den kiesplicht zooveel geuiukkeiijkcr io, zija de besturen der kiesvereenigingen al zeer in bun schik, wanneer zij door hard te werken en scherp te controleeten, 85 pCt. der kiezers aan de sterabuskrijgen. Sterker nog worden de cijfers in het Dnitsche district, als men ze in bijzonder heden nagaat. In 6 dorpen was de op komst 100 pCt., in 1 dorp 99 k 100, in 8 dorpen 98 99, in 9 dorpen 97 98, in 18 dorpen 96 97, in 14 dorpen 95 ét 96. Bovendien hadden 60 dorpen een opkomst van 90 k 95 pCt. en slechts 14 minder dan 85 pCt. Dat kan ten voorbeeld strekken Dr. Wagner, lid van den Rijksdag te Leipzig, deelt een sterk voorbeeld mede van socialistische dwingelandij. In som mige fabrieken daar moeten de werklui hun boterhammen in een vel van het daar verschijnende socialistische blad meebrengen, en dat vel moet telkens afkomstig zijn van het nummer van den vorigen dag. Een man die door het partijbestuur daartoe is aangewezen en in de fabriek werkt, gaat eiken dag na, of dit voorschrift opgevolgd wordt RUSLAND. Koeropatkins boek is er thans. En wa^ de Russische generalis.'imus daarin vertelt, is vernietigend voor den naam en de positie van vele generaals in den oorlog, maar stelt tegelijk de corruptie, de ver warring, de desorganisatie bij het Russi sche leger op zoodanige wijze in het licht, als vóór hem nog nooit door iemand van gezag is gedaan. Wel mag de Indép heden opmerken Sommige nederlagen in een oorlog zijn roemrijker dan overwinningen maar hier in het Verre Oosten is, althans door de aanvoerders, alle roem verspeeld. Men vernam uit de couranten wel allerlei staaltjes van schromelijk plichtsverzuim en ongehoorde tuchteloosheiddoch nu komt de opperbevelhebber uit den grooten oorlog zelf verklaren, hoe het beleid schier bij eeu ieder te wenschen overliet, terwijl hij zichzelf en dat pleit voor zijn eerlijkheid ook allerminst van gemaakte fouten vrijpleit. Het boek, dat, naar men zich herinnert, terstond door de censuur in Rusland werd verboden, bestaat uit drie forsc'ue deelen, die gewijd zijn vooral aan de drie groote gebeurtenissende slagen bij Liaoyang, de Shaho en Moekden. Wat betreft den laatstgenoemden slag beschuldigt Koeropatkin generaal Kaulbars, die het tweede legercorps commandeerde, de hem gegeven bevelen niet te hebben uitgevoerd en stil te zijn blijven zitten, ondanks dat de orders werden herhaald, op de meest kritieke oogen blikken. Ook wordt Kaulbars beschuldigd zijn troepen niet te hebben gereorganiseerd. Met enkele citaten geeft Reuter die fouten, zooals Koeropatkin ze uiteenzet, weer. De generalissimus doet echter meer dan beschuldigenhij erkent ook zijn eigen fouten en hij neemt op zich het grootste gedeelte van de schuld aan de nederlaag bij Moekden. Immers had hij niet vol doende aangedrongen op de noodzakelijk heid van een groote reserve en was te veel afgegaan op rapporten van generaal Tsjets- jakof. Tengevolge daarvan had hij geen voldoende macht in het vuur kunnen brengen om de omtrekkende beweging der Japanneezen te verijdelen. Toen men de tijding kreeg van den val van Port-Arthur werd den generaals naar hun meening gevraagd over een voorwaart- sche beweging. Generaal Grippenberg vond de radicaalste oplossing een groote bewe ging in do richting Yen Taï met het tweede legercorps. Het plan werd echter niet doorgevoerd, omdat het te gevaarlijk was. Koeropatkin beschuldigt dau Grippenberg van onstandvastigheid, want hij viel van. het eene uiterste in het andere en ver klaarde ten slotte den veldtocht als ver loren te beschouwen. Ook stelde hij voor, vechtende op Kharbin terng te trekken en alleen die stad, evenals Wladiwostok, te verdedigen. Eindelijk, in het begin van