Zaterdag 4 April 1008,
23ste Jaargang N°. 1334.
Pi.
0
rsdsm^
i
1
v@®i' de Znidliollaiidsclie en Keeuwsclie Eilanden.
EERSTE BLAD.
m
A ntirevo lil tionair
Orgaan
HAAG,
IN HOC SIGNO VINCES
T. BOEKHOVEN,
sr huizen,
IINDER-
enz. aan.
pj in staat
Dotste con-
worden,
|laten, daar
de laatst
de groote
len, liever
tegen een
ïzichtigen,
voorraad
tuit verze-
,e GOED-
op binnen- en
if f 25,—.
en Landerijen
iken
land
lijke
itigd
aven
rate
re-
ar den nit-
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
SOMMJËLSDIJK.
Advertentiën 10 Cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal.
Dieustaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
Alle stakkers voor «Ie liedaelie besteaal, Aflverteistiëia e« verdere %<Isninistratle franco toe te zenden aan den Uitgever.
Hoogere Burgerschool,
ii.
In ons eerste artikel noemden we
allerlei betrekkingen op, waarnaar
iemand solliciteeren kan, als hij met
goed gevolg drie jaren op een H. B. S.
geweest is. We toonden aan, dat hij
dan met eenige flinke zelfstudie of
door 'tgoed bijhouden en repeteeren
der leerstof na zijn 15e of 16e jaar
examen kan doen of dat reeds op de
H. B S. de degelijke fundamenten ge
legd zijn om weer op andere scholen
verder te komen en na die gepasseerd
te zijn andermaal examen te doen.
Maar we zijn er nog niet,
Is iemand twee ot drie jaar op een
H. B. S. geweest, dan kan hij
Examen doen tot toelating cp de
Kweekschool voor Zeevaart te Am
sterdam.
Examen doen voor de Zeevaart
scholen te Rotterdam, Amsterdam,
Groningen, Delfzijl, Beider, Vlissin-
gen en Terschelling (1417 jaar)
Examen doen voor de Rijksland-
bouwschool te Wageningen. (16 j.)
Examen doen voor de Rijksland-
bouwwinterscholen te Leeuwarden,
Groningen, Goes, Sittard, Dordt,
Examen doen voor de Rijkstuin-
bouwwinterscholen te Naaldwijk,
Aalsmeer, Boskoop en Tiel.
Examen doen voor Rijks leerling
telefoniste (voor vrouw, cand. 16 j
Een 30-tal betrekkingen staan dus
open of wilt ge: de ontwikkeling kan
op allerlei wijze verrijkt worden door
gebruik te maken van een H B, B.
en er twee of drie jaar flink te stu-
deeren.
Maar er zijn H. B. S. waar men 5
jaar achtereen studeeren kan, of zoo
als men dat noemt: er zijn H. B S,
met 3-jarigen en met 5-jarigen cursus
'tls natuurlijk, dat wie 5 jaar op
zoo'n school blijft, ook weer tot andere
en hoogere betrekkingen kan geroepen
worden dan wie maar drie jaar er op is.
We zullen daarom" ook eens nagaan,
wat iemand worden kan die 5 jaar
op school is geweest.
Hij kan het Staats examen doen
om te komen aan de Universiteit,
voor Arts, Officier van Gezondheid en
Tandmeester.
Rij kan na 't afleggen van een
examen voor Latijn en Grieksch (dat
op een H. B. S. niet geleerd wordt)
komen aan de l iniversiteit en daar
worden doktor in de Godgeleerdheid,
doktor in de Geneeskunde, doktor in
de Rechtsgeleerdheid, doktor in de
Wis- en Natuurkunde, doktor in de
Letteren en Wijsbegeerteof kan hij
op dien hoogsten sport niet komen,
dan toch examen doen voor predikant,
rechter, advocaat, griffier, hoogere
beambte aan de Departementen,
leeraar aan een gymnasium of H. B.
