SUNLIGHT- EERSTE BLAD. Zaterdag 23 Februari KM >7 218te Jaargang N1218, Antirevolutionair "!Jr Orgaan F«»or lie Kuidhollaiidsclie en Zeeiiw§chf ïKiiaisfien* IN HOC SIGN O VINCES T. BOEKHOVEN. ALS GOUD %88e sikken voor «Ie *le«laetie tiestemd, Adverientieis en verdere Administratie franeo toe te zeilden aan den Uifg-ever In 'tmoeras! Dat loo|>t mis. OP OKA UITKIJK. fóuitenland. Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprys per drie maanden franeo per post 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGEVER &OJ9M Telefoon Intercoms». Ho. 2. Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel, jj Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/g maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsraimte die zij beslaau Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur. Z ij die zich nu abonneereD, ont vangen de nog in deze maand verschijnende nummers gra ils. De politieke wagen zit in 't moeras Eigenlijk moesten we schrijven: zit vaster dan ooit in 't moeras, want van den val van 't Kuyperkabinet af is er niet veel gang in 't rijtuig geweest. Een Kabinet, dat steunt op 51 stem men meerderheid, waarvan er nog verschillende leden zijn, wier stem zelden zeker is, zooals oud liberalen en socialisten, kan nooit krachtig regeeren. Ze mogen ijverig zijn, de leden van zulk een Kabinet, hoewel we van som mige Ministers wel wat meer actie hadden gewacht en met name Mr Rink, de Minister van Binn Zaken van eigen vrienden reeds een ernstige ver maning heeft erlangd over zijn dolce far niente (zoete nietsdoen), maar krachtige wetgeving gaat er nooit van uit. Het blijft altijd een uitkijken naar Rechts en Links En nu weten we wel, dat een Kabinet dat altijd moet doen, maar er is groot verschil tusscben een verlangde samenwerking met alle par tijen in de Kamer, en een samenwer king, die niet dan na beginseldoezeling wordt verkregen Hoe dan ook door deze Kamer zulk een principieel werk als Grondwets herziening had moeten worden klaar gemaakt, is ons steeds een raadsel geweest en hoe, stel, het Kabinet ware aangebleven, met zulk een Rapport als pas is ingediend nog eenig land te bezeilen was, is ons hoe langer zoo onbegrijpelijker. Natuurlijk bij 't Arbeidscontract en de Verzekeringswetten kon dit Kabinet rekenen op bijna alle leden Rechts, want al die ontwerpen waren en zijn (hulde aan 't Kuyperkabinet) door Rechts ingediend en van Links krach tig gesteund; maar juist bij zulk een ontwerp; als Grondwetsherziening en herziening van de Kiesrechtartikelen loopt zulk een Kabinet met een steun van 51 leden tegen 49, spaak. En zelfs is de vraag, of de Ouder domsverzekering nog wel in veilige haven gekomen zou zijn. Maar nuhoe is nu de toestand Vaster dan ooit zitten we in 't moe ras! Een Zakenkabinet van Anti's, Room- schen, Christèlijk-Historischen, Oud- Liberalen zal er waarschijnlijk niet komen, naar de berichten, die zoo de ronde doen. De Anti's, noch de Room- schen willen den fallieten boedel over nemen; slechts dan als de executeur- testamentair (die de boedelbeschrij ving regelt) zegt; ik, liberale voorman, zie geen kans om een Kabinet van allerlei slag beginselen bijeen te krijgen; dan, ja dan pas kunnen de Rechtsche par tijen optreden; en dan zullen ze ook wel optreden geheel zelfstandig; zon der Links er in; en dan is Nederland weer uit 't moeras. Een nieuw Kabinet Rechts dat hebben we noodig! Dat 't spoedig kome 1 De rijke vruch ten zullen niet uitblijven Over de staking te Rijssen behoeft geen woord meer gerept. De collecten, overal gehouden, wij zen aan, dat het gevoeld wordt, The strong too often despise the weak, d.w.z de sterken verachten de zwakken te dikwijls. Maar er is iets, dat ons vrees in boezemt. Er wordt in Rijssen baldadigheid gepleegd, zoo niet erger. Lantaarns worden uitgeblazen I Schoten zijn gelost van een arbeids- willige op een staakster De politie is versterkt. De arbeidswilligen worden thuis gebracht. Hier en daar wordt gepost. Bewijs genoeg, dat er een vijand schap geboren wordt, en is, die onzes inziens, als men ze niet streng betoomt, de treurigste gevolgen