EERSTE BLAD. Zaterdag 31 Augustus 19ü7. 22sle .jaargang JN". 1272 Antirevolutionair Orgaan voor de Knidhollandoehe en leeuwsche Eilanden. IN HOC SIGNO VINCES Afzonderlijke nummers 5 Cent. T. BOEKHOVEN. Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en */s maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Alle stukken voor de Hedactïe bestemd, Advertentlën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uilarever. Open briet aan «Ie met- selleerlin^en van Flakkee. Moet een Burgemeester herbe noemd worden Aan den inzender in Vooruit. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling 4,50 per jaar. ÜITÖEYEE SOMMELSDSJMi Teleloon Intcrcomm. TVo. 8. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaa- Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- ei Vrijdagmorgen 10 uur. Waarde Vrienden, Je moet niet boos op ons worden, als wij, een Redacteur van een krant, die van metselen geen toeten of blazen weten, je eens opmerkzaam maken op de Metselcursus der Ambachtsschool, die op 1 October a s. aanvangt. Zeg niet dadelijk: Metselen leer ik bij den baas; zeg ook niet: 'k koop het boek van Berghuis of van Schot ten, want die kosten veel te veel voor jullie en je begrijpt er nog maar een beetje van- Wij hebben op ons gemak eens door zitten lezen het werk van Van Heusden, een boek over de bouwkunde ,en begonnen bij bldz. 65 over 't met selen tot bldz. 91. Maar eilieve, we duizelden van wat een flinke metselaar moet kennen. En dat was alles nog maar beknopte theorie. Dat liep over de steensoorten, maar we konden het niet onthouden, zooveel als daar van stond opgeteekend; toen werd er over de specie gesproken, maar daar hadden wij ook een heele houvast aan om dat te snappen. We lazen van allerlei metselsteenen, vloer- en wandtegels, van buizen, van pannen; 't krioelde van namen, van vormen, van kleuren en we dachten: Kijk, dat te weten is voor een flinken metselaar toch wel goed; zoo sta je nooit met je mond vol tanden, als een architect later eens met een teekening bij je komt. Ja, 't is zoo, dan moet je bij den fabrikant slechts bestellen, wat de architect je voorschrijft; 't wordt als zoete koek voor je klaar gemaakt en je hebt maar te happen; je bent heeleroaal van den architect en opzichter afhankelijk en kan je de geeischte steensoort niet bij den eenen fabrikant krijgen, dan schrijt je erom bij den ander, 't Is zoo: 'tis tegenwoordig maar makke lijk. Doch al maakt een architect alles klaar, daarom moet je toch een be kwaam mensch zijn om zijn orders uit te voeren. Maar wat anders: als je zelt eens een bestek moet teekenen, zelf de steenen en buizen en zand en orna menten eens moet bestellen, wat dan. Neen 1 we bedoelen nu eens niet een steenen biggenhok; dat kunnen jullie al metselen, als je 18 jaar ben; maar een heerenhuis, een villa; een kerk, een fabrieksschoorsteen, ovens in fabrieken. Een flinke baas en knechtmoet van alle markten thuis zijn in dezen tijd; praktisch en in theorie. En de eerste beginselen leer je bij den baas en op de Ambachtsschool. Waarom zou je nu in den komenden winter je kostbaren tijd loopen ver beuzelen. Verwaarloost toch die vijf of zes maanden niet. Want dan leert de baas je niets, 't Is nu al slap in de bouwvakken, maar van den winter, als 't vriest, is er heelemaal niets bij hem te ieeren. Dan loop je daar den heelen dag over de straat, terwijl die uren op de Ambachtsschool zoo nuttig konden worden besteed. Heeft je baas je al geleerd wat 't streksche verband is bij 't metselen en 't kopsche. Weet je wat klezoren zijn Kunt je er een teekening van maken. Probeer 't eens, dan zal je eens wat merken! Weet je wat halfsteens- verband is; wat vlaamschverband wat staand- en kruisverband is? Tee- ken die verbanden eensWeet je wat klamplagen en spouwmuren zijn. Heb je wel eens- gemetseld met holle steenen, in plaats van met volle. En heeft je baas je verteld, waarom hij de holle nam. Heb je al eens gehoord van