Ingezonden Stukken. Rechtzaken. Uitslag Verknoping". Üoerenleeabanhen. ft erëioopirigeii. Uiasiag" Uerhiiring'. Eeias Eveneen» in verband met voornoemd besluit stelt de Voorz. voor om tot bestrijding der koop som een geldleening van f 500 tegen 4 percent aan te gaan en daarvan ieder jaar f 100 af te lossen. Besloten werd, deze geldleening aan te gaan, en te verdeelen in aandeelen van f 100, van welke er ieder jaar een bij uitloting zal worden afgelost, waarvan de eerste aflossing zal plaats hebben op den 1 Maart 1908, tevens behoud zich het Ge meentebestuur het recht de aflossingen te ver vroegen. 7e. Voorstel om Burgemeester en Wethouders te machtigen tot het aangaan eener tijdelijke geldleening voor kasgeld, groot f 2000,—. Dit voorstel word eveneens met algemeene stammen aangenomen. Niets meer aan de orde zijnde, vraagt de Voorz., of ook iemand het woord nog verlangd? Waarop den heer Kooman de treurigen toestand waarin zoo vaak de Molendijk verkeerd bespreekt en vraagd, of het niet mogelijk is, dat er vroeg tijdig genoeg gezorgt word dat er a.3. najaar eens wat drukker grint op die dijk gedaan werd, want dat het in 'tafgeloopen naiaar dikwijls zoo erg is geweest met de modderlaag op deze weg dat sommige der bewoners aan die dijk niet door de ruiten konden zien van de slijk die tegen de ruiten aangespat was, en dat het dan steeds nog maar uitgesteld werd de weg te maken, daD voor een sohuit pulp die er nog over gereden moest worden, dan voor dit en dan voor dat, maar 'tslot was, de bewoners van Melissant (en inzonderheid die der Molendijk) zaten in de slijk. De Voorz. zegt dat hij er zorg voor dragen zal dat Burgemeester en Wethouders zooveel mogelijk doen zullen hierin verbetering te brengen. Daarna vraagt Kooman of ook de dijk op Kralin gen vanaf de haven tot den Onwaardsdijk niet wat vroeger begrint kan worden, want dat in het afgeloopen najaar overal de grint reeds lag, en daar was de weg nog steeds bijna onbegaanbaar, tevens vraagt spr. of er in plaats van 10 M\ niet eens 15 M\ grint kon worden gebruikt, daar zijn inziens te weinig grint gebruikt werd. De Voorz. antwoord dat Burgemeester en Wet houders zullen doen wat in hun vermogen is, ook deze toestond te verbeteren. Niemand het woord meer verlangend sluit de Voorz. de Vergadering. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie en Uitgever. Mijnheer de Redacteur I Verzoeke vriendelijk een plaatBje voor onder staand schrijven. Bij voorbaat onzen dank. Amu H.H. Landbouwers te Sommelsdyk. Ondanks het bestaan der Landbouwvereeniging „Middelharnis-Sommeltdijk" meenen wij ons, daar heen gestuurd, niet aan het juiste adres voor onderstaand schrijven. Derhalve hebben wij gemeend langs dezen weg de Landbouwers te Sommelsdijk met gepasten eerbied te moeten in kennis stellen van de in het leven geroepen zijnde Landarbeidersvereeni- ging „Door samenwerking verbetering' te Som melsdijk. Wij achten ons daartoe te meer ver plicht, omdat zoo velen met vooroordeel tegen die Vereeniging zijn ingenomen, door dat zij meenen, dat met het in 't leven roepen der Ver eeniging een strijd zoude begonnen zijn tusschen landarbeiders en landbouwers die, (zoo zeggen sommigen) eerstdaags elkander gevoelige houwen zullen toebrengen. Hiervoor echter behoeft geen landbouwer eenige vrees te koesteren, en geen arbeider de Vereeniging te schuwen tot het niet toetreden als lid. De Vereeniging gebouwd op redelijken grond slag, wars van alles wat Revolutie zou kunnen teweeg brengen, zal ook alleen lang» betamelyken weg trachten die verbeteringen te bewerken, welke alleszins billijk en oorbaar geacht mogen worden. Daarom wenscht de Vereeniging ook in haar bestaan te worden erkend, zoowel door Land bouwers als arbeiders van Sommelsdijk, opdat zij in 't genot van erkenning in de goede richting zou kunnen samen werken in wat wijziging van pachtcontracten enz. betreft. Het laat zich eenigszins begrijpen, dat naar aanleiding