EERSTE BLAD. Zaterdag 4 Mei 1907. 22ste Jaargang N*. 1238. Orgaan Antirevolutionair voor «Ie %ui«lhollandichr en Meenwsche Eilanden, IN HOC SIGN O VINCES Afzonderlijke nummers 5 Cent. T. BOEKHOVEN. Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en */s maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. %!8e Miikiteii vtóor «le He«lactie bestemd, Advertentien en verdere Administratie franco toe te zenden aan den tiitsrever 81e vsija.-liemocraten. De Vrijzinnig-Democraten zijn een heeren partij. Op hun laatste vergadering, waarin bijna geen belangstelling getoond werd en tal van afdeelingen maar voor 't gemak waren thuisgebleven, was, ons althans onbekend, niet één werkmans afgevaardigde. Het waren Kamerleden, dagblad schrijvers, en meer andere bekwame mannen, maar het arbeiderselement werd er totaal in gemist. Vreemd, niet waar? Zie naar onze Deputaten-vergade- ring; onder de 1000 tot 2000 man, allemaal afgevaardigden en bestuurs leden van antirev kiesvereenigingen, treft ge aan Kamerleden, een l0-tal predikanten, onderwijzers (ook prole tariërs met een hoed op) en de rest zijn allen eenvoudige menschen, die met der handen hun brood moeten verdienen. De kleine luiden, zou Groen ze noemen. De heeren zijn op onze Groote politieke Vergadering schaars, verge leken met 't aantal werklieden en middenstanders. Onze partij openbaart zich overal, en op die vergadering komt dat 't meest uit, als de partij der kleine luiden, die nochtans, en dat erkennen onze tegenstanders dan ook wel, voor hun beginsel heel wat over hebben. Ze hebben er geld en tijd voor over. Zij hebben er strijd en moeite voor over. Durven erom ver acht, gesmaad en soms benadeeld in den broode te worden Zie de Soci alisten, hoewel 't nog niet haalt bij onze Vergaderingen. Ook hun Congres telt vele werklieden. Ook Studenten, Dominees, Advocaten. En sommigen zeggen, dat S D. A. P. wat beteekentSociaal Democra tische Arbeiders Partij, beter kon vertolkt worden door Studenten, Do minees en Advocaten Partij, wat onze meening niet isal is 't waar, dat de Socialisten van 1890, met hun pet en boezeroen heel wat verschillen van hen, die nu met staande boorden, wandelstok en demi, de vergadering bezoeken. Maar toch ook daar een arbeid ersel emen t. Zi e ons Patri moni u m ons Christelijk Werkliedenverbond met zijn tienduizend leden. Zie onze Christelijke Kerken niet vele rijken en niet vele edelen !*\lweer 't arbeiders, 't kleine luiden element In een woordonze Christelijke be ginselen worden door de kleine luiden het meest beleden, het Christelijk beginsel toont in de praktijk des levens reeds echt democratisch te zijn, want de meeste democraten, het volkhet tegenwoordig zoo naar den voorgrond getrokken arbeidende volk kiest partij voor 't Christelijk beginsel. Trouwens 't is toch duidelijk hoe kan een democraat, een werkman, zich tot een Christelijk beginsel voelen aangetrokken als dit Christendom niet aan alle eischen eener goede demo cratie voldoet. Ofeen werkman voelt zich demo craat. zonder Christus, en dan gaat hij met de Socialisten mee. Maar nu voelt toch iedereen, waar om de Vrijzinnig-Democraten zoo Weinig aanhang onder 't volk hebben. De arbeiders met een Bijbel voelen zich bij ons thuis. De arbeiders zonder Bijbel voelen zich aangetrokken tot de Socialisten, omdat die het radicaalst voor den dag komen. En voor de Vrijz. Democr. blijven nu niets anders over, dan arbeiders zonder Bijbel, en zonder scherp om lijnd beginselde halfslachtigen de hinkers op twee gedachten, de bangers om zich aan koud water te branden. Vandaar ook zooveel onverschillig heid zoo weinig belangstelling op de gehouden Jaarvergadering dier heeren. Daarom moeten ze ook zoo hard schreeuwen en worden nog niet ge hoord. De Religie geeft een basis, een grondslag, een houvast. Het Socialisme geeft ook een basis, ook een houvast, nl. een Paradijs op aarde. Maar wat voor houvast geven de Vrijz. Democr. beginselen. Tr