TWEE Zaterdag 6 JuH 1907. No. 1256, Tweede Blad IN HOC SIGNO WSES Dit nu miner bestaat uit Officieel €we«leelfe. Uil de Pers. Illunenland. Plaat§elijk Nieuws. .Sommelsdijk „om. Wat Menneerse in tweeën hoopt te doen, doet Sommelsdijk in ééns: de Raad om. Met keurige cijfers zijn onze Candi- daten gekozen; we wenschen hen geluk en mogen niet anders dan den kiezers lof toe zwaaien voor den steun, dien zij ons verleend hebben. Moge Sommelsdijk de goede vruch ten plukken van de actie, die getoond is. En nu ligt Middelharnis aan de beurt. Dezer dagen werd gezegdjullie in Menneerse brengt niks tot stands maar we zullen 't den Sommelsdijk- schen vrienden dan toch eens toonen, dat goed voorbeeld goed volgen doet zooals 't spreekwoord zegt De Raad in Middelharnis kan om, als de Anti-liberalen maar flink opko men. En we hebben de overtuiging, dat ze ook allen 't hooge gewicht van den herstemmingsdag beseffen. Nu of nooitis de leus. En als we de meerderheid niet halen, dan valt er meerDan staan we aan 't begin van een achteruitgang in onze 5 zetels Waar geen vooruitgang is, gaan we beslist verliezen in de toekomst, Doch hoe dit zij. In Sommelsdijk is 't doel bereikt! Wie volgt! Kohier van den Hoofdelijken Omslag. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge meente Ooltgensplaat maken bekend, dat een afschrift van het primitief kohier van den Hoofdelijken Omslag voor het dienstjaar 1907, gedurende vijf maanden, van 4 Juli tot en met 4 December as. ter gemeente-secretarie vooreen ieder ter lezing ligt. Ooltgensplaat, 3 Juli 1907. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Wethouder, De Burgemeester, J. VAN NOORDT. JOH. VAN PUTTEN. Kennisgeving Kohier van belasting op de honden. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge meente Ooltgensplaat maken bekend, dat een afschrift van het primitief kohier der be lasting op de honden voor het dienstjaar 1907, gedurende vijf maanden, van 4 Juli tot en met 4 December a.s. ter gemeente-secretarie voor een ieder ter lezing ligt. Ooltgensplaat, 3 Juli 1907. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Wethouder, De Burgemeester, J. VAN NOORDT. Joh. VAN PUTTEN. Ontmaskerd Hoe langer hoe meer begint men in te zien, dat het Ministerie-Kuyper door de op regeermacht belaste vrijzinnigheid, zeer onwaardig is bestreden. Het is waarlijk geen wonder, dat de heeren liberalen bij de jongste stembus van zoo'n slechte reis zijn thuisgekomen Men herinnert zich het kabaal over de Speetwet. Nauwelijks was echter het Ministerie- Kuyper wèg, of Minister Veegens moest komen verklaren: de feiten wijzen uit, dat die speetwet uitnemend werkt. Wat heeft het voorts die Drankwet niet moeten ontgelden. Dat was een wangedrocht*. Heel de liberale pers weeklaagde over Dr. Kuypers gemis aan wetgevend talent. Maar wat verklaarde dezer dagen e®n blad als de »Echo« (geen clericaal orgaan)? »De praktijk toont aan, dat de nieuwe Drankwet, in plaats van een wangedrocht van wetgeving te zijn, in het algemeen, wonderlijk goed en volledig voorziet in alle gevallen, waarvoor zij werd gecreëerd. En ook dat zij nuttig werkt.* Dat werd ons, zegt het blad, meermalen verzekerd door liberalen, die belast zijn met de uitvoeiing en toepassing der wet. Ja, ook in de ^Staatscourant,* in het officieel verslag van den Inspecteur der eerste inspectie, kan men lézen: »Het is mij gebleken, in de practijk, dat de veelbesproken Drankwet in menig opzicht nuttig werkt.