van de in Augustus van bet vorige jaar plaats gehad hebbende staking der land arbeiders in deze gemeente, velen de meening zfjn toegedaan, dat de oprichting der Vereeniging in nauw verband staat met genoemde staking. Naar onze meening behoeft het geen nader betoog, dat reeds vóór genoemde staking meer dan ééns de wenschelijkheid is gebleken van de Organisatie der landarbeiders. Dat de oprichting der Ver eeniging in verband staat met de staking in het vorig# jaar, zullen wij geenszins ontkennen; ja veel eer zjjn wij van meening, dat juist die staking den doorslag heeft gegeven tot de oprichting der Vereeniging, hoewel in een anderen zin en vorm dan oppervlakkig wordt beschouwd. De Ver eeniging toch stelt zich niet ten doel zulke toe standen te scheppen en te bevorderen, maar acht het haar dure roeping en plicht alle geoorloofde middelen aan te wenden om zulke toestanden te voorkomenen waar ze bestaan al het mogelijke in het werk te stellen zulks te keeren. Vandaar dan ook dat geen landbouwer zich onnoodig bevreesd hoeft te maken, dat arbeiders in vereeniging langs den weg van Revolutie, door staking enz. zullen trachten hun toestand te verbeteren, want let tende op den grondslag der Vereeniging zal van iets dergelijks nimmer sprake zijn. Met voorbij zien van alle andere Vereenigingen op allerlei gebied, ons bepalende bij de Landbouwvereeniging als het naaste aan ons verwant, achten wfj het onzen plicht, voorgegaan door de landbouwers zeiven, met het oog op de voordeelen en ver beteringen in vereeniging door hen tot stand ge bracht; ook ais arbeiders ons te vereeniging en te trachten langs betamelyken weg die voordeelen en die verbeteringen tot stand te brengen, waarvoor de toestand van den landarbeider nog zoo ruim schoots vatbaar is. Derhalve wenscht de Vereeniging in haar be staan te worden erkend door landbouwers en arbeiders, opdat zy moge werkzaam zijn ten zegen van Maatschappij en huisgezin. Namens de Vereeniging, Ph. HAZENBERG, Voorz. J. NÏLIS, Secr. Sommelsdijk 28 Februari 1907. Weledels HeerHoofdredacteur van de „Maat en ScheldebodeU Sommels dijk. Weledele Heer\ Mag ik U beleefd verzoeken, het onderstaande in Uwe Courant, zoo mogelijk in een volgend nummer op te nemen. Bij voorbaat mijn vriendeliiken dank. C. BRABER Kz. Open Brief aan den Weledelen Heer B. BREERS Jz. Hoofd der \eO.B School te den Bommel. Weledele Heer l In de Nieuwe Rott. Courant van Zaterdag 23 dezer eerste Blad A, las ik uwen Open Brief aan den Weleerwaarden Heer Ds. Idenburg te Amst. En nadat ik inzage van Uw geëerd schrijven nam, gevoelde ik mij gedrongen, UwE. wederkeerig een kort bericht dien aan gaande te zenden, ik doe dit te meer hierom, daar ik juist het genoegen had op Maandagavond x8 dezer de Rede van Ds. Idenbnrg te Den Bommel bij te wonen, en nu verwonderd het mij grootelijks, dat U in den aanvang van Uw schrijven zegt, met aandacht geluisterd te hebben naar de Rede van Ds. I. en gelooft, dat Ds. I. de geschikte persoon is, om voor zijn doel geld los te krijgen, doch indien dit waar is, vraag ik beleefd: hoe komt het dan, dat toen U de collecte werd aangeboden U in plaats van geld te geven, bet hoofd schudde? U is tóch niet zoo hardvochtig, dat zulk een Rede op Uw hart geen invloed kan uitoefenen? Neen, wanneer de collecte bevredigend was, voor de School met den Bijbel te Den Bommel, meen ik dit aan een hooger ideaal der hoorders toe te schrijven dan aan de Rede van Ds. Idenburg. Want en in 't begin, en aan 't einde van Uw schrijven, zegt U dat Ds. I. zich schuldig gemaakt heeft, aan Veroordeel, Laster en Schannelijke verdachtmaking, en nu wil ik niet betoogen, of dit waar is ja, of neen, dit laat ik geheel voor U we rekening, doch de geachte schrijver zal mij gerecdelijk toegeven, dat indien dit waar is, en de bewering door gaat van Ds. I. dat ZEw. in dien geest, boven door U genoemd, gesproken heeft, dat dan de hoorders van Den Bommel van eene zeer