den kiesplicht zooveel geuiukkeiijkcr io,
zija de besturen der kiesvereenigingen
al zeer in bun schik, wanneer zij door
hard te werken en scherp te controleeten,
85 pCt. der kiezers aan de sterabuskrijgen.
Sterker nog worden de cijfers in het
Dnitsche district, als men ze in bijzonder
heden nagaat. In 6 dorpen was de op
komst 100 pCt., in 1 dorp 99 k 100,
in 8 dorpen 98 99, in 9 dorpen 97
98, in 18 dorpen 96 97, in 14 dorpen
95 ét 96. Bovendien hadden 60 dorpen
een opkomst van 90 k 95 pCt. en slechts
14 minder dan 85 pCt.
Dat kan ten voorbeeld strekken
Dr. Wagner, lid van den Rijksdag te
Leipzig, deelt een sterk voorbeeld mede
van socialistische dwingelandij. In som
mige fabrieken daar moeten de werklui
hun boterhammen in een vel van het
daar verschijnende socialistische blad
meebrengen, en dat vel moet telkens
afkomstig zijn van het nummer van den
vorigen dag. Een man die door het
partijbestuur daartoe is aangewezen en
in de fabriek werkt, gaat eiken dag na,
of dit voorschrift opgevolgd wordt
RUSLAND.
Koeropatkins boek is er thans. En wa^
de Russische generalis.'imus daarin vertelt,
is vernietigend voor den naam en de
positie van vele generaals in den oorlog,
maar stelt tegelijk de corruptie, de ver
warring, de desorganisatie bij het Russi
sche leger op zoodanige wijze in het licht,
als vóór hem nog nooit door iemand van
gezag is gedaan.
Wel mag de Indép heden opmerken
Sommige nederlagen in een oorlog zijn
roemrijker dan overwinningen maar hier
in het Verre Oosten is, althans door de
aanvoerders, alle roem verspeeld.
Men vernam uit de couranten wel allerlei
staaltjes van schromelijk plichtsverzuim
en ongehoorde tuchteloosheiddoch nu
komt de opperbevelhebber uit den grooten
oorlog zelf verklaren, hoe het beleid schier
bij eeu ieder te wenschen overliet, terwijl
hij zichzelf en dat pleit voor zijn
eerlijkheid ook allerminst van gemaakte
fouten vrijpleit.
Het boek, dat, naar men zich herinnert,
terstond door de censuur in Rusland werd
verboden, bestaat uit drie forsc'ue deelen,
die gewijd zijn vooral aan de drie groote
gebeurtenissende slagen bij Liaoyang,
de Shaho en Moekden.
Wat betreft den laatstgenoemden slag
beschuldigt Koeropatkin generaal Kaulbars,
die het tweede legercorps commandeerde,
de hem gegeven bevelen niet te hebben
uitgevoerd en stil te zijn blijven zitten,
ondanks dat de orders werden herhaald,
op de meest kritieke oogen blikken. Ook
wordt Kaulbars beschuldigd zijn troepen
niet te hebben gereorganiseerd. Met enkele
citaten geeft Reuter die fouten, zooals
Koeropatkin ze uiteenzet, weer.
De generalissimus doet echter meer dan
beschuldigenhij erkent ook zijn eigen
fouten en hij neemt op zich het grootste
gedeelte van de schuld aan de nederlaag
bij Moekden. Immers had hij niet vol
doende aangedrongen op de noodzakelijk
heid van een groote reserve en was te veel
afgegaan op rapporten van generaal Tsjets-
jakof. Tengevolge daarvan had hij geen
voldoende macht in het vuur kunnen
brengen om de omtrekkende beweging der
Japanneezen te verijdelen.
Toen men de tijding kreeg van den val
van Port-Arthur werd den generaals naar
hun meening gevraagd over een voorwaart-
sche beweging. Generaal Grippenberg vond
de radicaalste oplossing een groote bewe
ging in do richting Yen Taï met het
tweede legercorps. Het plan werd echter
niet doorgevoerd, omdat het te gevaarlijk
was.
