EERSTE BLAD.
Zaterdag 5 Januari 1907.
318lc Jaargang JN°. 1304.
Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsclie eis Zeenwiebe Eilanden,
IN HOC SIGN O VINCE S
T. BOEKHOVEN.
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentie» en verdere Administratie franco toe te «enden aan den Uitgever
Loten voor de militie
en bezuiniging-.
l)r. Jan Pieter Sletje.
Herstelling-s- en Tacan-
tie-Siolonies voor
14 inde ren.
OP DË% (IirKIJH.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
UITGEVEE
Telefoon Inter comm. lo, 3.
Adrertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en k/s maal.
Dienstaanrragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 uur.
Eèn der bezuinigingen, die men met
't oog op het militairisme zou kunnen
invoeren, willen we nader aanstippen
nl. de loting voor de Nat. Militie.
We hebben dan tevens gelegenheid
daarover nog iets anders te zeggen.
Hoe is de toestand nu
Zij, die vóór of op den eersten
Januari hun 19de jaar zijn ingetre
den, moeten zich aanmelden aan het
Gemeentehuis hunner woonplaats
daar geven ze redenen van vrijstelling
op en tusschen 7 October en 7 No
vember heeft de loting plaats. Den
2den Maandag in December zit de
Militieraad, voor wie verschijnen
allen, die meenen reden te hebben tot
vrijstelling.
Nu is toch de vraag gewettigd, en
ze is door den heer Van Rijn in de
Vragen van den Dag ter zake gedaan,
«waarvoor die manier van loting nu
al jaren zoo omslachtig heeft geduurd. <s
Want immers, feit is, dat kreupe
len, lammen, blinden, broederdienst-
gelukkigen en meer anderen vrij zijn
van dienst. Feit is, dat men op het
Gemeentehuis dat reeds van 1 Jan.
af weet en toch moet voor al die
invalieden een administratie gevoerd
worden, die zelfs door keuringen en
herkeuringen, door oproepingen en
nog eens oproepingen worden uitge
breid.
Is 'tniet geld- en tijd vermorsen,
dat een jongeling met een kunstbeen
gelast wordt zijn schoen uit te
trekken, onder de maat te komen
zijn lengte opgenomen wordtdag en
plaats van geboorte, namen en voor
namen zijner ouders, en dan het door
hem getrokken nummer door twee
ambtenaren uit alfabetische registers
ingeschreven hoort voorlezen en
die staande de loting in twee andere
registers ziet pverschrijven
terwijl men reeds dadelijk de onge
schiktheid van dien jongeling ziet, en
deze toch zeer zeker weet uit de re
gisters der Gemeenten, waarvan de
jongen afkomstig is
Wat moeten die ongelukkigen toch
bij de loting doen? en verzwaren den
dienst der politie, die het op zulken
opgewonden dag toch reeds druk
genoeg heeft. Bedenkt men, dat ook
de gebrekkigen, willen ze niet worden
ingelijfd, bij een wapen ingedeeld en
in een hospitaal opgenomen worden,
pm latpr toch weer naar huis te
worden gestuurd op eigen kosten,
dan valt die omslachtige administratie
nog meer in 'toog.
Onnoodig lang blijven èn ouders
èn lotelingen van Januari af tot in
December in 't onzekere of ze in Maart
ja, dan neen, uit hun jeugdigen werk
kring zullen worden geruktze hooren
dat pas in Februari, terwijl ze 't al
een jaar te voren konden weten, wat
voor hun maatschappelijke omstan
digheden heel wat gunstiger zou zijn.
(blot volgt)
In een circulaire van dhr Districts
schoolopziener Renesse, lezen we het
volgende
Op 1 Maart 1809 werd Jan Pieter
Heijh geboren.
Ik behoef dezen kinderdichter niet
bij U in te leiden. Zijne liederen zullen
ook in Uwe school worden gezongen.
Door die liederen en zijne Volks
dichten bekoord, gevoelde ik als jon
geling eene onweerstaanbare neiging,
hem persoonlijk te leeren kennen. Ik
had niet alleen het voorrecht, hem
te naderen, maar ik werd zijn vriend,
zijn «jonge vriend®, gelijk hij mij
noemde en later zijn biograaf.
Na zijn verscheiden werd, o a door
de zorgen van den onvergetelijken C.
H. den Hertog en met geldelijke bij
dragen van schoolkinderen, een ge-
denkteeken op zijn graf te Abbenes
geplaatst.
Sedert is hij niet meer gehuldigd,
maar leeft hij door zijne gedichten en
liederen in elke lagere school.
