Woensdag 13 November 1907.
22slc J aargang N1293.
Orgaan
An tir evolution air
voor de ÜKuidhollaiiflsclae en Kjeenw^ehe Ei!anden9
IN HOC SIGN O VINCES
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
ifzonderlijke nummers 5 Cent.
T. BOEKHOVEN.
SOMifBEijSiHJH.
Telefoon Intercom», ün.
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en k/a maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Alle stukken voor «ie Sfedaefle besfemd, Advertentiën eis verdere Administratie franco toe fe xeniien aan den Uitg'ever.
In een ander
kleed.
wissel-
wie herinnert zich niet meer de
Crisis als gevolg van verwerping van
de begrooting van Oorlog een crisis;
een ontslag van Minister Staaleen
stilstand van de Regeering ad zeven
wekeneen nieuwe Minister Van
Rappard.
lie Kersle DiHlerlin^el
Lansll)«5iw Vcrzekering--
MaatscliappU.
Atjehdebat.
Verhoogde administr atiekosten.
em
UITGEVER
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beBlaai».
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
Wie herinnert zich niet meer de
befaamde nacht van Staal, toen de
Tweede Kamer wel wat van een Hon
gaarschen of Poolschen Landdag had.
Waarom verwierp, de Eerste Kamer
die begrooting? Èn om prineipieele
èn om technische redenen. De prin-
pipieele oorzaken waren deze, dat
Minister Staal door administratieve
maatregelen uitvoerde, wat hij alleen
langs den weg van een Wetsontwerp
had mogen bereiken.
We bedoelen dit: de Minister
stuurde het blijvend gedeelte naar
huis, op eigen houtje, zonder dat de
Tweede Kamer en dus ook de Eerste
hadden kunnen beoordeelen of dit
was in 's Lands belang. Wel heeft de
Tweede Kamer de begrooting toch
aangenomen, maar naderhand is ver
klaard dat, had men goed geweten,
hoe de steel in den vork zat, men
niet zou voorgestemd hebben. De
Tweede Kamer had zich, niet des
kundig als ze was, laten overtroeven,
overreden en zonder de draagwijdte
te doorzien van haar eigen votum,
haar eigen stem en beslissing, had
zij de gelden toegestaan en ingestemd
met de wegzending van het blijvend
gedeelte.
Maar toen kwam de Eerste Kamer
aan 't woord. En 27 leden verklaarden
er zich tegen, omdat ze van den Mi
nister eischten een volledig plan, een
volledige inzage van zijn plannen en
een volledige opgave van wat de mi
litie presteeren kon, als 't blijvend
gedeelte geheel was opgeheven Niet
maar bij stukjes en brokjes wilde men
van den Minister watweten en slechts
zoo weinig, als de Minister zeggen
wou; maar zwart op wit, met cijfers
en getallen er bij een wetsontwerp
in goeden vorm.
Doch behalve deze prineipieele zijde,
was er ook een praetische kant. Niet
allen lieten zich daarover uit. De heer
't Hooft zei»Laat ik terstond, ter
voorkoming van misverstand, hier
mogen verklaren, dat ik dat stelsel
hier niet bestrijd. Ik denk er niet
aan.« Nochtans, uit de debatten bleek,
dat de bezwaren vooral deze waren
de toestand van weerloosheid onzer
kustverdediging; de afbreuk aan de
slagvaardigheid onzer bereden wapens;
de onvoldoende zekerheid eener ge
regelde mobilisatie aan onze oostelijke
en zuidelijke grenzen 't ontbreken
eener voldoende macht ter voorkoming
of onderdrukking van binnenlandsche
rustverstoring
Wat is echter na deze praktische
bezwaren gezegd? Dat zij, de Eerste
Kamer, de begrooting zou aannemen,
indien de Minister wilde verklaren,
in afwachting van een suppletoire
begrooting en eredietaanvrage de
uitvoering van zijn plan voor 't blij
vend gedeelte te willen opschorten,
om de maatregelen te leeren kennen,
die hij nemen zou.
De Minister wou die suppletoire
begrooting niet geven het blijvend
gedeelte zou en moest zonder wets
ontwerp, naar huis en de Minister
viel met 27 stemmen.
Wat lawaai heeft de liberale Pers
van die verwerping gemaakt. Niet bij
de Prov. StatenverkiezingenToen'
werd er niet van gerept, omdat ze
wel inzag, hoe ze met haar actie
falen zou. Maar in de eerste dagen
na den val van Staal. En zie nu
dit Kabinet in een ander wisselkleed.