Koeropatkin beschuldigt dau Grippenberg
van onstandvastigheid, want hij viel van.
het eene uiterste in het andere en ver
klaarde ten slotte den veldtocht als ver
loren te beschouwen. Ook stelde hij voor,
vechtende op Kharbin terng te trekken
en alleen die stad, evenals Wladiwostok,
te verdedigen.
Eindelijk, in het begin van Januari,
bereidde men zich voor op een groote om
trekkende beweging, doch deze mislukte,
volgens Koeropatkin door generaal Grip
penberg'» schuld. De opperbevelhebber
neemt hem in zijn boek duchtig onder
handen en verwijt hem, bevelen te hebben
gegeven geheel in strijd met het plan de
campagne, en niet in verbinding te zijn
gebleven met den commandant van het
derde legercorps.
Den 17den Januari meldde Grippenberg
zich ziek en den listen vertrok hij, met
toestemmigh van den Tsaar, naar Peters
burg. Deze manier van doen noemt Koe
ropatkin betreurenswaardig, daar ze een
slecht voorbeeld was voor de andere offi
cieren en de discipline verzwakte.
Als hoofdoorzaak van bet terugtrekken
van het leger in Mandsjoerije, na de vij
andelijkheden in de maand Maart, noemt
Koeropatkin in de eerste plaats de grootere
numerieke sterkte van de Japanneezen
de betere organisatie der vijanden in het
bergachtig land in de groote hitte het
feit, dat de Japansche soldaten over het
algemeen jonger waren dan de Russische
de lichtere uitrusting der Japanneeren
hun uitstekende berg-artilleriehun groote
vaderlandsliefde de militaire eigenschappen
hunner officieren en hun groote energie,
en ten slotte het feit, dat de Russische
troepen van de aanleidi ug tot en het doel
van den oorlog totaal onkundig waren.
Men kan het verstaan dal. dit boek door
de censuur uit het Tsarenrijk werd ge
weerd al komen de Russen tocb wel te
weten wat er in staat. Koeropatkin zal nu
wel voorgoed uit de gratie zijn, en onder
de opperofficieren zich een groot aantal
vijanden hebben gemaakt. Maar zijn ont
hullingen zijn een daad van moed en
eerlijkheidook omdat hij zichzelf niet
spaarde. Laat ons hopen, dat ze er toe
meewerken om Rusland te bevrijden van
dien kwaden gee4 van bederf en tuchte
loosheid, die het lichaamsgestel der natie
ondermijnt en de krachtsopwaking des
rijks tegenhoudt. Als dit geschiedt, zal
men van achteren Koeropatkin nog kunnen
danken voor zijn vermetelheid thans.
Cjemeiiftdi Nieuws.
Bloedvergiftiging.
De bejaarde boerenarbeider A. M., te
Warns, had een onbeteekeneud wondje aan
de hand. Hij molk de koeien en bemerkte
nu, dat de hand opzwol. Dadelijk werd ge
neeskundige hulp ingeroepen, maar een her
haalde operatie mocht niet meer baten, de
oude man bezweek aan bloedvergiftiging.
Het „onze Vader" eener moeder.
Onze Vader, die in de hemelen zijt. Gij
ziet ook mijn jongen, ook wanneer ik niet
weet, waar hij is ook op zee.
Uw Naam worde geheiligd. Leid het
zoo, dat het ook door hem geschiede.
Uw Koninkrijk kome, ook voor en tot
mijn jongen
Uw wil geschiede Gij wilt immers steeds
het beste voor hem 1
Geef ons heden ons dagelijks brood laat
hem niet al te veel gebrek lijden laat
hem indien het mogelijk is geen honger lijden 1
Vergeet ons onze schulden, gelijk ook wij
vergeven onzen schuldenaren. Vader, ver
geet hem alles, ook zijn heimelijk wegloopen
van huis, gelijk ik het hem vergeef.