na zich zal slepen, èn voor de stakers èn voor de nog werkenden. Of de firma Ter Horst die relletjes beïnvloedt? Of de leiders der stakers zich soms bittere woorden laten ont vallen, die in vruchtbare aarde ge worpen, tot verkeerde daden leiden niemand weet het. Maar feit is en blijftals de onrust toeneemt, en die neemt toe onder zulke praktijken als het schieten van den werkman op de staakster, dan zal Rijssen veel van zijn sympathieën verliezen. En dat is erg, want zonder die sympathie is er aldaar hon gersnood, omdat er geen verdiensten zijn. We zullen zien, wie de machtigste is, heeft de firma gezegd maar dan, als de onrust voortvreet als een kanker, en er gaat bloed vloeien, dan, afgedacht wiens schuld het is, loopt bet heelemaal mis, en zal het blijken, dat al die relletjes, volkomen de macht in handen spelen van de firma Dat het er bruist, soms kookt in de harten der stakerswie zou 't niet billijken maar men houde zich rustig en late zich door niet één enkele daad afleiden van den goeden wegnl. volslagen orde en regel in 't dagelijk- sche leven op straat of bij pui. Niets dat meer irriteert boos maakt, prikkelt), dan een aanval op de gedwongen rust, die een staking meebrengt Een staking brengt uit zichzelf reeds prikkelbaarheid mee maar dan diene men dubbel voor zichtig te zijn in elke handeling. We vreezen, dat 'top den duur in Rijssen misloopt, en dat, als de staking nog lang duurt, ernstige conflicten niet zullen uitblijven. De heilige apostel zegt, dat we altijd goeden moed hebben zullen. Maar wat mij betreft, ging er de moed de vorige week uit. Zulk een toestand is wel niet van blljven- den duur, maar 'k zou toch weieens willen weten, of ik soms lotgenooten heb en daartoe begin ik met te verhalen, wat me overkwam. Ik kreeg verleden Vrijdag, voor de derde maal in één week een paar broeders bij me uit zekere streek van ons vaderland 't doet er niet toe, welke die kwamen aankloppen om een gave voor hun christelijke school. Nu heb ik dat derde paar ongetroost moeten heenzenden. Gaarne erken ik, dat me dit meer is gebeurd, maar metcollectanten voor een christelijke school is me dat nog nooit overkomen en 't heeft me tot op dezen oogenblik toe gehinderd, dat ik »neen« moest zeggen. Maar de beurs kan nu een maal niet altijd opengaan en als ik om 't nu maar heel duidelijk te zeggen, een leveran cier op betaling moet laten wachten, omdat ik een Chr, school mijn gave geschonken heb, dan meen ik, dat ik schuldig sta voor God. Maar dat zijn persoonlijke zaken, hoor ik me toevoegen, die ge niet aan de groote klok hoeft te hangen. Jawel als ik in den donker in een verraderlijken kuil sukkel, dan is dat, houd het derde der vergelijking vooral in 't oogeen zeer persoonlijke zaak, maar ik zal toch wél doen het groote publiek met mijn ervarenis in kennis te stellen. Mij moeten over dat collecteeren een paar woorden van 't hart. Voor 't ónderhoud van een Chr. school hoeft thans, dunkt me, na de Wet-Kuyper niet meer de bedelstaf te worden opgenomen. Waar men, mét die Wet, zóó weinig liefde heeft voor zijn school, dat ze van buitenaf moet worden in stand gehouden, daar is ze niet geworteld in 't hart des volks en daar was haai oprichting, naar mijn bescheiden meening een feut. Zulk een school heeft, reden van bestaan als een soort van zendingspost. Maar dan moet er ook anders voor gewerkt worden, dan door een paar »locale« broederen de goed geefsche steden en dorpen te laten afvisschen. Die bij mij kwamen, vroegen echter een gift ineens voor de oprichting Dat laat zich verstaan. Ook onder de tegenwoordige omstandigheden acht ik het met geraden tot d oprichting over te gaan, als niet minstens de helft van de koopsom, de bouwsom en de kosten van eerste in richting in contanten aanwezig is. Ik weet wel, dat het soms sin het geloof« anders gedaan wordt, maar dat geloof is het mijne niet, al oordeel ik die anderen geenszins. We moeten een geloof hebben, dat rekenen kan. Als Elia buiten zijn wil broodeloos raakt, zal God de raven bevelen, maar in gewone omstandigheden moet ook Elia zien te zorgen, dat hij 't geld in zijn gordel heeft, om brood te koopen. Die helft bedraagt in elk geval eenige duizenden guldens. Temeer, waar we ook met de toekomst rekenen moeten en een nieuw te bouwen school ineens zoo goed mogelijk moeten neerzetten. Anders krijgen we er toch binnen een jaar of wat tobberij mee. En nu kan ik zoo begrijpen, dat die oprichtingssom voor vele gemeenten de groote moeielijkheid is. 