EERSTE BLAD
I
Zaterdag 15 Juni 1907.
Antirevolutionair w'''IJF Orgaan
&OM MBSILSSt 13 Mi
u
li
IN HOC SIGN O VINCES
22sle aargang P*1250.
voor Se SRuldliollaiidsclie en Keeuwiche Eilanden»
UITGEVEN
T. BOEKHOVEN.
Alle bukken voor «Ie fi&eciactle öesleiii«l, Advertenlién es verdere Administratie tranen toe te zenden aan den Uitgever.
lief Cents aal Comité van
VrUz- 14 les vereen igisa-
gen op Fiakkee.
Alcohol-ver gif iigircg-.
1
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
Teletoem Isitercomm. No. 3.
Adverteiitiëü 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/s maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- ea Vrijdagmorgen 10 uur.
Er is een Verkiezingskrantje op
Flakkee uitgegeven door een zich
noemend «Centraal Comité.®
Op de aanplakbiljetten stond ook
Het Centraal Comité.
Overal heeft het ding de ergernis
opgewektniet om den inhoud, want
daar trokken wij partij vanmaar
omdat niemand weet of wist, wie toch.
eigenlijk dat Comité uitmaakt.
Is 'took geen dwaasheid om op te
treden als voorlichter van bijna 5000
kiezers, en niet te zeggen, wie men
is en vanwaar m^n komt.
Voelt dat Centraal Comité nu toch
zelf niet, dat zoo alle vertrouwen der
kiezers geschokt wordt, 't Is trouwens
herhaaldelijk en openbaar uitgespro
ken door Liberale mannen, dat ze,
in een Comité, zich zoo hullend in
nevelige onbekendheid, geen 't minste
vertrouwen stellen.
Vanwaar die geheimzinnigheid P
Om des te beter te kunnen schelden
of zwetsen op de Roomschen of op
ons Anti's. Is men te laf om ridderlijk
een openlijken strijd aan te gaan, in
de pers Durft men niet voor 't front te
komen, omdat men zich zijn actie
schaamt?
't Is niet de eerste maal, dat de
Liberalen den strijd tegen ons aan
binden zonder dat we weten, met
wien we te doen hebben. Zoo iets
is niet flink maar laf.
En de 3300 kiezers hebben dat ook
zoo opgevat. Ze zagen en zien in
dat Centraal Comité iets van 't Libe
ralisme uit den ouden tijd van
«luisteren en slikkenvan «heeren
wijzen, en gekken prijzen.®
Als 't Liberalisme op Flakkee meent,
dat ze in dezen goed handelt, het
blijve zijn gang gaanmaar eerlijke,
nobele, flinke tegenstanders werken
niet in 't donker, die laten hun naam
zien en komen zóó in den strijd met
open vizier.
In den Haag liep er in 't voorjaar
een inktgooier rond, die onverhoeds
vuile droppels wierp op de japonnen
der wandelende dames, 't Is de politie
nog niet gelukt, dien rakker te pakken
te krijgen. Maar is dit Centraal Co
mité anders dan de Haagsche inkt
gooier, die zoo, stiekum, het vuile
werk van bespatten doet
Stokpaardjes.
Dat dit Kabinet niet fortuinlijk is,
moet ieder toestemmen.
Van de negen Ministers, door den
grootmeester der Liberalen, mr. Bor-
gesius tot een Kabinet saamgebracht,
is er nog niet één gelukkig geweest.
Ja, toch één. De heer Staal, die er
tusschen uit getogen is en nu rustig
onder dak is gebracht in de Eerste
Kamer, waar hij ongetwijfeld de ge
zonde lucht der anti-liberale ver
zoeningsgezindheid met volle teugen
kan inademen.
De heer Staal is fortuinlijk geweest;
het kan niet ontkend, want hij is er
tusschen uit gegaan, wat in de huidige
politieke omstandigheden beslist zoo
dom nog niet was.
Maar overigens waren de Ministers
niet gelukkig
«De dure sigaren«, zoo schreef de
N. R. C. van 11 Juni, in haar Jobs-
bericht over den uitslag, zijn in Rot
terdam de oorzaak geweest van neder
lagen.
Niet prettig voor Minister de Mees
ters; een politiek fortuintje was deze
Excellentie met zijn dure sigaren daar
dus niet; en fortuinlijk was de Minister,
ziende onze hooge cijfers in alle distric
ten, volstrekt niet.
Over de andere belastingontwerpen,
waarover de voorstanders van dit
Kabinet zelf klagen, zullen we nu maar
zwijgen. Fortuinlijk lijken ze niet.