Leid ons niet in verzoeking. Houd hem
vast Vader, laat de verzoekingen niet al te
sterk zijn
Verlos ons van den Booze. Dat mijn jongen
maar gelukkig worden mag, al zie ik hem dan
ook op aarde niet weder ja, dat hij maar
zalig worden mag.
Zoo had het oude moedertje gebeden,jaar
in jaar uit. Zoo bad het oude moedertje nog
op haar sterfbed. Maar toen ze voort wilde
gaan«Want Uw is het Koninkrijk en de
Kracht en de Heerlijkheid//, werd de deur
stormacbitg opengesmeten, een zeeman met
door het weer gebruinde wangen ijlde op het
bed toe, viel op de knieën en het oude
moedertje hoorde zijn biecht aan en legde
zegenend de bevende handen op zijn hoofd.
Daarop ging ze zacht voort, maar een mannen
stem bad mede
Want Uw is het Koninkrijk en de Kracht
en de Heerlijkheid. //Ook voor mijn jongen//
fluisterde zij in-gelukkig. Toen staakte haar
stem.
//In der eewigheid. Amen//, sprak vast en
krachtig de zoon. Het oude moedertje kon 't
niet meer bidden, maar op haar aangezicht
lag het morgenrood der eeuwigheid.
A. Kbde.//)
De correspondent van de //Daily Expres//
te Lucknow (Engelsch Indië) geeft een uit
voerig verhaal van een gevecht tusschen een
officier en een luipaard, dis de vrouw van
den Engelschen luitenant Hutchinson, van het
tweede Gburkaregiment, op de jacht aanviel.
Men keerde juist naar huis terug, toen
mrs. Hutchinson, ongeveer tien pas van haar
verwijderd, een weinig van den weg afweek
en daarbij een jongen luipaard opjoeg, die
haar terstond aanviel. Luitenant Hutchinson
greep dadelijk naar zijn geweer, durfde echter
niet schieten, daar hij bang was zijn vrouw
te treffen. Hij begreep, dat het eenige, wat
er op zat, was, het dier met zijn handen tot
loslaten te dwingen en daarom wierp hij het
geweer weg en viel zelf op het beest aan.
Het gelukte heru, het dier zoo beet te pakken,
dat het op zijn tug viel, zoodat zijn vrouw
op kon staan en de drijvers, die iets vooruit
waren, te hulp kon roepen. De officier wist
het beest eenigen tijd op den grond te drukken,
maar ten slotte wrong het zich los en sprong
op zij, terwijl de luitenant probeerde, zijn
geweer weer op te nemen. Hij kon daarvoor
echter geen tijd vinden, want de luipaard
deed een poging hem op den rug te springen.
Er ontstond nu een hardnekkige strijd. Ver
scheidene malen sprong de officier op bet
juiste oogenblik op zij, maar het dier belette
hem steeds zijn wapen te grijpen. Toen her
innerde hij zich plotseling, dat hij een revolver
in zijn gordel had nauwelijks deed hij een
poging om dien te trekken, of de luipaard
deed weer een gevaarlijken sprong. Zoo werd
de toestand met elke seconde gevaarlijker
voor den officier, die bovendien het ongeluk
had te vallen en in een wanhopige worsteling
een tijdlang met het dier op den grond rond
draaide. Eindelijk kon hij zijn revolver nemen,
en vuurde het midden in den kop van het
luipaard af. Het dier liet los, want zijn oog
was hem uitgeschoten. Nu greep de officier
het geweer en velde het dier neer, juist op
het oogenblik, dat de drijvers te hulp kwamen.
Door het groote bloedverlies was luitenant
Hutchinson zoo verzwakt, dat bij in onmacht
viel.
Een eerlyke vinder.
