EERSTE BLAD.
Zaterdag 11 Mei 1907
Antirevo In tion air
22sle Jaargang N". 1240,
Orgaan
voor de %uidliollandsclie en üKeeuw^ehe Eilanden.
IN HOC SIGN O VINCES
T. BOEKHOVEN.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland by vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reolames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en V3 maal.
1 Bienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
1 Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
%lle stukken voor de Itedactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te «enden aan den Uitgever
'Hoe pan we den Ver
kiezingsstrijd tegen?
Er zijn bladen, die den strijd willen
beginnen onder 't devies, onder 't pa
rool: Legerher vorming!
Treurig als dat waar is!
Niet reeds hierom, omdat het vraag
stuk onzer Landsverdediging, ver
politiekt als het in de laatste maanden
geworden is, daardoor voortgaan zal
in de politieke verhoudingen, omstan
digheden, steeds zijn invloed te doen
gelden, maar omdat dat vraagstuk zoo
ingrijpt in de betrekkingen, die we
tegenover het buitenland innemen.
't Leger immers dient om onze
nationaliteit te handhavenons bestaan
te verzekeren; onze vrijheid te waar
borgen Het Leger verdedigt onze
grenzen, tracht den vijand te doen
terugtrekken van onze erve; in een
woord: het is en moet zijn de hand
haver van ons volksbestaan.
Neen, het leger is er niet om bin-
nenlandsche wanorde te keeren. Zoo
dikwijls komt die niet voor en in zoo
ernstige mate, dat daarvoor elk jaar
millioenen worden uitgegeven. Om die
wanorde te temperen, kan men 't wel
zonder Leger en Vloot af. Dan is er
niets anders noodig dan eenige hon
derden politieagenten meer. Als dat
corps versterkt wordt, plus nog een
paar honderd rijksveldwachters, plus
nog een gehuurde burgerwacht, en
een actieve burgemeester met een
Hoofdcommissaris van politie; dan nog
een paar schepen met eenige kanonnen
er opzie, dan is ons inziens dat heele
zaakje gauw genoeg opgeknapt
Nog eens: voor binnenlandsche
wanorde is er geen Leger of Vloot
noodig; maar wel tegenover't Buiten
land.
En wat is nu de domheid, die ge
pleegd wordt?
Over een legerformatie gaat men
nu den politieken strijd aanbinden.
Over een zaak, die alle Nederlanders
ter harte gaat; voor welke elke Neder
lander, elke Vaderlander, offeren wil
zijn geld, krachten en talenten wil
wijden; over een zaak, die inhoudt,
hoe we ons als zonen van een zelfde
Land tegen een zelfden vijand zullen
verzetten, om het zelfde levensbestaan,
dezelfde vrijheid, dezelfde volksrechten
te kunnen vasthouden en handhaven;
om dezelfde Taal te kunnen blijven
sprekenover een zaak, die tegen den
Buitenlander gaat, gaat men innerlijk,
in |eigen volksleven, tussclien zonen
van een zelfde Vaderland, een heeten
strijd aanbinden.
Is 'tnu treurig om zoo den tfer-
kiezingstrijd tegen te gaan.
't Legervraagstuk te maken tot inzet
van een partijenstrijd P
Ja, zegt er een! maar wij willen
ons Vaderland niet verzwakken; in
tegendeel, onze politieke bedoeling is
om 't Vaderland nog weerbaarder te
maken. Ja, zoo redeneert hij verder:
we hebben ons Vaderland lief en
omdat we gelooven, dat andere partijen
de onbenulligheid van ons Leger niet
inzien, daarom moeten we wel uit
loutere vaderlandsliefde den strijd
tegen die andere partijen opnemen.
Zagen zij de onbenulligheid ook maar
in, dan zouden wc niet als zonen van
't zelfde Vaderland den strijd tegen
elkander aanbinden; maar wij zijn
ziendewij merken de groote zwakte
van 't leger en de andere partijen zien
er niets van; we zullen ze dus uit hun
dommel wakker maken.
Die redeneering lijkt ernstig; lijkt
waar! lijkt v.oor geen tegenspraak
vatbaar
Lijkt, zeiden we!
Maar jammer is het, dat die partij,
die aldus spreekt als we boven aan
duiden, het eerst praat over verminde
ring van kosten.
Praat over vermindering van lasten.
Dat staat bij die partijen op den
voorgrond.
Waarom niet op den voorgrond
geplaatst het ideaal, dat een onderdaan
geroepen is om zelfs zijn leven te geven
voor de Vaderlandsche erve. Waarom
't allereerst over vermindering gepraat
als men de overtuiging heeft, dat ons
leger te onbenullig is.
