EERSTE BLAD.
Zaterdag ^8 December 1907
22ste Jaargang IV 1306
ÜL
Antirevolutionair
Orgaan
h
T,
IN HOC SIGNO VINCES
voor de XiiidhollandNclie en Kfenuiehe Skilanden.
Nieuwjaarwensshen
I
rkt.
Sr
riten.
te-ver-
!RIJ
3 AM
JEN.
met etui
pticien.
RDAM.
mrzen;
hypotheken
1. Effecten
conditiën
ijgbaar zijn.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nnnimcrs 5 Cent.
UITGEYElt
T. BOEKHOVEN.
SO MM ELS DIJK.
Telefoon Intercom». So. 2.
Adrertentiën 10 cent per regel en 3/j maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 6 Cent per regel en 4/s maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaat'..
Advertentiën worden ingewacht, tot Dinsdag- a t Vrijdagmorgen 10 uur.
,%lïe stukken voos* «ie jfêetlactie foesteiml, .t«ivea*ieutieiB en verdere ■fnlfiiinlstratie franco toe Se ^entieti aan «aegi Uiagever
In het nummer van dit blad, hetwelk
in den morgen van I JANUARI a.s.
verschijnt, zullen, evenals vorige jaren,
gebracht aan Familie, Vrienden en
Begunstigers, opgenomen worden,
tegen den geringen prijs van slechts
25 cents, indien de advertentie 5 of
minder regels bedraagt. Elke regel
meer 5 cents.
Baar van deze wijze om elkaar
geluk te wenschen, steeds meer wordt
gebruik gemaakt, omdat het 't om
slachtige verzenden van naamkaartjes
kan vervangen, zal het ons aange
naam zijn, reeds nu do advertentiën
daarvoor te ontvangen teneinde voor
een goede plaatsing te kunnen zorg
dragen.
De Uitgever.
Oudejaarsavond.
Wij hebben gezondigd.
Ps. 1066a.
Wie is hij, die deze verzuchting
slaakt? Was 't Daniël, Ezra oi Ne-
hernia? 't Doet er weinig top, want
al is het zeer waarschijnlijk, dat de
106de psalm gedicht is na den terug
keer uit de Babylonische gevangen
schap, toen stad en tempel werden
herbouwd, de inhoud en haar alge-
meene strekking geldt ook voor ons
en onzen tijd. Immers die inhoud f§
een schuldbelijdenis; daarna een bede,
ten slotte een lofzang. En waar we
aan de uitvaart van he' jaar staan
en bij de geboorte van een nieuwen
tijdkring geldt ook ons allenWij
hebben gezondigd
Wij, zegt de dichter en hij was
een kind des Verhondseen zoon
van 'tonde Bondsvolk, voor hetwelk
de Engelen in Efrata het welbehagen
in menschen hadden verkondigd en
de groote blijdschap, die behalve hen.
ook aan allen volke wezen zou.
Maar zijn wij ook geen kinderen
des Verbonds? Zijn we dan niet ge
doopt En heeft de trouwe God der
enade ons daarbij niet beteekend en
verzegeld, dat Hij zóó waarlijk onze
zonden vergeven wil, als we waar
achtiglijk met het water besprenkeld
worden.
Wij, zegt de d'chter-Israeliet, wij,
bondelingen, hebben gezondigd,
Wij, zegt de geloovige, wij, kinde
ren, jongelingen, maagden, mannen,
vrouwen, wij hebben allen gezondigd
door 't Verbond te schenden dagelijks,
in gedachten, woorden en werken.
Ontroerende belijdenis! Wij
wij wij met wien de
barmhartige God reeds bemoeienissen
hield van onze prilste jeugd af; die
uit geloovige ouders geboren zijn
christelijk zijn opgevoed; op wie de
dure verplichting rust (overmits in
elk Verbond twee deelen, twee per
sonen begrepen zijn) onzen Verborids-
God te eeren, lief te hebben en Hem
"in teederheid van consciëntie te die
nen.
Wij wij wij hebben
tegen onzen Schepper gezondigd
meer nogtegen onzen Verbondsgod,
Wiens heiligheid ontroert als er één
onheilige gedach'e in het hart zijner
bondelingen opkomt.
..'irr
Wijbondelingen met zooveel on-
heïligheden en dagelijksche overtre
dingen, wij hebben gezondigd in ons
persoonlijk en huiselijk leven
Maar is dit jaar] voor ons Staat
kundig en gemeentelijk leven niet
geweest een wijding aan God
Was er geen stroom van Christelijk
leven bij de stembus? Ging er ook
door onze dorpen niet een geroep om
afschudding van de publieke zonden.
Was er niet een heilige toeleg om
tot eere Gods en heil der gemeenten
te breken met een officieel kwaad
Was er ook op ons Eiland niet een
geruisch van dien lieflijken Naam
Jadie ritseling van Christelijk
leven was zichtbaar, hoorbaar, merk
baar.