Te Vlissingen heeft iemand een portefeuille
verloren met bijna 4000 Mark aan Duitsch
Bankpapier. De portefeuille kwam in eerlijke
handen de eigenaar gaf den vinder een be-
Iooning van 5° Mark.
Pokken te Vlissingen.
Te Vlissingen 2ijn twee gevallen van pokken
geconstateerd.
De scheepsramp.
Het aantal slachtoffers van de schipbreuk
der j>Larchmont« wordt thans op 150 geschat.
Het schip zonk in 10 minuten tijds, na de'
aanvaring met d,en schoener. Er waren 150
passagiers en 30 matrozen aan boord. Op Block
Island zijn negentien overledenen aangekomen
in een boot, n.l. acht passagiers, waarbij twee
vrouwen, en 10 man van de equipage en de
kapitein.
Een der vrouwen verhaalt, dat op het oogen
blik dat de boot in de diepte verdween en de
paniek vreeselijk was, tien vrouwelijke heilsol
daten op het dek geknield lagen en het lied
«Voorwaarts, Christen-strijders® zongen. De
meeste geredden zijn door de koude in zulk
een deerniswekkenden staar, dat zij zelfs hun
naam niet kunnen zeggen.
Een 50 lijken zijn aangespoeld, de meeste
geheel bedekt met ijs.
De kapitein zegt, dat op het oogenblik, dat
het water in de machinekamer binnendrong,
wolken stoom uit alle openingen van het schip
te voorschijn kwamen, zocdat het leek of het
schip in brand stond. De meeste passagiers
waren bijna geheel ontkleed op dek gekomen
en hadden verschrikkelijk van de koude te
lijden. Na eenige oogenblikken van ontzettende
paniek kon de kapitein de vrouwen in de booten
doen plaats nemen. De rest van de passagiers
ging op vlotten te water, maar waarschijnlijk
zijn die allen van koude gestorven, daar het
water telkens over hen heen spoelde, waardoor
zij spoedig geheel met ijs overdekt waren.
Het onbekende boek.
In zijn «Review® of „Reviews« geeft Stead
een merkwaardig staaltje van de onwetendheid
der Franschen ten opzichte van den Bijbel.
Bij de algemeene verkiezingen van 1900 gaf
hij een politiek vlugschrift uit, getiteld: «The
Candidates of Caïns, dat opgedragen was aan
alle candidaten, die den Boerenoorlog goed
keurden. Een Fransche uitgever verzocht,
daarvan een Fransche vertaling te mogen geven.
«Doch gij moet een anderen titel nemen®,
zeide hij, «in Frankrijk weet niemand wie Caïn
is«. Stead sprak er eenige vrienden te Parijs
over, en zij zeiden, dat de uitgever gelijk had
«Kent dit geslacht van Franschen dan geen
bijbelsch persoon?® vroeg Stead. «Neen® was
het antwoord. «In Frankrijk leest niemand
den Bijbel®.
Uit het Scheveuingsche visschers
leven.
De //Nieuwe Ct.// verhaalt van de slechte
kansen op behoorlijke verdiensten voor de
visschers, die //op hoop van zegen// varen.
Aan deze scbeis ontkenen we het volgende
//Zaterdagmiddag brengt de trein van Haar
lem onder de vele passagiers, die in Den
Haag uitstappen eenige mannen met blauwe
truien, harige jekkers en kleine petjes, met
in schotschbonte zakken gepakte uitrustings
stukken.
Ze kwamen pas van zee en zagen er mis
moedig uit.
Een jongen van een jaar of zestien is de
eerste, die de controle door is.
//Wel Jo? was 't koud op de Noordzee?//
//Een bielsje, meneer//.
//Wanneer ben je binnen gekomen?//
//Vanmiddag om 3 uur en nou gaen we
naer 'uus tot Maendagochtend vroeg.//
//Hoe heet je schip
//Dat weet ik niethoe biet ik 6k
//De //Nico en Dirk
i/O ja 1//
//Hoe lang ben je weg geweest
//Vier' halve week, meneer//.