Ligt vermeerdering van kosten en
lasten dan niet méér op de lijn van
beterschap. En daarom vertrouwen
wij dat geroep dier partijen nietWij
vertrouwen die vaderlandsliefde niet,
al roepen ze 't ook honderdmaal uit,
dat ze ons leger niet verzwakken,
maar versterken willen Waar is bij die
partijen de wensch gebleken om in
onderling overleg met .al de andere
partijen tot beterschap te komen
Waar is, als zij zoo voor 't Vaderland
in de bres willen springen" en 't leger
willen verbeteren, de gevraagde sa
menwerking tusschen hen en ons.
Willen wij ook 't leger niet hervor
men P Ja.
Willen wij ook niet, als't kan, ver
mindering van kosten en lasten Ja.
Maar waar is dan de uitgestoken
hand dier Vaderlandslievende partijen,
die ons bestrijden bij de aanstaande
stembus, als ze met ons, één van zin én
één van geest tot afdoende verbetering
willen komen Waar is die samen
werking?
Zoo gaan we 't strijdperk in. Tegen
elkaar op een terrein, waarop we één
konden en moesten zijn, dat van het
Legervraagstuk. Treurige lui, die ons
tot dien strijd dwingen Dat is geen
vaderlandsliefde, dat is partij haat tegen
ons
lie Linksclie partffen
Romen met de antithese.
Vroeger was het: dr. Kuyper heeft
de antithese gemaakthij heeft het
volk verdeeld in geloovigen en onge-
loovigen in Christenen en Paganisten!
't Was dwaasheid ieder weet, dat
die twee beginselen van de Schepping
der wereld afhebben bestaan, of liever
vanaf den Val in 't Paradijs.
Er zijn er als Abel; er zijneralsKain.
Er zijn Jacobser zijn Ezau's.
Er zijn Davids; er zijn Sauls.
Er zij n Nebukadnezars; er zij n Daniëls
Er zijn Nero'ser zijn Petrussen.
En dagelijks ziets ge rondom U het
verschil in beginselende een is een
bidderde ander een spottereen
derde een drinker; een vierde een
wellusteling; de vijfde een dit en de
zesde een dat.
De een leeft met, de ander zonder
God en Bijbel.
Die Antithese is er dus altijd ge
weest en zal er blijven, tot de oude
wereld wegzinkt en de nieuwe aarde
en de nieuwe hemel afdalen zullen.
Maar de Liberalen riepen in 1905
dr. Kuyper heeft de antithese ge
maakt; en is dr. Kuyper weg. dan
is de antithese dood.
Kuyper is weg. Is nu de antithese
dood
Zie naar deze Statenverkiezingen.
Samen gaan Socialisten, Oud-Li
beralen, Unie-Liberalen en Vrijzinnig-
Democraten.
Samen gaan ookAntirevoluioniaren,
Roomschen, Christelijk - Historischen
en Friesch-Historische.
Vindt ge niet 't opmerkelijk P De
eersten mannen die bij de staatkunde
met Gods Woord niet rekenen. De
tweeden: mannen die met dat Woord
wel willen rekenen.
Wie heeft die groepen nu bij elkaar
gebracht P Niemand,
De Liberalen enz. zochten elkaar op
om ons te bevechten. Ondanks de
doodverklaring der antithese door de
Liberalen zochten ze de Socialisten op
en deze weer hen. De een zocht en
ja waarlijk, vond den anderNiet
toevallig Neen ze moesten mekaar
vinden, 't Lag em in den aard en 't
karakter der door allen beleden grond
beginselen.
En zoo ook wij Toen de Liberalen
hun antithese klaar hadden, was de
onze ook klaar. Die volgde weer niet
toevallig, maar heel natuurlijk uit de
hunne. En zoo staan weer bij de aan
staande verkiezingen de thesis van
ons, tegen de thesis van hen
OP IIO UITKIJK.
Buitenland.
UITGEVER
Telefoon Intercom». No. 8.
>Een Christelijke openbare school.*
M'n tong wil er zich moeilijk toe voegen,
om dat zóó uit te spreken en in mijn
hersens spookt dat idee sinds eenige weken
rond, als 'n kat in een vreemd
pakhuisgeen rustplek kunnende vinden
tusschen de vele andere ideeën, die in mijn
herscnwereld het burgerrecht verkregen
hebben.
't Heeft zooiets van neem me niet
kwalijk een Aprilgrap, zooals we, kin
daren zijnde ze elkaar opgaven, als we
iemand naar den ijzerwinkel stuurden bv.
om 'n rond driekantje te koopen.