Januari, bereidde men zich voor op een groote om trekkende beweging, doch deze mislukte, volgens Koeropatkin door generaal Grip penberg'» schuld. De opperbevelhebber neemt hem in zijn boek duchtig onder handen en verwijt hem, bevelen te hebben gegeven geheel in strijd met het plan de campagne, en niet in verbinding te zijn gebleven met den commandant van het derde legercorps. Den 17den Januari meldde Grippenberg zich ziek en den listen vertrok hij, met toestemmigh van den Tsaar, naar Peters burg. Deze manier van doen noemt Koe ropatkin betreurenswaardig, daar ze een slecht voorbeeld was voor de andere offi cieren en de discipline verzwakte. Als hoofdoorzaak van bet terugtrekken van het leger in Mandsjoerije, na de vij andelijkheden in de maand Maart, noemt Koeropatkin in de eerste plaats de grootere numerieke sterkte van de Japanneezen de betere organisatie der vijanden in het bergachtig land in de groote hitte het feit, dat de Japansche soldaten over het algemeen jonger waren dan de Russische de lichtere uitrusting der Japanneeren hun uitstekende berg-artilleriehun groote vaderlandsliefde de militaire eigenschappen hunner officieren en hun groote energie, en ten slotte het feit, dat de Russische troepen van de aanleidi ug tot en het doel van den oorlog totaal onkundig waren. Men kan het verstaan dal. dit boek door de censuur uit het Tsarenrijk werd ge weerd al komen de Russen tocb wel te weten wat er in staat. Koeropatkin zal nu wel voorgoed uit de gratie zijn, en onder de opperofficieren zich een groot aantal vijanden hebben gemaakt. Maar zijn ont hullingen zijn een daad van moed en eerlijkheidook omdat hij zichzelf niet spaarde. Laat ons hopen, dat ze er toe meewerken om Rusland te bevrijden van dien kwaden gee4 van bederf en tuchte loosheid, die het lichaamsgestel der natie ondermijnt en de krachtsopwaking des rijks tegenhoudt. Als dit geschiedt, zal men van achteren Koeropatkin nog kunnen danken voor zijn vermetelheid thans. Cjemeiiftdi Nieuws. Bloedvergiftiging. De bejaarde boerenarbeider A. M., te Warns, had een onbeteekeneud wondje aan de hand. Hij molk de koeien en bemerkte nu, dat de hand opzwol. Dadelijk werd ge neeskundige hulp ingeroepen, maar een her haalde operatie mocht niet meer baten, de oude man bezweek aan bloedvergiftiging. Het „onze Vader" eener moeder. Onze Vader, die in de hemelen zijt. Gij ziet ook mijn jongen, ook wanneer ik niet weet, waar hij is ook op zee. Uw Naam worde geheiligd. Leid het zoo, dat het ook door hem geschiede. Uw Koninkrijk kome, ook voor en tot mijn jongen Uw wil geschiede Gij wilt immers steeds het beste voor hem 1 Geef ons heden ons dagelijks brood laat hem niet al te veel gebrek lijden laat hem indien het mogelijk is geen honger lijden 1 Vergeet ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onzen schuldenaren. Vader, ver geet hem alles, ook zijn heimelijk wegloopen van huis, gelijk ik het hem vergeef. Leid ons niet in verzoeking. Houd hem vast Vader, laat de verzoekingen niet al te sterk zijn Verlos ons van den Booze. Dat mijn jongen maar gelukkig worden mag, al zie ik hem dan ook op aarde niet weder ja, dat hij maar zalig worden mag. Zoo had het oude moedertje gebeden,jaar in jaar uit. Zoo bad het oude moedertje nog op haar sterfbed. Maar toen ze voort wilde gaan«Want Uw is het Koninkrijk en de Kracht en de Heerlijkheid//, werd de deur stormacbitg opengesmeten, een zeeman met door het weer gebruinde wangen ijlde op het bed toe, viel op de knieën en het oude moedertje hoorde zijn biecht aan en legde zegenend de bevende handen op zijn hoofd. Daarop ging ze zacht voort, maar een mannen stem bad mede Want Uw is het Koninkrijk en de Kracht en de Heerlijkheid. //Ook voor mijn jongen// fluisterde zij in-gelukkig. Toen staakte haar stem. //In der eewigheid. Amen//, sprak vast en krachtig de zoon. Het oude moedertje kon 't niet meer bidden, maar op haar aangezicht lag het morgenrood der eeuwigheid. A. Kbde.