//Zoo, en hoe was de visscherij
//Slecht meneer, niks als tegenspoed, dagen
lang niet kennen visschen van stormweer, dal
we alleen op de kleine tok //bij de wind// zeil
den//
Dan kan je je gemak iiou 'n zeker, niet
waar
//Wel neenik, dan staen we allemael an
dek, dan willen we weten wat er geoeurt//.
//Eu kreeg je veel water over
//Verscheiden buizen, die je sliknat gooiden,
en dan laet je dat maer in 't Oosienwindje
opdrogen.//
//Ja, meneer//, valt de oudere er op in, //die
jongen ken er beter tegen als ik, want ik eb
't kwaed 'ad met de kou//.
//Nou maar nou ga je naar moeder de vrouw
en is alles weer vergeten
//Zegt dat maer, meneer, we gaen met leege
handen//.
11 Zoo Was de reis zoo slecht
//Ja 't was bedroefd, we besomden f 130//.
//En wasje daar visrd'halve week voor weg
en wal beo jij daar nu van verdiend
//Mijn portie is f4.50 voor de reis en daer
mot nou nog twie guiden spoorgeld af//.
//Ja//, roept de jongen, nik heo net voor
een kwartsie die reis gemaekt, f 3.25 verdiend,
en twie gulden spoorgeld er ofnee 'oor, da's
niks 'edaon!//
En haastig gingen ze naar de tram, die hen
brengen zou naar hun hui3.
Na eenige oogenolikken zag ik henna,en
lang nog dacht ik aan dien jongen, die varen
ging voor niets//.
Armoede zoekt list I
Men schrijft uit Hilversum aan de i/N. Ct.
Armoede zoekt listDit bleek ook hier in
Hilversum. Zooals men zul weten, is er door
de malaise in de bouwvakken hier een werk
loosheid ontstaan, tengevolge waarvan hon
derden gezinnen kommer en gebrek lijden.
Zooals vanzelf spreekt, ziet men nu uit naar
middelen om op de eene of andere wijze nog
wat te verdienen.
Een even curies als lypiseh staaltje zagen
wij daarvan. Eenige werkeloozen waren nl. op
het denkbeeld gekomen door het doen hooren
van muziek voor levensbehoeften te zorgen.
Men deed dit echter niet op de gewone wijze,
doch op een manier, die zeker nog weinig in
gebruik is.
Men huurde nl. een fonograaf en hiermede
trokken de bewuste personen, eenige werkloo-
zen met hun vrouwen, door de gemeente. In
verschillende straten hield men stil, plaatste
de fonograaf opeen tafeltje, dat eveneens werd
medegedragen, en wachtte dan tot er een
aantal nieuwsgierigen verzameld was.
Wat dit het geval, dan hoorde men al spoedig
bekende marschen, walsen, liedjes van Speen
hof!' etc. Zooals van zelf spreekt, trok dit
ongewone schouwspel nog al publiek de on
dernemers, die op den lumineuzen inval ge
komen waren, bereikten hun doelhet maken
van een goed daggeld.
Een moedige daad.
Men schrijft aan de Tel
Een knecht der gasfabriek te Hoorn had het
ongeluk bij het scheppen van een emmer water
onder het ys wi de moddor bakken te ganakftn.
De directeur der gaslaoriek, de heer F. E. van
Rhqn had den moed zich onder het ijs te wagen,
om den drenkeling te redden. Tot. driemaal
toe moest hij duiken, maar door telkens hel
ijs met het hoofd stuk te breken kon hij hem
eindelijk grijpen. OnmiddeÜjk naar het gas -
huis vervoerd waren de levensgeesten niet g -
weken. Hulde aan den redder.
Levend verbrand.
