w
I
I
RECHTS.
Rechts.
1
Rechte.
II. m WILDE.
Beloven sn Boen „Twee!11
Zonder Godsdienst
is geen vrijheid moge
lijk en rest alleen de
slavernij.
J*
Wie bracht in 't moeras
ili-
»-v
V'F
Naar liberale
beginselen heerscht de
rede oppermachtig.
Had Rechts een Rabinet
moeten vormen in de
crisis
Een teieursteilssw voor
«Ie vrijzfsiiiigeii.
Wat was dat voor onze tegenstan
ders een goeden tijd, toen de Christenen
voor het grooter deel hun geloofsbe
ginsel meer binnen de muren hielden
sn louter als een zaak voor het gemoed
beschouwden. De heeren vrijzinnigen
hadden in alles de handen vrij Zij
achten eens om die dompers soms
ladden zij medelijden met de blindheid
en onkunde der in hun oog z. g.
geloovigen. Maar zij lieten ze met rust.
Doch welk een ontnuchtering. Daar
werd dat domperige volk op ééns
actief. Hun beginsel binnen de Kerk
muren beleden, begonnen zij in het
oublieke leven uit te roepen. Ja zelfs
durfden zij het christelijk beginsel aan
te prijzen als het aloude wel beproefde
en veel deugdzamer beginsel dan dat
der vrijzinnigheid. Hoe dubden ze het
bestaan?
Ja, wat meer is, zij eischten dat de
Overheid maar recht, hen gelijkelijk
zou behandelen met anderen, en
dezelfde gelegenheid zou geveu als aan
anderen, |om tegenover hun tegen
standers hun Christelijk beginsel te
poneeren.
Nog verder gingen zij, en beweerden
dat het christelijk beginsel de oudste
rechten had; en dat de liberalen met
bun beginsel in ons volksleven een
antithese, een tegenstelling hadden
ingebracht. En dat zeiden ze niet, maar
doch zij bewezen het met de historie.
De vrijzinnigen waren teleurgesteld.
Zij gevoelden, dat hun alléénheer
schappij nu uit was. En het ergste
voor hen was, dat zij tegen het beweren
der christelijke partijen nog nimmer
één enkel steekhoudend argument
konden aanvoeren. Wat zij wel kon
den: er tegen in brullen en liegen
zoo als wij dat in 1905 hebben beleefd.
Doch het baat hun niet. Wij zijn
er en zullen toonen, dat wij er zijn,
ook daarin, dat wij de oude christelijke
roem van ons district zullen hand
haven, door met groote meerderheid
te kiezen ons aftredend Statenlid
«ïWWllW*;
PKÏlölWlW
%n öe ffiefcaïutie luaebt
een £tttjö, öfe tegen $aö
Zelf té aangelténöen,
tojctfcamenöe uit öe
5iidjt aan <0ab geïp j
te 5p. j
Prof. Fabius. i
SBe
I'oliliek Ibs 't teeiuïBï
der Religie.
Bij een stembus aan de kiezers een
massa beloven, dat kunnen de vrij
zinnigen meer en beter dan wij; het
moet tot hun eere gezegd.
Maar zijn zij eenmaal meerderheid
dan komt er van het volbrengen
hunner belolten zoo goed als niets;
dit moet tot hun schande gezegd. Ga
het zelf maar na.
In 1905 hebben zij het Ministerie
Kuyper weg gedrongen, hoewel Mr.
Patijn in een debat te Ouddorp zelf
moest erkennen dat door hetzelve zeer
hard en véél was afgewerkt,
Toch moest dat Ministerie weg, want
zoo beweerde die Mijnheer: »De
verdeeldheid der Christelijke groepen
in de Tweede Kamer maakte het
onmogelijk om de ontwerpen van het
Ministerie tot wetten te maken.
Je moet maar durven.
Doch dan de verschillende groepen
der vrijzinnigen? o Geen nood!
Die hadden één gemeenschappelijk
program, Tydeman, Borgesius, Druc-
ker en Troelstra. Zij zouden allen
meewerken om naar dat program
samen te werken. Hm. hm! jawel het
mocht wat.
Weet je waar ze in hebben samen
gewerkt?
le. In hun haat tegen het Christelijk
geloof, waar dat geloof vroeg om
toepassing in het staatkundig leven.