Minister Van Rappard komt met zwart
op wit de Kamer voorleggen, hoe hij
het en wat hij wil. Volkomen en vol
ledige inzage wordt gegeven en "dit
Kabinet, dat eerst toornde tegen de
Kamers over hare bejegening tegen
één zijner Ministers, werkt met alle
kracht en macht mee, om aan de
Kamers een duidelijk beeld te geven
van wat het eigenlijk met zijn af
schaffing van 't blijvend gedeelte be
oogt.
Heel de Crisis komt dan ook op 1t
hoofd van dit Kabinet terechten
volkomen is de Eerste Kamer in 't
gelijk gesteld door wat het Kabinet
in zijn nieuwen Minister aan de
Staten Generaal aanbiedt als Oorlogs-
begrooting.
In een ander wisselkleed treedt 't
Kabinet nu voor de Kamers. Met de
erkenningStaal heeft gedwaald en
wij met hemStaal is als een dolle
ij veraar voor een idee voortgehold
eri wij volgden hem.
Deze begrooting legt er getuigenis
van af, dat het Kabinet zijn fout heeft
ingezien en dat de handelingen van
de Eerste Kamer in het voorjaar de
toets der critiek kunnen doorstaan.
't Kabinet heeft in dezen thans zoo
verstandig, als 't eertijds roekeloos
heeft gehandeld en 't zij een spoorslag
voor alle Ministers om hun plannen
niet te vermommen, maar er altijd
fier en flink mee te komen voor de
vierschaar der natie. Dat is eiseh. Er
zij waarheid in de politiek.
De Staal-crisis walmt bij het heldere
licht dezer nieuwe begrooting in aller
droevigst schijnsel. En er blijkt zelfs
uit, dat Staal's plannen een zeer af
brekende critiek verdienen.
Dinsdag 5 dezer was door boven
genoemde Maatschappij, gevestigd te
Zwolle, in het Haagsch Koffiehuis te
Utrecht een vergadering belegd in
hoofdzaak voor de installatie van de
Provinciale Commissiën van advies.
De Voorzitter, de heer E Jacobs,
gedelegeerde van het Centraal-Bureau
uit het Nederlandsch Landb. Comité,
schetste in zijn openingswoord het
ontstaan dezer Maatschappij en wees
er op dat verschillende voormannen
op land- en tuinbouwgebied, zooals
o. a. de heeren A. G. Mulder, Hoofd
bestuurslid van de Groninger Landb-
Maatschappij, Jan Truijen, Voorzitter
van den Zuid-Nederlandsehen Zuivel
bond en van den Limburgschen Land-
bouwbond, J. J. van Weel, Lid van
het Nederlandsch Landbouw-Comité,
Ridder de van der Scbueren, Voor
zitter van den Nederlandschen Boeren
bond, S. J. Veenland, Bestuurslid van
de Vereeniging »het Paardenstam-
boeks, E Schrage, Lid van het Dagel.
Bestuur van het Nederlandsch Landb.-
Comité, zitting hebben genomen in
den Raad van Commissarissen, over
tuigd dat deze verzekeringsinstelling
werkelijk tot nut en voordeel van de
landbouwers in het leven is geroepen.
Gaarne heette hij daarom de aan- j
wezigen, uit alle oorden des lands naar
Utrecht overgekomen, welkom, erop
wijzende hoe de bij de Statuten der
Maatschappij voorgeschreven Commis
siën van Advies veel ten goede kunnen
verrichten. Het streven der Maat
schappij toch is, den landbouwers niet
alleen de gelegenheid te openen zich
persoonlijk tegen de geldelijke gevol
gen van een ongeval te verzekeren,
doch vooral om straks, wanneer de
Landbouw-Ongevallenwef mocht zijn
aangenomen en in het Staatsblad ver
schijnt, elkea landbouwer, hetzij per
soonlijk, hetzij door eene Landbouw
organisatie, Landbouwmaatschappij of
Boerenbond in staat te stellen zoodanig
zich van de wettelijke verplichtingen,
uit de wet voortvloeiende, te kwijten,
als geacht wordt het meest met zijn
belangen overeen te stemmen. De
Eerste Onderlinge Landbouw Verze
kering-Maatschappij wenscht niet te
staan en de Voorzitter stelt er
prijs op dit uitdrukkelijk te verklaren
tegenover eenige Landbouw ver
eeniging of Boerenbond integendeel,
zij wenscht de meest mogelijke samen
werking met deze organisaties en zij
is daartoe krachtens hare oprichting
en Statuten het meest geëigend om
aan de belangen dezer landbouwor
ganisaties te worden aangepast en
daarmede samen te gaan. Het doel
der Maatschappij is in hoofdzaak'
straks, bij de uitvoering van de Land-
boüw-Ongevallenwet, de door die wet
geboden gelegenheid tot het particulier
initiatief, in vollen omvang tot zijn
recht te doen komen. Ten einde
daartoe van de meest mogelijke sa
menwerking verzekerd te zijn, was
het goed gezien de Provinciale Com
missiën van Advies in het leven te
roepende leden dezer Commissiën,
mannen wier naam met eere wordt
genoemd, daar zij steeds op de bres
stonden waar het gold de belangen
van den landbouwer te dienen zij
zullen door hun waardevolle adviezen
in niet geringe mate er toe bijdragen
dat een goede en praetische regeling
der wettelijke verplichtingen voor den
landbouwer wordt gewaarborgd.