Terwijl Zaterdagavond de vrouw van den
75-jarigen L. d. B., te 't Meer, bij Hee
renveen, even naar den winkel was, is de d. B.
die bij de kachel zat, welke met houtspaanders
gestookt werd in brand geraakt. Toen de
vrouw terugkeerde was de kamer vol rook,
de man lag, met brandwonden overdekt,, op
den vloer. Buren ijlden toe, de brand werd
gebluscht de B. bleek reeds overleden te
zija.
Grafschennis.
Te Zaandam heoben een viertal jongens
van 18 en 19 jaar een bezoek geuraebt aan
het K-Kathol, kerkhof, een grafversiering
vernield en daaruit ontvreemd een zilveren
altaar. Uit vrees voor ontdekking hebben zij
dit eehtei in de Voorzaan geworpen. De re
chercheurs Ackermann en Verhoef wisten de
schuldigen op te sporen en tot bekentenis te
brengen. Zij zullen dus wegens grafschennis
met diefstal in voor de nachtrust bestemden
tijd vervolgd worden.
Van het in het ijs gezakte meisje.
Dicht bij den havenmond van Edam is
Zondag door den visscher W. Verhagen het
lijk gevonden van het U-jarig meisje, dat
eenige dagen geleden met nog eenige andere
kinderen speelde op een ijsschol en verdronk.
Het blijvend gedeelte.
Weesperpoort Amsterdam. Trein naar Rot
terdam en Den Haag. Uur van vertrek is
bijna daar.
Gemoedereerd verschijnt op het perron een
moeder, dragende een zeer jeugdig spruitje
en omdribaeld door een 5-tal, van jaar tot
jaar varieerende spruitjes van klein tot groot
beladen met grooter en kleiner pakjes en
mandjes.
De oudste kinderen kijken zoo nu en dan
een weinig onrustig om. //Ik zie em nog
niet//Ik ook niet, maar hij zal nog wel
komme 1 Blijkbaar is de pa van het gezelschap
nog niet gearriveerd, die vermoedelijk nog
een onvermijdelijk bezoek moest afleggen aan
het loket en daar bezig zal wezen met de
voor een leek moeilijk te benaderen reisbe-
grooting voor gezegd gezelschap.
Eindelijk komt bet hoofd des gezins aan
stormen, en niet zoodra heelt zijn wederhelft
zijn in het zweet zijns aanschijns glimmend
gelaat mogen ontwaren, of ze stapt, glimlach
end, met het gedragen kind in een openstaande
coupé. Juist is ze binnen of o schrik
de trein zat zich in beweging. Pa kijkt in
middels gearriveerd, verwilderd rond, grijpt
een ander kind vast en zwaait, terwijl de
trein steeds meer vaart krijgt, dit zijn weder
helft in de geopende armen, terwijl de zui
geling op den rug ligt te spartelen op de
bank van de coupé.
Eilacie, de pa heeft een goeden wil, ech
ter niet de hoogontwikkelde handigheid van
een specialiteit, om zoo maar in een omme
zien 5 jongelieden, gepakt en gezakt, weg te
tooveren Hij grijpt nog een kind, ziet het
gewaagde zijner poging nog tijdig in en zet
zijn lieveling maar weer neder. De moeder
met anderhalf kind snelt zonder kaartjes
heen.
Pa, omsiuwd door zijn blijvend gedeelte,
ziet, lang niet pleizierig gestemd, met staal-
gezicht, zijn ijver miskend.
Het blijvend gedeelte grient eenparig.
//(N. v. d. D.)//
Ongeluk bij de Dlarine.
MaaDdagnamiddag 1 uur heeft een ern
stig ongeluk plaats gevonden, iu de schiet-
katoeubergplaats voor de Marine in polder
8 aan het IJ. Twee werklieden L). Visser
en Christiaan Ader uit Amsterdam, sol
deerden een kis. met schietkatoen dicht,
waarmee ze bijna gereed gekomen waren,
toen ongelukkigerwijs de soldeerbout in
aanraking kwam met het in het rondlig-
gend schietkatoen, en gaas. Dit uiterst
brandbare goedje ontplofte natuurlijk, en
een groote vlam sloeg de beide werklieden
in 't gezicht. Maar ook de andere, drie
of vier, aanwezige werklieden hadden van
de vlammen te lijden.