//) De correspondent van de //Daily Expres// te Lucknow (Engelsch Indië) geeft een uit voerig verhaal van een gevecht tusschen een officier en een luipaard, dis de vrouw van den Engelschen luitenant Hutchinson, van het tweede Gburkaregiment, op de jacht aanviel. Men keerde juist naar huis terug, toen mrs. Hutchinson, ongeveer tien pas van haar verwijderd, een weinig van den weg afweek en daarbij een jongen luipaard opjoeg, die haar terstond aanviel. Luitenant Hutchinson greep dadelijk naar zijn geweer, durfde echter niet schieten, daar hij bang was zijn vrouw te treffen. Hij begreep, dat het eenige, wat er op zat, was, het dier met zijn handen tot loslaten te dwingen en daarom wierp hij het geweer weg en viel zelf op het beest aan. Het gelukte heru, het dier zoo beet te pakken, dat het op zijn tug viel, zoodat zijn vrouw op kon staan en de drijvers, die iets vooruit waren, te hulp kon roepen. De officier wist het beest eenigen tijd op den grond te drukken, maar ten slotte wrong het zich los en sprong op zij, terwijl de luitenant probeerde, zijn geweer weer op te nemen. Hij kon daarvoor echter geen tijd vinden, want de luipaard deed een poging hem op den rug te springen. Er ontstond nu een hardnekkige strijd. Ver scheidene malen sprong de officier op bet juiste oogenblik op zij, maar het dier belette hem steeds zijn wapen te grijpen. Toen her innerde hij zich plotseling, dat hij een revolver in zijn gordel had nauwelijks deed hij een poging om dien te trekken, of de luipaard deed weer een gevaarlijken sprong. Zoo werd de toestand met elke seconde gevaarlijker voor den officier, die bovendien het ongeluk had te vallen en in een wanhopige worsteling een tijdlang met het dier op den grond rond draaide. Eindelijk kon hij zijn revolver nemen, en vuurde het midden in den kop van het luipaard af. Het dier liet los, want zijn oog was hem uitgeschoten. Nu greep de officier het geweer en velde het dier neer, juist op het oogenblik, dat de drijvers te hulp kwamen. Door het groote bloedverlies was luitenant Hutchinson zoo verzwakt, dat bij in onmacht viel. Een eerlyke vinder. Te Vlissingen heeft iemand een portefeuille verloren met bijna 4000 Mark aan Duitsch Bankpapier. De portefeuille kwam in eerlijke handen de eigenaar gaf den vinder een be- Iooning van 5° Mark. Pokken te Vlissingen. Te Vlissingen 2ijn twee gevallen van pokken geconstateerd. De scheepsramp. Het aantal slachtoffers van de schipbreuk der j>Larchmont« wordt thans op 150 geschat. Het schip zonk in 10 minuten tijds, na de' aanvaring met d,en schoener. Er waren 150 passagiers en 30 matrozen aan boord. Op Block Island zijn negentien overledenen aangekomen in een boot, n.l. acht passagiers, waarbij twee vrouwen, en 10 man van de equipage en de kapitein. Een der vrouwen verhaalt, dat op het oogen blik dat de boot in de diepte verdween en de paniek vreeselijk was, tien vrouwelijke heilsol daten op het dek geknield lagen en het lied «Voorwaarts, Christen-strijders® zongen. De meeste geredden zijn door de koude in zulk een deerniswekkenden staar, dat zij zelfs hun naam niet kunnen zeggen. Een 50 lijken zijn aangespoeld, de meeste geheel bedekt met ijs. De kapitein zegt, dat op het oogenblik, dat het water in de machinekamer binnendrong, wolken stoom uit alle openingen van het schip te voorschijn kwamen, zocdat het leek of het schip in brand stond. De meeste passagiers waren bijna geheel ontkleed op dek