de leider
eener partij.
Rondom dr. Kuiper.
Wordt dr. Kuyper verguisd door
zijne tegenstanders; wordt gepoogd
door schijnbare vrienden hem de
kroon van 't hoofd te nemen, die in
elk geval dien vrienden zeker niet
toekomtduizenden scharen zich nog
rondom dr. Kuyper.
Overal in 't Land wordt het gezien
en terdeeg opgemerkt, hoe zekere
personen of gezelschappen bezig zijn
te tornen aan zijn gezag en invloed.
Maar een eik valt niet bij den eersten
besten hak van den boomrooier.
Dan mag het aantal delvers wel
wat grooter en hun bijlen nog wel
wat scherper worden, eer het anti
revolutionaire volk zijn Kuyper los
laat.
Eer zullen de sterren op de aarde
druipen, eer dit volk zijn vertrouwen
hem opzegt.
Rondom dr Kuyper! nu vooral in
dezen tijd, waarin men hem aanvalt
van velerlei zijde.
Rondom hem alleenl
Aan hem alleen trouw
Naar hem geluisterd en met hem
de strijd gewonnen cl verloren
Met hem durven we elke toekomst
aan en in.
Er zijn anderen, die we geen tien
pas vergezellen willen.
Beste mannen, maar voor deze be
deeling niet geknipt!
Er is dezer dagen gesproken over een
ijolig christendom*, dat langzamerhand de
plaats innemen zou van den ouden, ietwat
stroeven ernst.
Het is een wel wat zonderling étiket:
jolig.
Ik kan nu den Heere Jezus Christus bij
zijn omwandeling op aarde in allerlei ge
moedsgesteldheid voorstellen ernstig, vroo-
lijk, droevig, blijde, weemoedig en goeds
moeds maar, met allen eerbied zij
het gezegdjolig niet. Op de bruiloft te
Kana zal het ongetwijfeld vroolijk zijn toe
gegaan, maar was de vreugde verkeerd in
jool, dan kan ik me niet voorstellen hoe
Christus er. had kunnen blijven.
Joligheid is geen ongebondenheid, maar
de jool doet de banden bedenkelijk spannen,
tot knappens toe.
De jolige zweeft in elk geval rond langs
den buitenzoom van het erf der christelijke
vrijheid. Dat een christen 'n enkelen keer,
als alles daartoe eens samenloopt »een jolige
bui<r heeft, kan gebeuren, zonder dat hét
hem tot zonde is. Evengoed als 't hem
overkomen kan, dat hij volkomen terecht
in toorn ontsteekt.
Maar zoo goed als het er van den toorn
staat, mag het ook wel waarschuwend heeten:
Wordt jolig, maar zondigt niet in uw jolig
heid
Van een »christendom«, dat de bijvoeging
»jolig« als hoofdeigenschap krijgt zoodat
de »joligheid« het kenmerkend verschijnsel
is, dat bij dit christendom het meest in
't oog valt en het eerst de aandacht trekt,
wil mijn ouderwetschheid nog niet weten.
En ik durf zeggen, dat ik hiermee sta aan
de zijde van de overgroote meerderheid van
ons calvinistisch volk.
Ik vermoed dan ook, dat het met die
>joligheid« een »lapsus« is.
Jammer maar, dat de vijand met zulke
stokken gevoelig slaan kan.
'k Denk zoo, dat er bedoeld wordt een
blij en vroolijk christendom en dan is dit
volkomen in overeenstemming met de apos
tolische vermaning Verblijdt u te allen tijde.
Zulk een »blijde« vergeet echter niet, wat
er onmiddelijk op volgtBidt zonder op
houden.
In blijde stemming kan men biddenin
een »jolige bui* niet.
Nu is geen christen volmaakt, gelijk Jezus
het was bij zijn omwandeliug op aarde. Bij
Hem \olkomen harmonie tusschen ernst en
schets tusschen vreugde en droefheid, tus
schen medelijden en toorn.
Maar zijn discipelen zijn altijd eenzijdig
Den een worden de banden zijns toorns
losgemaakt, zoodra maar iets onaangenaams
hem treftde ander zinkt weg, in den modder
der moedeloosheid, als in geestelijk of
stoffelijk opzicht maar even de wind buiten
zijn ziel blaast
Hier loopt er een rond met door straffen
ernst verkalkte trekken, die zich niet meer
in een lachplooi kunnen zetten daar balan
ceert er een met zijn christendom op
't uiterste walletje van. het cynisme, dat
zelfs weerspiegelt op zijn gelaatginds dar
telt er een door de vlakke velden der vrije
vreugde, wien de lach het aangezicht doet
glanzen, als met olie overgoten 1
Het juiste evenwicht wordt door niemand
gehouden en slechts weinigen is het gegeyen
er zóó dicht bij te kotnen, dat ze ook in
dit opzicht duidelijk het beeld vertooneu
van hun Heer en Heiland.