Gelukkig ontplofte de kist met schiet
katoen niet, want in dat geval zouden de
meoscben uiet veel hebben naverield.
Thans wisten ze. na van deu eersten schrik
te zijn bekomen, h-t brandje iu de werk
plaats snel te blussohen.
Helaas bleek dat niemand er ongedeerd
was afgekomen. A len hadden brandwon
den bekomen de ineesten van niet veel
beteekenis maar de oeide werklieden die
met het soldeeren bezig waren des te
ernstiger. Zij waren aan hoofd en handen
deerlijk gehavend en kermden het uit van
de pijn.
Dadelijk werden maatregelen genomen
Zoo goed en kwaad als het ging werden
de ongelukkigeu geholp n. terwijl één der
menschen om hulp nuar Amsterdam snelde.
Eeu stoombootje van de firma Goedkoop
werd gerequereerd, dit geneeskundige hulp
van het wachtschip «De Wassenaar» op
haalde, en toen zoo spoedig mogelijk uaar
de plaats des onheils vertrok. Toch ver
liep noodwendig een geruime tijd voordat
de eerste arriveerde, in welk tijdsverloop
de zwaar gewonden veel leden
Zij werden zorgvuldig verhonden, zacht
jes op de boot gelegd waarop deze da
delijk van polder 8 naar Amsterdam te
rugstoomde. Te ongeveer 6 uur kwam
men hier bij de Moinewerf terug l'wee
brancards stonden irereed, waarmee beiden
naar het Binnengasthuis werden vervoerd.
Van de andere werklieden behoefde nie
mand te worden opgenomen. Zij konden
met een verband om huu kleine verwon
dingen vclstaan.
De twee anderen echter bleken bij aan
komst te Amsterdam zeer zware brand
wonden in het aangezicht en aan de han
den te hebben opgeloopen. Het hoofdhaar
en de baard van beiden, was bijna geheel
weggebrand, de gezichten zeer geschonden.
Gelukkig bleven de oogen tot nu toe ge
spaard en bestaat er geen gevaar voor hun
levert.
Beiden zijn gehuwd, en bij aankomst
in het gasthuis wachtten hun vrouweu, die
met het gebeurde iumiddels in kennis wa
ren gesteld, met eenige familieleden op
hun droeve komst.
Het vermiste meisje.
Zooals men weet, werd sedert 1 Januari
te Schiedam vermist de 19 jarige Elisa
beth Groenendaal.
Wij hebben onlangs uitvoerige bijzon
derheden mede gedeeld over eenige voor
vallen, die na de vermissing plaats hadden.
Thans ia echter een einde gekomen aan
do onzekerheid omtrent het lot van het
meisje.
Vrijdagavond was aan bet strand te
Soüeveniigen uit zee aangespoeld het
lijk eener meisj -, dat in vergevorder
den staat van ontbinding verkeerde.
la verband met het signalement, door
de politie te Soheveningen medegedeeld,
kwam de politie alhier tot de conclusie,
dat dit lijk niet anders kon zijn van de
hier vermiste Elisabeth Groenendaal.
De vader is gisteren naar Soheveningen
gereisd en heeft daar aan de kleederen
en eenige bijzondere kenteekenen zijn
dochter herkend.
Het lijk is naar het lijkenhuis op de
algemeene begraafplaats overgebracht.
Naar wij vernemen, zal de begrafenis
te 's Graveahage plaats hebben.
(„N. Soh. Ort.")
Geen speelgoed.
Men meldt uit Ter Apel
Maandagavond speelde de 13 jarige jongen
van den landbouwer J. Oosting te Weer-
dtngerveen met een geladen geweerplot
seling ging het schot af en trof den knaap
iu den hals. De kogel doorboorde den
halsslagader en weldra was de jongen een
lijk.