lichte gehalte zijn en dat men dan waarlijk op den B. met geen lantaarn naar Socialisten behoeft te zoeken, maar men ze dan helaas met hoopen kan grijpen, en als ik mij dan nog indenk hoevee! jonge menschen in de Kerk waren, die, of pas de school hebben verlaten, of nog bezoeken, dan, ja dan is het wel brood noodig dat te Den Bommel een Chr. School tot stand komt. De door U aangehaalde Wetten en Art. eerbiedig ik ten hoogste, en het noemen met gelijke namen der Ministers Kappeijne Maekay en Kuyper verheugt mij zeer onder dankzegging. Ten slotte nog dit: U had gaarne gehad, dat Ds. I. den bewusten onderwijzer genoemd had, die gezegd heeft: de ouders moesten eens weten, aan wie ze hunne kinderen toevertrouwden enz. en daarop hebt U het volste recht! Zoo meen ik ook het recht te hebben den naam te noemen van de Chr. School waarop dat kind, het bewuste versje van jMarietje slaapt in 't duistere geleerd heeft. Ten slotte eindigt U in Uw schrijven met de heerlijke Bergrede van onze dierbaren Verlosser en Zaligmaker Jezus Christus en met het Woord van Paulus 1 Cor. 13. Zoo roep ik U en mijzelven en él de inwoners van Ned. toe: houdt Uaan dit woord dat eeuwig zal bestaan. Hoogachtend en Groetend, Uw Dw. Dr., C. BRABER Kz. Ooltgensplaat 25 Februari 1907. Arrondisseuienfs-ltechtbatik, (Kamer van Strafzaken.) Zitting van Dinsdag 26 Februari. Heden werden de volgende vonnissen gewezen J. Ph. P., 23 jaar, bouwknecht te Den Bommel, wegens wederspannigheid, tot twee maanden gevangenisstraf. St. Nicoiaas evenement. 't Was nog al een lollige avond geweest te Hellevoetsluis en de Janijes hadden het hunne daartoe bijgedragen. Maar 't was al later geworden, en de klok in de gelag kamer van Rozenburg had al twaalf gesla - gen en de bewoners van Hellevoetsluis begaven zich ter ruste. Ook Teuu Hooger - werf rustte, maar op een stoel in de gelag kamer, heel rustig met zijn witbebroekte boenen languit. Die broek bleek een mag - neet te zijn voor den 24.-jarigen visscher J. G., wonende te Hellevoetsluis, eveneens aanwezig met eenige andere kennissen. 't Was St. Nicolaasavond, dus een gijntje mocht wel gemaakt worden. Ze zouden Hoogerwerf, die wat onder den invloed van het genotene was, van zijn pantalon ontdoen. De witte broek over zijn lakensche aangetrokken, zou uitgetrokken worden Hoogerwerf werd beetgepakt, bij de schou ders opgelicht en de andere heeren trokken de broek van Hoogerwerf's beenen Maar nu komt feitelijk de gebeurtenis. Er viel een pijpje en nog wat uit de zakken en onder dat nog wat een rijksdaalder. Dien moet G. gepikt hebben, wat hij ontkende, hoewel de getuigen andere dingen verklaarden. Eisch Twee maanden gevangenisstraf. 't Dienstmeisje wel. Meisje, ik zou maar bekennen. 'k Spreek de waarheid, mijnheer. Meisje, ik ben overtuigd, dat je liegt, dat je de portemonnaie met het geld ge stolen hebt. Ik heb de portemonnaie op den grond gevonden. In je eigen belang raad ik je aan, de waarheid te zeggen. Je maakt de zaak er niet beter mee en voor jet lekomst zal dat liegen een zeer nadeel gen invloed hebben. Zeg nu de waarheid, meisje, want we gelooven je verzinsel nu eenmaal niet, dat de hond met de portemonnaie zou gespeeld hebben en dat je haar in de gang hebt gevonden. Zooiets maak je den menschen te Hellevoetsluis niet wijs, maar hier in Rotterdam heelemaal niet, 'k zou maar bekennen. En ze bekende volledig, de 24-jarige W. K., wonende te Vierpolders, dat ze van haar meesteres M. J. van der Reyden, huisvrouw van A. van der Haan te Hel levoetsluis, een portemonnaie had gestolen, waarin een bankbiljet van f 25 zat. Zij had haar zien liggen op het kleine kastje in de huiskamer en haastig in haar zak gestoken, toen mevrouw in de keuken was. Het bankbiljet borg zij in haar handtaschje, dat zij verborg onder haar hoofdkussen. Maar Mevrouw Van der Haan verklaarde dat er buiten het bankbiljet ook nog 2 guldens, 16 dubbeltjes, 5 stuivers en 3 centen in gezeten hadden. 