Nu zijn de ^kinderen des Koninkrijks«
óók ^kinderen huus tijds*.
De vromen vóór de Hervorming, waren
anders dan hun geestelijke verwanten na de
Reformatie Een ander geslacht was het,
dat bij Jan Arends ter hagepreek kwam,
dan dat een 150 jaren vroeger de geestelijke
onderrichting van pater Brugman begeerde
al werd de wortel der zaak* bij
beiden gevonden.
En de stoere zonen van Dordt waren
weer anders dan hun geestelijk nakroost uit
de 18e en de 19e eeuw!
't Was waarlijk geen wonder, dat in de
vorige eeuw ons ontwakend christenvolk wat
schuw was voor het joligt en de vroolijkheid
van de kinderen der wereld.
De gang der historie had er hem toe
gebracht, om in den regel aan het wereldsch
vreugdebedrijf geen deel te nemen.
Gansch anders in dit opzicht, de negen
tiende dan de zestiende eeuw.
Prins Maurits met zijn hof bezocht vast
de Haagsche kermis en had er schik in 't
gewoel bij de kramen, in de vreugd der
buitenlieden, stond met groot plezier te kijken
naar de volksspelen.
Dat een predikant de herberg binnen
stapte en er zijn kroes bier dronk, was in
de zestiende eeuw iets heel gewoons. Ons
gereformeerd volk in die dagen was er bij,
als de papegaai geschoten moest worden,
als men zou kegelen, kolven en kaatsen.
Maar 't waren toen gansch andere tijden.
Het 2>consistorie<n gaf in vele"plaatsen den
toon aan en al moest het zich soms kras
weren en roeren tegen misbruiken in 't
vreugdebedrijf der menigte, het gaf toch
nooit den raad, om zich zóó uit het gezellige,
maatschappelijke leven terug te trekken, als
de vromen in de 19e eeuw dit in de praktijk
hebben gedaan.
Zij moesten wel.
Voor zichzelf en hun kinderen.
Het rad was geheel gewenteld. Met hen
werd niet gerekend als curiositeiten werden
ze bepraat. Die lieden zagen overal zonde in.
Dan tegen 't derde, dan tegen 't vierde,
straks tegen 't eerste gebod. Zij hadden
bezwaar tegen de liedjes, die men zingen
zou tegen den Zondag, dien men gebruiken
wildetegen het »bal*, waarmee men
eindigen zou neen, die lieden waren de
dood voor alle vroolijkheid.
En die lieden begrepen zelf ook, dat ze
bij dat wereldsch genot niet thuis waren.
Zoo kwamen ze te staan in den reuk van
stijfheid, preutschheid en kniesoorigheid.
Sommigen gaven deze gedachte voedsel,
door den blik hunner oogen, den plooi
huns gelaat, den tred hunner voeten.
Omdat wij niet meededen aan dans en
tooneel, aan kermis en bal, werden we in
getrouwen gemoede als vreugdelooze stap
pentellers uitgekreten.
Potsierlijk was het en is het soms, de
verwondering, de verbazing te aanschouwen,
als zulke menschen bij ongeluk in onze
kringen komen. Als ze dan hooren, hoe we
gezonden humor waardeereD, een grap
mogen, hoe 't in onze woningen soms een
volièren is, vol van allerlei gezang, hoe wij
onze feesten inrichten en onze maaltijden
houden dan kunnen ze 't zoo naïef
laten merken, dat ze zich van het huiselijk
en maatschappelijk leven der »tijnen* zulk
een gansch verkeerde voorstelling hebben
gevormd.
Maar laten wij nu onzerzijds wat voor
zichtig zijn.
Er zijn op t gebied der »wereldsche
verheugingen* heel wat middelmatige
zaken*, waar we eikander weieens voor
mogen waarschuwen. -
Daar hebt ge nu de sociëteit.
Op zichzelf alleszins geoorloofd! Wat
voor kwaad steekt erin, als vrienden of
kennissen gezamenlijk een gelegenheid stich
ten, waar ze eikander kunnen spreken en
gezellig samen zijn?
t Wordt wel wat te weinig gedaan
onder ons 1
Dat maakt ons soms eenzijdig en stroef.
Maar toch de »soos« heeft onder