* De »Echo« constateert dan ook, dat het Drankwet- spectakel, >hoe langer hoe meer een vrucht blijkt geweest te zijn van dien welig tierenden boom, die zijn voedzame sappen zuigt uit domme napraterij, partij schap en eigenbelang.* O, zoo! Dr. Kuyper's talent was dus nog wel zóó groot, dat hij een wet kan ontwerpen, die »wonderlijk goed en volledig* in alles voorziet. Sterker nog. Dr. Kuyper had zooveel talent, dat hij in zijn ontwerp een artikel opnam, waarmee wij, volgens den vrijzinnige i Dr. Blooker, andere landen vóór zijn, en dat aan ver schillende onzedelijke toestanden een einde kan maken. Telkens en telkens wordt het Ministerie- Kuypei gerechtvaardigd en de vrijzinnige leugen campagne ontmaskerd. De waarheid achterhaalt den leugen. De kiezers deden wel wijs, dat zij de ontbetrouwbare vrijzinnige ^voorlichters* ditmaal den rug toekeerden. Moge dit hen tot inkeer brengen. Dat men ons principieel bestrijdt, nemen wij niemand kwalijk. Maar men neme niet zijn toevlucht tot leugen en laster. Dat wreekt zich trouwens altijd. Het in apolitieke ongerechtigheid geboren Ministeiie* wandelde tot dusver niet op rozen. Merwébode Arme domine Bijna even erg als dr. Kuyper, deelt tegenwoordig dr. De Visser in den smaad van het liberalisme. Hij wordt er ons te liever om 1 Dat de onzen te Leiden zichzelf over troffen, om hém in de Kamer te brengen, was ook omdat in 1905 na dr. Kuyper juist in den persoon van dr. De Visser het vinnigst de christelijke beginselen waren aangetast. En 't gaat nog maar voort. Zie nu weer in 't Handelsblod Dr. De Visser is 'n partijmenner, 'n poli tieke drijver etcetera geworden en tenslotte komt de verzuchting, dat een paar duizend socialisten aan kerk en godsdienst nog niet zooveel kwaad doen als één zoo'n politieke dominè Een man dus, die handelt als dr. De Visser en op zijn waardige, overtuigende wijze optreedt voor de eere Gods ook op politiek terrein is erger dan 2000 socialisten. Zóó is 't te begrijpen, dat de liberalen in de hoofdstad er tegenwoordig geen been in zien, om op de mannen van de S. D. A. P. te stemmen Maar wat eigenaardig is Dr. De Visser is jarenlang een apolitieke dominé* geweest, zonder dat de liberalen iets op hem te zeggen hadden. Zoo b.v. in 1897, loen ze 'n hem een apolitiek fortuintjes meenden te h bben. Toen namen ze zijn uitspraken op en drukten die met vette letters in de kranten af. Toen was hij een goeie dominé. Waar niets op te zeggen viel. Maar eilaci Het bleek dr. De Visser al gauw, dat zijn plaats was aan de Rechterzijde en o weetoen deugde hij niet meer. Toen was 't jammer, bitter jammer, dat zulk een begaafd, geliefd, geacht Evangelie dienaar zich aan de politiek verslingerd had. Even slechts, sinds dien tijd, tegen domine's papieren. Dat was, toen hij tegen Kuyper's H. O. Wet sprak en stemde. Toen was hij weer een onbedorven predikant geworden. Maar 't was een vleugje. De man bleef rechts zitten. En zoodoende is hij in den politieker) draaikold ondergegaan. De liberalen hebben hem opgegeven Arme domine Onze Courant. De vechtpartij te Ossendrecht. Wij wenschen de aandacht te vestigen op eene ergerlijke omstandigheid, die zich zoo vaak en ook nu weder te Ossendrecht heeft voorgedaan, n 1. dat de politie blijk baar, wegens hare beperkte vrijheid om te handelen, tegenover allerlei geboefte het onderspit moet delven. Geven wij eerst de feiten weder, zooals wij die opgeteekend vinden in het Dbl. v. N.