EERSTE BLAD.
Zaterdag 12 Januari 1907.
21sl<! Jaargang N°. 1206.
Orgaan
Antirevolutionair
voor de Xufldhollandsclie en ÏSeeuwsclie Eilanden,
IN HOC SIGN O VINCE S
T. BOEKHOVEN.
op dei uiniufi.
DE BE ST E
Alle Stikken voor de Bedactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie traneo toe te zenden aan den Uitgever.
Be Merfc van Christus.
Wat het anticlericalisme in Frank
rijk leert in zijn verhouding tot de
Roomsch-Katholieke kerken aldaar,
komt ook in Nederland om den hoek
kijken in een proces, dat zoo pas ge
voerd is.
Wat is de fout der Franschen ge
weest? Niet, dat ze scheiding van
Kerk en Staat doorvoerenwant van
een meer dan dusgenaamde scheiding,
zooals Groen ironisch sprak, zijn wij
voorstandersniet, dat ze het zilveren
koord doorsnijden, maar dat de Fran-
sche Republiek aan de Kerken verplicht
te zijn of te worden een gewone maat
schappelijke vereeniging; die geen
andere rechten mag bezitten dan een
gewone sociëteit, vennootschap, club,
zang- of reciteervereeniging.
Door de Fransche Republiek wordt
de Kerk verlaagd tot een wereldsche
organisatie, in alle opzichten gebonden
aan de wetten des Lands.
En dat is verkeerd bekeken.
De Staat is een zelfstandige organi
satie.
Maar de Kerk ook.
Zij heeft een eigen KoningJezus
Christus.
Zij heeft een eigen regeering naar
een eigen wetboek: Gods Woord.
Zij heeft een eigen bestuursinrich
ting Kerkeraad en Synode, samenge
steld naar ordinantiën, door God in
Zijn woord en door historische oorkon
den vastgelegd.
Zij heeft een eigen Armbedeeling.
Zij heeft een eigen dienstde Ker-
kedienst.
Zij heelt een eigen tuchtde Sleute
len der Kerk.
Zij heeft een eigen Opbouw en
Groei: door den Doop.
Zij heeft een eigen Lidmaatschap en
Bandsmiddelde Sacramenten.
Zij heeft een eigen Vrijheid »Door
de genade van Jezus Christus vrij ge
maakt
Zij heeft een eigen Gelijkheid »De
een achtte de ander niet uitnemender
dan zichzelf
Zij heeft een eigen Broederschap
jWant gij zijt allen broeders.
En zoo zouden we kunnen voortgaan,
om het groote verschil aan te geven
tusschen den Staat en de kerk van
Christus.
Doch genoeg, dit is duidelijk het
terrein van den Staat is een gansch
ander dan het terrein van de Kerk
En alleen voor 't geval, dat de Kerk
in strijd komt met de God erkennende
wetten in den Staatdat de Kerk in
hare vergaderingen oproer predikt en
langs revolutionairen weg de wetten
van den Staat helpt vertrappen, eerst
en alleen dan mag de Staat zich met
de Kerk bemoeien.
Waar tegen over dan ook het recht
van de Kerk staat, om toezicht te
houden, dat de Staat naar den woorde
Gods leeft en geregeerd wordt De
Staat hindere de Kerk niet in hare
vrije oefening van haren Eeredienst.
De Kerk hindere den Staat niet,
tenzij deze 't Woord Gods vertrede.
Zoo is er wisselwerking van twee
zelfstandige organisaties, die met
elkaar het leven van Land en Volk,
200 geestelijk als stoffelijk moeten
trachten te verheffen
Dat men in Frankrijk aldus de Kerk
Diet beschouwt, is genoeg uit het
verleden geblekenmaar ook in Neder
land komt al zoo iets om den hoek
gluren, naar aanleiding van een vonnis
over iemand, die de Kerkelijke belas
ting niet betalen wilde.
De »Heraut« schreef er dit over, wat
na 't bovenstaande, voor ieder wel
duidelijk zal zijn:
»Dat protest geldt niet de con
clusie van het vonnis zelf. Dat
de man. die openlijk verklaarde
met de Hervormde Kerk gebroken
te hebben, niet gedwongen werd
kerkelijke belasting te betalen,
was niet meer dan recht en billijk.
Alle kerkelijke belasting is een
onding in Christus' Kerk, en vooral
in dit geval sprong de hatelijkheid
van dezen belastingdwang wel aan
ieder in 't oog.
Maar wel geldt onze grief de
gronden, waarop deze uitspraak
rustte.