2e. In het doen stilstaan van de
sociale wetgeving, die door het vorig
Ministerie zoo kostelijk was op gang
gebracht.
3e. In het afwerken van wetsont
werpen, die zij van het Ministerie
Kuyper hebben overgenomen.
4e. Door te bewijzen dat ons land
een heel eind achteruit wordt gezet
als het moet geregeerd worden door
een vrijzinnige Coalitie.
Wilt Ge bewijs?
Zie dan wat zij beloofden en
naar wat zij daarvan vervulden;
Beloofd;
Verheffing van het peil van het
volksonderwijs.
Pensioneering voor den ouden dag.
Een nieuwe armenwet.
Ingrijpende (nog al) maatregelen in
de richting van een volksleger.
Bezuiniging op militaire en andöre
uitgaven.
Belastingherziening, waardoor de
druk der mingegoeden, ook van den
middenstand zal worden verminderd.
Wegneming eindelijk van de grond
wettige belemmeringen, die een billijke
regeling van het kiesrecht in den weg
staan.
Wat is er van al deze beloften
vervuld?
Dan belastingplannen, waarmede
zoo wat niemand is ingenomen, als de
ontwerper zelf.
«Vervolgens een Commissie voor
Grondwetsherziening» van wiens rap
port zoo goed als geen notitie is ge
nomen.
En eindelijk een onbekookte Minis-
terieele crisis, die een staking van
werkzaamheden voor het parlement
uitlokte, juist in een tijd, die anders
het vruchtbaarst is voor onze wet
geving,
Ja, Ja! Beloven en doen zijn twee.
De Heeren hebben zeker gedacht:
»Veel beloven en weinig geven; Doet
de gekken in vreugde leven.«
Maar onze kiezers zijn nu gelukkig
geen gekken. Vooral niet op Flakkee.
Wij twijfelen er niet aan of zij zullen
een votum van wantrouwen uitspreken
in het beleid en de misleiding der
vrijzinnigen, door een kolossale meer
derheid van stemmen uit te brengen
op den man des volks en den vriend
des volks; den man, die niet met
beloften paait, maar met daden toont,
de belangen van ons district te dienen;
den man, die de man is van ons aller
keuze; die man is de Heer
B.
Ikrdvfichii^e Tegen-
§fam(ter§.
We hebben 't oog op de Invalideits-
verzekering en Ouderdomsverzekering
tige
leggen
Wat
op 60
of 70;
ongeluk I
woner,
treurigll
gegeef
moeten
op den
We
naasten
lijkheid
die de
willen
zekerin
gaan.
Wie
dit Ka
der tol
onderm
luk en
naar hi
in de
gen m
daarom
Wie
huisvae
ders,
zich v
alle Li
steun ei
die var
Dit 1
vochtig
tiën ml
den1
gunstbi
sterker
op en
van lit
Veri
om de
ellende
geholpi
Wii
Oud-
Umei.
Vrijs
Socil
Ka bine
sameng
Liberaef
Hoe
laatste
Libera
wordt
stuk, v
tevens 1
tendon
is vooi
den L
geen I
't V
ding t|l
ge
Pfl
zc
hiL'
d
jafl
z<
o
e
d
Tjf
■ti
li
De oorzaak van de Defensienarighe-
deu, die we nu al een jaar lang beleven,
ligt em niet bij ons, JAnli-Liberalen,
maar bij onze tegenstanders,
Het Ministerie Pierson, aan 't bewind
van 18971901 gaf drie maatregelen,
welke op defensiegebied ingrijpend waren
le de afschaffing der plaatsvervanging
en nummerverwisseling, reeds door het
Kabinet Mackay in 1888 voorgesteld,
maar van de dagorde afgebracht na zijn
val in 1891 2e de verhooging van 't
contingent van 11000 op 17500 miliciens
met verkorting van diensttijd, en 3e de
afschaffing der sohutterijen,
Wat was 't gevolg van punt 1 De
vermindering van 't aantal vrijwilligers,
te meer ernstig, omdat aan hen de
zwaardere diensten ook volgens de wet
konden worden opgelegd.