-Brabant »Tegen tien uur 's avonds waren onge veer 25 personen van de Santvlietsche heide in het dorp gekomen, blijkbaar met 't doel ter gelegenheid van de kermis om eens af te rekenen met de politie, waarmee deze personen al geruimen tijd op gespannen voet leven. Eerst maakten zij zich aan allerlei baldadigheden schuldig en op ver schillende plaatsen werden ruiten inge worpen. ïToen zij politie-beambten bemerkten, keerde de woede der bende zich tegen dezen. Er waren 4 beambten, n 1. de brigade commandant Postma, de brigadier Eist, de marechaussée Bakker en de veldwachter Dingemans. Oogenbhkkelijk vielen allen tegelijk hen aan, zoodat de politie genood zaakt was de sabels te trekken ter zelfver dediging. Wijl de marechaussées te voet waren, droegen alle korte sabels en een dezer, n.l. die van de marechaussée Bakker, was spoedig door een der vechtersbazen bemachtigd. Weldra lag de brigade-com mandant Postma overmand op den grond. Vijf man zaten -boven op hem en mst de bemachtigde sabel werden hem verschillende houwen toegebracht). »De algemeene vechtpartij duurde inmid dels voort. Men legde 't er op aan de politie-beambten van hun revolvers te be- rooven. Dit mislukte echter, en eindelijk slaagde Dingemans er in den brigadier te ontzetten. Dit had echter tot gevolg dat de woede der vechtlustigen zich nu tegen Dingemans zelf keerde, hij werd neerge smeten en vastgehouden op den grond. 2 Ook hij kreeg verschillende schrammen op het gezicht en een hoofdwonde door de sabel. Bijna had men de revolver te pakken, doch de man had in een onopgemerkt o ogenblik de tegenwoordigheid van geest zijn revolver weg te werpen, zonder dat dit door de belhamels werd bemerkt. ^Intusschen werd door de andere mare chaussées van hun vuurwapenen gebruik gemaakt. Blijkbaar was ook de tegenpartij vafi vuurwapenen voorzien, want drie schoten kwamen van hun zijde, toen plot seling een der belhamels in den buik werd getroffen. Het moet zijn een zekere Cabus, wonende onder Santvliet. Hij riep: Ik sterf! Toen werd hij door zijn makkers wegge dragen. De brigadier Postma was door bloedverlies buiten gevecht gesteld, terwijl de marechaussée Bakker ook niet meer kon, wegens de vele slagen, die hem waren toegebracht. Het gelukte Dingemans na het vallen dier schoten los te komen en te vluchten, om zijn revolver te gaan oprapen. Voorts werd nog door de belhamels met steenen geworpen, zoodat een persoon uit Ossen drecht, die de politie te hulp was geko men, eenige steenen tegen het hoofd kreeg, waardoor hij werd gekwetst. ^Herhaalde malen werd door brigadier Eist aan de Ossendrechters toegeroepen achteruit te gaan, daar er zou worden geschoten. Ondanks deze waarschuwing kreeg een hunner, zekere Sebregts, een schot in de rechterzij, zoodat de kogel, naar later bleek, de lever kwetste. j-Eindelijk gelukte het aan den brigadier Eist en den veldwachter Dingemans de belhamels terug te drijven, wat onder het werpen met steenen plaats vond, zoodat de politie nog menig keitje tegen het lijf kreeg. Ten slotte echter trokken zij af naar de Belgische grens, met medeneming van den gewonde en zonder dat het gelukt was een der daders in handen te krijgen. »Eerst hierna kon men er aan denken de gewonden op te zoeken. j>De vechtersbazen hebben den gewonde Cabus per kruiwagen naar de Belgische grens vervoerd. Zijn toestand moet ernstig zijn. »De kogel, waardoor Sebregts werd getroffen, is uit de wonde verwijderd en, naar verklaring van den dokter, is er geen gevaar voor het leven van den man. Wat den brigadier Postma betreft, van hem kon de dokter nog niets zeggen, de oogen zijn zeer opgezet, en behalve hoofdwonden, heeft hij nog een houw over den neus bekomen. De overige gewonden deden wederom gedeeltelijk dienst.