Minister Rink is een bedaard man,
die zich nog niet heeft overwerkt,
maar fortuinlijk kan hij nog niet
geweest zijn, omdat hij nog niet «ge
speeld® heeft. Hij is bang voor een
«inzet.®
En gaat zoo maar alle Ministers na;
de een na den ander zal 't erkennen
zij, Ministers, hebben na 1905 nog
geen vroolijken, gelukkigen dag gehad
dan de heer Staal, die er bijtijds
uittoog.
Nu is 't van zelf, dat de Liberale
woord- en penvoerders dat onfortuin
lijke leven liefst maar in den donker
houden; 't hoort ook zoo: wie treurnis
ziet, gaat dat niet op den publieken
weg uit staan roepen, maar zoekt een
afzonderlijk hoekje op om mee te
zuchten: gevoel over anderer smart
moet geen bekijk hebben.
Met meelijden bezield, eerbiedigden
zij in stille gelatenheid de smart van
het misfortuin!
Ze spraken er niet over; ze weenden
zelf in stilte mee, dat het toch op de
wereld zoo naar kan gaan, en dat het
politieke leven toch zoo vol distels en
doornen is.
Maar met 't oog op de verkiezing
moest er toch wat gezegd en ge
schreven worden.
En daar kwamen ze los: de stok
paardjes!
De Liberalen hadden in 1800 en
zooveel, afgeschaft en afgeschaft
en afgeschaft
Ja, zei er een arbeider tot onstoen
grootvader nog leefde, was dat aardig;
maar ik heb er geen weet van, ergo
't laat me koud en hij
stemde, ondanks de veelvuldige af
schaffing in 1850, nochtans Rechts in
1907.
We vroegen hem toen: wie zou je
grootvader in 1850 gestemd hebben?®
Dat weet ik niet. zei hij, maar hij had
geen kiesrecht; daar bleef je oudtijds
netjes van af als je werkman was; je
zat vroeger bij al de «afschaffingen®
als een onmondig kind onder je voogd
ze beschikten in 1850, dat heeft groot
vader ons dikwijls verteld, over je,
maar zonder je. De werkman stond
onder »toezicht«, als een strooper
onder politie controle. Had men die
controle ook maar afgeschaft!
De liberale woord- en penvoerders
hadden het over uitspraken van dr.
Kuyper; kernachtig Kuyperiaansch
waren ze; 'tkan niet ontkend. Aan
geen der lib. Ministers was een pittig
woord te ontleenen, om het eens aan
de kiezers voor te leggen: daarom
moesten de heeren wel naar dr. Kuyper,
waar 'tzeer wel gelukte. Oude stukken
brachten ze op 't appel, even als van
mr. Groen, en ze sloegen zoo in, dat
er ruim 2300 kiezers van de 3600 op
Rechts gingen. Of Kuypers woorden
dus ook raak waren Oude wijn is de
beste, niet waar?
Een oud stokpaardje was ook de
snelvuurkanonnenEr is hartelijk
om gelachen om 't arme beest, het
leek nog zoo »vurig« en och't was
maar hout. 't Verbeeldde zich iets te
zijn, en 'twas niets.
De kiezers hebben het laten draven,
maar geen tien passen, of daar stond
hethaltter bespotting van allen,
die het arme dier hadden aanschouwd.
En zoo wriemelde het in de verkie
zingsorganen als van die dunne regen
wormen, welke de jongens zoeken om
aal te vangen, 't Moet getuigdde
vangst was pover!
Met oude stokpaardjes kwamen de
heeren aangereden!
Ze zijn op hun voeten weergekeerd!
Om het groot.e belang, dat er in
gelegen is goed te weten wat de ge
volgen zijn van alcoholgebruik, nemen
wij uit de «N. Arnh. Crt.« 't volgende
over
't Is een gelukkig teeken, dat niet
meer gelijk weleer, bovenstaande
woorden des Duitschen dichters bij
de menigte weerklank vinden. De
tijden, waarin men 'tferm en mannelijk
beschouwde, zich eens flink te be
drinken, ja, waarin men de hoeveelheid
drank, die iemand verzwelgen kon,
als maatstaf aannam voor diens flink
heid, die tijden behooren gelukkig vrij
wel tot het verleden.
Iedereen beseft tegenwoordig, dat
de' roes, die men zich vrijwillig op
den hals haalt, niet anders dan na-
deelig voor ons welzijn kan zijn,
mogen ook nog velen dit drankmis
bruik, mits een enkele maal gepleegd,
vergoeiliiken en als van niet te ern-
stigen aard aanmerken.
Maar men vergeet hierbij, dat zelfs
een enkele roes aanleiding kan worden
tot het uitbreken van sluimerende
ziekten. En talloos zijn bovendien de
gevallen, waarin door handelingen,
éénmaal begaan in een enkele roes,
het geheele verdere leven verwoest
werd.