gekomen en hadden verschrikkelijk van de koude te lijden. Na eenige oogenblikken van ontzettende paniek kon de kapitein de vrouwen in de booten doen plaats nemen. De rest van de passagiers ging op vlotten te water, maar waarschijnlijk zijn die allen van koude gestorven, daar het water telkens over hen heen spoelde, waardoor zij spoedig geheel met ijs overdekt waren. Het onbekende boek. In zijn «Review® of „Reviews« geeft Stead een merkwaardig staaltje van de onwetendheid der Franschen ten opzichte van den Bijbel. Bij de algemeene verkiezingen van 1900 gaf hij een politiek vlugschrift uit, getiteld: «The Candidates of Caïns, dat opgedragen was aan alle candidaten, die den Boerenoorlog goed keurden. Een Fransche uitgever verzocht, daarvan een Fransche vertaling te mogen geven. «Doch gij moet een anderen titel nemen®, zeide hij, «in Frankrijk weet niemand wie Caïn is«. Stead sprak er eenige vrienden te Parijs over, en zij zeiden, dat de uitgever gelijk had «Kent dit geslacht van Franschen dan geen bijbelsch persoon?® vroeg Stead. «Neen® was het antwoord. «In Frankrijk leest niemand den Bijbel®. Uit het Scheveuingsche visschers leven. De //Nieuwe Ct.// verhaalt van de slechte kansen op behoorlijke verdiensten voor de visschers, die //op hoop van zegen// varen. Aan deze scbeis ontkenen we het volgende //Zaterdagmiddag brengt de trein van Haar lem onder de vele passagiers, die in Den Haag uitstappen eenige mannen met blauwe truien, harige jekkers en kleine petjes, met in schotschbonte zakken gepakte uitrustings stukken. Ze kwamen pas van zee en zagen er mis moedig uit. Een jongen van een jaar of zestien is de eerste, die de controle door is. //Wel Jo? was 't koud op de Noordzee?// //Een bielsje, meneer//. //Wanneer ben je binnen gekomen?// //Vanmiddag om 3 uur en nou gaen we naer 'uus tot Maendagochtend vroeg.// //Hoe heet je schip //Dat weet ik niethoe biet ik 6k //De //Nico en Dirk i/O ja 1// //Hoe lang ben je weg geweest //Vier' halve week, meneer//. //Zoo, en hoe was de visscherij //Slecht meneer, niks als tegenspoed, dagen lang niet kennen visschen van stormweer, dal we alleen op de kleine tok //bij de wind// zeil den// Dan kan je je gemak iiou 'n zeker, niet waar //Wel neenik, dan staen we allemael an dek, dan willen we weten wat er geoeurt//. //Eu kreeg je veel water over //Verscheiden buizen, die je sliknat gooiden, en dan laet je dat maer in 't Oosienwindje opdrogen.// //Ja, meneer//, valt de oudere er op in, //die jongen ken er beter tegen als ik, want ik eb 't kwaed 'ad met de kou//. //Nou maar nou ga je naar moeder de vrouw en is alles weer vergeten //Zegt dat maer, meneer, we gaen met leege handen//. 11 Zoo Was de reis zoo slecht //Ja 't was bedroefd, we besomden f 130//. //En wasje daar visrd'halve week voor weg en wal beo jij daar nu van verdiend //Mijn portie is f4.50 voor de reis en daer mot nou nog twie guiden spoorgeld af//. //Ja//, roept de jongen, nik heo net voor een kwartsie die reis gemaekt, f 3.25 verdiend, en twie gulden spoorgeld er ofnee 'oor, da's niks 'edaon!// En haastig gingen ze naar de tram, die hen brengen zou naar hun hui3. Na eenige oogenolikken zag ik henna,en lang nog dacht ik aan dien jongen, die varen ging voor niets//. Armoede zoekt list I Men schrijft uit Hilversum aan de i/N. Ct. Armoede zoekt listDit bleek ook hier in Hilversum. Zooals men zul weten, is er door de malaise in de bouwvakken hier een werk loosheid ontstaan, tengevolge waarvan hon derden gezinnen kommer en gebrek lijden. Zooals vanzelf spreekt, ziet men nu uit naar middelen om op de eene of andere wijze nog wat te verdienen. Een even curies als lypiseh staaltje zagen wij daarvan. Eenige werkeloozen