* Gaan wij deze feiten na, dan valt er allerlei te constateeren, dat de afloop der zaak onbegrijpelijk en allerbedroevendst maakt. Een 25-tal lieden maakt zich schuldig aan allerlei baldadigheden en als de politie komt, behoorlijk gewapend, wordt deze aangevallen. Ter zelfverdediging trekken deze 4 man, die staan tegenover eene overmacht van 25, d. i. 1 tegen 6, aan stonds den revolver, zou men denken, maar neen, den sabelDe gevolgen blijven dan ook niet uit. Een marechaussée is zijn sabel dadelijk kwijt en vervolgens wordt een ander en daarop den veldwachter overmand. Het gevecht van de zijde der politie krijgt inmiddels een eigenaardig karakter. Met de zoo doelmatige sabels vechten zij als leeuwen voor het bezit hunner revolvers, en de veldwachter schijnt het summum van tactvol optreden bereikt te hebben, toen hij zijn revolver weg wierp Eindelijk hebben de marechaussées den tijd gekomen geacht om hunne revol vers te gebruiken. Postma en Bakker schijnen niet meer in staat geweest te zijn behoorlijk te mikken, zoodat het blijkbaar alleen den brigadier Eist gelukt is iemand te raken. Als men bedenkt, dat, hoewel het donker was, een 25-tal menschen in de termen vielen om getroffen te worden, is het intusschen vreemd, dat geen der andere politie-beambten raak schoot. Nu komt de veldwachter weder ten tooneele, die zijn revolver ondanks de duisternis weder teruggevonden heeft. Daarop worden deze beide mannen, Eist en Dingemans, benevens de eenige inwoner, die hen te hulp kwam, met steenen ge bombardeerd, hetgeen Eist aanleiding geeft om (let wel, nadat hij reeds een van de kerels heeft neergelegdte waarschuwen, dat er geschoten zou worden. De beide beambten schietenéén al weder mis en de ander raakt den verkeerde. De Belgen schijnen niettemin zóó onder den indruk van dit machtsvertoon te zijn gekomen, dat zij zich, hetzij dan al gooiende, laten wegdrijven. Merkwaardig is het nu weder, dat het steenen gooien nu geen tegenweer uitlokt en Eist en Dingemans zich vergenoegen met projectielen tegen het lijf te krijgen zonder te schieteD. Als slot zien wij de overwinnaars, zonder gekwetsten of gevangenen achter te laten, in triomf naar hunne haardsteden terug- keeren. Resultaat van het gevecht, dat te midden van vele toeschouwers plaats vond: van de 25 aanvallers 1 ernstig gekwetst, van de 4 politie mannen 3 gewond, waarvan één ernstig, benevens hun helper licht, en daarbij één toeschouwer zwaar. Wanneer dit gevecht had plaats gehad aan de overzijde van onze oostelijke grens, dan had de politie niet het gelag betaald. Waarom niet? Wij kregen eens eenigen tijd geleden een proces verbaal onder de oogen van een dergelijke vechtpartij in Limburg bij de Duitsche grens. Ook toen haddtn eenige lieden vaa over de grens het op een marechaussée gemunt; ook toen concen treerde het gevecht zich om het bezit van den karabijn; ook toen werd de ongelukkige erg toegetakeld. Een Duitscher, die er bij stond en die niet wist, dat de Nederlandsche politie heeft te zorgen, dat hare vuurwapenen niet in verkeerde handen komen (de rest komt er minder op aank, liet zich zeer naief den uitroep ontvallen: ï-Mein Gott, dürfen die Gendarme in Holland denn nicht schiessen Als de marcchaussé het niet te volhandig had gehad, zou hij wellicht geantwoord hebben »Neen, vriend, wij krijgen kara bijnen en revolvers, niet om ons zelf te verdedigen, maar om ze te verdedigen; wij mogen ze alleen gébruiken, als wij halfdood geslagen zijn, en als wij dan het ongeluk hebben een van onze aanvallers te raken, dan schreeuwt men *moord« en loopen wij gevaar den dienst uitgezet te worden.