hafsteensrollagen en steensrol lagen, van ezelsruggen. We zullen over die dingen maar niet doorgaan. Maar heeft de baas je er wat van geleerd Eenvoudiger. Heeft je baas je wel eens verteld, hoe men steenen maakt? En waar de leien van daan komen. Weet je ook, hoe men vroeger steenen bakte Heb je wel eens gehoord van schadelijke steensoorten. En weet je, hoe je species moet klaar maken Heeft je baas je wel eens verteld van lekkende schoorsteenen, en hoe dat komt En wat is 't verschil tusschen bakklinkers, groene klinkers, middel- klinkefs en medeklinkers Wat is putsteen, Waal-, lJsel-, Limburg- sche-, Utrechtsche-, Groningsche-, Frieschesteen. Wat is machinale steen en welke is beterde machinale of die met de hand gevormd? Jongens! dezer dagen lazen we in het Vakblad van de Bouwambachten, daar jullie je ook eens op abonneeren moet, als je '18 of 19 jaar oud ben en de Cursus op de Ambachtsschool met vrucht hebt gevolgd. En weet je, waar we ons ook zoo over verbaasden. Dat er door knappe metselaars nog zooveel vragen gedaan werden, hoe dit moest, en hoe dat. Kijk, dachten we. Ais knappe mannen in 'tmetselvak, die mis schien al oud en grijs zijn, nog zooveel te vragen hebben, wat is er dan toch ontzettend veel in dat, vak te doen. En hoe moeten jongens van 12 en 15 jaar zich dan toch beijveren om met de borst zich op de vakkennis toe te leggen, opdat ze later meer kunnen metselen dan een steenen biggehok en een arbeidershuisje achter in 't Oudeland; opdat ze later niet alse^n tobber op het terrein van aanwijzing staan ot hun begrooting f 100 abuis maken bij een karwei van nog geen duizend. Jongens! denkt om je toekomst, want de strijd om 't bestaan wordt door allerlei concurrentie zwaarder en de knapste werklui worden gekozen, die ook 't meeste verdienen. Als ge je laat inschrijven bij den Directeur, moet ge hem eens de vraag voorleggen, hoe het toch komt, dat een metselaar meer per uur verdient dan een timmerman? Dat raadsel is nog nooit opgelost. Misschien weet de Directeur het wel. Vraag het hem eens 't Gaat je goed, jongensDoet je best op school. Uw Vriend, REDACTEUR. De Nederlandsche Bond van Ge meente-ambtenaren vergaderde 26 Aug. jl. te 's Hertogenbosch en sprak daar als zijn oordeel uit, dat de bepa ling, volgens welke de burgemeesters om de zes jaar moeten worden her benoemd om in functie te kunnen blijven, dient te vervallen. De Bond achtte periodieke aftreding alleen bij personen die tot het eene of andere ambt of betrekking worden verkozen, op hare plaats. Een benoemde kan, bij slechte vervulling zijner taak, toch ten allen tijde worden ontslagen. Koning Willem I dacht er anders over. Bij besluit van 29 Juli 1814 werden voor de verschillende steden Commissiën ingesteld om reglementen te ontwerpen. En als leiddraad gol den een achttal punten, waarvan het 4de was Dat er twee, drie of vier Burge meesters zullen kunnen aangesteld worden, van welke één of meer jaarlijks zullen aftreden ter vervul ling van welke vacatures de raad eene nominatie van een dubbeltal aan den vorst ter electie zal kunnen inzenden, waarop ook de aftredenden zullen moeten gebracht worden. Afgedacht nu van de laatste zin snede, waar een voordracht van twee aan den Koning zou aangeboden wor den, blijkt er uit, dat reeds in 1814, toen ons Koninkrijk gevestigd werd, van aftreding sprake was. De Raads leden zouden in die dagen voor het leven aangesteld worden maar de burge meesters moesten jaarlijks aftreden, en het lot besliste over het jaar, wanneer. Let welin de zuidelijke provinciën gold na 1817 de bepaling, dat de bur gemeesters zes jaar zitting hadden. En in de zitting der Tweede Kamer van 17 Mei 1851 werd ook zonder beraad slaging en zonder hoofdelijke stemming- art. 59 van het toenmalige Ontwerp- Gemeentevvet aangenomen. Waarom die herbenoeming om de zes jaar? Omdat de Burgemeester be schouwd werd in dieflagen alsjde plaats vervanger, der Rijksoverheid, aan haar volkomen ondergeschikt, die