Vooreerst toch verklaarde de
kantonrechter, dat dedoopiemand
niet tot lidmaat der kerk maak ie,
want dat hiertoe een handeling
noodig was, door den betrokken
persoon zelf op meerderjarigen
leeftijd verricht. Zelfs de belijdenis
des geloofs, op minderjarigen
leeftijd afgelegd, was zonder meer
niet voldoende om iemand als lid
maat der Kerk te beschouwen.
De gewone regels van een burger
lijke vereeniging werden hier dus
op de Kerk van toepassing ver
klaard, zonder -dat de rechter ook
maar eenigszins rekening hield
met het eigenaardig karakter dat
de Kerk draagt. Hetzelfde wat de
regeering in Frankrijk heeft ge
daan, toen ze de Kerk wilde oplos
sen in associations cultuelles.
Nauw daarmede in verband
staat in de tweede plaats, dat de
kantonrechter verklaarde geen
rekening te willen houden met
de bepalingen door de kerk zelf
gemaakt, omdat deze voor den
rechter geen beteekenis hadden
en hij alleen gebonden was aan
de regelen van het burgerlijk
recht. Niettegenstaande de Staat
erkent, dat er een eigen recht is
op handelsgebiedeen eigen recht
voor de verhouding van heeren
en dienstbodeneen eigen recht
voor de militairenwordt alleen
aan Christus kerk het recht ont
zegd om op haar eigen terrein
bepalingen te maken, die de bur
gerlijke rechten te eerbiedigen
heeft.
En in de derde plaats herhaalde
deze kantonrechter weer het oude
praatje, dat het reglement van
1816 wel onwettig was krachtens
zijn oorsprong, maar dat het later
toch wettig was geworden, door
dat de leden der kerk er stilzwij
gend in berust haddenniettegen
staande onze knapste juristen
we herinneren alleen aan wat
prof. Fabius in zijn reglement van
1852 schreef op de meest
afdoende historische en juridische
gronden hebben aangetoond, hoe
door en door onwaar deze stelling
is-
Veel zal er aan dit vonnis wel
niet te doen zijn. De som, waarom
het gaat, is te klein om hooger
beroep toe te laten. Maar des te
meer is het roeping en plicht der
Christelijke pers, om over deze
uitspraak scherp recht te doen.
Dit vonnis tastte Christus kerk
in hnar wezen aan
Ja, dat is niet te sterk gezegd. Mis
kenning van den doopontkenning
van de eigen bepalingen en ordonnan
tiën der Kerk, tast Christus Kerk in
haar wezen aan.
Een veldarbeiders-
onranisatie.
Blijkens het Ingezonden Stuk van
den heer Vroegindeweij c. s. in ons
nummer van heden is er opgericht
een Arbeidersvereeniging.
We juichen de oprichting toeEn
hopen, dat ze groeien en bloeien zal.
Maar nu dient men met wijsheid
en tact te werk te gaan
Wie der leden meent, dat door de
organisatie gouden bergen geboren
zullen worden, zal zich zeer teleur
gesteld zien,
Verwacht kan worden, dat de vruch
ten voorloopig nihil zullen zijn.
En wat is dan meestal 't resultaat
DitMen gaat bedanken voor het
lidmaatschap.
En dat is zoo verkeerd.
Een arbeidersorganisatie staat bij
de meeste boeren in een slechten reuk.
Doch dat 'zal wel beteren, mits de
arbeiders met beleid en verstand op
treden
Niet met d'r hoofd door den muur
willen loopen
Maar ai overleg plegend met hun
boeren, al saamprutend met elkaar,
al inwinnend advies of raad van be
dachtzame en voorzichtige menschen;
zie, dan komt de organisatie wel in
't hart der boeren; en wil ze er buiten
blijven, dan is ten slotte niets anders
noodig dan dat de boeren zien, dat
ze met de organisatie moeten rekenen.
De boeren zijn georganiseerd en de
arbeiders behooren 't ook te zijn.
En hoelang de ai beidersorganisatie
leven zal, hangt af van de wijze,
waarop ze optreedt.
Die manier van optreden kan alles
goedmaken, maar ook alles bederven.
En gaat de organisatie op de flesch
door dwaze, onoordeelkundige, heet
hoofdig uitgeschreven bevelen of wen-
schen, dan is voor vele jaren alles be
dorven en komt er in de eerste tien
jaar geen arbeidersvereeniging meer.
Geen biddende-socialisten, asjeblieft I
Maar flink werkende arbeiders, dïe
hun man ttaan en hun plicht kennen
in 't land en in de schuur, maar dan
ook vragen om recht; recht op een
menschwaardig bestaan. Doch niet
vergeten, dat er ook tobbende boertjes
en pachters zijn, zoo goed als arme
arbeiders.