Wat was 't gevolg van punt 2 De
oefeningastijd werd tot zoo'n minimum
beperkt, „dat men niet als vroeger voor
den dienst van het leger reeds geschikte
manschappen, uit de gewone lichtingen
beschikbaar hield en werd de begrooting
van oorlog met milioenen guldens ver
hoogd."
Wat was 't gevolg van punt 3 Dat
de stedelijke wapenmacht wegviel, die
bij wanorde en ongeregeldheden door
staking enz. ontstaan, belangrijke diensten
kon bewijzen.
Zooals de lezer toestemmen zal, waren
de maatregelen ernstig, door dat Liberale
Kabinet genomen, en kostte den belasting
plichtigen tonnen gouds.
Maar wat 't ergste is: na dien tijd
heeft 't klagen over de Legertoestanden
niet opgehouden en met name werd, door
de vermindering der vrijwilligers, ook
als gevolg van punt l, de kaderkwestie
één der voornaamste; omdat natuurlijk
een leger toch een kader, dat isaan
voerders moet hebben, die blijven en niet
vandaag of morgen den dienst verlaten
om liever ia de burgerlijke maatschappij
een betrekking te zoeken.
Maar behalve over de Kaderkwestie,
die vanzelf de voornaamste kwestie in
't leger is, omdat zonder aanvoerders geen
oorlog te beginnen is, geenbinnenlandsche
muiterp ten onder te brengen is, kwam
van zelf volgens punt 2 een andere
kwestie: als er in plaats van 11000 nu
ruim 17000 zijn, kan dan de Oorlogs-
begrooting, die toch al zoo groot is, en
veel hooger worden moet, niet wat lager
worden door bezuinigingen aan te brengen
op die 17000 man? Bezuiniging! dat
werd 't wachtwoord, nadat 't Ministerie
Pierson ons de 17.500 man op den nek
had geschoven in plaats van de 11000.
Maar daar was dit 't gevolg weer van
dat men die bezuinigingen moest gaan
zoeken, 't Werd overal uitgeroepen van
de daken Wat is die oorlogsbegrooting
hoog, ze moet verminderen en dienvol
gens ging men aan 't zoeken.
Aha, zegt de kiezeren men vond
de bezuinigingin de afschaffing
en vermindering van 't blijvend gedeelte
Goed begrepen mijn| vriend Maar nu
weet elke kiezer al, wat we schrijven
zullen. Want immers nu kwamen de
poppen aan 't dansen, die al sinds de
optreding van dit Kabinet en sinds de
Begrootingsrede van Minister Staal in
de Tweede Kamer in 1905 en 1906 ge
danst hebben.
Eigenlijk konden we nu onze pen wel
neerleggen, want wat is er over dat vóór
en tegen van dat wegsturen dier „blij
vende soldaten" al niet in de Kamers
gepraat en in de Pers geschreven. En nog
wekeljjks verschijnen er brochures en
artikelen, die over die afschaffing een
woordje mee praten.
Maar nu voelt toch een ieder wel, dat
van al die oorlogsnarigheden niemand de
schuld is dan het Kabinet Pierson. De
Oorlogsbegrooting wordt te hoog; het
kader of het aantal aanvoerders te kléin
het bezuinigingsmiddel: afschaffing van
't blijvend gedeelte valt in slechte aarde
nk de afschaffing der schutterijen, omdat
dat blijvend gedeelte volgens velen dienst
kon doen om de schutterij te vervangen,
bij wanorde en ongeregeldheden.
Nu is de strijd in lichter laaie, altijd
op papier
Eu we zouden daar aan de hand van
allerlei brochures aardige artikeltjes over
kunnen schrijven, indien we niet geloof
den, dat de kiezers het uit riepenWe
lezen 't toch niet, sohei maar uit.
't Is zoo
Maar we willen dan toch vastnagelen
'tfeit, dat niet Rechts, maar Links de
oorzaak is, dat we nu in 't moeras zitten.