School enz enz.
Hij kan komen op de Polytech
nische School te Delft om daar nog
5 jaar te leeren voor civiel-ingenieur,
bouwkundig-, werktuigkundig-,
scheepsbouwkundig-, electrotech-
riisch-, scheikundig- en mijn-inge
nieur.
Hij kan komen op de Rijks-Hoogere
land-, tuin- en boschhouwscbool te
Wageningen en daar studeeren voor
allerlei betrekkingen bij 't Landbouw-
wezen of hier of in Indië.
Hij kan komen op de Rijksveeartse
nijschool te Utrecht,
Ook op het Koninklijk Instituut voor
de Marine te Willemsoord als adel
borst 2de klasse ter opleiding tot
zeeofficier
Hij kan komen op 't Wachtschip
te 'Amsterdam, als adspirant-admini
strateur bij de Marine, ter opleiding
tot officier van Administratie bij de
Marine.
Kan worden Candidaat-Indisch
ambtenaar.
Idem Candidaat-Notaris.
Kan komen op de School voor
Suikerindustrie.
Kan worden adspirant-adjunct-com-
mies bij de Staatsspoorwegen.
Kan worden Schrijver en Inspecteur
van politie.
Idem klerk bij de Twentsche Bank.
Idem klerk bij 't Dep. van Marine
en 't Hoofdbestuur der Posterijen te
's Hage. (Wordt vervolgd.
ingezonden.
Altijd lees ik met genoegen uwe
epistels in onze »Maas.« Heusch niet
enkel omdat ik »van uw familie» hen.
Wel is dat voor mij streelend. Ik ben
er trotsch op dat gij mijn neef zijt.
Doch dat zit 'em daarin dat gij zoo
nuchter en waarschuwend weet te
zeggen, wat wij noodig hebben te
weten en dan ook verwachten van
iemand die op den uitkijk staat.
Nu vind ik dat ge jl. Zaterdag bijna
uzelven hebt overtrofien. Toen ik uw
beschouwing over het heldentijdperk
las, dacht ik bij mij zeiven »te deksel,
die is raak
Ja, je hebt er verscheidene geraakt.
Zeker niet het minst, heeren openbare
onderwijzers die goedschiks met zoo'n
stuk historie geen raad weten. Vooral
niet als zij onder hun neutraal schooljasje
een haat dragen vol socialistische
propagandalust.
Maar »geraakt« heb je ook de
menschen die altijd nog zitten te azen
op papenjacbt.
En »geraakt« heb je een groot deel
vandie menschen die, hoewel zij prat
gaan op den naam »cbristelijk« als
het er op aankomt precies eender
zijn als die Boeren in het Noorden,
die meer zorg droegen voor het gras
van hun koeien dan voor de bevrijding
van het Vaderland. Ja, ja! ik mag
het zoo wel Groen van Printeren zou
zeggen »Je moet de menschen niet
enkel zeggen daar staat geschreven
maar ookdaar is geschied.Want
kijk Neef, als die verschillende groepen
van onderscheiden karakter zoo eens
uit de historie worden voorgesteld,
dan zeg ik wel eens tegen de menschen
»Kijk nou goed waar je uw beeld in
vindt, want «door de Wet is de kennis
der zonde« maar door de historie is
de kennis van het karakter.» Er
gaat van de historie zoo'n ernstige
waarschuwing uit. Vooral voor lief
hebbers van de z g. revolutiebouworde.
Ik bedoel menschen die niet wachten
kunnen dat er voor hun huis een
behoorlijk fondament gelegd wordt.
Zij moeten gauw, gauw in hun huis
kunnen wonen. En als zij dan ook
reeds lang achter hun ondergordijntjes
smakelijk hun kopje koffie, of (ook
niet zelden) hun borreltje zitten te
genieten, dan lachen ze om U die
nog niet eens je eerste bintlaag hebt
leggen.