Buitenland.
FRANKRIJK.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
TJITGEVEfi,
toOMMEijStHJMi
Telefoon Intercomm. Ulo. 3.
i Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel,
i Boekaankondiging 5 Cent per regel en V3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
»Spelen, zooals vroeger, dat kunnen de
jongens tegenwoordig niet meer*, zei een
gymnastiek-onderwijzer eens tegen me.
Van de dorpsjeugd kan ik dat niet toe
geven, Gelijk winter en zomer, zaaiïng en
oogst, zoo wisselen daar de seizoen-spelen
af, keeren elk jaar op den vasten tijd
terug en worden door elk volgend geslacht
van het vorige overgenomen,
Maar in de steden is 't wat anders, 't Is
soms, of alle speellust zich heeft gecon
centreerd op 't trappen van een bal, gauw
even voor of na schooltijd, 't Is mij echter
opgevallen bij een verblijf van vele maan
den in een vrij groote stad, dat ik vergeefs
uitzag naar de vroolijke jeugd uit m'n
kindsheid, die haasje-over speelde, tot ze
af en touwtje draaide tot ze öp was.
Vooruitgang is dat niet. En de schuld
ligt niet zoozeer bij de kleinen dan wel
bij de grooten, als ik wel zie.
De kinderen, in onzen tijd, moeten vooral
vroeg miniatuur studenten zijn, van beiderlei
geslacht. De snuiter, die pas z'n spelboekjes
achter den rug heeft, moet al gauw met 'n
paar boeken, cahiers en 'n atlasje langs
de straat, wijl deze zaken op de »les«
noodig zijn. Een groote promotie is 't
voor het ventje, als daar ook een dictio
naire bijkomt, ten bewijze, dat hij reeds
een of meer vreemde talen in den kring
zijner studievakken heeft opgenomen.
Hij, of zij, wordt gejaagd van de eene
repetitie naar de andere, aan 't eind waar
van 't kwartaal-rapport wacht, dat in cij
fertjes precies afmeet, hoever de hersenen
van den patiënt het in een of ander vak
reeds hebben gebracht. En na drie kwartaal
staatjes komt het groote spook niet over
gaan
Van 't achtste jaar af is het een jachten,
om in 'n minimum van tijd een maximum
van kennis in de jeugdige hersenen te
stouwen. De school alleen kan dat onmo
gelijk klaarspelen, 's Middags gaat de scholier
naar huis, met een paar thema's, 'n op
stelletje en 'n aardrijkskunde-les, dat alles
voor 't naar bed gaan gemaakt en geleerd
moet worden, 's Morgens is hij niet uit bed
te krijgen en in 't speeluurtje tusschen de
beide schooltijden moet vaak nog een restje
jaartallen verwerkt worden.
Gaat het niet vlug genoeg vooruit, dan
maar een flink gewicht op de veiligheidsklep
gezet en les aan huis genomen, om den
leerling »bij< te werken in de vakken,
waarin hij zwak is. Nog voor zijn twaalfde
jaar iheefthij een heirleger van die
»vakken« en zijn hem vele geheimenissen
openbaar geworden van dier- en plantkunde,
van vele onderdeelen der natuurkunde, van
fransch en meetkunde, van algebra en
aardrijkskunde enz. enz
Even twaalf doet hij examen voor de
H. B. S. of 't Gymnasium en dan is 't
geen zeldzaamheid, als hij reeds zoo'n 25
geslachtsregels in z'n hoofd heeft en ver
schillende eigenschappen uit de rekenkunde
recht kranig kan bewijzen.
Zoo is niet zelden, zoo is vaak de
praktijk van wat men noemt het smeer
uitgebreid lager onderwijs*, 't Is niet zelden
inpompen en africhten, afgewisseld door
africhten en inpompen. Want de examens
ter toelating op de hoogere onderwijs
inrichtingen zijn de maatstaf, waarna het
onderwijs gemeten wordt.
Een onderwijzer, die de jongens en meisjes
er sdoor* weet te helpen, is de man. En
zooals thans ons onderwijs in elkaar zit,
kan dat ook niet anders. Wie niet voort
durend die toelatings examens in 't oog
houdt, pompt met eigen hand zijn school
leeg.
De gevolgen van dat systeem zijn niet
zelden treurig. De minder begaafden gaan
op die manier reddeloos verloren. Ze
kunnen niet mee en na tallooze pogingen
moet het met hen opgegeven worden en
't is een wonder, als ze niet worden mis
lukte menschen in de maatschappij.
