EERSTE BLAD.
Zaterdag 5 October 1907.
jLh tirevo hi Hon
22sle Jaargang IS". 1282,
Orgaan
IN HOC SIGN O VINCES
T. BOEKHOVEN.
&ONhnELSngJH.
Deze Courant verschjjnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent..
Buitenland bij rooruitbetaling f 4,50 por jaar.
Afzonderlijke nnmmers 5 Cent.
UITGEVER
Telefoon Intercom». So. 2.
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en Vs maal.
Disnstaanyragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
I5Ip muilen voor de liedaeiie be^emd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever.
Be£roo!iii£ des- Ge
meente Dirksland.
Die begrooting ziet er mooi uit.
Geld overhouden bij de vleet en dat
is maar gewonnen voor een gemeente,
tenzij er de huishouding zelf niet
onder lijdt. Want »potten« is wel
aardig, maar dan moet in een Gemeente
ook alles in orde zijn De traktemen
ten der ambtenaren, de toestanden
van straten en wegende gezond
heidsdienst, de hoofdelijke omslag, de
toestand van het blusschingsmateriaal;
de toestand der begraafplaatsde
vaargelegenheid der haven enzdat
alles moet den toets der beoordeeling
kunnen volstaan.
Zien we de Inkomsten eens na Huur
van huizen -bijna 1000 gld pacht
van landerijen 31 gld erfpacht 37
gld en renten van kapitalen 110 gld.
De haven- en kaaigelden 2100 gld.,
dat is bijna 250 gld minder dar. in
1906; de scheepvaart moet dus ver
minderd of het havengeld verlaag!
zijn met 8 percent; de marktgelden
110 gldof 20 gld. hooger dan in
1906; de »markt« neemt dus toe ol
de kermistenten staan in grooter getal
dan vroeger, want van hooger staan
geld hebben we niet gehoord. De
begrafenisrechten waren in 1906; ruim
311 gld.; nu 180 gld. en dus met bijna
de helft verminderd en dat is uit
stekend, want Wij achten het treurig,
dat een rnensch nog betalen moet om
zijn dcoden op een eerebare plaats
te doen rusten en nog akeliger vinden
we het, dat er »klassen« zijn. In het
rijk der dooden is geen stand of rang
en op de Algemeene begraafplaats
ruste de arme zwerveling naast den
rijken Nabob. Separatie is er in 't
leven moet het op den doodenakker
ook al zijn In de Kerk of in het
Graf: daar zijn allen één in aanbid
ding of in ontbinding-
Het schoolgeld is 700 gld., plus dat
der bewaarschool ad 175 gld., is samen
875. De opcenten op gebouwd, onge
bouwd en personeel is samen 3400 gld.;
maar hoeveel opcenten op dat personeel
er zijn, staat er helaas! niet bij; ver
minderd zijn ze in elk geval niet. De
hoofdelijke omslag bedraagt 5500 gld.
de hondenbelasting 125 gld.het ver
gunningsrecht 310 gld; de uitkeerin-
gen van 't Rijk plus minus 5700 gld.
maakt met nog eenige kleinere be
dragen, die te samen 800 gld. bedragen
de volle som van 21000 gld; rekent
men er het kasgeld bij, dat tijdelijk
belegd was en weer terugkomt, dan
zijn de Inkomsten ruim 27000 gld.
Waaraan worden die gelden besteed
Voor Burg, Weth Secretaris samen
1690 gld.voor den Ontvanger, de
leden van den Raad, gemeentebode:
550 gld.voor allerlei administratie
behoeften, licht en vuur enz. bijna
650 gld. Maar iets begrijpen we niet
in Menneerse zijn de schrijibehoeften
enz. 110 gld en in Dirksland, dat
toch nog al heel wat minder bevol
king heeft dan hier, is het bedrag
105; druk- en bindwerk kost voor
Menneerse 165 gld en voor Dirksland
150; is 't papier in Dirksland dan zoo
duur en zijn daar dan zooveel gewich
tige dokumenten; de kosten voor
abonnement Staatsblad (»en staat
er, wat zal beteekenen Gem. Stem
en Gem. Gids) staan in Menneerse op
19 gld,; in Sommelsdijk op 14 en in
Dirksland op 50 glddat scheelt nog
al wat.