Maar ga voort waarde Neef. Wie't
laatst lacht, die lacht het best. Straks
gaan de muren zakken, scheuren de
deuren klemmen, het boeltje gaat setten,
de gevel gaat overhellen, en
je lachende buurman kan zijn huis
verlaten als hij ten minste het dak
niet op zijn kersepit wil hebben.
Nu is, ik zeg niet de beurt aan U
om te lachen, wij moeten nooit om
het leed van een ander lachen, ook
al is hij er zeil de oorzaak van
maar toch is nu wel de beurt voor
je buurman om te huilen.
Daar staat hij nu »in de kou.«
Toch zijn die revolutiebouwers ge
vaarlijk voor menschen die op een
woning wachten.
't Is hun toch maar om een huis
te doen.
En of nu al het traditioneele en
Notarieele »hecht en sterk« er niet
bij past. Nu ja wat doet er dat toe,
als een mensch voorloopig maar onder
dak is. Het zal licht mijn tijd wel
uitduren.
Kijk Neef, daar heb je het nou.
Ja ja, het zal mijn tijd wel uitduren.
Als of men niets voor het volgend
geslacht heeft te doen. Wel neen,
»als ik maar onder dak ben.« Dat
heeft bovendien nog dit voordeel, dat
je op de koop toe nog van de breede
gemeente wordt geprezen om je ■prak
tische wijsheid en zakelijkheid.
Nu begrijp je toch zeker wel Neef,
wat ik met bovenstaande bedoel. Ik
heb het oog op die menschen, bij
wieri het beginsel er wel op maar niet
in zit. Zij bouwen op kerkelijk-, poli
tiek-, sociaal- en schoolgebied naar
de orde van revolutiebouw.
Zij vragen niet allereerst naar
»Beginse]en« maar allereerst en aller
meest naar «Belangen» en wel naar
hun eigen belangen, hoewel zij altijd
heel deelnemend tegen je zeggen Ik
zou zoo'n haast niet hebben maar
ziet U, Uw belangen staan er mee
op het spel. Geen wonder dat zulken
bijval verkrijgen voor hun bouworde
van menschen die in politieken of
socialen zin »op straat staan,» Nu
zijn zulke menschen lang niet altijd
onaandoenlijk voor do beginselen. Niet
zelden zijn het warme bepleiters er
van. Maar zij zijn soms wat heet
gebakerd, zie je.
En als zij dan te doen hebben met
een bouwer (in figuurlijken zin) die
maar blijft teekenen en rekenen over
het fondament en maar telkens met
het woord »secuur« of «voorzichtig»
in den mond loopt, kijk Neef, dan is
het volstrekt geen wonder, dat zulken
dan in vredesnaam maar naar een
revolutiebouwer loopen en zeggen
«Toe help jij mij maar want ik ben
het wachten zat
En toch waarde Neef moet je zulke
menschen dat afraden en naar de
historie verwijzen om ze te herinneren
(ik zeg herinneren want zij weten het
wel) wat er van al die revolutiebouw
komt. En als zij dan zeggen ja maar
ik kan niet meer wachten. Welnu raad
ze dan aan om met een andere onder
nemer te onderhandelen, maar toch
altijd iemand die het diploma «Bouw
kundige» heeft met de aanteekening
«Antirevolutionair.
Dat geeft dan wel weer eenig op
onthoud, maar het is toch beter wat
achteraan te komen dan een huis te
zetten dat je straks, of tenminste je
kinderen weer als een bouwval moet
ontvluchten.
Geeft als het nog noodig is dien
raad ook eens aan onzen trouwen
Vriend en Broeder Van der Waal
inzake zijn bouwplannen voor een
H. B. S. Het zou zoo vreeselijk
jammer zijn als deze vurige kampioen
voor onze beginselen zijn plannen
vasthield. Ik weet dat het moeielijk
is als je voor een zaak die je lief
werd wordt bemoeielijkt door Jan
Saliegeesten, maar dan moet niet het
beginsel, doch de Jan Saliegeest
losgelaten.