't Eenvoudig gekleede meisje hield vol, dat alleen het bankbiljet in de portemonnaie had gezeten, hoewel de heeren haar her haaldelijk aanmaanden, de waarheid te zeggen. Meisje, je liegt, een ieder begrijpt het. Zeg toch de waarheid, het is je eigen belang. Er zijn meer dingen ontvreemd bij je mevrouw, daar wil ik je op dit oogenblik wel niet van verdenken, maar Daar weet ik ook niets van Edel- Achtbare. Twee maanden gevangenisstraf vorderde de officier. Heb je nog iets tot je verdediging te zeggen meisje Jawel Edelachtbare, zou 'k assiblief ïn'u loon van mevrouw kuuuea krijgen, want ze heeft me direct weggestuurd. Verbaasd keken de heeren elkaar aan, doch de officier vloog op en op scherpen toon voegde hij haar toe»je moest je schamen, schamen moest jij je, om de bru taliteit te hebben loon van je mevrouw te vragen, die je zoo hebt bestolen. Als 'k het geweten had, had ik een paar maanden gevangenisstraf méér voor je gevraagd ja, kijk maar niet zoo je bent brutaal, totaal niet onder den indruk, van wat je hebt gedaan. Ga nu| maar weg In den avond van 1 2 November was de 25-jarige P. W., arbeider te Oostvoorne, op de kermis te Brielle. Hm meisje uit zijn woonplaats stond toen te praten met een paar Brielsche jongens, waarbij ook o.a. was de getuige M. Postema. Na een rondedans met eenige anderen had beklaagde toen Postema in zijn gezicht geslagen en verwond. Beklaagde ontkende. Hij erkeode vroeger wegens mishandeling te zijn ver oordeeld. Geëischt werd 14 dagen gevangenisstraf Posterijen. Met ingang van 1 Maait zal het ver tninderd port (brieven tot en met 15 gram 3 cent, boven 15 tot en met 200 gram 5 cent) bedoeld bij het 2e lid van art der Wet van den 15 April 1891 (Sta-ts blad no. 87) mede gelden voor het plaat selijk verkeer binnen de kringen van Middelharnis en Sommelsdijk. Nieuwe Tonge. Uitslag der gehouden Verkooping van huizen schuur en tuin 1 ste perceel, gemijnd door H. van Alpen f 1 240 2 de perceel gemijnd door A. van Alpen voor Abr. van Alpen f 2100. 3 de per ceel aangeloopen Joh. Rietveld f715, dus perceel 1, 2 en 3 opgebracht f4055 per ceel 1, 2 en 3 gekombineerd aangeloopen. Uitslag Aanbesteding, Ouddorp. De inschrijving voor de te bouwen nieuwe School ivas als volgt: Metselwerk: P. Boelaars f 7012, J. de Ronde f 7030. Timmerwerk: le Hut gebouw: G. v. Koppen f 4200, J. Mierop f 4900. Meubelen: G. ran Koppen f 570, J. Mierop f 660. Smidswork lc SchoolgebouwGebr. de Moorj f 630.34. Dakbedekking f 540,84 Verfwerk Schoolgebouw: G. Tunis Co. f 775, ,1. Korviuk f 972.50. MeubelenG. Tauis Co. f 295. J. Korviuk f 972.50. Het werk is aan de laagste iusohrijvers geguud. Niet gegund. RIJKSPOSTSPAARBANK. Aan het postkantoor Middelharnis en de, daaronder ressorteerende, hulpkantoren werd gedurende de maand Februari 1907 Ingelegd f 7218,14. .Terugbetaald f6450,25 Het laatste, door dat kantoor uiigege-'en, boekje draagt het nummer 3814. f 1670,65 31219,77'/, 14910,- 25258,66'/, 855,10'/, 73,70 104,10 77,60 Sommelsdijk. Rekening der Boerenleenbank 5Iid- delharnis-Sommelsdijk" over het jaar 1906. Ontvangsten. Kasgeld op 31 December 1906 Ontvangen spaargelden Terugbetaalde voorschotten Ontvangst loopende rekening Ontvangsten interest voorschotten provisie rente loopende rekening Buitengewone ontvangsten Totaaf Uitgavsn, Terugbetaalde spaargelden Gegeven voorsohotten Uitgaaf loopende rekening rente spaargelden loopende rekening Buitengewone uitgaaf Kassaldo 31 December 1906 - Totaal f 74169,60 Uit de vergrootte omzetten blijkt duidelijk, dat de Bank reden van bestaan heeft en dat zij zich meer en meer in de sympathie van de burgers mag verheu gen. Was zulks algemeen, zeer zeker zouden de cijfers dan wel hooger zijn. Ooltgensplaat. Ontvangsten en uitgaven der Coih poradeve Boerenleenbank alhier. Opgericht 27 Febr 1903 met 33 leden. f 74169,60 f 24671,23 27885,— 20157,33 587,05 97,33 132,44 639,22 «no®® 50 v— -f -T ^2 2 O t» lfl o sj< H