't Zijn al lieden van kleine middelen. Staat er de school eenmaal, dan zullen ze die smet Gods hulp wel in stand houden. Maar hun bijdragen vloeien bij dubbeltjes. Een gulden is voor hen 'n belangrijk deel van haar weekgeld. En bankpapier hebben de meesten hunner, na den trouwdag, toen ze zich voor hun spaargeld in 't huishouden zet'ten, niet meer in de vingers gehad. Zoo zitten ze dan tegen die som aan te kijken. Weten ze niet bij elk&ar te scharrelen. Tot ze gaan denken: Nederland is be trekkelijk groot en 't menschdom is er niet kwaad, we moesten den nood onzer gemeente maar eens gaan liggen op 't hart van ons christenvolk I Daar is nu betrekkelijk niets tegen, maar het kan toch dat christenvolk te lastig worden gemaakt, dat de menschen onder den nood van al die gemeenten het benauwd gaan krijgen. Ik zeg dit in allen ernst. Als ge hart hebt voor 't christelijk onderwijs; als ge dan hoort, hoe christenouders er onder zitten te zuchten, dat ze hun gedoopte kinderen naar de Staatsschool moeten zenden; dat ze met verlangen de terugkomst der broe deren afwachten en ge móét dan beslist zeggen: Neen, jbroeders! ik wil wel, maar ik kan ditmaal niet, dan wordt ge niet korzelig och, die broederen bedelen ook niet voor hun genoegen maar dan wordt ge moedeloos. Daar komt nog wat bij. Het is, met collecteeren, altijd weer hetzelfde kringetje, waar men aanklopt. Tal van broederen, die 't wèl hebben, maar er nu eenmaal voor bekend staan, dat ze >buitenaf« niet geven, krijgen den nood van geen enkele gemeente ooit op hun hart. Men weet nu eenmaal, zij geven niet en wie 't niet weet dien wordt het door de collectanten leiders van profes sie wel aan 't verstand gebracht. En er komt nóg wat bij. Zoo licht wordt het collecteeren »buitenaf«, dat een uiterste redmiddel moest zijn een heel gewone bezigheid. Zoo licht besluit men ertoe, om 't bij ons »christenvolk« eens te gaan probeeren, terwijl er toch werkelijk uit eigen gemeente nog wel wat te halen zou zijn Maar zég dat den broeders ter plaatse eens, ziedaar de moeilijkheid! Ik heb een dominé gekend, die 't durfde en deed. 't Geld was er wel in zijn gemeente en daarom zei hij vrijmoedig tegen degenen, die 't had den, dat ze hun gave vergrooten moesten voor de oprichting der school, zouden ze zich niet schuldig maken aan schrielheid jegen den Heere. 't Geld kwam er, maar hoe zachtkens hij de schrielen ook bestraft had 't was goed, dat hij een beroep kreeg en wegging Neen, dat is niet gemakkelijk! En toch heeft men in dat geval geen recht, om de lasten, die men zelf nogwel zou kunnen dragen den lieden sbuitenak op de schouderen te leggen. Ik heb daar nog 'n opmerking over. Op vele plaatsen staat de zaak zóó, dat de voorstanders van 't christelijk onderwijs onmogelijk ineens 'n groote som kunnen opbrengen. Geen honderd gulden in een keer 't lijkt er niet naar. En toch, zulke giften moeten inkomen en in tamelijken getale, anders komt er nooit een school. Maar ze kunnen wel tien of twintig gulden afzonderen, 't Volgend jaar, als zich niets bijzonders opdoet, ook wel meer. Goed, zal men zeggen, spaar dat dan op, dan is na s a io jaren, de oprichtingssom bijeen. Maar men moet het ijzer soms smeden, als 't heet is. En nog zooveel jaren wachten, er is al zoo lang gewacht Wat zou er dan tegen zijn, om die menschen zich schriftelijk, zeg voor tien jaren, voor een gift te laten verbinden Natuurlijk krijgt men zoodoende wel »schadekosten«, maar als men met een geloovige, eerlijke bevolking te doen heeft, die van harte naar een school verlangt, dan loopt dat wel los. Men moet dan 'l geld tegen inruiling van die toezegging zien te krijgen. En hier was, dunkt me, werk voor onze vereenigingen voor chr