Ik voor mij houd heelemaal niet
van een H. B. S., althans voorloopig
op het Eiland.
Maar moet ze er komen, dan asje
blieft geen bedelaarsdeken.
Gegroet van uw Oom,
INKIJK.
OP DÜV UITHIJSi.
ijs per
irgang
lechts
5--
k an.
erd handelsmerk
i v. Ballegooij-
O. A. PootB.
van Eesteren.
W. Zaaijer
an Oostenferngge
UITGEYEIL:
Telefoon Intercotnm. So. 2.
Waarde Neef „Uitkijk"
Geheelonthouder ben ik niet.
Dat wil zeggen, ik heb me bij geen
enkele onthouders-vereeniging aangesloten
en zelfs heb ik in 't jaar 1907 tweemaal
'n glas wijn gedronken. Het eerste werd
me aangeboden op den avond, toen de
telegraaf ons den gunstigen uitslag bracht
van de Staten-verkiezingen in Zuid-Holland
en het tweede nam ik op reis, vlak voor
't eten, toen ik 't noodig vond de maag
een kleinen prikkel toe te dienen.
Overigens heb ik me als een goed ont
houder gedragen, schonk geen spiritualiën
en bedankte geregeld voor eiken alcoho-
lischen drank.
Deze persoonlijke mededeelingen gaan
vooraf, omdat ik ditmaal schrijven wil noch
vóór noch tégen de geheelonthouding.
Wèl wil ik schrijven tegen den drank.
Tegen den alcohol liever gezegd.
Kort geleden had ik een gesprek met
iemand, die van ambtswege toezicht houden
moet op een richtige naleving van de
Drankwet.
Juist kwam hij terug van een inspectie
in een streek van ons land, die ik wel
nader teekenen, maar niet noemen wil.
Stel u een schrale landstreek voor, met
weinige gebaande wegen, zoodat de bevol
king er goeddeels geïsoleerd woont, 't Zijn
er heel kleine plattelandsstadjes, dorpjes
en verspreide gehuchten.
De bevolking leeft oorspronkelijk van den
landbouw, die er nog vrij primitief wordt
uitgeoefend, terwijl in de laatste jaren ook de
industrie, in de stedekens haar intrede deed.
In die landstreek heerscht oppermachtig
de borrel.
Wij, die de drink gewoonten van ons
afgeschud hebben, kunnen moeilijk bevroe
den, wat dit zeggen wil.
Schier hoofd voor hoofd heeft de borrel
er de bevolking geteekend. De mannen
drinken 'm zonder suiker de vrouwen mét
suiker en de jongelieden lusten 'm in
beiderlei vorm.
Schoolkinderen drinken er even regel -
matig hun borrel, als ze elders hun beker
melk krijgen Je mag 'm den kinders toch
niet onthouden, meenen iu gemoede vele
ouders. Op z'n tijd komt hun een versna
pering toe.
De borrel wordt te hulp geroepen, om de
gezelligheid te verhoogen van het samenzijn
en levendigheid bij te zetten aan hei gesprek.
De borrel stilt de smart, bij geleden
verlies en verhoogt de vreugde van een
feestdag. De borrel verzoet den moeilijken
arbeid door de week en verdubbelt het
genot van den rustdag.
Met een borrel wordt de jonggeborene
welkom geheeten in het leven en 11a een
borrel wordt de gestorvene uilgedragen ter
laatste rustplaats
Met een borrel drukt de jonge man zijn
vrouw het welkom toe in de echtelijke
woning en als ze vijftig jaren lief en leed
hebben gedeeld, worden bij een borrel de
halve-eeuwsch herinneringen opgehaald.
De borrel bevestigt den koop en verzoent
den twist.