oosten ze 't hartNeen Wekken ze geestelijken moed op Neen. Geven ze hoop op een volle porte monnee Neen Wat voor houvast geven ze dan? Wat Ideaal maken ze dan toch bij de arbeiders wakker? We weten 't niet! De Vrijz. Demo craten zijn een heerenpartij, maar doem den werkman niet erg vertrouwd. De vrijz. Democraten zullen niet wijs doen, met de Socialisten mee te doen. Maar zullen ze invloed krijgen, dan moeten ze toch die richting uit BJ&e ^i»teiivei'hte»in$en. Allerwege maakt men zich ten strijde gereed. De Kiesvereenigingen verga deren candidaten worden gesteld en de saamwerking of het zelfstandig optreden eener partij, in eenig district vertegenwoordigd, geregeld. Statenverkiezingen zijn altijd] ge wichtig, omdat er een politieke kant aan zit. Ze zijn dit niet geworden door ons, anti-liberalen 't Is vroeger wel zóó gezegd, 't Is gezegd wij, Liberalen, willen mannen van het vakmannen, die de polder- belangen door en door kennenop het beginsel behoeft door de kiezers, van welken huize ze ook zijn, niet gelet te worden. De Statenverkiezingen, zoo rede neerden de Liberalen, zijn verkiezingen voor polder- en dijk- en uitwaterings-, en schutsluis-, en brugbelangenwat, zoo zeiden zeheeft dat met politiek uit te staanEn daarom, zoo was dan het slotdaarom, kiezers kiest den anti, die ook verstand van polderzaken heeft en had neenkiest onzen Candidaat, den Liberaal. Wel leuk 't Was altijd: kiest voor die polder- belangen den Liberaal. En de anti werd bestreden met vuur en gloed, al was hij nog beter door kneed in polderzaken dan de Liberaal. Ja, de theorie was mooi. Kiest een man, die de polderbelangen kent. Maar die man moest liberaal zijn. Doch zoo zijn de kiezers niet ge trouwd. Ze begrepen dat zaakje al heel gauw en doorzagen het spelletje volkomen. Neenniet wij, anti's, hebben de politiek gehaald in de Statenverkie zingen dat hebben de Liberalen ge daan door hun altijd ijveren, en altijd op den voorgrond plaatsen van hun man, deri Liberaal. IJveren voor een anti, al was hij nog zoo bekwaamzelfs bekwamer dan een liberaal; daarvoor bedankten de heeren. En nu bedanken wij, anti-liberalen, ook, om op hun candidaat te stemmen, al is hij nog zoo bekwaam. Wie kaatst moet den bal ver wachten 1 Maar waarom verschilde bij de Liberalen de theorie zoo van de praktijk Waarom riepen ze den kiezers toe stemt op onzen man en niet op den anti Omdat ze wel weten, zooals ieder dót weet, dat de Provinciale Staten, de Eerste Kamer kiezen. En daarom alleen, moesten de kiezers op een Liberalen candidaat stemmen. Wel neen't was niet om die pol derzaken, waarin een Liberaal zoo knap was we hebben nooit van zulke knapheid boven onze mannen gehoord. Maar 't was om de Eerste Kamer Liberaal te krijgen En van hun standpunt goed gezien, zooals 't van ons standpunt ook even juist is ge zien, om schouder aan schouder te gaan staan en den Liberaal de zege te bevechten. Maar, en zoo komen we weer terug tot 't begin van dit artikelde Libe ralen moeten niet vertellen wij, libe ralen houden de politiek buiten de Statenverkiezingen, want ze hebben die er ingebracht door hun partij kiezen immers voor een Liberaal, en dat deden ze weer. om in de Eerste Kamer eene linksche meerderheid te hebben. En in Juni gaan ze 't oude karre- pad op. Natuurlijk, wij ook en kiezen anti 't Was een verkeea ile stap. Hoe men van liberale zijde ook de zaak goed wil praten; de eisch, dien het Kabinet de Meester aan de Konin gin stelde, om een komende wet beslist en gewis goed te keuren en te onder teekenen, zells al wist Zij niet vooruit, wat er op 't eind der debatten in zou staan; die eisch is verkeerd geweest. 