En door de Legerwetten Pierson èn
door de onbekookte manier, waarop
minister Staal dat „blijvend" gedeelte
maar weg stuurde, zonder dat iemand
weet of wist, of de dienst toch kan worden
waargenomen op behoorlijke manier èn
of we klaar staan, als eens een buiten-
landsche mogendheid ons land wil ge
bruiken als basis, om van daaruit zijn
vijand te bevechten; door die twee
hoofdoorzaken
zitten we in 't moeras
is er een Begrooiing van Oorlog met
volkomen sympathie van tienduizen
den verworpen,
is een Minister Staal gevallen, door
ons niet betreurd en door zijn vorige
vrienden verstooteri;
is een Crisis ingetreden, van 8 weken
Ministerieel nietsdien en sociale beuze
larij.
is do Legerkwestie in de politiek
getrokken, die er heel en al had moeien
buiten blijven.
is het vertrouwen in 't Leger door
de publieke kibbelarijen in Kamer en
Pers geschokt,;
is het buitenland met onze Oorlogs-
aangelegenheden, treurig genoeg, vol
komen bekend geworden,
is het buitenland ons Land gaan
be- en veroordeelen in zijn publieke
geschriften, en als een Land aan de
kaak gesteld, dat onbesuisd optreedt
jegens zijn Legerorganisatie, die vol
gens 't Buitenland aan de verachting
van vriend en vreemde is prijsge
geven.
spreekt men ia 't Buitenland schande
over wat de tegenwoordige volksleger
mannen durven te bestaan.
is er een Statenverkiezing gekomen
onder de leuze: Voor of tegen een
Volksleger, terwijl de voorstanders zelf
nog eens goed weten, wat zoo'n Volks
leger kosten zal.
is een inspecteur der Cavallerie,
omdat hij niet langer verantwoordelijk
kon zijn voor den treurigen toestanc
der ruiterij bij mobilisatie na oorlogs
verklaring, tot vroegere pensioen
aanvrage gedwongen;
is een broederstrijd ontstaan tusschen
zonen van een zelfde Vaderland, die
boe overigens ook verdeeld, toch één
behoorden te zijn; de handen behoorden
in één te slaan tegen één gemeen-
schappelijken buitenlandschen vijand,
in plaats van publiek, ten asnhoore
van heel de wereld, onderling te
veehten en te twisten over een ver
betering, (oftewel verslechtering, vol
gens de Buitenlandsche Bladen) van
't Leger.
is, de verdeeldheid in de liberale partij
op dat punt scherper beiijnd geworden,
en als gevolg daarvan, om tot demping
van dien twist bij deze Statenverkie
zingen te kunnen overgaan, de An
tithese met vlag en wimpel binnen
geloodst.
is uit de vuilheid van 't moeras
opgestegen de onbegrensde zuiverheid
der tegenstelling Tegen de Revolutie
het Evangelie.
Welaan dan! Do Liberalen brachten
ons in 't moeras. Ze brachten ons vroeger
een Koloniale Kwestie, een Schoolkwestie;
een Kerkelijke kwestie; nu een Leger
kwestie,
Wie van Kwesties is gediend en
daardoor geen sociale wetten tot. stand ziet
komen; hij kieze Links.
Wij Anti-Liberalen, die zaken willen
doen en geen Kwesties maken, wij kiezen
Oud-Minister Coet van der Linden.
We zouden ons kunnen beroepen op
hetgeen de liberale N. Rotfc. Ct. daar
over schreef:
De eisch, dat de Rechterzijde het
bewind zou aanvaaiden is ons altijd
onbillijk voorgekomen.
Dat kan van een partij of een coalitie,
die in de Tweede Kamer in de min
derheid is, niet gevorderd worden.
Maar zal men zeggen, dan had die
partij of coalitie, die in de Eerste Kamer
de meerderheid heeft, ook de oorlogs
begrooting niet moeten afstemmen.
Is echter die conclusie gerechtvaar
digd
Men stelle zich een partij of eene
coalitie voor, een liberale of een andere,
die in de Eerste Kamer meerderheid en
in de Tweede Kamer minderheid is.
De meerderheid in de Eerste Kamer
meent een begrooting o!' een ander be
langrijk wetsvoorstel te moeten ver
werpen maar het ministerie dreigt er
een kabinetskwestie van te maken, en
houdt haar voor oogen, dat zij, zoo zij
haar plan volvoert, de teugels van het
bewind zal moeten overnemen. Moet
dat, indien het laatste zoo goed als
onmogelijk is, voor haar voldoende zijn
om het hoofd in den schoot te leggen
en vóór te stemmen. Op die wijze zou
zulk een meerderheid in de Eerste Kamer
altijd tot volslagen onmacht gedwongen
worden.