Een spitsboef.
In Oppau in de Pfalz betaalde dezer
dagen een spitsboef meer dan rijkelijk.
Van een boer werd uit een stal een gans
gestolen. De dief liet echter in de haast
een koffiekaunetje achter, waarin de besto
lene een bedrag van 38 mark vond. Voor
dezen prijs wil de man zich nog wel veel
ganzen laten ontstelen,
De wijnstok vernietigd.
De strenge koude van 22 en 23 Jan.
heeft in Beneden Oostenrijk deu wijnstok
geheel vernietigd. De regeering heeft uit
de Zuid Onsten rij ksche wijnstreken terstond
drie milliuen stekken laten komen, die zij
tegen kostenden pnjs voor de herbeplauting
der bergen beschikbaar stelt.
Een schuit gezonken.
Men meldt uit Vlaardingen d. d. 18 Fbr.
Woensdagmiddag is in de Nieuwe Maas in
de nabijheid van het havenhoofd alhier
tusschen de toode ton en het noordgeul
gezonken een Westlandsche schuit. De schipper
J. Oosterlee, thuisbehoorende te Maasland en
zijn broer, die zich zwemmend trachtten te
redden, werden dadelijk door een sleepboot,
die in de nabijheid was, opgenomen, terwijl
een kleine jongen, die mede aan boord was,
in een kruiwagen zich drijvende hield en na
tien minu-en zoo rondgedreven te hebben door
diezelfde sleepboot in bewusteloozen toestand
opgepikt en te Vlaardingen aan wal gebracht
werd, waar het mocht gelukken spoedig de
levensgeesten op te wekken.
De schuit ligt midden in het vaarwater.
Napoleon I en de letter M.
Een iïugelsoh journalist, die bljjkbaar nogal
veel tijd hee t, is op de gedaohte gekomen, den
invloed van de letter M op Napoleon I na te
vorsohen.
Marengo was dan de eerste groote veldslag,
die door Boneparte gewonnen werd Moskou was
bet graf van zijn roem. Maria Loui«e was zijn
gemalin,
Zijne muarohalken Massena, Marmont, Mae-
donnld, Murat en Mortier en 26 divisi sgenera-
lon hadden namen die met M begonnen. De
eerste vijandelijke hoofdstand die hg als over-
wiuuaar betrad, was Milaan, de liiatste Moskou.
Male: zwoer tegen hem samen en later ook Mar
mont,
Zijn eerste kanselier was Montesquien, zijn
laaigie oponthoud in Frankri k be tslot Maimai-
son. Hij vertrouwde zioh toe aan kapitein Maillaud
en werd door Montbolos naar St. Helena bege
leid. Zijn kamerdienaar op het eenzame eiland
heette Marobaud. Mortier was een van zijn beste
Generaals, Moreau verried hem en Murat stierf
als martelaar voor zijn zaak.
Door honden verscheurd.
Te Sinard (crankrijk), is een zevenjarig meisje
niet ver van het huis harer ouders door honden
aangevallen, die het ongelukkige kind letterijjk
verscheurden.
Toen men ze kwam bevrjjden, was de arme
kleine reeds overleden. Haar ljjkje wa» slechts
een bloedende massa.
Een byna ongelooflijk geval.
Dezer dagen deelde we mede, dat een 17
jarige jongen aan de Boiwerkslaan te Haarlem
spele iderwijs een rijksdaalder inslikte. Na bet
ongeval werd de jongen naar het Gasthui)
gebracht, waar oij onderzoek bleek, dat het
muntstuk op zijn kant stond.
Vrijdag is, volgens de I/O. H. Ct.// het
jongraensch bet geldstuk, zeer tot zijn ver
rassing langs den natuurlijken weg kwijtge
raakt, zonder pijn.