Bij deze acute alcoholvergiftiging
welke hoewel uitertst zelden, toch
ook doodelijk verloopen kan, behoeven
wij niet nader stil te staan. Elk onzer
heeft de gevolgen er van te dikwijls
kunnen zien.
Van meer beteekenis echter, hoewel
minder algemeen bekend zijn de ge
volgen van 't chronisch alcoholmis
bruik, moge deze ook onder minder
stormachtige verschijnselen verloopen
dan de acute intoxicatie. Nagenoeg
geen orgaan, dat op den duur onbe
schadigd verdraagt het geregelde
alcoholmisbruik of gebruik. Want
zonder overdrijving kan gezegd wor
den, dat elk geregeld gebruik reeds
misbruik is, waarvan vroeg of laat
de naweeën zich zullen doen gevoelen.
In 't begin beperkt de schade zich
tot keel en maag. Bij regelmatig ge
bruik van geconcentreerden alcohol
ontstaat er een catarrh van de keel
holte, welke veroorzaakt, dat de patiënt
telken morgen geplaagd wordt door
een hardnekkige hoestbui, noodig om
de in de keelholte opgehoopte taaie
slijmmassa kwijt te raken. Op den
duur ontstaat hierdoor een abnormale
uitzetting van de longen, welke op
haar beurt weer aanleiding geeft tot
een hartaandoening,
Ook 't spreekorgaan lijdt ten zeerste
mede, hetgeen duidelijk gedemon
streerd wordt door het populaire,
goedgekozeu woord »grocstem.«
Hierbij blijft het niet. Als men maar
lang genoeg volhoudt en dagelijks zijn
portie alcohol geniet, dan slaagt men
er wonderwel in ook den vuurhaard
van ons lichaam, hoe degelijk de con
structie ook zijn moge, ten slotte
defect te stoken. En als teeken van
de gestoorde maagfunctie wordt
's morgens de dag op genoegelijke
wijze, voor den patiënt zoowel als
voor de omgeving, ingezet zoet vomee-
ren. Pas wanneer deze twee dage-
lijksche verrichtingen, het ophoesten
en 't braken voorbij zijn, voelt de
stakkerd zich weer zoo'n beetje opge
lucht en normaal. Maar't is duidelijk,
als dit een tijdje duurt, dat wij dan
niet meer van een normaal mensch
mogen spreken, maar wel degelijk met
een ernstige zieke te doen krijgen.
Toch zijn er, die 't geregeld dage-
lijksch gebruik van een «borrel® aan
bevelen durven als gezondheidsmaat
regel en daarbij steun zoeken in 't
feit, dat aanvankelijk, door geringe
quantiteit alcohol, de maagsecretie
toeneemt en daardoor de digestie be
vorderd wordt.
Evenwel mag hierbij niet over 't
hoofd gezien worden, dat misschien
ook de bitterstoflen, de kruiden, zoo
als 't gentiaan enz. voor een deel er
voor aansprakelijk zijn, misschien
meer dan de alcohol zelve, terwijl op
den duur de gunstige actie meer dan
geneutraliseerd wordt door nadeelige
gevolgen.
Gedeeltelik is de gunstige invloed
trouwens te verklaren, niet door wer
king direct op het digestie apparaat,
maar wel op de hersenen.
De alcohol oefent nl. een kortston
dig prikkelende, daarna een verlam
mende actie op de hersenen uit, zet
de hersenen als 't ware ten deele stop.
Hierdoor wordt de gewone gedach-
tengang onderbroken, worden wij uit
den sleur gehaald, zetten wij onze
dagelijksche beslommeringen van ons
af, en dit komt, langs psycliischen
weg. door vermeerderde afscheiding
van spijsverteringssappen de di
gestie ten goede.
Bij geregeld gebruik echter wennen
de hersenen aan dien prikkel en moet,
om het beoogde doel te bereiken, van
steeds stijgende dosen gebruik ge
maakt worden. Een, beetje helpt niet
meer, 't moet een borrel met een kop
worden, daarna moet er nog een
halfje, een afzakkertje bijkomen, en
aldus komt men in 't hellend vlak
terecht, waarbij van voordeel geen
sprake meer kan zijn, zich alleen nog
nadeelige gevolgen doen gelden.
Ook de bewering, dat de alcohol in
staat stelt tot het verrichten van
beteren en meerderen arbeid kan feite
lijk den toets der critiek niet weerstaan.
Gelijk door opzettelijke proeven ge
bleken is, neemt door alconol aanvan
kelijk de spierarbeid toe, echter slechts
zeer korten tijd, om weldra door een
stadium van blijvend verminderde
prestatie gevolgd te worden.