Gevoelen de leerlingen iets, wanneer
zij, onder geestdriftvoile leiding, zijn
«Klein vogelijn op groenen tak zijn
«Heb je van de Zilveren Vloot wel
gehoord.®, zijn »o Schittrende kleuren
van Nederlands vlag zijn: «Braaf is
braaf en slecht is slecht® en nog tal
van andere liederen aanheffen, de on
derwijzers waardeeren en gevoelen
mede, wat zij aan hem te danken
hebben, üf was het niet eene uiting
van dankbaarheid, toen in 1902 de
afgevaardigden voor de Algemeene
Vergadering van het N. O. G de ver
tegenwoordigers van de onderwijzers
uit heel Nederland, te Leiden bijeen
gekomen, eene bedevaart hielden naar
het graf van den beminden kinder
dichter, om daar een krans van
lauwerbladen en bloemen, het symbool
hunner hulde, te hechten aan het
monument, twee van Heijes kern
achtige liederen te zingen en in ge
voelvolle woorden te gewagen van zijn
«Goed leven
Het leven van Dr. Jan Pieter Heije
was onafgebroken gewijd aan bevorde
ring van het welzijn van oud en jong,
inzonderheid van lichamelijk en gees
telijk misdeelden. Als geneesheer ver
toefde hij bij voorkeur in de armen
wijken van zijne geboortestaden bij
al hetgeen hij later tot stand bracht,
en dat was veel, in velerlei richting,
was zijn oog gericht op volksveredeling
en volksverheffing.
In de uitgave zijner Kinderdichten
vroeg hij den kinderen, op 1 Maart
aan hem te willen denken IJdele vraag
Hij zelf zal wel niet geloofd hebben
aan de verwezenlijking van dien
wensch.
Maar ik hoop en vertrouw, dat U
en alle onderwijzers en onderwijzeres
sen zult willen medewerken om den
len Maart 1909, den honderdjarigen
geboortedag van Heije, een feestdag
voor alle schoolkinderen te doen zijn
een dag van dankbare herinnering aan
hunnen Vriend.
Ik zou mij verheugen, indien, op
Uw verzoek, die dag tot een vrijen
dag werd gemaakt, tot een Heije-dag,
te openen door U, met een woord te
zijner herinnering, te sluiten met het
zingen van eenige zijner liederen.
Maar ik zou meer wenschen, en
hoop, dat de vervulling daarvan niet
ijdel blijke.
Ik zou wenschen, dat alle school
kinderen, ten getale van 850.000, op
1 Maart aanstaande althans één pen
ningske bijdroegen, opdat den len
Maart 1909 op de Veluwe kunne wor
den geopend eene Heije-stichting, die
het allermeest beantwoordt aan heel
zijn willen en werken, een Medisch-
paedagogisch instituut voor onvermo
gende kinderep.
Zulk eene inrichting bestaat in de
nabijheid van Arnhem, onder directie
van den Heer A. J. Schreuder. Haar
doel is oa., tijdelijk of blijvend eene
medisch- en hygiënisch-paedagogische
behandeling te verschaffen aan spraak-
gebrekkige en zwaarhoorige kinderen,
aan kinderen van nerveusen aanleg
en aan hen, wier geestesontwikkeling
te langzaam voortgaat om met het
gewone klasse-onderwijs gelijken tred
te kunnen houden
Doch deze is uiteraard slechtstoer
gankelijk voor kinderen van vermogen
de ouders, terwijl aan de voortreffelijke
opleiding en verpleging, die daar
genoten wordt, ook arme kinderen
behoefte hebben.
Voor het tot stand komen van zoo
danige school met internaat, voor
kinderen van onvermogende ouders,
wordt een kapitaal vereischt, hetwelk
in omvang evenredig zal moeten zijn
aan de uitgebreidheid der stichting.
Hoe grooter kapitaal bijeengebracht
wordt, hoe meer zegen kan gespreid
over die arme misdeelden naar lichaam
en geest, van wie ieder Uwer voor
beelden in zijne school heeft aange
troffen
De grondslag ven dat kapitaal zou
gelegd behooren te worden door de
kinderen zei ven, als eene daad van
dankbaarheid jegens hem, die in een
bundel gedichten, waarvan de inhoud
niet voor l Maart 1909 bekend mag
worden gemaakt, van zich zeiven ge
tuigde
»'k Heb steeds de kindren lief gehad,
En 't eêlste en beste van mijn wezen,
Gelijk een bij uitbloem en bloesemblad,
Voor hen tot zoete honig saamge-
[lezen«.J
Ik ben overtuigd van Uwe instem
ming, dat. op Heijes honderdsten
geboortedag door de kinderen iets ge
daan moet worden, om zijne nage
dachtenis te eeren Leide dat iets tot
groote dingen, althans tot de beoogde'
nuttige stichting, door het kind aan
het kind geschonken, in Heijes'naam.