w O» (N O CO -I rH t-t r—t ÏO <0 1-1 rif hN «W R ft R X x iS "5 cö wjTCTE: co O VJrtONWW WH rtOCOO>® E- 1~' «♦x R R X V» OO I 5C1 O l O o" sf rt" 0 t- OS S3 CO oO O 01 CO 1^- itW N rt «O 1-4 O CO rH O >H S B R X X 1 co 52 <x> f &i, OO tfif ca O a» 10 10 o co H a H co co «M *i a R O g> g-g gs ec S o a N Z U> O -H fl q k p i.g.3 3 3 15 .0 A 2 a S ta .2 tO ba 2 a q o q HCOH-P MH H T) I o CO I CO t-. -TH ro CO CO O CD CO r* l10 co «O V-4 rt rH <M w* CO Ci fc» O C3 CO ^«50 H#» o» ao O 5^, to H t» O t» t- V-H iM (M s s 1 1 g O ®Sg"ïfg£ OS -^4 r1 tO CO CO O 10 H I- o se N N 2 <0 as w os h o co f-i CO CO OS CO eH f- be a o b «-a Ofi 04 fcc q p 5 p ca ■8 3 •"2a® 2 -iö 13 fcDeO SP*2 2 k" q r« EH sj >-4 Zaterdag 2 Maart 1907 voorm. 10 uur, aan de Kaai te Battenoord verkoop van Sparren Notaris VAN ISPELEN. Op Zaterdag 2 Maart 1907 's nam. half 2 uur te Stellendam, aan de Havenkade van timmerhout, bestaande in vloideelen, baddings, gebruikte kruideelen enz. en van gemaakt timmeiwerk als damhekken,"ladder", sleggen, linnenkasten, verschillende kleerkisten, tafels enz. ten verzoeke van den Heer Corns. Tie- leman te Melissaiit. Notaris VAN DER SLUTS. Woensdag 6 Maart, 's vm. 10 uur Puur den, Runderen en Bouwgereedschap, ten verzoeke van den Heer J. Tanis Jz., voor zijne br. uwschuur aan den Achterweg le Goedereede. Notaris VAN SCHOUWEN. Op Woensdag 13 Maart 1907 's nam 2 uur, te Stellendam, ter herberge van F. Troost, veiling van 2 landbouwstellingen (genaamd Landzicht) met boomgaard en verschillende perceelen tiendvrij Bouwland, tezamen groot 5.40.10 Heet. (ïl Gem. 228 Roeden) ie Stellendam, in den Eendraehtspolder en van 387.40 Heet. (8 Gem. 131 Roeden) tiendvrij Bouwland, te Stellendam, in den Halspolder, (gedeeltelijk vrij van huur). Notaris VAN DER SLÜÏS. Op Woensdag 20 Maart 1907, 's nam. 2 uur, le Stellendam, ter herberge van J. G. Knops, afslag van 2 landoouwsiellingen (ae- naamd Landzicht) met boomgaard en ver schillende perceelen tiendvrij Bouwland, te zamen groot 5 10.10 Heet. (II Gem. 228 Roeden) te Stellendam, in den Eendraehts polder en van 3.87 40 Heet. (8 Gem. 131 Roeden) tiendvrij Bouwland, te Stellendam, in den Halspolder (gedeeltelijk vrij van huur). Notaris VAN DER SLUTS. Ooltgensplaat. De Uitslag der gehouden Ver huring van Dijken, Gorzen en Wegen is als volgt Perceel 1 vorige keer f 155 nu f 150 P. Breeman. 2 5) 7J 23 24 Johs. Hers. 3 48 Jl 43Johs. Hers n 4 n 65 96 L. in 't Veld. n 5 n 66 94 J. v. Oorschot. n 6 W 140 n 147 G Hoogmoed. n 7 55 V 60 A.de Bruin. n 8 j» 60 n 65 0. v. d. Veer. n 9 n 46 50 A. Koene. 10 V 37 j> 41 B. Boogers. 11 n n 35 40 A. Koene. H 12 n IJ JJ 35 j» 35 A. Koene. 13 n V 38 jj 51 J. v. Oorschot. 14 V 35 >j 43 A. v. Prooijen. J» 15 n 27 j> 36 G. v/d Cappelle n 16 n n 30 j> 17 J. Holleman. n 17 V N 30 36 C Bogerman. n 18 M 96 jj 90 A. Zuidjjk. n 19 n JJ J) 39 34 Ant. van Weel. 20 7) J» 54 jj 49 H. Polie. V 21 tl 50 jj 48 Ant. van Weel. 22 Noordpoldersohe Gors. Weigors vorige keer f 425 nu f 500 A. Neeis Hooigors 575 810 A. Wagner. Rietgewas „251 270 C. Hartman. Gecombineerd vorige keer f 1470,nu ƒ1820,- A. Wagner. Dijken onder Den Bommel. Perceel 1 vorige keer ƒ131 nu ƒ130 A. Hertog. 2 52 65 P. Buijs. „3 80 89 A. v. Loon. „4 52 47 A v. Loon. Schrappolder vorige beer ƒ430 nu ƒ440 A. de Bruin Perceel Hooidijk onder Ooltgensplaat. Perceel 1 vorige keer 60 nu 59 'A. de Bruin. 