En toch wij hebben gezondigd
ook in die zoo goede werken.
Met belijdenis van zonde en schuld
gaan we het oude jaar uitmet die-
zeltde belijdenis treden we het nieuwe
jaar in, zoo Hij ons het leven spaart.
Wij welgelukzalige zelfkennis.
De dichter zei het, verlicht als zijn
eerst duister hart werd door den
Heiligen Geest. De tollenaarsklacht
van het' »wees mij genadiglag in
die belijdenis opgesloten.
Wij hebben gezondigd, och wees
ons genadig en verlos ons van allo
kwaad in en rondom ons.
Die zelfkennis is voor ons allen
noodzakelijk. Zeer zeker werpt ze een
donkere schaduw op onze oudejaars
avond-herinneringen, maar naast haar
schittert licht, 't Is het licht van Gods
ontferming en genade. En hoe schit
terender licht, des te donkerder de
schaduw.
En mogen we daarvan" een diepen
indruk ervaren in de laatste uren van
dit jaar, dan, hoe vele droeve ge
dachten ons ook weer voorkomen
hoe de consciëntie ook klopt en de
Satan het hart doet krimpen, dan
zijn we stil, berusten in het welbe
hagen Gods, dat Hij met ons oefende
of oi fenen zal en dan hooren we in
den laatsten klokslag van het mid
dernachtelijk uur het antwoord op
het Wij hebben gezondigd« als een
»Mijnc genade is u genoeg.®
Weer een Minister gevallen!
Terwijl we dit schrijven is ons
alleen nog bekend, dat de Minister
van Oorlog gevallen is. Zijn begroo
ting is verworpen en het vertrouwen
hem opgezegd. Wat de gevolgen
zullen zijn is ons nog onbekend,
maar we vermoeden, dat een zaken-
Kabinet zal optreden Hoe dit zij, dat
eerst Minister Staal en nu weer Mi
nister Van Rappard valt, beiden
Ministers van Oorlog, bewijst, dat we
in de militaire aangelegenheden niet
op den goeden weg zijn.
Klacht op klacht wordt gehoord.
Eerst de kwestie van het blijvend
gedeelte; toen aan 'tlicht kwam, dat
het met de dekking van de mobili
satie niet gunstig er bij stonddat
er geen troepen genoeg in de groote
steden lagen om onrust en rebellie
te voorkomen dat de kustverdediging
zwak en de pantserforten onbemand
waren.
Die storm ging voorbij. De Minister
beloofde de Kamer haar volkomen
inzicht te geven in den toestand en
voorzichtig te zijn.
Toen kwam de nieuwe begrooting
in het voorjaar als gevolg van 't af
treden van Minister Staal. Bezuiniging,
die beloofd was, ging te loor door
nieuwe uitgaven.
Hoogere bevelvoering kwam aan
de orde de vredestoestand zou zulke
commandanten in 't leven roepen als
in oorlogstoestand noodzakelijk was.
Ook hieromtrent heerschte wantrou
wen en tevredenheid met de nieuw
te scheppen luncties of betrekkingen
was niet algemeen.
Daarna de stelling Amsterdam het
fonds van acht miliioen, dat de Mi
nister zoo graag aangenomen zag,
werd verworpen en de twijfelachtig
heid aan de waarde der vestingen
werd krasser dan ooit in de Kamer
bepleit.
Daarna de nieuwe begrooting voor
1908. Twijfelachtigheid en onvastheid
hijgden Minister tegenover aandrang
der Kamer om nu toch eens van de
Groene Tafel te hooren een vaste
lijntrekking, een cordaat uitspreken
van den wil en de eischen der Re
geering.
Onbestendigheid bij den Minister
en een prikkelen der Kamer tot
kleurbekenning, die uitbleef.
Een goedwilligheid bij den Minister,
die de grenzen van voorzichtigheid
en gezagskracht overschreed.
SlotDe Kamer vertrouwde het be
leid van den heer Rappard niet. Hij was
niet de man om het vertrouwen in
het leger te versterken niet de man,
om het wantrouwen en den wrevel,
die in de corpsen zelf heerscht weg
te nemen.
Daarom is hij gevallen en wat
zullen de gevolgen zijn
Aftreding van dit geheele Kabinet
't Is te hopen. (Zie Binnenland
O Is 11 IT 14IJ 14.
Daar keken de liberale heeren van op,
verleden week.
Velen hunner wreven zich de oogen uit
en weigerden het te gelooven De heer
mr, Lohman, de oude kampvechter voor
de »vrije schools, die een lans brak voor
de chiistianiseeriug der Openbare School,
waarop hij het gebed en de bijbelsche
geschiedenis wil toelattn, als teDmmste de
ouders er niet tegen hebben.