Voor ons, ietwat ouderen, die den school
strijd der laatste 25 jaren hebben mee
gemaakt is een christelijke openbare
schools wat de geleerden noemen een
contradictio in terminuseen begripsbe
paling, die in zichzelf een onmogelijke
tegenstrijdigheid is. Voor ons, laten we 't
maar erkennen, 't was en is geen schande
is en was de bizondera, christelijke school
de eenig goede, de eenig ware en de open
bare school was het onderwijs-instituut
waar men onzen dierbaren Heiland ver
loochende.
Men maakt zich niet los van z'n his
torie
Wat heeft het niet een moeite gekost,
eer we zelfs onze goed-antirevolutionaire
burgers en boeren er van overtuigd hadden,
dat de »nood der tijden,dat het driest
optreden van het ongeloof, een gemeen
schappelijk optreden vorderde van allen,
die de grondwaarheden des Christendoms
nog belijden, dus ook de roomschen.
Nu zijn we aan 't idee >coalitie< ein
delijk wat gewend, maar wat heeft dat
verbond met Rome, sommige onzer ver-
trouwste broeders, geen kwade uren gekost
Dat was de nawerking der historie.
De groote strijd in de zestiende eeuw,
tusscheu Rome en Genève zat ons nog
in den weg. Is het dan te verwonderen,
dat wij, die met de vrije Christelijke
school zijn opgegroeid en groot geworden,
wij, die ons er met eenige fierheid op
beroemen, als we nooit een openbare
school van binnen gezien hebben is
het te verwonderen, als we ons maar niet
opeens aan dat nieuwe idee wennen kunnen
Vergeet niet, dat al heeft de vrije,
christelijke school geen bloed gekost, de
opofferingen, de smaad, de verdrukking,
die onze vaderen en wij na hen van de
vrije christelijke school ons hebben moeten
getroosten, waren niet gering.
De opbloei van die school is op vele
plaatsen geweest een herleven voor chris
telijke 'actie op allerlei gebied. In den
groei en den bloei der vrije school hebben
we vaak zoo kennelijk ervaren de goede
hand onzes Gods over ons. Ge moet onze
ouders hooren vertellen van den strijd en
de moeiten voor die christelijke school,
dan glanst hun oog, dan leven ze op in
hun oude herinneringen, dan ziet ge het
duidelijk, hoe ze met die school één ge
worden zijn.
Nu weet ik heel goeddat zijn geen
beslissende argumenten
Wat ik daar straks zei van onze ver
houding tot de roomschen, toont dan ook
duidelijk, dat men soms, door de gewij
zigde omstandigheden, wel niet z'n historie
vergeten moet, maar haar herinneringen
niet moet laten domineeren.
Ik wil maar betoogenonze geestver
wanten, die deze nieuwe idee in onze
hersenen bracht, moeten billijk zijn. 'k Wil
graag aannemen, dat voor hen de eind
oplossing der schoolkwestie in deze richting
te vinden is. 'k Wil toestemmen, dat ieder
op zijn beurt eenzijdig is. Dat wij óók
eenzijdig zijn en dat we daarom ernstig
kennis moeten nemen van hun nieuwe ideeën,
dat daar zeer wel iets, ja veel goeds in
zijn kandat we na behoorlijke voorbe
reiding en samenspreking misschien tot een
eenparige actie kunnen komen
Maar dan moeten zij ook inzien en
erkennen, dat niet ten onrechte de vrije,
christelijke school de liefde, de vóórliefde
heeft van ons hart.
En als ze hun doel niet bereiken willen,
dan moeten ze ons daarover lastig vallen
Voor hen moge de vrije school een nood-
tent zijn, waar ze tegen wil en dank een
onderkomen zoeken voor de hartvertrillende
en zielverwoestende winden, die op het
openbaar terrein waaien voor ons is
die school en blijft ze de vaste, heerlijke
woning, die God zelf ons en onzen kin
deren opgericht heeft, opdat zij daar
onderwezen worden overeenkomstig de be
lofte, die wij voor 's Heeren aangezicht
aflegden, toen we hen ten doop hieven
Maar ook wij hebben onszelf te herzien.
Zoomin als een mensch in een partij
ooit te oud, om te leeren. En evenals een
mensch is ook een partij altijd eenigszins
eenzijdig.
Wij moeten ons vooroordeel afleggen
tegen de idee van »christelijke-openbare-
sehool.* Ik wil allerminst zeggen, dat we
er maar dadelijk voor in vuur moeten ge
raken ook niet, dat we één stap in die
richting verzetten moeten dat is alles
van flater zorgmaar we moeten be
ginnen, te erkennen, dat het een onderwerp
is waarover we in alle kalmte willen naden
ken en zonder eenige hartstochtelijkheid
willen redeneeren.