* Met zulke instructies tracht de Neder landsche Overheid door hare dienaren de orde te doen handhaven. Intusschen stelt zij de kranige leden van een uitstekend politie-corps bloot aan ergerlijke mishande lingen en geeft aan het gepeupel een vrij brief, om, mits in voldoend aantal op tredende, den baas te spelen. Wij zien misschien verkeerd, wanneer wij oordeelen, dat het hoog tijd is, dat aan de politie de vrijheid worde geschonken zich behoorlijk van hare wapenen te bedienen. Zoo niet dan gelooven wij, dat van Rijks wege zorg gedragen behoort te worden, dat steeds een voldoend getal kruiwagens gereed sta tot vervoer van beklagenswaardige slachtoffers* van het optreden der rustbe waarders, opdat niet, gelijk te Ossendrecht, een ingezetene zich den zijnen zie wegge haald. Wie weet, of er anders niet, behalve om het bezit van, een revolver, ook om dat van een kruiwagen wordt gestreden! (Ned. btemmen.) De verhouding in de Provinciale Staten der onderscheidene provinciën was en is. Voor de verkiezing had Friesland 27 Lib. 3 Soc. 2o Rechts. Groningen 42 Ovevijsel 24 t Gelderland 22 Utrecht 14 t N.-Holland 56 Z.-Holland 36 Zeeland 15 1 2 1 i> 22 40 28 1 Soc. 2o 46 27 236 Lib. 6 Soc. 205 Rechts. Na de verkiezing heeft Friesland 22 Lib. 8 Soc. 2o Rechts. Groningen 38 u 4 3 Overijsel 2o Gelderland 23 Utrecht 12 N.-Holland 50 Z.-Holland 31 Zeeland 16 2 d 25 39 1 Soc. 29 4 23 5i 26 20Lib. 19 Soc. 216 Rechts. Uit deze opgave blijkt, dat de liberalen van allerlei pluimage door geheel het land zijn achteruit gegaan van 236 op 202, dus verlies .34. Wijzen deze cijfers niet op de profetie, dat eenmaal de worsteling der geesten over heel het terrein van het leven zal gaan tusschen Socialisme en Christendom Socialistische winst. Het Liberalisme brokkelt af. En het Socialisme wint, is de droevige waarheid, die wij er in een adem naast moeten stellen. Ziehier een staatje, dat de vooruitgang der socialisten aanwijst. Zij hadden vóór de jongste stembus in Friesland 3 zetels, thans 8 Groningen 1 zetel 2> 4 Overijssel 1 z >2 z Utrecht o z z 1 N.-Holland 1 z 4 Nog al een kolossaal versch'l Voor de slembus hadden de socialisten in de Staten-Provinciaal 6 zetels, thans, na de stembus 19, zegge negentien leden. Zeker, een belangrijk teeken des tijds Een teeken, dat iets te denken geeft. Het doet ons onwillekeurig deuken aan het bekende trapje van Mr. Groen van Prinsterer Oud-Liberaal, Unie Liberaal, Vrijzinnig-Democraat, Sociaal- Democraat. Or aafschapper. Sommelsdijk.* Bij de op Donderdag gehouden stemming voor twee leden van den Gemeenteraad zijn uitgebracht 340 stemmen, van onwaarde 6. Daarvan ver kregen de Heeren M. Born (aftr.) 203 stemmen. K. de Graaff (aftr.) 141 J. Joppe Cz, 86 Dr. Knöps 201 Zoodat gekozen zijn de Heeren Born en Knöps, beiden antir. Aanstaande Zondag 7 Juli zal, het precies een Eeuw geleden zijn dat de Ned. Herv. Kerk, na den tweeden brand, voor den dienst werd ingewijd door Ds. Joh. Monlijn met eene predikatie over 1 Koningen 8 vers 29. Nadat de kerk en toren ten tweeden male was afgebrand predikte Ds. Montijn een kleine tijd in de School en daarna in de Mennonietenkerk, thans een pakhuis in da W est-Krakeelstraat. Van der Waal en Ver voorn, Geschie denis van Flakkee, zeggen hiervan »De Mennonietenkerk had vóór 1799 >een beter aanzien dan in dit jaar. Van »binnen was zij »redelijk fraai, ruim en >lugtig.