2 54 „73 M. Mooijaart. Gecombineerd vorige keer 140 nu 144 A. de Bruin. Gors bij Den Bommel. Vorige keer ƒ443 nu ƒ500 G. v. d. Cappelle. Havendijk Ooltgensplaat. Vorige keer 54 nu 51 T. IJ. Neeis. Perceeien Hooidijk. Perceel 1 vorige keer 78 nu 76 G. Hoogmoed 2 70 74 G. Hoogmoed Gecombin. „152 155 G. Hoogmoed Spuidijk 113 110 K. L. Buth. Weipoldersche Wegen vorige keer 37 nu 27 A. Langerek. De ScteBsraiD aan den Hoeic van Holland. Dinsdag. Reuter seint ons heden uit Londen In hel Lagerhuis heeft Mac Karness (liberaal) aan Bannerman gevraagd, of de Engelsche regee- ring voornemens was eenigen stap te doen om openbare uitdrukking te geven aan de warme gevoelens van dankbaarheid, die door het Engel sche volk gekoesterd worden jegens den Prins gemaal in Nederland en de bemanning van de Nederlandsche reddingboot voor hun heldhaftige pogingeti om de levens te redden van de overle venden van de Berlin (toejuigingen.) Bannerman antwoordde door het volgende te legram voor te lezen, dat de minister van buiten- landsche zaken gisteren aan den Engelschen gezant in den Haag heeft gezonden Ik verzoek u aan Z. K. H. den Prins gemaal en aan de be manning van de Nederlandsche reddingsboot namens de Engelsche regeeriDg onze innige waardeering voor hun schitterend en heldhaftig gedrag bij de redding van de overlevenden van de schipbreuk aan den Hoek van Holland en onze diepe erkentelijkheid voor de voortreffelijke en werkdadige hulp aan hen in nood verleend, over te brengen U gelieve mij een opgave in te dienen van de namen der bemannieg der redding boot, aan wie wij passende belooningen wenschen te geven voor hunne moedige diensten (toejui chingen.) Bannerman voegde er aan toe: Geleid door de groote waardeering, die bij altijd aan den dag legt voor schitterende daden, in het bijzonder* lexnSnses I would repay rïrtrtn An 1 Ani n «rn n m aa/7 Lr«/>pf 1/ 3 K Ar, TV r\„>« m voor de leniging van nood, heeft Z. M. de Koning gisteren aan den Prins gemaal kennis gegeven van zijn verlangen om hem het Grootkruis der Badorde te verleenen en Z. K. H. heeft dit aanbod aanvaard (toejuichingen.) Ik ben er zeker van, dat het huis verheugd zal zjjn, dat zulk een spoedige erkenning heeft plaats gehad van zulk een verheven en schitterende toewijding, aan den dag gelegd bjj de pogingen om deze betreurens waardige ramp te verzachten (toejuichingen.) Joyce (nationalist) riep daarop uitVergeet Sperling nietl Het Huis ging daarna over tot de orde van den dag. (N. R. Ct.) een der geredden. „Hbl" schrjjft het volgende Verhaal van De corr. van het aan zijn blad: Op onze avondwandeling mocht bet ons zonder hinderlijke indiscretie gelukken van een gered den scihpbreukeling, die thans liefderijke ver pleging geniet in het reeds meermalen genoemd Amerika Hotel, bijzonderheden te vernemen om trent de angstige oogeublikken die de arme slak ker» aan boord van de „Berlin" hebben doorge maakt na het doormidden breken van bet schip op dien bewusten Donderdagmorgen. Wij zullen het verhaal, zooals ons dat gedaan werd, hier laten volgen in den vorm als was de geredde jonge Engelschman zelf aan het woord. Ik werd, zoo vertelde hij met een fleur als was door hem niets buitengewoons doorgestaan, ik werd Donderdagmorgen ten 4 uur in mijn hut aan boord van de „Berlin" gewekt, wat aan de booten gebruikelijk is. Het was stormweer. Ik stond mij in mijn hut te wassohen toen ik een vreemd gekraak hoorde dicht bij me.Een «teward in mijn onmiddelijke nabijheid riep ik toe wat er gebeurde. Aan iets ernstig dacht ik niet. De boot schom melde niet erger dan te voren. De steward ant woorde ook, roepende om het geraas rondom ons te overstemmen, dat de deuren van de kajuits trap door een overboord komende stortzee waren tukgeslagen Het gekraak daarvan had mijn aandacht getrokken. Nauwelijks waren de woor den gesproken of een tweede kraak volgde, veel heviger dan de eerste, als werd een bouten wand met groot geweld ingedrukt. Op hetzelfde oogen blik sloegen de overkomende zeeën de kajuit binnen. Het schuimende water stroomde er let terlijk in. De steward over wien ik zooeven sprak werd tegen den grond g'slagen, maar toch had hij nog zooveel bewustzijn dat hij mij toeschreeuwde de reddingsgordels (de zwemooeien) aan te doen. Er waren er vier in mijn buurt. Ik deed mijzelf er een om en drie dames die naar ons kwamen toe gesneld, deed ik vliegensvlug de andere om. Wat er met de „Berlin" feitelijk gebeurde, begreep ik op dat moment niet recht. Wei vermoede ikeen