waren nl. op het denkbeeld gekomen door het doen hooren van muziek voor levensbehoeften te zorgen. Men deed dit echter niet op de gewone wijze, doch op een manier, die zeker nog weinig in gebruik is. Men huurde nl. een fonograaf en hiermede trokken de bewuste personen, eenige werkloo- zen met hun vrouwen, door de gemeente. In verschillende straten hield men stil, plaatste de fonograaf opeen tafeltje, dat eveneens werd medegedragen, en wachtte dan tot er een aantal nieuwsgierigen verzameld was. Wat dit het geval, dan hoorde men al spoedig bekende marschen, walsen, liedjes van Speen hof!' etc. Zooals van zelf spreekt, trok dit ongewone schouwspel nog al publiek de on dernemers, die op den lumineuzen inval ge komen waren, bereikten hun doelhet maken van een goed daggeld. Een moedige daad. Men schrijft aan de Tel Een knecht der gasfabriek te Hoorn had het ongeluk bij het scheppen van een emmer water onder het ys wi de moddor bakken te ganakftn. De directeur der gaslaoriek, de heer F. E. van Rhqn had den moed zich onder het ijs te wagen, om den drenkeling te redden. Tot. driemaal toe moest hij duiken, maar door telkens hel ijs met het hoofd stuk te breken kon hij hem eindelijk grijpen. OnmiddeÜjk naar het gas - huis vervoerd waren de levensgeesten niet g - weken. Hulde aan den redder. Levend verbrand. Terwijl Zaterdagavond de vrouw van den 75-jarigen L. d. B., te 't Meer, bij Hee renveen, even naar den winkel was, is de d. B. die bij de kachel zat, welke met houtspaanders gestookt werd in brand geraakt. Toen de vrouw terugkeerde was de kamer vol rook, de man lag, met brandwonden overdekt,, op den vloer. Buren ijlden toe, de brand werd gebluscht de B. bleek reeds overleden te zija. Grafschennis. Te Zaandam heoben een viertal jongens van 18 en 19 jaar een bezoek geuraebt aan het K-Kathol, kerkhof, een grafversiering vernield en daaruit ontvreemd een zilveren altaar. Uit vrees voor ontdekking hebben zij dit eehtei in de Voorzaan geworpen. De re chercheurs Ackermann en Verhoef wisten de schuldigen op te sporen en tot bekentenis te brengen. Zij zullen dus wegens grafschennis met diefstal in voor de nachtrust bestemden tijd vervolgd worden. Van het in het ijs gezakte meisje. Dicht bij den havenmond van Edam is Zondag door den visscher W. Verhagen het lijk gevonden van het U-jarig meisje, dat eenige dagen geleden met nog eenige andere kinderen speelde op een ijsschol en verdronk. Het blijvend gedeelte. Weesperpoort Amsterdam. Trein naar Rot terdam en Den Haag. Uur van vertrek is bijna daar. Gemoedereerd verschijnt op het perron een moeder, dragende een zeer jeugdig spruitje en omdribaeld door een 5-tal, van jaar tot jaar varieerende spruitjes van klein tot groot beladen met grooter en kleiner pakjes en mandjes. De oudste kinderen kijken zoo nu en dan een weinig onrustig om. //Ik zie em nog niet//Ik ook niet, maar hij zal nog wel komme 1 Blijkbaar is de pa van het gezelschap nog niet gearriveerd, die vermoedelijk nog een onvermijdelijk bezoek moest afleggen aan het loket en daar bezig zal wezen met de voor een leek moeilijk te benaderen reisbe- grooting voor gezegd gezelschap. Eindelijk komt bet hoofd des gezins aan stormen, en niet zoodra heelt zijn wederhelft zijn in het zweet zijns aanschijns glimmend gelaat mogen ontwaren, of ze stapt, glimlach end, met het gedragen kind in een openstaande coupé. Juist is ze binnen of o schrik de trein zat zich in beweging. Pa kijkt in middels gearriveerd, verwilderd rond, grijpt een ander kind vast en zwaait, terwijl de trein steeds meer vaart krijgt, dit zijn weder helft in de geopende armen, terwijl de zui geling op den rug ligt te spartelen op de bank van de coupé. Eilacie, de pa heeft een goeden wil, ech ter niet de hoogontwikkelde handigheid van een specialiteit, om zoo maar in een omme zien 5 jongelieden, gepakt en gezakt, weg te tooveren Hij grijpt nog een kind, ziet het gewaagde zijner poging nog tijdig in en zet zijn lieveling maar weer neder. De moeder met anderhalf kind snelt zonder kaartjes heen. Pa, omsiuwd door zijn blijvend gedeelte, ziet, lang niet pleizierig gestemd, met staal- gezicht, zijn ijver miskend. Het blijvend gedeelte grient eenparig. //(N. v. d. D.)