onderwijs, die natio naal arbeider. Zij moeten trachten fondsen te verzamelen of te vermeerderen, waaruit hulp verleend kan worden tot school stichting. Om die fondsen te krijgen moesten ze niet, zooals de »collectanten« gewoonlijk doen, aankloppen bij de mannen, die van een krap inkomen leven moeten, zooals vele winkeliers, predikanten, onderwijzers enz. Heusch, die zijn blij, als ze voor hun eigen omgeving doen kunnen, wat hun plicht is. Maar dan moesten ze aankloppen bij de mannen van ruimer middelen en onder Gods zegen hun hart en beurs alzoo bewerken, dat stevige giften van honderd en duizend gulden een fonds vormen, waarmee men wat uitvoeren kan. Want, dat is waar: Er zijn tal van plaatsen, waar de school groeienen bloeien zou, als eerst de oprichtingssom er maar was UITKIJK. FRANKRIJK. Met veel kunst en vliegwerk is dan de eendracht onder de ministers bewaard gebleven; maar nu moet heden blijken of de Kamer met de heeren accoord gaat. Georges Clémenceau zal zijn beste beentje dienen voor te zettende vijand die hem een ecbèc hoopt te bezorgen, spant óók alle kracht in. Eerst konden Clémenceau en Briand het maar niet eens worden overdeqnaestie van de verhuring der kerken. Maar einde- ljjk Clémenceau moet als minister meer volgen,dan hij vroeger ooit gedaan heelt! verklaarde de premier zich te vereenigen met de conciliante denkbeel den van Briand, doch op voorwaarde, dat zij v( or de meerderheid der Kamer aannemelijk zouden blijken. En vandaag, bij het groote debat, moet dan uiikomen, ot de meerderheid nog voor een nieuwe „concessie" aan de Kerk te vinden is. Men begrijpt, toen Clémenceau over de brug was, volgden de andere ministers van zelf. Ook de fiere Viviani, die met zoo schitterend gebaar de lichteD aan den hemel heeft uitgedoofd. Ziehier wat een telegram ons dienaangaande meldt: De Ministers Clémenceau, Briand, Thomson, Pichon, Barthou, Ruau en Yiviani hielden hedenochtend een con ferentie over de quaestie der uitoefening van den eeredienst en den poliiieken toestand. Uit de gehouden wisseling van gedachten bleek, dat ver volkomen over eenstemming bestaat tusschen alle leden van de regeering. Na de conferentie begaf Clémenceau zich naar het Elysée, waar bij een onder houd had met president Fallières; daarna ontving hij op het minis erie van binnen- landsche zaken den heerGuyot Dessaigne, minister van justitie. De ministers werden het volkomen eens over de kerkelijke quaestie en hechtten eenparig hun goed keuring aan den inhoud der zeer besliste verklaringen, die Woensdag door de ministers Clémenceau en Briand in de Kamer zullen worden afgelegd in ant woord op de interpellatie van Meunier en Gueysse. Men weet niet wht de verklaring zal behelzen, maar anderzijds wordt weer verzekerd, dat de formule voor het huur contract der kerken, zooals zjj door de regeering is vastgesteld, definitief is en het kabinet geen enkele tegemoet koming zal doen. Dus zou Clémenceau toch weer niet gevolgd zijn En Briand dan metzjjnverzoenings gezinde houding? Latere berichten melden dat de Fran- sche Kamer met overgroote meerderheid zich tevreden verklaard heeft over het geen door minister Briand, inzake de scheiding tusschen Kerk en Staat is gedaan. Feitelijk ia dit een nederlaag voor Clémenceau, maar hij heeft zioh zeer verstandig op 't laatste oogenblik naar zjjn collega gesohikt. DUITSCHLAND. Buitengewone verkiezingsijver is bij de laatste verkiezingen in verschillende Duitsche districten ten toon gespreid. Als een staaltje mag het district Donaue- schingen-Villingen genoemd worden. Dit district ligt in de hooge bergstreken van het Zwarte woud en bestaat uit 179 meestal zeer kleine dorpen. De wegen door het gebergte zijn vooral in den winter zeer moeilijk, en menig kiezer moet verscheiden uren afleggen om zich van zijn burgerplicht te kwijten. Niette min kwamen in het distriet, dat een Centrumslid afvaardigde, niet minder dan ruim 91 pCt. der kiezers ter stembus. In verschillende Nederlandsche groote stadsdistricten, waar het vervullen van

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1907 | | pagina 1