Bovendien de uitgebreide vertegen
woordiging op nagenoeg elke plaats,,
thans reeds tot 7 a 800-tal uitgebreid,
geeft de zoo onmisbare gelegenheid
om den landbouwers de noodige inlich
tingen omtrent nakoming der wette
lijke verplichtingen te verschaffen.
Nadat nog een beknopte doch dui
delijke uiteenzetting van het Ontwerp-
Landbouw Ongevallenwet door den
heer L. Boer was gegeven, ontspon
zich een geanimeerde bespreking om
trent de taak der Commissiën van
Advies en de verschillende stelsels 'van
verzekering, waarbij de Directeur der
Maatschappij de verlangde inlichtin
gen gaf en verschillende punten, voor
zoover zulks wenschelck scheen, nader
toelichtte.
Met een woord van dank voor de
belangstelling, door de aanwezigen
betoond, en met de beste wenschen
voor den bloei der Maatschappij, sluit
Voorzitter de vergadering in de hoop,
dat de aangename verstandhouding,
zooals in deze vergadering is gebleken,
ook voor het vervolg moge blijven
bestaan.
L illiputterig
Onder bovenstaand opschrift komt
in de Vrijzinnige Nieuwe Arnh. Ct, een
artikel voor, waarin de redactie het
volgende zegt en dat haar eert
»Toen we gisterenavond (Dins
dag) onder de telefonische be
richten uit de »Staatscourant«
lazen
»Is bevorderd tot commandeur
Orde Nederl Leeuw vul
den we dit in gedachte aan met
»dr. A Kuyper, oud-minister van
Binnenlandsche Zakena en we
vonden, eerlijk gesproken, dit een
niet al te schitterende hulde van
de zijde der Regeering gebracht
aan den grooten Zeventigjarige.
Het kwam ons voor, dat daar
nevens de benoeming tot Minister
van Staat niet had behooren ach
terwege te blijven.
Doch verder lezend, bleek dat
we voorbarig waren geweest. De
nieuwe commandeur was mi'. W.
H. de Beaufort, gewezen lid en
voorzitter van de ontbonden Staats
commissie voor Grondwetsherzie-
Na verder uiteengezet te hebben,
dat deze benoeming op zichzelf ook
niet onverdiend is, spreekt de redactie
er hare tel urstelling over uit, dat eene
dergelijke benoeming van Dr. Kuyper
niet in de Staatscourant te vinden
was en vervolgt dan
»De naam van dr. Kuyper
werd niet aangetroffen.
We doorliepen daarop het ver
slag van het huldigingsfeest, ver
wachtend daarin te zullen lezen,
hoe de Voorzitter van den Minis
terraad, of wel de Minister van
Binnenlandsche Zaken namens de
Regeering den hoogen jubilaris
hare gelukwensch aangeboden en
hem daarbij de toegedachte hooge
onderscheiding had ter hand ge
steld.
Doch ook dit zoeken bleef ijdel.
Geen vertegenwoordiger der Re-
geering verscheen geen konink
lijke onderscheiding werd aange
boden.
Dit nu betreuren wij.
Niet terwiile van den Jubilaris
zoozeer als In de voornaamste
plaats terwiile van het vrijzinnige
Kabinet.
Amicus Platoamicus Socrates,
sed mag is arnica Veritas.