// Ongeluk bij de Dlarine. MaaDdagnamiddag 1 uur heeft een ern stig ongeluk plaats gevonden, iu de schiet- katoeubergplaats voor de Marine in polder 8 aan het IJ. Twee werklieden L). Visser en Christiaan Ader uit Amsterdam, sol deerden een kis. met schietkatoen dicht, waarmee ze bijna gereed gekomen waren, toen ongelukkigerwijs de soldeerbout in aanraking kwam met het in het rondlig- gend schietkatoen, en gaas. Dit uiterst brandbare goedje ontplofte natuurlijk, en een groote vlam sloeg de beide werklieden in 't gezicht. Maar ook de andere, drie of vier, aanwezige werklieden hadden van de vlammen te lijden. Gelukkig ontplofte de kist met schiet katoen niet, want in dat geval zouden de meoscben uiet veel hebben naverield. Thans wisten ze. na van deu eersten schrik te zijn bekomen, h-t brandje iu de werk plaats snel te blussohen. Helaas bleek dat niemand er ongedeerd was afgekomen. A len hadden brandwon den bekomen de ineesten van niet veel beteekenis maar de oeide werklieden die met het soldeeren bezig waren des te ernstiger. Zij waren aan hoofd en handen deerlijk gehavend en kermden het uit van de pijn. Dadelijk werden maatregelen genomen Zoo goed en kwaad als het ging werden de ongelukkigeu geholp n. terwijl één der menschen om hulp nuar Amsterdam snelde. Eeu stoombootje van de firma Goedkoop werd gerequereerd, dit geneeskundige hulp van het wachtschip «De Wassenaar» op haalde, en toen zoo spoedig mogelijk uaar de plaats des onheils vertrok. Toch ver liep noodwendig een geruime tijd voordat de eerste arriveerde, in welk tijdsverloop de zwaar gewonden veel leden Zij werden zorgvuldig verhonden, zacht jes op de boot gelegd waarop deze da delijk van polder 8 naar Amsterdam te rugstoomde. Te ongeveer 6 uur kwam men hier bij de Moinewerf terug l'wee brancards stonden irereed, waarmee beiden naar het Binnengasthuis werden vervoerd. Van de andere werklieden behoefde nie mand te worden opgenomen. Zij konden met een verband om huu kleine verwon dingen vclstaan. De twee anderen echter bleken bij aan komst te Amsterdam zeer zware brand wonden in het aangezicht en aan de han den te hebben opgeloopen. Het hoofdhaar en de baard van beiden, was bijna geheel weggebrand, de gezichten zeer geschonden. Gelukkig bleven de oogen tot nu toe ge spaard en bestaat er geen gevaar voor hun levert. Beiden zijn gehuwd, en bij aankomst in het gasthuis wachtten hun vrouweu, die met het gebeurde iumiddels in kennis wa ren gesteld, met eenige familieleden op hun droeve komst. Het vermiste meisje. Zooals men weet, werd sedert 1 Januari te Schiedam vermist de 19 jarige Elisa beth Groenendaal. Wij hebben onlangs uitvoerige bijzon derheden mede gedeeld over eenige voor vallen, die na de vermissing plaats hadden. Thans ia echter een einde gekomen aan do onzekerheid omtrent het lot van het meisje. Vrijdagavond was aan bet strand te Soüeveniigen uit zee aangespoeld het lijk eener meisj -, dat in vergevorder den staat van ontbinding verkeerde. la verband met het signalement, door de politie te Soheveningen medegedeeld, kwam de politie alhier tot de conclusie, dat dit lijk niet anders kon zijn van de hier vermiste Elisabeth Groenendaal. De