Zelfs in de grootste liberale dagbladen
stonden zinnen en artikelen van hoe-heb-
ik-het-nou Is 't nu einst of kortswijl
Eén redac eur, een snuggere in zijn ge
slacht, herinnerde er zich iets van, dat op
de een of andere Friesch-Christelijk-Histo
rische vergadering, dit jaar gehouden, het
zelfde onderwerp behandeld is en hij wierp
op goed geluk af, de meeniug in 't veld,
dat de heer Lohman, vanwege het daar
besprokene, es een balletje wou opgooien
in de Kamer.
Wat zijn me die heeren en die persor
ganen toch slecht op de hoogte
Als ergens een nieuw soort voetbal
schoenen in zwang komt of een tooneel-
artiest een nieuwe »creatie« laat zien van
een bekenden treurspel-held, dan zijn ze
met alle fïmessies goed op de hoogte.
Maar dat de heer mr. Lohman niet nu
pas, maar al sinds jaren propaganda tracht
te maken voor de gedachte, om naast de
avrije school* een min of meer christelijke
school mogelijk te maken neen,
daar hebben deze pers-heeren nog nooit
van gehoord.
't Is krimineel, zoo weinig notitie als ze
nemen van wat in onze kringen voorvalt,
üch, deuken ze, die sfijnen* lezen onze
kranten tóch welze zijn niet erg aan
trekkelijk op dat punt
Ik voor mij, 'k had het van te voren
wel op een briefje willen geven, dal mr.
Lohman op deze wijze spreken zou.
Hij bedoelt het uitnemend, maar eer loopt
de Zuiderzee droog, dan dat ik voor mij
me in het water- en melk-chr stendom, 'n
emmer water met 'n scheutje melk, van
zulk een openbare school zou kunnen
vinden.
Hoe goed mr. Lohman 't ook bedoelt,
dat moet desniettemin maar duidelijk wor
den uitgesproken.
Zijn bedoeling is den grijzen Staatsman
volkomen waardig.
Hoe het getal der christelijke scholen
zich ook uitbreidt, zoodat htt straks de
iooo zal hebben bereikt, nog altijd bezoekt
het grootste aantal onzer volkskinderen de
openbare school.
Die school moet natuurlijk »neutraal«
zijn.
Maar moet die neutraliteit zoo worden
opgevat, dat ook als alle ouders het goed
vinden, gebed en bijbelsche geschiedenis
geweerd moeten worden Neen, zegt mr.
Lohman, en langs dien weg hoopt hij ook
voor vele duizenden kinderen, die op de
openbare school zijn en blijven, christelijk
onderwijs verkregen te hebben.
Wat nu dit laatste betreft, ben ik het
geheel eens met den heer Schokking, die
flink en krachtig zei: 3>Wie zich nu in
beeldt, dat hij langs dézen weg werkelijk
christelijk onderwijs verkrijgt, vergist zich
geheel.*
Daar had het Harlinger Kamerlid vol
maakt gelijk aan.
Zie ik kan begrijpen het (oude) stand
punt van Groen van Prinsterer de facul
tatieve splitsing, nl. aparte overheids-
scholen voor roomschen, geloovige prote
stanten en ^neutralen*.
Ik kan ook begrijpen het standpunt der
Friesch-Chr. Historischen, dat n.l. bedoelt
de overheidsschool te maken tot een con-
fessioneele s'aatsschool, zoodat zij, die
't met de Confessie niet eens zijn, maar
in bijzondere scholen hun heil moeten zoeken.
Maar ik kan niet begrijpen de mengiugs-
theorie van mr. Lohman, die met een
scheutje christelijke melk den ganschen
waterplas van de neutrale staatsschool tot
melk meent te kunnen maken.
Gesteld eens, waar voorloopig nog niet
veel kans op is, dat dit idee in 's Lands wet
geving werd overgebracht en mr. Lohman
had nog wat tijd van leven hoe zou
hij wreed ontnuchterd worden
Laat ieder er wel op letten, welk stand
puDt onze Goesche afgevaardigde inneemt.
Hij zegt niet: De Overheid mag geen »neu-
traak onderwijs gevendat is in strijd met
haar goddelijke roeping.
Zóó zeggen 't de friesch Chr. Historischen
Maar zoo bedoelt hij niet. Ja hij geeft toe,
al zijn er in een gemeente maar 'n paar
huisvaders, die tegen dat gebed en die bij
belles opkomen, dan moeten ze weer weg.
Hij rekent het dus de Overheid in 't minst
niet als zonde toe, wanneer ze »néutraak
onderwijs geefthij erkent, dat ze in de
meeste gevallen het zelfs moet doen.