Belooning van de veldwachters 925
gld.hun kleeding 120 gld voor licht
en brandstof 25 gld. De nachtwacht
420 gld, In Menneerse 400. In Som
melsdijk 200. Straatverlichting 360
gld in Menneerse 1700 gld.in Som
melsdijk 850 gld Maar Dirksland heeft
ook geen gaslicht, ziet u. En wij in
Menneerse hebben een eigen Gasfa
briek 't is licht, dat 't daarom een
1400 gld. scheelt, of in verband met
het aantal inwoners tot nog een 7 of
800 gld., dat Menneerse duurder licht
heeft op't oogenblik. Kijk, dat zit zoo
Dirksland is verlichtSommelsdijk
meer verlichtMenneerse 't meest
verlicht Dirksland zit niet zwaar
Sommelsdijk minder zwaarMenneerse
zeer zwaar op de lasten.
Straten en pleinen kosten in Dirks
land nu 80 gld.; verleden jaar 560
gld.; 't vorige jaar 300 geld.; Men
neerse kost het- nu 1275 gldverleden
jaar 2000 gld.; 't vorige jaar 750 gld.
't Scheelt nog al aardig.
Onderhoud van wegen en voetpaden
kost nu in Dirksland 55 gld in Men
neerse 2300 gld. Een klein verschil
dus
Gemeentearchitect in Dirksland 100
in Sommelsdijk 100; in Menneerse
100. Slecht betaald in Menneerse
Pompen en riolen kosten aan on
derhoud in Dirksland 65 gld.in
1906 een 100 gld.; in Menneerse nu
200 gld. en in 1906 bij de 700 gld.
Vuilnis ophalen kost in Dirksland
150 gld; wij betalen 1300 gld; ver-
koopen dan voor 500 gld. en leggen
er dus een 800 gld. bij.
Schoolzaken
Jaarwedden
5175.
Huishuur
225.
Ileihalingsonderw.
150.
Onderhoud
215.
Schoolmeubelen
35.
Schoolbehoeften
230.
Verlichting enz.
350.
Schoolge den aan
150.
andere Gemeenten
6525.
De School kost dus bijna één derde
der begrooting of 30 gld. per kind.
En 't schoolgeld bedraagt 700 gld
per kind dus plus minus 3 gld. De
Rewaarschool kost 835 gld. en 't
schoolgeld is 175 gld.
Met de Bewaarscholen er bij zit
het zoo
Uitgaven
Openb. Sch. Bewaarsch. Schoolg.
In Menneerse: 16000 1300 1850 gld.
In Sommelsdijk: 8000 760 9C0 gld.
In Dirksland: 6525 835 875 gld.
Uit deze cijfers volgt dus, dat in
alle drie Gemeenten de kosten be
dragen 1/3 der begrooting ongeveer
of 30 per kind en de inkomsten een
gld. of 3 per kind.
Ten slotte nog enkele posten, waar
onder Subsidie aan de Bijzondere Be
waarschool 400 gld.; Volksbibliotheek
60 gld.medische hulp voor dokter
en veearts 775 gld.voor krankzin
nigen 330 gld subsidie aan.'t alge
meen armbestuur 1250 gld. Voegen
we bij al deze uitgaven nog wat klein
goed, zooals grondlasten en polder-
lasten, renten van geldleeningen, bij
drage in het onderhoud der pastorie
ad 30 gld dan zijn daarmee uitge
geven de 21000 gld. der begrooting.
Onze indruk is geen andere, 'dan
dat 't er in 't Dirksland met den
finantieelen toestandbest bij staat
Nog eens Dirksland.
Op de begrooting komt een post
voor, waar we de aandacht op vestigen
willen n.l. Subsidie aan de Bijzondere
Bewaarschool 400 gld.
In een paar groote steden wordt ook
daarvoor een som uitgetrokken, en
deze zaak was reeds in Dirksland
aanhangig, voor de groote steden tot
een besluit gekomen waren maar op
de begrooting kon geen post voor
komen, omdat het Bestuur der Bijz.