't Mag een vergissing geweest zijn; en de herstelling moge gevolgd zijn, toen de heeren Lobman, Heemskerk, Talma, Kolkman, Loeft er 't Kabinet op wezennochtans het liberale Kabi net tornde aan de macht der Koningin. Zij heeft het recht elke wet af te keuren. Daar is Zij onze Koningin, voor. Zij regeert en Zij moet het heit in handen houden. En als nu een liberaal Kabinet dat anders inziet, dan ziet het dat ver keerd in. Waar vroegere Liberalen de Konin gin wel eens genoemd hebben een vliegwieleen ornament of versiering en Haar meer dergelijke onhebbelijke titels gegeven hebben, had het Kabinet dubbel moeten waken om van de Koningin niet zulk een afstand doen flarer Koninklijke rechten te vragen. En dat er nog vrijzinnige bladen waren, die de handelwijs van 't Kabinet niet veroordeelen, is een vaag ver schijnsel. In elk geval: deze historie heeft geleerd, dat 't Kabinet, zij 't dan ook bij vergissing! wel een akelige! zich bemoeien wou met Koninklijke zaken, die hem niets aangingen. OP OËA uiraiBJii. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Buitenland by vooruitbetaling f 4,50 per jaar. UITGEVER SOMiUEMjQBïtJSi. Telefoon Infercoinm. So. 3. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij bes'.aai', Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. Over het 2>staken« is ons volk nog niet uitgedacht. Een 25 jaar terug hoorde men er zoo niet van, De moderne arbeidersbeweging was toen nog in haar allereerste begin en een goed georganiseerde staking kwam niet voor. Het stakewas toen meer een boos de boel erbij neergooien, wegens werkelijke of vermeende grieven, waarover men in de kroeg 'n dag of wat ging zitten zwetsen, tot de nood neep en dé arbeiders weder keerden tot hun baas. Er zat geen ernst, geen systeen, geen wet ot regel in. Toen echter de moderne vakbeweging ook in ons land aan kracht ging winnen, toen de arbeiders gingen inzien, dat organi satie alleen in staat was, om de grooten afstand tusschen kapitaal en arbeid wat te verminderen, toen werd ook de werkstaking, ik zou haast zeggen, wat meer wetenschap pelijk toegepast. Ook de christelijke arbeiders kwamen daardoor in de praktijk des levens voor de vraag te staan, of het hun geoorlooid was, aan een staking mee te doen en zoo ja, in welke gevallen en onder welke voor waarden. Ik herinner me nog heel goed, dat er toen tal van eenvoudige arbeiders waren, die de stelling verdedigden: Nooit, in geen enkel geval, mag een christen gaan staken, omdat staken zonde is. Een hunner zei me eens: j>Zie, ik mag God niet verzoeken. Hij geeft mij werk en daardoor brood voor mij en m'n huisgezin, 't Is wel niet veel en ik sop wel niet vet, maar 'k zeg dikwijls tegen m'n vrouwAl wat wij nog hebben, wat zijn 't anders dan onverdiende zegeningenEn zal ik nu, als God mij werk geeft, dat werk neerleggen en m'n vrouw en kinderen 't brood uit den mond nemen ik blijf er bij, dat is God verzoeken k Toch begrepen velen, dat hiermee 't laatste woord niet gezegd was. Daaruit toch zou volgen, dat de arbeider, ten allen tijde, genoegen zou moeten nemen met elke voor waarde, waarop hun werk wordt aangeboden. Dat zou leiden tot een nieuwe soort van slavernij. Want als alle arbeiders er zoo over dachten, dan zouden de patroons geheel naar eigen willekeur de arbeids-voorwaarden kunnen bepalen. Indien nu alle patroons volmaakt zondelooze menschen waren, ja dan zou elk arbeider krijgen het loon, dat hij waardig is. Maar patroons en arbeiders liggen gelijkelijk onder de zonde en als een der twee partijen van te voren afziet van elk verweer uitgezonderd dan een on schuldig en onschadelijk protest dan kan 't niet anders, dat ligt in den aard onzer zondige natuur, of de andere partij moet misbruik gaan maken van haar macht i Men ging dus onder ons begrijpen, dat het niet aangaat, staken te allen tijde en onder alle omstandigheden, ongeoorloofd te verklaren. Het bekende ^Sociaal Congres« heeft toen over deze zaak heel wat licht verspreid, •waardoor er eenheid van zienswijze kwam in onzen kring. Men kwam algemeen tot de overtuiging, dat er zich gevallen kunnen voordoen, waarin een werkstaking het eenige middel is, om aan zijn recht te komen, al moet dit middel zeer spaarzamelijk worden gebruikt. Er kwam 'n keer in de opinie. Stakers