ernstig ongeluk. Wie de dames waren die ik de gordels hielp omdoen, ik zou het niet meer kun nen zeggen. Ik heb ze niet meet teruggezien. Een stortzee sloeg ze in een volgend oogenblik een eind van me weg. Hoewel ik weet dat een razende angst zich van mij meester maakte, had ik nog zooveel besef, dat ik my met alle kracht die in mij was, vast- klempte aan de verschansing op het achterdek. Ik dacht aan niets anders dan aan vasthouden, wat een toer was, want het schip slingerde, beter gezegd werkte zoo zwaar, dat ik uu eeus op hot dek lag, dan weer overeind kwam. Maar ik om sloot de leuning der verschansing met ijzeren vuistgreep. Loslaten nooit. Ik begreep dan door de woedende golven die ons omspoelden, te zul len worden weggeslingerd in zee. Rondom mij gegil van menschen, die als lam geslagen over het dek slierden, om als een veer te worden opgenomen door de brullende zee en over de verschansing henen in de golven te ver dwijnen. Het was ontzettend. Ik kan het u niet zoo beschrijven. Ik vergeet het nooit. Plotseling werd het stikduister. Het licht ging uit en het tooneel werd er des te erger door. Kapitein en loods zag ik achter elkaar naar de diepte gaan. Het gejammer van de mensohen b(j me, die ik door de zeeën niet zien kon maar wel hooren, o, het was te schrikkelyk om het te kunnen vertellen. Op eenmaal zie ik een touw bij me in de buurt hangen, een touw van de mast. Ik wist het te pakken en klauterde op en neer geslingerd door den harden wind, een eindje naar boven. Ik hoopte een schip te kannen wen ken om hulp en schreeuwde tot ik niet meer kon. Het gaf niets, ik was uitgeput, liet me weer zakken en plofte op het dek, gelukkig weer dicht bjj de verschansing, die ik opnieuw met alle kracht omklamte. Ik telde toen 25 menschen in mijn omgeving. Ze hielden zich overal ergens aan vast. Sommigen werd het te bar. Ze lieten los en de zee wierp ze aanstonds van links naar rechts. Ik moet er niet meer aan denken. Er waren 2 dames die ik zag neersmakken op het dek, een golf nam ze op, ze gingen de lucht in maar kletsten weer terug op het dek. Hun hoofden waren gespleten. Nog even en weg waren ze. In den-loop van den dag (Donderdag) trachten we dichter bij elkander te komen. Dat lukte ons. Om ons te beschnttm tegen den wind grepen we een stuk zeildoek. Dat sloegen we om ons heen. Maar een rukwind sloeg erin en zwalkte bet doek van ous af. We riepen allen om hulp. maar dat baatte ons weinig. Hulp kwam niet op dagen. We vergingen om zoo te zeggen van hon ger en dorst, dorst vooral. Sommigen van ons begonnen aan redding te wanhopen. Om den moed er in te houden en om afwis seling in ons Jijden te brengen, zongen we ge- ineenscuappelijk liederen. O, dat klonk zoo treu rig. Vooral zoo voegt de verslaggever van „Het Volk" daarby toen twee Duitsche vrouwen een soort van doodenzang aanhieven waarvan telkens terugkwamen de woorden Ueber Jesu Wir «in hier. De tijd kroop voorbij, er scheen geen einde aan den dag te zullen komen. Toen de nacht kwam, bezweken er weer een paar menschen. Ze waren half waanzinnig van pijn en angst, 's Nachts bulderde de zee schrik kelijk en een koude, fijne sneeuw sloeg ons in het gezicht. Het zeewater weekte ons de kleeren los. Een paar vrouwen, die we zooveel doenlyk op de been hielden, verloren haar bovenlrieeding. De rokken hingen in flarden. Het zeewater spoelde den boel van ons weg. Het was jammerlijk. De reddingboot hebben we zes maal dichtbij gezien, o zoo dichtbij. We hoorden de lui roepen maar ze konden ons zeker niet bereiken, en als de boot dan weer wegdreef, was het om gek te worden. Er zijn meii3cben gestikt. Ze hadden geen kracht meer adem te halen, lieten het stuk ver schansing los en vielen op het dek. Toen de zee bedaarde, werden de lijken niet meer weggespoeld maar bleven ze voor onze oogen liggen. Een stoker, die naast me aan de verschansing hing, liet zich los. De man kon niet meer. Ik ving hem op in mijn