School geen afzonderlijk gebouw voor
dat Bewaarschool-onderwijs bezat. Het
wordt en werd gegeven in één der
lokalen van de Schooldoch hierin
komt veranderingen voortaan zal de
Christelijke Bewaarschool in een op
zich zelf staand gebouw enz gehouden
wordenen zoodanige formatie krijgen,
dat van Gemeentewege subsidie kan
en mag worden gegeven.
Het is een mooie stap voorwaarts!
OP DEÜ lITIilJIi.
Hoogenbirk, in zijn jongste werk »De
kinderen van A-quadraat, dat we in de
vorige week reeds aanhaalden, heeft het
er zoo over, hoe moeilijk is om dengenen,
die geheel onkundig zijn in den weg der
waarheid en van goddelijke en geestelijke
zaken niets afweten, de groote heilswaar
heden duidelijk voor te stellen.
Dat is uiterst moeilijk,
De dienst van God gaat nu eenmaal
niet buiten ons verstand om. Het beginsel
des geloofs wordt ons ongetwijfeld door
den H. Geest ingeplant en in dat opzicht
staat de doctor theologiae met den meest
onkundige precies gelijk. Ja, het woord
van de »wijzen en verstandigen,* in legen-
stelling van de »Kinderkens« blijkt nog
telkens waar te zijn.
Maar zal dat geloof tot ontplooiing en
ontwikkeling, tot een'gezonden groei ge
raken, dan dient er toch een 2>opwassen«
te zijn, ook in de »kennis.«
En met die z>kennis* is 't zoo droef
gesteld vaak.
Ik heb nu niet het oog op hen, die
>onder de waarheid* worden groot ge
bracht. Ook daar is niet alles goud, wat
er blinkt. Er mag met grond aan getwijfeld
worden, of ons geslacht in 2-bijbelkennis*
wel vooruitgaat.
Uit vroeger tijd hoort men weieens
staaltjes van bijbelvastheid, die tegenwoordig
haast ongelooflijk schijnen. Toen ik school
ging, zalen er in mijn klas, die thuis den
119en psalm, achtentachtig rijmverzen,
netjes hadden opgezegd. Bij gelegenheid
der feesten en ook wel zonder eenige aan
leiding, leerden we gansche hoofdstukken
der Schrift van buiten de Bergrede, Paulus'
lofzang der liefde, tal van profetieën, het
Hoogepriesterlijk gebed enz.
Of niet de sommen, de jaartallen, de
thema's en dergelijke zalten tegenwoordig
Ie veel van den leertijd in beslag nemen,
daar zal ik thans niet over spreken.
Maar aan de andere zijde is het toch
waar, dat kinderen, die geregeld de Schrift
hooren lezen ik zeg »hooren*, want
vader moet m.i. deze taak niet te gauw
aan de kinderen overlaten de huiselijke
godsdienst is hèm opgedragen kinderen
voorts, die geregeld de catechisatie en, zoo
mogelijk de Chr. School bezoeken, bij 't
opgroeien geDoeg kennis der waarheid
hebben, om de gewone inkundiging van
Gods Woord te volgen.
Duizenden echter misten dit voorrecht
De onkunde inzake het Koninkrijk Gods
is onder dezulken ongelooflijk groot.
Op de banken eener inrichting voor
onderwijs voor meisjes van 1215 jaar,
zaten onlangs twee kinderen, waarvan het
eene kwam uit een chistelijk gezin, terwijl
de andere was van een hoogst nette, be
schaafde maar volkomen j-wereldsche*
familie.
In 't rustpoosje neuriet het eerste meisje,
zonder erg, een Paaschliedje, waarin de
heerlijkheid van dat feest bezongen wordt.
De ander verbaast zich.
»Hé ik dacht, dat jullie afijn* waren,
zegt ze.
»Nu ja, wat zou dat
^Hebben jullie dan ook Paschen
2>Ja natuurlijk
j>En jullie mogen toch niet naar
de Paaschwei
De Paaschwei was daar ter plaats 5 een
voorjaarskermis, met kramen, draaimolens
en al wat er verder bij behoort.