Alleen dus daar, waar, om zeer
gewichtige redenen, kortstondig de
maximale arbeid ten koste van alles
moet geleverd worden, bij poging tot
redding, in gevaar of in dergelijke
omstandigheden is het schenken van
alcohol bij den arbeid te verdedigen
of' kan dit zelfs aan te raden zijn. Maar
onder alle andere omstandigheden is
het onverstandig, daar steeds minder
en slechter werk geleverd wordt. Ook
ten opzichte van geestesarbeid gaat dit
op. "VV el bewerkt alcohol vlugger, niet
echter grondiger denken; en 't aantal
der onder invloed van alcohol opge
wekte ideeën is meestal omgekeerd
evenredig met hunne diepte. De rede
neeringen, door den alcohol te voor
schijn geroepen mogen soms over
bluffen, door de gemakkelijkheid
waarmede ze voorgedragen worden,
zelden zullen ze imponeeren door
oorspronkelijkheid of bljjken van ver
nuft, maar meestal ontaarden in wat
men, zacht uitgedrukt, aanduidt met
den term zwetserij.
Van de ingewanden krijgt verder
ook de lever een duw, en treedt hierin
vaak een verharding op, in de volks
mond aangeduid als «jeneverlever®.
Vaat- en hartziekte, de naam van
Münchenerhart of bierhart is wel
sprekend, nierziekten, zoomede huid
aandoeningen behooren tot de beloo
ningen, waarvoor de trouwe vereerders
van den alcohol in de eerste plaats
in aanmerking komen. Wat de huid
aandoeningen aangaat isdit een publiek
geheim. De roode knobbelige neus,
zeer oneerbiedig als brandewijn-,
jenever- of wijnneus betiteld, is veelal
de decoratie door den drank uitgereikt,
het ridder- of commandeurskruis in
de huisorde van koning Alcohol
Van al onze organen wordt echter
ten slotte de ergste schade toegebracht
aan het zenuwsysteem In dit gebied
zien wij seccessievelijk een lange rij
ziekteverschijnselen optreden vau de
lichtste tot de zwaarste vormen.
In de beginne springt 't nadeel niet
in 't oog, de alcoholist, (dronkaard is
zoo'n leelijke naam voor iemand, die
niet bepaald dronken is), maakt een
opgewekte, ronde indruk, als van een
gul en mededeelzaam mensch. Maar
spoedig blijkt 't, dat de zelfcritiek
afneemt, Hij waagt zich in onderne
mingen of laadt een taak op zich,
waarvoor hij niet berekend is sn begaat
handelingen, houdt praatjes, waaruit
blijkt, dat hij zich geen rekenschap
meer geeft van zijn woorden, noch
van zijn daden. Ook 't geheugen neemt
af, de patiënt wordt zg. vergeetachtig.
Deze toestand blijft soms geruimen
tijd, jaren lang stationnair, maar hoe
langer des te meer wordt hij ongeschikt
om zyn beroep uit te oefenen, zonder
dat hij zich hiervan bewust is. Boven
dien wordt hij egoïst, onverschillig in
vele opzichten voor de belangen van
zijn gezin.
Hierbij blijft 't vaak en dan mag de
patiënt van geluk spreken.
Soms echter gaat 'theelemaal bergaf.
Bij genoemde stoornissen voegen zich
andere in bepaalde zenuwgebieden
Hiertoe behoort o. a. de alcohol-ver
lamming, een ziekte, veel overeenkomst
vertoonende met de beroepsziekten,
veroorzaakt door olod en arsenicum.
Bij den alcoholist worden meestal
gelijktijdig meerdere zenuwen aange
tast. De patiënten klagen eerst over
schietende pijnen in de ledematen,
vooral in de beenen, waarbij naeenigen
tijd zich voegen gewichtige stoornissen
in 'tloopen; de gang wordt onzeker,
waggelend, soms treedt totale ver
lamming in.
Dikwijls ook lijden zeaanstoornissen,
herinnerende aan nicotine vergiftiging,
't Gezicht neemt af: de patiënten zien,
alsof ze door een koker kijken, aan
schouwen dus slechts een gedeelte van
de omgeving, terwijl ook 't waarne
mingsvermogen voor kleuren zeer
vermindert. Eindelijk treden nog her-
senaandoeningen op, waarvan de meest
bekende, nog niet eens de ergste, is
het delirium tremens of te wel de
«zuiperswaanzin®.
Ofschoon geenszins volledig, geeft
dit lijstje ons toch reeds een blik op
de gevolgen van geregeld alcoholge
bruik.
f
i
iviiu icgt-jj zijn nouiu
i