De borrel is de belooning van bewezen
vriendschapsdienst en met een borrel wordt
de langdurige vijandelijke gezindheid weg
gedronken.
Zonder borrel kan de man niet werken
en de vrouw niet huishouden kan de boer
geen eieren markten en de boerin geen
visite houden.
Gelijk de Arabier den vreemdeling ver
welkomt met brood en zoutde Indiaan
hem de vredespijp toerijkt en in ontborrelde
streken van ons vaderland de huisvrouw
de onmisbare »kom koffie* te trekken zet,
zoo wordt u hier de borrel gepresenteerd.
En wie weigert, wordt als 'n exemplaar
van een onbekende menschensoort met
onverholen verbazing aangestaard.
Zoo is het daar in die landstreek en ze
is geen unicum.
Al z'ijn er ook vele andere oorden,
waarvan betere dingen kunnen worden ge
tuigd. Waar de borrel nog wel bestaat,
maar niet regeert.
Mijn zegsman sprak dan ook van een
ver-alkoholiseerde bevolking
Het was er te zien aan de mannen en
aan de vrouwen en aan de kinderen, dat
de gevolgen van het drinken, sinds vele
geslachten her, een treurigen invloed uit
oefenden op hun lichaamsgestel en hun
zieleleven.
't Zedelijk peil was er laaggedwongen
huwelijk regelvechtpartijen zijn er aan de
orde van den dag en van den nacht
achterlijk in beschaving, in ontwikkeling,
in bedrijf en handvaardigheid onwetend in
geestelijke zaken, leeft er de bevolking
voort, al borrelend.
En dit trof me ook, dat sinds eenigen
tijd de sociaal-democratie er werkt en er
den strijd aanbond, zoowel tegen het ka
pitaal als tegen den alkohol.
Deze dingen mogen ons niet koud laten.
Ze stellen nog een andere vraag aan de
orde, dan de splinterige kwestie, of de
christen er goed aan doet, wanneer hij een
matig glaasje drinkt.
Ik zou zeggen tot den broeder, die het
wél doetGa gij dan uw gang en wees
ten dezen in uw consciëntie ten volle ver
zekerd laat ik me in de praktijk ont
houden maar laten we toch de
handen ineenslaan en, ziende het gevaar
het nationale gevaar, dat er gelegen is in
de heerschappij van den borrel, laten we
peinzen op maatregelen, om dezen vijand
te wederstaau en als we ze vonden, laten
we ze ook in toepassing brengen.
Er is vooruitgang, dat erken ik dankbaar.
En daar bedoel ik nu niet mee, dat er
af en toe een »onthouder« bijkomt. Want
als er één onthouder wordt en tien anderen
drinken een borrel méér, dan zijn we als
volk toch achteruit gegaan
Maar ik bedoel er dit mee.
Er is een tijd geweest, dat het in vele
onzer christelijke kringen gewoonte, adat
was, bij feestelijke of buitengewone gele
genheden een »glaasje« te schenken, Ik
heb als jongen mijn vader en moeder wel
met elkaar hooren overleggen »Ja, we
hebben er eigenlijk het land aan, iraarwe
móéten het Wel doen je moet toch voor
dc menschen je fatsoen houden
Als vader jarig was of met Nieuwjaar,
dan móést er 'u flesch wijn zijn. Je kon
die noodig hebben.
En nu pleit ik al weer niet voor of tegen
den wijn, maar dat raakt uit.
Je kunt in onze kringen tegenwoordig
óók je fatsoen ophouder, zónder de flesch
wijn, wat ik een groote vooruitgang acht.
Alleen hier en daar op 't platteland heerscht
de oude zede nog en daarin prijs ik die
plattelanders niet. Doch wat vroeger regel
was, dat een »glaasje« tot den goeden toon
behooide, wordt gelukkig steeds meer uit
zondering
Och, men kende vroeger het kwaad zoo
niet, dat de »borrel« sticht
,<r\