doorzijn al- of niet herbenoeming een brevet, een bewijs van zijn wel- of niet- bekwaamheid kreeg. Toen was, wat in dit artikel te veel plaats zou inne men om dit breeder te bewijzen toen was de geest der Fransche Revolutie nog ten troon, die centraliseerde en de Gemeenten beschouwde niet als zelfstandige deelen met volkomen eigen Gezag, Gezagsdragersen Wetten, maar ze beschouwde als afhankelijke stukken des Rijks, als administratieve onder- deelen van den Staat. En natuurlijk, bij zoo'n afhankelijkheid was de Bur gemeester, of zooals men in den Franschen tijd omstreeks 1810 zei, de mairede absoluut ondergeschikte van Koning en Ministers. Groen van Prinsterer heeft er dan ook wel eens over geklaagd, dat de Burgemeester was de man van hel Gouvernement, en Thorbecke was eerst een voorstander van den voordracht door den Raad. Teen is ook reeds tegen die her benoeming geprotesteerd door het lid der Tweede Kamer Sloet tot Oldhuis, op dezen grond, dat de onafhankelijk heid van den Burgemeester daardoor bedreigd werd. De heer Sloet wilde de her-benoeming niet, omdat de burge meesters daardoor een band om zich voelden, die hen belemmerden in hun taak en daarop invloed kon oefenen precies als onze rechters, die ook voor hun leven gekozen zijn, opdat hun onaf hankelijkheid vast sta. Wie aan een herbenoeming onder worpen is, is uit den aard der zaak voorzichtiger in al zijn beleid en optre den dan die voor zijn leven is benoemd Dat is zoo op alle terrein des levens bij alle functies. Weet iemand, dat hij te een of anderen tijd. zijn positie zal kunnen verliezen, dan is hij be dachtzamer dan in 't andere geval, als hij weet dat niets hem kan doen vallen. Natuurlijkbuitengewone «stoutichheden« daargelaten. Maar daarom gaan we met den Bond bovengenoemd, niet mee Een herbe noeming van een burgemeester achten we absoluut noodzakelijk. Want wel heeft de Bond gelijk, dat de Koning toch ten allen tijde ontslaan kan, maar eer een Regeering daartoe overgaat, dan moet er al heel wat met zulk een Burgemeester gebeurd zijn. En nu is 't wel waar, dat een niet-herbenoe ming na 6 jair practisch gelijkstaat met een ontslagmaar feit blijft, dat een burgemeester, ja ieder mensch, die levenslang gekozen is, in gansch andere conditie staat tot de Gemeente of eenige corporatie, dan hij, die weet, dat hij over zes jaar «rekenschap zal moeten geven van zijn rentmeester schap,» zooals de Schrift dit zoojuist uitdrukt. Dat de regeering en de leden dit in vroeger dagen inzagen, wordt be wezen door het feit, dat men juist het bestaan van Wethouders handhaven wilde op grond hiervan, dat zij een tegenwicht zouden vormen tegen een te sterken centralisatiegeest. En Thor becke voegde erbij «alléén belast met 't dagelijksch bestuur, alléén tegen over den Raad gesteld, zal zijn bediening niet een kracht van beleid, maar een steen des aanstoots worden. De wethouders zul len de schakel tusschen hem en de gemeente vertegenwoordiging zijn.a De Grondwet eischte en eischt geen Wethouders, nochtans wilde men ze naast den Burgemeester. Een steen des aanstoots! Geen kracht van beleid! Wethoudersalstegenwicht. En daarom zijn we 't met den Bond niet eens. Wil de Bond voor verandering der Gemeentewet ijveren, wat echter niet op zijn weg ligt, dan vrage hij wijzi ging van art. 59 in gansch anderen zin. In dezen zin, dat niet de Kroon, maar de burgerij den Burgemeester mag benoemen. Of welde Kroon benoeme uit eene voordracht door de burgerij gemaakt, of door den Raad. We gaan mee met wijlen den heer Van Kerkwijk, eertijds lid der 2e Kamer voor ons district, die art. 59 zoo wijzigen wou in de zitting'79-80 De Burgemeester wordt door ons benoemd, nadat door den Raad eene aanbeveling van drie personen door tusschenkomst van onzen Com missaris in de provincie aan Ons is ingediendenz. maar we verschillen met hem hierin, dat hij «de zes jaar« uit art. 59 wou lichten, en dat wenschen wij niet. De heer Van Kerkwijk zei, bij de tóelichting van zijn amendement, dat bij de aftreding om zes jaar telkens weer zou moeten worden gewikt en gewogen, en dat dit eene spanning zou veroorzaken in de gemeente en eene verhouding zou teweegbrengen, die op den duur niet wenschelijk was. Welnu, dat is juist het punt in kwes tie. Wij wenschen dat «wikken en wegen« der Kroon wij wenschen die »spanning«die «verhouding.