•Juist gezegdEn 't eert dit liberale
blad, dat het zéé spreekt. Want dat be
grijpt toch elk kiezer wel wat moest
daar nu van terechtkomen, dat een Kabi
net maar steeds kon zeggen: stem je
tegen, dan treden we af, en dan moet gij,
de oppositie aan de regeering, als men
nota bene weet, dat die oppositie manr
48 van de 10Ü leden telt in de 2e Kamer
en dus niet regeeren kaD, zonder onmid-
delijk door de 52 anderen te worden
geslagen.
In 't jaar 1890, tijdens ons Christelijk
kabinet Mackay, deed de Linksche meer
derheid in de Eerste Kamer precies eender
wat er nu door de Recbtsche is gedaan
ze stemde toen de begrooting van Minister
Keuchenius af, omdat hij, zoo zeide één
der fijnen-hatersbeter doleeren dan
gouverneeren regeeren) kon.
Heeft toen de premier, mr. Mackay ook
gezegd tegen de Linksche Eerste Karner
wij gaan weg, en nu moeten jullie maar
regeeren. Neen, zoo dom was mr. Mackay
niet, want in de Tweede Kamer was eene
minderheid van Links wat wou die dan
regeeren. Om te kunnen regeeren, moet
elk kabinet toch minstens 50 leden heb
ben, die het steunen. Welnu even dwaas
als mr. Mackay zou geweest zijn, even
dwaas was het van vele Lib. bladen, om
van ons te eischen, dat wij, minderheid
in de Tweede Kamer, de regeering zouden
aanvaarden
Er waren bladen, die noemden ons laf.
Och, hé
Maar er zat wat anders achter
De Staalmannen hadden 't Land in 't
moeras gebracht door hun onzinnige»
ijver. En nu wouden ze Kuyper, de ver
trapte Kuyper weer hebben, om te redden,
wat in verslagenheid zat.
Maar wat zouden ze gedaan hebben bij
deze verkiezingen voor de Prov. Staten, als
Kuyper weer eens Minister geworden was.
Dan hadden ze 't zelfde liedje gaan
zingen, dat in 1905 zooveel succes en
bijval had: In naam van de vrijheid moet
Kuyper er uit, hi, ha, ho
En dan waren de Prov. Staten, althans
daar werd door de lub. op gehoopt, afge-
loopen als de Kamerverkiezingen dat is
Rechts weg
Neen de N. R. Ct. had volkomen gelijk
en als een zoo voornaam blad van zoo
grooten invloed ons verdedigt, kunnen wij
gevoegelijk zwijgenmaar vullen haar
degelijke woorden slechts aan door te zeg
gen Hadden wij de regeering aanvaard,
dan zou hetWeg met Kuiper, hi, ha, ho
van Groningen tot Zeeland uitgebazuind
geworden zijn.
Natuurlijk! had Links gezegd Wij zijn
volkomen maqhleloos geworden om te
regeeren, dan zoudeu we de teugels gegrepen
hebben. Maar daar kwam nog wat bij.
Als een Kabinet door reusachtige onbezon
nenheid, adres de onbekookie Staalplannen,
in moeite komt, wie moet dan helpen
Wij of moeten ze dan zelf maar zien,
hoe ze uit de klem raken. Want heusch 1
er was volstrekt geen reden voor 't Kabinet
om te bedanken, en dat het dit deed, was
waarschijnlijk om van 't regeeren af te
komen, zelf wel ziende, dat het in de
afgeloopen twee jaar windeieren bad gelegd.
Maar moeten wij dan zoo'n Kabinet, dat
aldus roekeloos optreedt, dat in groot ge
vaar gekomen is door eigen .-schuld, dat
dwingen wil om een begrooting goed te
keuren moeten wij zoo'n Kabinet helpen
en de regeering van hem overnemen?