armen, hoopte dat hij zich herstellen zou. De arme man stier zijn hoofd tegen my aan. Toen moest ik hem wel laten schieten. Ik voor mij heb wonderlijk genoeg aldoor hoop op uitkomst gehad. Ik kon maar niet geloven dat de reddingsbooten ons niet zouden vinden. Ik heb goede hoop gehad. Dappere Iui de Hol- landsche, hoor 1 Kranige lui We zijn hun zoo dankbaar 1 De verhaler zou nog wel hebben doorgepraat, maar de docter stond zijn bezoekers terecht geen seconde boven door hem bepaalden tijd toe. Het gesprek liep ten einde. Voegen we er nog aan toe, dat deze geredde niet veel klaagde over pijn aan voeten en ledematen zooals zijn andere lot- genooten deden, die vooral pijn doorstonden aan de voeten, door het zeewater gezwollen, ver kleumd en bij menigeen min of meer gewond. De dokters en de zusters doen letterlijk allét om die smart te lenigen. In het hotel Amerika ziet men wondergroote liefde. Woensdag is te Nieuwlandsche Polder aange spoeld eene flescb, inhoudendePortret van een vrouw, alsmede uittreksel uit bet Doopboek der St. Pauli Kirche te Hamburg van Martha Frost en een briefje van den volgenden inhoud „Bearer with boy son Edmund is my wife Martha Frost Same is leaving Harwich for Hoek van Holland for Germany this 20th of February. As I am an Englishman 1 beg anyone to assist need ofi her if she should be in assistance. A1 32 Tottenhamstreet London W. Henry Frost. De verslaggever van het „Hbl." aan den Hoek schrijft: De eerste dagen na de schipbreuk van de Berlin" was 't reizigersaantal op de Harwich- booten in de beide richtingen opvallend klein, een natuurlijk gevolg van den schrik dien de ramp bij de reizenden naar en van Engeland heeft teweeggebracht. Da nachtboot „Vienna" die Woensdagmorgen uit Harwich aan den steiger kwam, had weder voor het eerst na den vorigen Donderdag een flink getal passagiers aan boord, wat vooral te bemerken was aan de langzaam terugkeerende bedrijvigheid in de restauratiezaal, die Woensdagmorgen te halfzes weer druk be zocht werd. De ochtend-mailtreinen naar Duitsch- and waren vrij goed bezet. Het weer was Woensdag uitstekend, de zee stond kalm, aan de hórizen nog wat nevel. Nadat het vol daglicht was geworden, vertrokken wy met den blazer van schipper Sperling opuieuw daar het wrak, waar Woensdag het eerste werk was het machineruim uit elkaar te nemen. Voor zoover de verschillende deelen bereikbaar warén, werden zij losgeschroefd en neergelaten in den blazer, die langszijde bleef liggen Als het weer zoo stil blijft en de zee zoo kalm, zal Sperling strak» duiken in den Waterweg op de plaats, waar het voorschip is gezonken. Voor het gelukken van die duiking mag er op zee niet te veel deining zijn. Dan is de zuiging onder water te sterk en slingert de duiker heen en weer, wat zijn werk te zeer bemoeilijkt, wijl alles hier aankomt op het gevoel. De bedoeling is, de lijken, die in het voorschip en in de omgeving daarvan verborgen liggen, op te halen. Vermoed wordt dat er zeer velen boven water zullen worden gebracht. De firma Hudig en Pieters stelde echter met nadruk de voor waarde, dat aan de duiking niet het minste gevaar mocht verbonden zijn. Wij spraken, alvorens naar zee te vertrekken, enkele passagiers, die met de nachtboot Woens dagmorgen medekwainen. Eén hunner deelde mede, hoe vrienden van den heer Tbemans, uit Enschedé, wiens lijk nog niet werd gevonden, hem den avond van de afvaart van de „Berlin" getracht hadden te bewegen, den overtocht nog een dag uit te stellen, met het oog op het storm achtige weder, welke pogingen vergeefs waren, daar de heer Themans verklaarde, dat zyn zaken geen dag uitstel van zijn terugkomst konden velen. Hoewel men hem wees op den zwaren overtocht, dien de „Berlin" daags te voren op zee had ge had, scheepte de heer Themans zich in. Hij kwam bij de ramp om het leven. Eén der redders van de laatste overgeblevenen

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1907 | | pagina 4