't Zijn broeders, die ons zeer uastaan en
die het waarachtig heil van ons volk be
oogen, net zoo goed als wij. Het past ons
dus, dat we in elk geval wat op en neer
wandelen, ons de zaak nader te bespreken.
Of we ook met hen zullen opwandelen, hün
kant uit, dat is nog 'n »blanco«-
vraag 1 Daar vrees ik voor
Dr. Kromsigt heeft onlaogs te Utrecht
duidelijk gezegd, waar het streven naar een
christelijke-openbare-school praktisch op
neerkomt.
Lang niet overal heeft het vrije christe
lijke onderwijs zulke vorderingen gemaakt,
als b.v. in Friesland en Zuid-Holland. In
deze provinciën komt het sporadisch voor,
maar elders is het vaak*de gewone toestand,
dat een orthodoxe bevolking haar kinderen
zendt Daar een oponbare school. En blijft
zenden.
Hiervan duchtte dr. Kr. op den duur
groot gevaar voor het christelijk-historisch
karakter der natie. Dat ziet hij goed in.
Elk volgend geslacht zal weer wat méér
hebben ingedronken van de valsche, anti
christelijke 'ideeën, die de openbare school
onder ons volk heeft verspreid.
Welnu, zouden wij zeggen met Da Costa
Bouwt scholen in wier schoot het Evan-
[geliezout,
Van on- en bijgeloof een dierb're jeugd
[behoudt.*
Maar zegt dr. K. daar komt men op
menige plaats niet toe. En hij heeft gelijk.
Doch de redenen, die hij daarvoor opsomt,
zijn niet volledig. Hij had er ook bij moeten
zeggen, dat men op vele plaatsen opziet
tegen de kosten, hoe deze ook zijn ver
minderd. En hij had niet mogen verzwijgen,
dat het helaas niet zelden de voorgangers
der gemeente zijn, die geen voet voor de
oprichting eener school verzetten.
Allerlei redenen hebben zij daarvoor.
Menschenvreesvrees voor finantieele
moeilijkheden, waar ik weinig res
pect voor heb vrees ook, om een scheiding
te brengen in de gemeente, waar
ik vréés voor voel.
Menschen blijven nu eenmaal menschen.
Zoo ken ik meer dan één plaats, waar
b.v. de gereformeerden een school hebben
opgericht, daarbij wat wifsluitend zijn te
werk gegaan en zoo hebben medegewerkt,
dat de hervormden in de openbare school
hün school gingen zien.
Ook ken ik plaatsen, waar niet anders
dan hervormden wonen en waar de chr.
school zulk een scheidslijn door de ge
meenteleden trok, dat degenen, die aan de
openbare school verkleefd bleven, zich in
de praktijk onttrokken aan de geestelijke
leiding van den predikant, die de vrije*
school voorstaat en dien ze vroeger volgden.
Als ik dat alles in aanmerking neem, dan
kan ik begrijpen, dat men zeggen gaat
Zou 't niet beter zijn, dat in zulke plaatsen
waar de gemeente toch in haar geheel wel
voor de waarheid is, er tenminste niet beslist
tegenover staat dat daar langs vrede-
lievenden weg de ban der neutraliteit van
de openbare school werd weggenomen en
op die school christelijk onderwijs gegeven
werd
Dan bleef de vrede bewaard.
En alle kinderen zouden ervan profiteeren.
Zie, wil men eerlijk en billijk oordeelen,
dan moet men zich deze toestanden goed
voorstellen en indenken, om een van de
voornaamste motieven te kunnen begrijpen,
waardoor de mannen gedreven worden, die
thans weer een nieuwe leuze op schoolge
bied hebben aangeheven.
Ik stel hen allerminst in 't gelijk.
Me dunkt alleenDe zaak moet ernstig
overwogen worden, UITKIJK.
MEXICO.
Oorlog
Maandag 6 Mei, heeft de Mexicaan -
ache regeering de diplomatieke betrek
kingen met Guatemala afgebroken.
Te Washington beschouwt men 't uit
breken vaD den oorlog als waarschijnlijk.
Men weet dat Mexioo zich van tevoren
heeft verzekerd van do welwillende
neutraliteit van de Vereonigde Staten,
voor het geval, dat het aan de Mexi-
oaanache Zuidgrens tot een oorlog zou
mogen komen. Kans, dat de regeering
te "Washington zou pogen, bemiddelend
en verzoenend op te treden, bestaat dus
niet.
Indien, wat maar ai te waarschijnlijk
is, de oorlog uitbreekt, dan zal de we
reld getuige worden van een worsteling
tusschen partijen van zeer ongelijke
sterkte.