Er is een plat spreekwoord van branden
en op de blftren zitten. Past het op dit
Kabinet maar toe, en voorts kiest
Zeer zeker) de sociale toestand wordt
in alle Landen van Europa ernstig onder
de oogen gezien en Wetgevende Macht
heeft zich overal reeds beijverd of is er
mee bezig om de misstanden in de maat
schappij te verbeteren. De arbeidersstand
zelf helpt natuurlijk mee door coöperatie,
vakvereeniging, loonbeweging, enz. De
Middenstand wordt tot leven van zelf ge
dwongen en aangespoord. En al is 't waar
dat bij de bespreking van die sociale mis
standen de een verder wil ingrijpen dan
de ander, (vandaar de namen democraat
en conservatief) toch blijft 't niet minder
waar, dat de Religie bij voor- en tegen
standers van diep ingrijpen in sociale ver
wrongen leven, den doorslag geeft.
De Democraten zonder Bijbel staan
tegenover de democraten met een Bijbel,
al is 't ook, dat zij elkander in een speciaal
wetsontwerp steunen.
De Conservatieven zonder Bijbel gaan
in den politieken strijd hand aan hand met
de Democraten zonder Bijbel.
De Conservatieven Rechts steunen de
Democraten Rechts.
Wat bewijst dagelijks de politieke strijd
Dat, als 't er op aankomt, de staats*
lieden ën kiezers, die den Bijbel uit 't
Staatsleven willen opzij zetten, samengaan
of ze demokraat of conservatief zijn.
Links is dan één in al zijn conservatisme en
democratie. In al zijn vormen en uitingen.
Rechts is dan één in al zijn democratie en
conservatisme, evenzeer in al zijn uitingen
en vormen
En dat is niet alleen zoo in Nederland,
't Is in heel Europa zoo.
Frankrijk gaat voorop, waar bijna elk
politiek vraagstuk naar den achtergrond is
gedrongen, en de strijd tegen de Kerk het
leven der kiezers envan 't Kamer- en Senaats
leven beheerscht.-
In Spanje, 't wordt door de liberale
leiders zeiven erkend, is het anti-clericalisme
het eenig grijpbare houvast om de liberale
fractiën bij elkaar te houden.
In Italië sprak de Minister-President zich
in denzelfden zin uit,
In Belgie kent men geen andere politieke
indeeling der kiezers dan in clericale en
antLclericale kiezers.
In Engeland heeft de Schoolwet een
twistappel geworpen in de partijenis een
schoolstrijd aai staande, als wij doorleefd
hebben over het godsdienstig karakter der
School en de macht en invloed der Re
geering daarop.
In Duitschland klinkt 'tgeroepderLiberale
Pers om de macht van 't Centrum te
brekeneen geroep om alle Liberalen en
Socialisten te vereenigen tegen den invloed
der Kerk, der Religie.
En zoo zouden we door kunnen gaan.
Alles wat Anti-Cleric aal is of heet, maakt
zich in onze dagen op, om de Kerk van
Christus te bestoken, wetend 'of onwetend
met opzet of onder leidingbewust of
meegesleept door zijn voormannen.
Zienderoogen gaan hoelangs zoo meer
de Anti-Clericalen zich vereenigen om
de belijders van 's Heeren Woord, kon
het, in de kleinste minderheid te brengen
te vernietigen, zoo mogelijkgaan zij zich
vereenigen, om aanvallen te wagen in ge
sloten gelederen op de Kerk des Heeren.
En de politiek der Anti-Clericalen staat
in 't teeken van Weg met de Religie
Waartegenover wij, tegenstanders, onze
teekenen plaatsen: Vóór de Religie!
En zoo is de toestandzóó, dat, als
niet ieder, die den Christus belijdt, schou
der aan schouder blijft staan, om de heilige
beginselen te verdedigen, die actie der Anti-
Clericalen tegenover onze onverschilligheid
uit móét loopen op de nederlaag der Kerk,
op den Neutra'en God-onikennenden-Siaat.
In 't teeken der Religie 1 Aldus achten
we thans ook eiken poliutken strijd te staan
Ook de onze
En daaromChristeliike Kiezers van
FlakkeeSluit u aan, schouder aan schouder,
om de heilige erve te beveiligen.
Godsdienst en Bijbel en Kerk verloren
dan is alles verloren, wat 't Leven op
aarde nog gelukkig maken kan. Weerstaat
allen, die die richting uit willen en kiest
Niets I Alleen kregen we te hooren
dat de militaire uitgaven volgens de
plannen van Staal hooger zouden
stijgen.
tesl
rul
0e
en
we
de
we
val
zi
e|
fl -
r- r-1