In alle oprechtheid was het gezegd. Van
het christelijk Paaschfeest had het kind niet
de minste notiede oliewalm van de ker
miskramen was het eenige Paaschlicht, dat
zij kende
Het hoofd eener School met den Bijbel
kreeg voor eenigen tijd een paar kinderen
over van de Openbare School. Ze kwamen
uit een verwaarloosd huisgezin, waarvan
de ^moeder* er met een zwerver vandoor
was gegaan en de vader aan den drank
was, De diaconie had zich over de kinderen
ontfermd en zoo waren ze op de Christelijke
School gekomen.
De onderwijzer had de gewoonte, den
Vrijdag goeddeels aan repititie, te besteden
en, met de Bijbelsche Geschiedenis bezig,
vroeg hij een der nieuwelingen, wie de
moeder was van den Heere Jezus. Er kwam
geen antwoord en tot verbazing der leer
lingen, bleek, dat de elfjarige knaap van
den Heere Jezus Crislus niet meer wist,
dan dat die naam gebruikt werd door wie
eens heel kras wou vloeken
JaTen geleden is 't gebeurd 't werd
me meermalen door geloofswaardige ge
tuigen verzekerd dat in een kleine ge
meente, voor 't eerst .sinds jaren, een
orthodoxe predikant kwam, Onder 't mo
dernisme was de gemeente zoo goed als
dood gepreekt, maar toch had God er nog
een overblijfsel gelaten, dat de waarheid
liefhad.
De nieuwe predikant deed huisbezoek
met een modernen boer als ouderling en
bedroefde zich zeer over de grove onkunde.
Zoo kwam hij in zeker huisgezin, al
sprekende, tot de vraag, of de man des
huizes wel van de sacramenten gehoord
had en wist, wat dat waren.
Neen, hij had daar nooit van gehoord.
»Niet van gehoord?* vraagt nu de
ouderling, wien het begon te verdrieten,
dat dominé zulk een slechten dunk van de
gemeente kreeg, >maar je weet toch wel
van Paschen en Pinksteren en Korsemus k
Thans, dank zij den ijver en de toe
wijding van den predikant en zijn opvolgers,
bestaat daar ter plaatse een bloeiende
Chr. School en de kleinkinderen van den
boer-ouderling behooren tot de vlugste
leerlingen.
Maar om tot mijn uitgangspunt
terug te keereD, .hoe moeilijk is het
en hoeveel wijsheid behoort er toe, om
aan dezulken den weg des Heeren, naar de
mate hunner kennis, uit Ie leggen
Laat ik Hoogenbirk even mogen aan
halen
sHoe weinig vromen*, zegt hij, »hebben
nog met Paulus geleerd, den Joden een
Jood, den Grieken een Griek, allen alles
te zijn Velen hebben zelfs voor
geestelijke dingen een oudere, anders nooit
gebruikte sprake, ten deele hoogst gebrek
kig, ten anderen vrij onverstaanbaar voor
velen, maar die als kenmerk der echtheid
geldt. Zie »onder ons« kan er nog veel
door. Maar, »een oog krijgen* in zden
bevindelijken weg*, j>toeleidende wegen*,
■soverklimmende genade* en zooveel meer
dient voor menigeen vertaald, zal het hem
niet 3>barbaarsch« zijn.*
Geheel eens zijn we het met dezen
schrijver niet.
Zeker er is een spreken in ^geijkte
termen*, dat weerzin wekt en waarbij de
vorm in de plaats komt van den inhoud.
Maar aan den anderen kant is het toch
ook waar, dat de taal, die aan de thee
tafel past, niet in allen daele geschikt is,
om daarin te bespreken de ^groote werken
Gods.*
.Al geef ik toe, dat de Staten vertaling
eenige overzetting in meer hedendaagsche
proza noodig heeft, toch zal steeds de
bijbeltaal een andere blijven, dan die waarin
men een novelle scjirijft.
Waarbij tenslotte niet vergeten worde,
dat vele van die »geijkte termen*, woorde
lijk of zakelijk aan de Schrift zelve ont
leend zijn en men van goddelijke zaken
moeilijk lalen gewagen kan dan in de sprake
des Woords zelve.
Desniettemin is er veel waars^ in het
bovengenoemd citaat.
De J-tale Kanaacis* deze uitdrukking
nu in den goeden, gunstigen zin genomen,
is totaal onverstaanbaar voor vele kinderen
der wereld.