vader is gisteren naar Soheveningen gereisd en heeft daar aan de kleederen en eenige bijzondere kenteekenen zijn dochter herkend. Het lijk is naar het lijkenhuis op de algemeene begraafplaats overgebracht. Naar wij vernemen, zal de begrafenis te 's Graveahage plaats hebben. („N. Soh. Ort.") Geen speelgoed. Men meldt uit Ter Apel Maandagavond speelde de 13 jarige jongen van den landbouwer J. Oosting te Weer- dtngerveen met een geladen geweerplot seling ging het schot af en trof den knaap iu den hals. De kogel doorboorde den halsslagader en weldra was de jongen een lijk. Een spitsboef. In Oppau in de Pfalz betaalde dezer dagen een spitsboef meer dan rijkelijk. Van een boer werd uit een stal een gans gestolen. De dief liet echter in de haast een koffiekaunetje achter, waarin de besto lene een bedrag van 38 mark vond. Voor dezen prijs wil de man zich nog wel veel ganzen laten ontstelen, De wijnstok vernietigd. De strenge koude van 22 en 23 Jan. heeft in Beneden Oostenrijk deu wijnstok geheel vernietigd. De regeering heeft uit de Zuid Onsten rij ksche wijnstreken terstond drie milliuen stekken laten komen, die zij tegen kostenden pnjs voor de herbeplauting der bergen beschikbaar stelt. Een schuit gezonken. Men meldt uit Vlaardingen d. d. 18 Fbr. Woensdagmiddag is in de Nieuwe Maas in de nabijheid van het havenhoofd alhier tusschen de toode ton en het noordgeul gezonken een Westlandsche schuit. De schipper J. Oosterlee, thuisbehoorende te Maasland en zijn broer, die zich zwemmend trachtten te redden, werden dadelijk door een sleepboot, die in de nabijheid was, opgenomen, terwijl een kleine jongen, die mede aan boord was, in een kruiwagen zich drijvende hield en na tien minu-en zoo rondgedreven te hebben door diezelfde sleepboot in bewusteloozen toestand opgepikt en te Vlaardingen aan wal gebracht werd, waar het mocht gelukken spoedig de levensgeesten op te wekken. De schuit ligt midden in het vaarwater. Napoleon I en de letter M. Een iïugelsoh journalist, die bljjkbaar nogal veel tijd hee t, is op de gedaohte gekomen, den invloed van de letter M op Napoleon I na te vorsohen. Marengo was dan de eerste groote veldslag, die door Boneparte gewonnen werd Moskou was bet graf van zijn roem. Maria Loui«e was zijn gemalin, Zijne muarohalken Massena, Marmont, Mae- donnld, Murat en Mortier en 26 divisi sgenera- lon hadden namen die met M begonnen. De eerste vijandelijke hoofdstand die hg als over- wiuuaar betrad, was Milaan, de liiatste Moskou. Male: zwoer tegen hem samen en later ook Mar mont, Zijn eerste kanselier was Montesquien, zijn laaigie oponthoud in Frankri k be tslot Maimai- son. Hij vertrouwde zioh toe aan kapitein Maillaud en werd door Montbolos naar St. Helena bege leid. Zijn kamerdienaar op het eenzame eiland heette Marobaud. Mortier was een van zijn beste Generaals, Moreau verried hem en Murat stierf als martelaar voor zijn zaak. Door honden verscheurd. Te Sinard (crankrijk), is een zevenjarig meisje niet ver van het huis harer ouders door honden aangevallen, die het ongelukkige kind letterijjk verscheurden. Toen men ze kwam bevrjjden, was de arme kleine reeds overleden. Haar ljjkje wa» slechts een bloedende massa. Een byna ongelooflijk geval. Dezer dagen deelde we mede, dat een 17 jarige jongen aan de Boiwerkslaan te Haarlem spele iderwijs een rijksdaalder inslikte. Na bet ongeval werd de jongen naar het Gasthui) gebracht, waar oij onderzoek bleek, dat het muntstuk op zijn kant stond. Vrijdag is, volgens de I/O. H. Ct.// het jongraensch bet geldstuk, zeer tot zijn ver rassing langs den natuurlijken weg kwijtge raakt, zonder pijn.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1907 | | pagina 2