werden niet langer per sé revo lutionair gescholden. Men wilde hooren, waarom ze staakten en daarna zijn oordeel uitspreken. Bij velen kwam zelfs 'n zekere sympathie ■voor de stakers. Dat vloeide wêl daaruit voort, dat de groote massa der werkgevers behoorde tot de liberale burgerij. Wij ondervonden, op schoolgebied als anderszins, hoe die liberale burgerij, de oude stembus-uitverkorenen van Thorbecke, ons den voet op den nek durfden zetten en onwillekeurig gevoelden wij sympa thie voor de arbeiders, die op sociaal gebied niet zelden van een gelijksoortige rechtsver krachting en machtsoverschrijding te lijden hadden. Dat duurde zoo tot het jaar 1903. 'k Herinner me nog heel goed, dat de allereerste berichten der groote staking voor enkele onzer geestverwanten een oorzaak waren van verheuging. Zij zagen er toen niet meer in, dan een ongedachte over winning van den zwakkere den arbeider die omdat hij sociaal zooveel zwakker stond hun sympathie had, op den sterkere: den werkgever. Spoedig echter was het anarchistisch karakter dezer stakingsbeweging allerduide lijk geworden en men weet, hoe het toen met name de christelijke partijen en de christelijke arbeiders geweest zijn, die kloek en krachtig tegen deze staking positie hebben genomen. Sinds dien tijd kwam er aan kentering Nog maanden daarna, als 'n arme, 't zij al of niet een ontslagene, op de dorpen met postpapier langs de huizen kwam venten, werd hij met den vinger nagewezen: een staker! De stakers van 1903, door hun goddeloos bedrijf, brachten nog lang daarna en nog is dat odium niet weggenomen! élken staker in miscrediet. Ds. 7 alma had wel gelijk, toen hij zeide, dat die staking van 1903 ook de christelijke arbeiders beweging wel tien jaar achteruitzetle. Nu als gevolg van die anarchistische woelingen is er eenige verwijdering gekomen tusschen de christelijke arbeiders en de christelijke burgerij. Ik durf dit gerust zeggen, al zou de socialist hierbij triomfeerend juichen omdat ik overtuigd ben, dat het christelijk beginsel te allen tijde in staat zal zijn, om te zorgen, dat deze verwijdering niet le ver gaat. Maar 'tis goed, de waarheid onder de oogen te zien. In 1903 stonden onze arbeiders en onze burgerij, schouder aan schouder, om het monster der anarchie te bestrijden. Maar toen eenmaal de overwinning was behaald en de rust wedergekeerd, trok de burgerij zich in haar kerker terug, bewust of onbe wust levende in de gedachte, dat voortaan elke staking te beschouwen was als uit den Booze; als, in kiem, een herinnering van het kabaal van 1903. Men had toen, eens voor goed, leergeld betaald. De arbeiders bleven vasthouden aan de theorie, dat een staking zijn kan een geoor loofd, gewettigd middel in den socialen strijd, maar waren van hun kant we blijven allen menscheD weieens wat spoedig geneigd, om het gebruik van dat wapen maar goed te keuren. Zoo rees er meermalen verschil van meening. Met het sstakene kwam ook de »arbei- ders-organisatie« zelve onder verdenking. Zij was immers het beginsel, waaruit een staking opkwam. Dit weder.-ijdsch misverstand is temeer tï betreuren, omdat de organisatie, nu niet van de »arbeiders«, maar van den »arbeid« nog alles te wenschen overlaat. 't Gevolg van een en ander is, dat allerlei misstanden blijven voortbestaan en ook onder christen-broeders, patroons en arbei ders elkaar vaak met wantrouwende blikken bespieden. De arbeiders geven soms reden tot ernstige klachten, dat zij de belangen van hun »baas« niet behartigen, gelijk dat zou mogen worden verwacht en de patroons doen niet zelden hun arbeiders 2uchten onder arbeidsvoorwaarden, die hun het leven zuur maken. Wat op de laatste jaarvergadering van Patrimonium openbaar werd van het lot der veldarbeiders in menige streek van ons land, was bepaald droevig. En ook droevig is, dat zoo iets Weer zoo gauw vergeten wordt. IA- -- .-A ■-- •-*-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1907 | | pagina 1