Werpt men ons tegen, dat ook
andere feesten van gelijken aard
van regeeringszijde onopgemerkt
zijn gebleven, dan merken we op
dat deze tegenwerping in dit geval
niet opgaat.
Hier gold het iemand te huldi
gen, die tot onze verdienstelijkste
mannen behoort en op velerlei
gebied heeft uitgemunt, als jour
nalist, theoloog, schrijver, stichter
eener universiteit, eener nieuwe
kerk, partijleider, staatsman.
Zeg wat ge wilt van zijn per
soon, knaag aan zijn werk en
er valt zeker veel op af te dingen,
maar ook dan nog blijft hij
reuzenhoog uitstek'en boven de
middellijn en op elk door hem
betreden gebied de primus inter
pares
Een dergelijke figuur te eeren
ter gelegenheid van een feest als
dit, zou de tegenwoordige regee
ring, samengesteld als zij is uit
zijne staatkundige tegenstanders,
in hooge mate hebben geëerd.
Er zijn commandeurs- en groot
kruizen in Nederlandsche orden
verleend aan personen, die zelfs
niet van verre in de schaduw
kunnen staan van een man als
dr. Kuyper en onder de tegen
woordige Ministers van Staat
IS
er geen, wiens aanspraken op deze
onderscheiding de zijne overtref
fen. W ij betreuren het ten zeerste
dat het Vrijzinnige kabinet deze
gelegenheid niet heeft benut om
zichzelf te eeren in den grooten
tegenstander.
Met wat verrukking is er eenige
jaren geleden over de Pacificatie
(vrede) te Atjeh gesproken. Van de
zeventiger jaren af was Neerlands
volk en Neerlands schatkist en Neer
lands eer meer dan elkeen aange
naam was, met de noordelijke deelen
van Sumatra gemoeid, 't Is een ge
schiedenis, het lezen, het bestudeeren
overwaardeen historie van moord
en bloedstortingvan uitgelokte en
gepleegde gruwelen waar haat tegen
't Nederlandsch gezag ter eene tot
wraak ter andere zijde leidde.
Er is veel gebeurd in Atjeh Fa
natieke opzweeperij der priesters ver
hitte den vrijheidszin der landzaten,
die den vreemden indringer niet als
hun beschaver, hun steun tot opbloei
van hun materieele belangen erken
den, maar als den roover van hun
piivelegiën of rechten. Meer nog dan
de inwoners zeiven waren de hoofden
van bestuur, onder den invloed der
priesters, onzen invloed en stijgende
kracht moe en vijandig.
Doch de vrede brak ten langen
leste na bijtende verbittering van
weerskanten, aan. Atjeh zou een toe
stand van rust, van landbouwontwik
keling; van betrekkelijke welvaart
tegemoet gaan. De verdorde in 't zand
roosterende doodshoofden der voor
naamste Atjehsche vijanden zou den
schrik en den deemoed erin houden
cn een groot stuk des lands het bewijs
leveren aan volk en vreemde, dat
Neerlands imperialisme, dat Neerlands
expansiepolitiek een vreedzame, heil
zame edele, bedoeling had gehad, die
niet falen zou.
't Was dezer dagen rumor in casa
in de Tweede Kamer. En op het
vrede vredevan den Minister was
't antwoord van enkele Kamerleden
Excellentie er geschieden gruwelen
schandelijke, ons onwaardige gruwe
len Vrouwen en kinderen worden
mishandeldons optreden is bar-
baarsch, ruw, bloeddorstig en bloe
derig.
Ei' is veel gebeurd in Atjeh sinds
1870, Nu heet het vrede!
Nog woedt het zwaardnog viert
onmenschelijkheid triomf!
Neerlands soldaten hebben het
kerven nog niet verleerd
In ons artikel over de Ongevallen
wet schreven we over de grondoorza
ken van het tekort der Rijksverzeke
ringsbank. We gaven daarvoor op de
onzuivere statistiek de kwade risico's
en de te lage bijdragen in de admini
stratiekosten.
We hadden niet gedacht, dat we
dezer dagen reeds een wetsontwerp
zouden lezen, dat de verhooging dier
kosten beoogt. De Minister stelt een
nieuw'artikel voor in de Ongevallenwet
(art. 59a) om die kosten, welke, zegt de
Minister, veel te laag zijn, te verhoogen.
Een der redenen is dus al vervallen
en vermoedelijk zal de invloed groot
zijn op een eventueel tekort op 31
Dec 1908.
Nu nog de gevarenklassen eens
nagekeken De loonlijsten eens goed