Toch moet ook tot hén het Woord
uitgaan.
Want ook aan hun zijde moet het net
worden uitgeworpen UITKIJK.
Ingezonden Stukken.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie
en Uitgever.
Gi achte Redactie
Wil U s.v.p. zoo goed zijn, me weer eenige
ruimte in Uwe veelgelezen kolommen af te staan
Bij voorbaat mjjn dank.
Waarde lezers
Nu de stemmingen voor de Gemeenteraden in
onze omgeving meerendeels zijn afgeloopen, kan
het niet kwaad zijn, eens een blik terug te werpen.
Mag dit sommige onzer vooruitstrevende broeders
niet aanstaan, die eenvoudig blijde zijn met de
behaalde overwinningen, voor de zoodanigen zal
mijn stukje niet heel welkom zijn. Onzes inziens
moeten we altoos meer op hoedanigheid dan wel
op grootheid en veelheid letten. Maar al te veel
wordt en is er gewerkt met kansberekening, ook
al zag men voor oogen, dat de beginselen eenig-
slns moesten dalen of verborgen blijven, want
men moest in ieder geval zijn doel trachten te
bereiken.
Zoo kwam men op enkele plaatsen met candi-
daten voor den dag, die ons vreemd deden opzien,
doch men moet daar zachtjes aan gewoon raken
omdat verkiezingen nog al eens verrassingen op-'
leveren. Toch gaan wij hierin niet mee; al was
eene gewoonte ook eeuwen oud, als ze verkeerd
is, behooren wij ze niet vol te houden, maar af
te schaffen.
In den militairen stand ben ik wel nooit ge
weest, maar toch zou ik het eene zonderlinge
keuze vinden, als men voor de betrekking van
officier of generaal iemand aanstelde, die practisch
noch theoretisch van den krijgsdienst wist.
Al mag zoo'n persoon dan ook van addelijke
geboorte zijn, wij zouden die plaats liever inge
nomen zien door een zoodanige, die de sporen
verdiend had.
Vroeg men dan in de bewuste plaatsen, of deze
en die ook tot de anti-revol. partij behoorde, dan
vernam men soms zonderlinge antwoorden, die
wel aan het belachelijke grensden.
Waarom dan toch dergelijke halfslachtige men-
schen genomen? Waarom niet liever dezulken,
die als volbloed bekend staan, waarvan ze met'
woord en daad menigmaal getuigenis gaven? We
zouden deze vragen nog kunnen vermenigvuldi
gen, doch geven liever het antwoord, dat de man
met een gouden ring te veel vooraan gesteld
wordt. In een Gemeenteraad behooren alle standen
vertegenwoordigd te zijn, maar doorgaans ziet
men er haast uitsluitend heeren en boeren in. Ik
herinner me hier een geval, dat op eene Kies-
vereeniging iemand voor den dag kwam meteen
flinken Candidaat voor een Gemeenteraad, doch
de bewuste persoon was slechts een schoenmaker
en dat nog niet eens van 't rijkste soort. Tegen'
dat voorstel brak eene groote bui los. Een paar
aanwezigen behoorden zelf tot dat college, en ze
waren van oordeel dat zoo'n arm man toch op
geen raadszetel' paste. -•
Zij van hunnen kant wisten een beteren Candi
daat aan te wijzen, en ja, in 't burgerlijke stond
deze ver boven den eersten, doch wat de hoofd
zaak, onze beginselen, aangaat, kon hij op verre
na niet halen bij den schoenlapper. Toen iemand
nu de vrijheid nam, om te vragen of men iets
wist af te dingen op de kwaliteit van dezen,
moest men eerlijk bekennen dat men gaarne de
kennis en het karakter zou willen inruilen met
die van den anderen persoon, die een rentenier
was. Het slot was dan, dat de laatste het meest
geschikt bevonden en gekozen ward.
Misschien zullen enkelen hier zeggen, dat de
eène goede gelegenheid had om dat baantje waar
te nemen, terwijl de andere daartoe mogelijk geen
tijd kon afzonderen. Is het, dat deze geen uren
kon verletten, zonder zfjn zaakje en zijn huis
gezin te benadeelen, dan behoorden de ruimer