® Niet tot verdriet van eenigen Burgemeester, maar opdat de Gemeentenaren een steun hebben zouden in die «zes jaren Die zijn der Gemeentenaren zwaard, dat eiken onrechtvaardigen Burge meester boven het hoofd hangt. Dat is hun schild in jaren van oppositie tegen hen. Hun «Wij zullen handha ven de rechten der burgerij U maakt gebruik van de vrijheid, die Vooruit u veroorlooft, maar die wij u verleden week ontzegden, om in ongeteekend schrijven den heer Vreeswijk in een ongunstig daglicht te plaatsen. Vooruit moet zelf'weten, welke ongeteekende stukken ze op neemt ze heeft al eens meer beloofd, dat ze persoonlijke stukken niet opnam; maar ze breekt haar belofte telkens, wat ze laatst |in ergerlijke mate deed, toen over een Sommelsdijksch Raads lid een treurig onge'eekend stuk stond. Nu maakt u, Inzender, gebruik van die gelegenheid én insinueert en spe culeert op 't onnoozele publiek met die 4 en 10 jaar. De heer Vreeswijk, zoo bedoelt u, is niet voor zijn taak berekendhij is nietzoo knap als de heer Stehouwer. U doezelt het punt in kwestie, de politiek van B. en W. weg, maar 't zal niet lukken. Overigens, elke practische boer in Oude Tonge, waar die insinuatie van die 4 en 10 jaar door de voorstanders van den heer Stehouwer met gretig heid is en wordt geëxploiteerd, weet, wat de heer Vreeswijk presteert. De heer Roodzant, vroegere Veearts, wist ook zeer goed, wat practische be kwaamheden de heer Vreeswijk bezat, en daarom was deze zijn plaatsver vanger. Iedere boer weet, dat hij de meest ervarene veearts is, niet die wat theorie kent, maar die verschillende jaren kliniek geloopen heeft en vele ziekteverschijnselen en operaties heeft bijgewoond en gezien. De heer Stehouwer moge theore tisch bekwaam zijn, maar hij weet van de ziektebehandeling niet zooveel af als de heer Vreeswijk, omdat hij minder jaren de school heeft bezocht en dus minder heeft gezien en ervaren. Neen waren wij boer, dan zouden we maling hebben aan die 4 jaar, maar wel zouden we vragenhoe is de heer Vreeswijk als plaatsvervanger van den heer Roodzant opgetreden wat ervaring heeft hij in die meer dere jaren opgedaan in Utrecht En wat de oorzaken dan ook mogen zijn, waarom de heer Vreeswijk langer ge studeerd heeft dan de heer Stehouwer, dit staat vast: de heer Vreeswijk heeft veel mee"' ervaring achter den rug, veel meer van de ziektebehan deling gezien en opgemerkt dan de heer Stehou ei', aan wiens bekwaam heden we overigens niet wenschen te twijfelen, als hij ze zelf ten minste ook niet betwijfel*. We hebben, Inzender! toen we uw ongeteekend stuk verleden week kre] gen, een onderzoek ingesteld naar dien antirevolutionair van de dorpsver- eeniging, maar ons is pertinent ver klaard, dat u onwaarheid sprak Wil u dien antirevolutionair uit Oude Tonge eens aan ons publiek maken? Dan zullen wij u eens meedeelen, bij welken man we inlichtingen hebben gevraagd, en die weet er meer van dan u Noem ons dien antirevolutionair eens, dat zou flink zijn Maar dat zult u ook niet doen, net zoomin als dat u uw stuk durft onder teekenen voor ons blad, en daarom Vooruit gebruikt om uw doel te be reiken. Onwaar is ook, wat u schrijft over hetgeen de heer Vreeswijk moet gezegd hebben tegen den heer Stehouwer «Gaat maar spoedig naar Oude Tonge en tracht er naar gauw benoemd te worden enz Zoo heeft de heer Van Dorsser het gezegd in de Raadszitting, da's waarmaar zoo heeft de heer Vreeswijk er tegen den heer v. D. ni t over gesproken. De heer v. D, heeft zich hier vergist.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1907 | | pagina 1