< De gemeente was maar klein, »had zelfs geen leeraar, maar stond onder herderlijk toezicht van den Predikant te »Middelharnis, waar ook nog een gebouw, >een schuur thans, staat, die den naam >van Mennistenkerk draagt. Om het Som- »melsdijksche kerkje wat te verbeteren, »brachten de leden der Herv. gemeente zf aooo bijeen. Maar zegt Ds. Montijn »Nadat ik omtrent twee jaren in een oud >Mennonietenkerkje gepredikt had, waarin »sommigen tien guldens in het jaar voor »eene zitplaats gaven, eene beroeping naar »Arnemuiden had ontvangen, vreesden velen, »dat ik zou vertrekken, omdat er middelen ontbraken ter herbouwing van de (afge brande) kerk. »Eenigen in de gemeente tiokken dit »zich zeer sterk aan, en verzochten door »den kerkeraad aan de Heeren kerkmeesters, »dat er middelen ter herbouwing van de »kerk zouden beproefd worden. >Kerkmeesters toonden zich daartoe ge- »negen, en besloten eene rentelooze in- »schrijving, of liever vrijwillige gift, bij »gesloten biljetten, te verzoeken, en mij, »om de gemeente daartoe op te wekken. »Ik voldeed gaarne aan dat verzoek, en >koos den tekst, uit het 2de Hoofdstuk van »het boek van Nehemia Toen aeide ik ztot hen: Gijlieden ziet de ellende, waarin zwij zijn, dat Jeruzalem woest is, en hare zpoorten met vuur verbrand zijnkomt zen laat ons Jeruzalems muur opbouwen, zopdat wij niet meer eene versmaadheid zzijnJ' »Deze preek had dit gevolg, dat eene »geopende inschrijving de belangrijke som »van f 14000 opbracht, eene opoffering, »die Sommelsdijk altijd tot eer verstrekken »zal. >Om dit kapitaal te vermeerderen, werden »de zitplaatsen vooruit verkocht, en de huur hén jaar vooruit betaald, wat de som van *f 14000 tot f 20000 deed aangroeien. »Nu begon men met ijver aan den herbouw >der kerk, en op den 7den Juli 1807 werd »zij plechtig ingewijd door den genoemden »leeraar. Zijne tekstwoorden waren, aan de voorzijde van het portaal nog duidelijk zichtbaar, nl.1 Kon. 8 29.* 4 Juli. Door G. Snoep alhier werd met de vischsloep van stuurman W. van den Hoek uit Middelharnis een postduif medegegeven, die om halt twaalf in volle zee werd losgelaten en haltvier met een briefje alhier arriveerde. Als een bewijs met hoeveel vuur er alhier gestemd is, diene dat, naar men ons mededeelt, de 84-jarige oude heer B. door 2 personen op en af de trap van het gemeentehuis werd gedragen om zijn kiezersplicht te vervullen. In den nacht van Maandag op Dinsdagjl, zijn bij den landbouwer G. van Es alhier 25 kuikens gestolen. De koopman H. N. van Nieuwe Tonge, die den vorigen dag deze ku.kens had willen koopen werd als vermoedelijke dader daarvoor aangewezen en op telegrafich verzoek van den Burge meester alhier, door de gemeentepolitie te Rotterdam aangehouden. Bij aankomst te Rotterdam van onzen Gemeenteveldwachter en den bestolenen werd de man wegens gebrek aan bewijs op vrije voeten gesteld. Het woonhuis en cafe met vergunning van den heer N. Heintjes, staande aan den Oostdijk alhier, hetgeen verleden week Donderdag door den heer J. Born van Middelharnis is ingezet voor de som van f 2625, is voor dat bedrag aangeloopen. Bij Kon. Besluit is met ingang van 1 5 dezer benoemd tot kantonrechter-plaats- vervanger in het kanton Sommelsdijk de heer D. Veenman, ontvanger der registratie en domeinen alhier. Middelharnis. De uitslag van de op 3 Juli j.l. gehouden Gemeenteraadverkie zing is als volgt: uitgebracht 450 stemmen; van onwaarde 10, Daarvan verkregen de heeren Bom (aftr.) 241 stemmen. Kardux (aftr.) 200 Kolff (aftr.) 253 Sloot 206 Struik 195 Vink 157 Zoodat gekozen zijn de heeren Born en Kolff en herstemming moet plaats hebben tusschen de heeren Kardux en Sloot,

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1907 | | pagina 3