De middelmatigen komen er na langer
of korter tobben en alleen de vluggere
hebben er profijt van, in dien zin, dat ze
'n paar jaar vroeger »klaar« zijn, dan
wanneer ze niet aan het dril systeem waren
Onderworpen geweest.
>Klaar« d. w. zze hebben dan
al hun examens achter den rug. Maar
soms zitten ze dan met al hun kennis, die
zooveel vakken omvat even verlegen als
de jonge mevrouws, die haar salonnetje
zoo vol meubels heeft gesieept, dat ze
niet weet, hoe een bezoekster behoorlijk
naar haar stoel te loodsen!
Ik geloof dat dr. Kuyper géén noodiger
commissie heeft ingesteld, dan die, welke
onder presidium van prof. Woltjer bezig
is, de reorganisatie van ons gansche onder
wijs geheel voor te bereiden.
En als we daar eens aan toe zijn, dan
hoop ik van ganscher harte, dat we krijgen
één gewone lagere school voor alle kin
deren van 6 tot 12 jaren. Die school moet
wél verschillen naar gelang ze in Amsterdam
of in Kootwijk staat, maar ze moet voor
alle kinderen uit dezelfde gemeente het
zelfde oriderwijs geven.
Dan, na die gewone lagere school, gaan
pas de wegen uiteen. De aanstaande arbeider
bezocht practische avond-cursussende
meisjes handwerk- en eenvoudige industrie
scholen en de aanstaande student gaat dan
pas zijn voorbereiding krijgen van zijn
studieleven.
En dat liefgt niet op middelbare*
scholen niet voor elk vak een eigen leeraar,
zooals elke prof. z'n eigen college geeft,
maar een echte »school«, van het 12de
minstens tot het 16de jaar, waar de kwee-
keling »scholier« is en geen miniatuur
student.
Nu zal menig deskundige zeggen Uit
kijk, gij raast
En ook menig niet-deskundige zal z'n
hoofd schudden en zeggen>'t Is toch
maar 'a feit, dat de kinderen bv. met het
leeren van een vreemde taal vroeg moeten
beginnen.*
Ja, dat laatste is zoowat een soort
volksgeloof geworden.
Maar toch sta ik daar tamelijk onge-
loovig tegenover.
Zie voorname lieden, die bij hun
kinderen een franschen gouverneur of eeu
engelsche m;ss nemen, dat kan ik begrij
pen, die zijn vóór. Hun kinderen leeren,
spelenderwijs, reeds vóór hun schooljaren
in de vreemde taal spreken en denken.
Maar wie op de gewone manier, van
een hollandschen onderwijzer, een taal leeren
moet, is daartoe op 12-jarigen leeftijd
niets minder in staat dan op 9-jarigen.
Beter zelfs, want z'n geestvermogens zijn
meer ontwikkeld. En komt hij dan onder
goede leiding, dan is er na 'n paar jaren
van geen achterlijkheid meer sprake.
Terwijl men dan 't groote voorrecht heeft,
dat zes jaren lang al de krachten zijn ver-
eenigd op het leerplan van een gewone
lagere school, Waarlijk, daar heeft men
wel zes jaren voor noodig
Laat men de uren, die men aan vreemde
talen wint maar gebruiken, om onze eigen
taal goecl te leeren kennen, want dit is vaak
erbarmelijk, hoe onbeholpen onze meer-
uitgebreide-jeugd daarmee omspringt.
En laat men dan vooral veel lezen,
lezen en nog eens lezen
Er schiet haast geen tijd meer over, om
te lezen op onze scholen, want het eene
vak na het andere vraagt om behandeling.
En toch als de kinderen de lagere school
verlaten, 't zij ze het leven ingaan, 't zij ze
verder gaan leeren, en ze hebben dan leeren
lezen wat nog iets anders is, dan
woorden zeggen dan zijn ze ver voor
hen, die dit niet kunnen en onder over
maat van kennis schier bezwijken.
UITKIJK.
De ex-premier Combes heeft in poli
tieke kringen Diet weiüig opzien gewekt
door een arfike) van zijn hand over den
god&dienstkrijg in de Republiek.
Hjj is de vader van de thans aange
nomen Scheidingswet, en daarom heelt
het oordeel van den pitit père, als Oom-
bes spottend genoemd wordt, over de
houding des Pauses, te meer beteekenis.
En wat komt deze ex-premier nu
vertellen Dat de Paus niet koppig ot
halstarrig is, maar krachtens de leer
zjjner kerk niet anders kón doen dan
de Scheidingswet verwerpen. En Com
bes, gewezen abbé, kan er alles van
weten