De drijvende kracht voor het nieuwe idi e
zit dan ook niet in het ambt of de roeping
der Overheid; maar in het welzijn der kin
deren 't Is de oude historie van het halve
ei en den ledigen dop. Ze krijgen dan toch
wat, dunkt mr. Lohman en dat is in elk
geval beter dan niets.
En dat juist geloof ik niet.
Niets kan soms nuttiger z<in dan iets
f.aat ik een voorbeeld noemen.
'k Heb gekend een oud hoofd eener
openbare school, die z'n leven lang uit den
Bijbel verleid had en 't bleef doen. De
ouders der kinderen waren daarmee in hun
schik en 't gewone praatje, waarmee ze hun
consciëntie stopten, was het welbekende:
O, bij ons is geen christelijke school ncodig
wij hebben feitelijk al een school met den
Bijbel.
Ja, de Bijbel was op die school.
Maar als de meester een of ander bijbelsch
wonderverhaal had medegedeeld, dan was er
voor de kinderen ook al het bovennatuurlijke
af. Dat Christus' aangezicht glinsterde op
den Berg, was de weerschijn van jde zon
tegen de sneeuw van Thabor dat detmuren
van Jeruzalem vielen, was 't gevolg van een
aardbeving, die toevallig juist de streek
teisterde enzoovoorts.
Sommige ouders -hadden dien meester
wel in de gaten, maar de meesten, héél
eenvoudige lieden, waren tevreden op school
werd dan immers toch uit den Bijbel verteld,
zelfs werd eeu psalm gezongen en een gebed
gedaan
Wie zal op dat bijbelsch ondei wijs toe
zicht houden Mannen, die er zelfs niets
van gelooven? Dat zou er iu vele gevallen
van komen.
En wat voor meesters moeten dat niet
zijn
Daar is er een die bidt en uit den Bijbel
vertelt.
Maar daar krijgt hij een joden familie in
de gemeente en om dit, naar de Wet, geen
ergernis te geven, laat hij voortaan uit zijn
gebed de woorden om »Jezus' wil« weg en
verhaalt alleen uit het Oude Testament.
Nog wat later krijgt hij den heer Ketelaar
in zijn gemeente, wiens kinders hij op school
krijgt en om hunnentwil moet hij èn gebed
è:i bijbelbespreking achterwege laten
Maar de heer Ketelaar wordt benoemd
tot districts* de ouders zijn wesr een
stemmig en gebed en bijbelles worden in
cere hersteld.
Daar is me nu toch de Schrift te heilig
voor, om er zoo mee te laten sollen
Eu zegt nu de heer Lohman, dat de
Chr. school er toch geen schade van heeft,
dan zeg ikDat laat me tot op zekere
h fogte koud, maar dit weet ik, dat onze
volkskinderen, die gij helpen wilt, er de dupe
van worden.
Want menschen blijven nu eenmaal men
schen en als ze voor niets of voor een
kleinigheid, zonder inspanning een openbare
school naar hun behoefte krijgen kunnen,
dan gaan ze geen bizoudere oprichten.
En met de kindei en blijft het half werk
kwart werk.
Ze geven dan immers óók ^Christelijk
onderwijs.*
Neen, ik
eens zijn.
Laten we maar stillekens trachten ons
aantal scholen van rooo tot 2000 te brengen.
Dan wordt alles vanzelf gezond en hebben
we geen bijbelsch vlaggetje meer noodig,
om onze lading te dekken.
UITKIJK.
Tui Ei- esi £.antf!»ouw.
GEDROOGDE SPOELING.
Nu de winter of stalvoedering weer in vollen
gang is. nu mag de veehouder ook wel eens
iets lezen over de sto'', waarvan den naam
hierboven staat. Daarom meenden we wel te
doen, het onderstaande opstel uit te knippen
dat we dezer dagen in enkele vakbladen aan
troffen
»Wat »spoeling« is, is aan de veehouders
die in de buurt wonen van spiritusfabriek of
»stokerij« wel bekend; zij gebruiken het als
een zeer gewaardeerd veevoeder, waarmee het
vee al melkende wordt vetgemest.
Vele anderen, niet in die omgeving woneude
kennen de tspoeling» niet bij hun name. Tot
heden hadden zij er dan ook weinig mee te
maken in afgelegen plaatsen kon de spoeling
wegens hare vloeibaarheid en hooge tran
sportkosten, welke daardoor de verzending van
het artikel met zich bracht, minder voordeelig
worden gebruikt.
Dit is nu echter anders geworden, doordat
hei artikel thans ook gedroogd in den handel
wordt gebracht. De directie der Ned. gisten
spirutusfabriek te Delft heeft naar aanleiding
daarvan een brochure, voorzien van aardige
illustraties, het licht doen zien, waarin inte
ressante en voor den veehouder belangrijke
kan 't rr.et mr. Lohman niet
G
t