Het dankoffer van de jeugd in Uwe
school zou ik gaarne in den loop van
de maand Maart e. k. van U tegemoet
zien.
x) Gelijk ik die nu reeds mocht verkrijgen van
den Heer Jkr. Mr. A. P. de Savornin Lobman en
van de Heeren Inspecteurs van het lager onderwijs.
Er is geen land in West Europa,
waar betrekkelijk zoo weinig kinderen
worden gezonden naar herstellings- en
vacantie-kolonies als Nederland. Deze
kolonies, meer speciaal Gezondheids
kolonies genoemd, om "at over 't geheel
alleen de zwakke kinderen verpleegd
worden, komen nog altijd in ons land
sporadisch voor, terwijl zij bij onze
naburen reeds jaren burgerrecht heb
ben gekregen.
Parijs bezit 81 vereenigingen, die
zich met dezen tak van liefdadigheid
bezig houden en die jaarlijks 4% der
schoolbevolking, 4000 kinderen, naar
buiten zenden. De grootste en meest
gezaghebbende Fransche bladen, zoo
wel als de locale pers, wijden voort
durend hoofdartikelen aan deze uit
nemende instellingen en houden het
publiek steeds op de hoogte van de
gunstige uitkomsten.
Toch is geen land beter geschikt
voor de uitzending van zwakke kinde
ren dan het onze, waar de grootste
afstand naar het heerlijke Noordzee
strand, naar hei en dennen nog
zeer gering is.
Gelukkig is ook hier een ontwakend
gevoel van belangstelling duidelijk
merkbaar. Het aantal comitè's wordt
steeds grooter en het Centraal Genoot
schap voor kinderherstelling- en va-
cr.ntie-kolonies maakt het aan de
kleinste plaatsen mogelijk een Veree-
niging voor Gezondheidskolonies op te
richten.
Dit Genootschap tracht door geheel
Nederland afdeelingen te stichten.
Deze afdeelingen feitelijk zelfstan
dige vereenigingen houden zich
bezig met de keuze der kinderen uit
eigen omgeving, met het toezicht op
de kleeren zij houden voeling met de
ouders en brengen de gelden bijeen
voor de verpleging van hun eigen
kinderen
Voor de verpleging zelve zorgt het
hoofdbestuur. Het bouwt of huurt
tehuizen, die het inricht en in exploi
tatie brengt, onder medetoezicht der
afdeelingen. Het zorgt voor een verple
ging, zóó gunstig en economisch
als de omstandigheden zulks veroorlo
ven. Door een weldoordachte wijze
van verpleging zorgt het er voor. dat
steeds het karakter van 't gezinsleven
bewaard blijft, zelfs wanneer 40 of
meer kinderen in één huis bijeen zijn.
Iedere dame heeft haar troepje.
Het CentraalgenoQtschap en zijn
afdeelingen geven een voorbeeld van
de meest gezonde vereeniging van
centralisatie en décentralisatie.
Het streven van het C. G. wordt
gaandeweg meer begrepen. Dit bewijst
de ongekende vooruitgang in dit jaar.
Het aantal afdeelingen steeg van 5
tot 25.
Deze zonden in den afgeloopen
zomer 261 kinderen naar de 3 kolo
niehuizen van het C. G. In 1905
bedroeg het aantal verpleegden 31.
Toch waren de meeste afdeelingen
pas in het vorig jaar opgericht en
nog niet voldoende georganiseerd.
Het bouwfonds, voor korten tijd
slechts 4600 gld., bedraagt nu 25000
gulden,
Op 27 Oct. jl. werd de eerste steen
gelegd voor een koloniehuis, dat met
de beste inrichtingen op dit gebied
kan wedijveren. De sympathie, waar
mee dit eerste gebouw wordt begroet,
belooft veel voor de stichting van
meerdere tehuizen, die dringend noo
dig blijken.
De resultaten van het afgeloopen
seizoen waren schitterend, al waren
de huurhuizen primitief. De gewichts
toenamen waren verrassend en telkens
komen uit de afdeelingen de meest
gunstige berichten over den zedelijken
en lichamelijken vooruitgang der kin
deren.
De geleidsters, voor het meerendeei
leerlingen en oud leerlingen van de
School voor Maatschappelijk werk te
Amsterdam, waren ten volle berekend
voor hun taak, die opoffering, be
kwaamheid en toewijding eischt.
Voor de harmonische ontwikkeling
van het C G. moest nu ook het
aantal leden eir begunstigers vertien
dubbeld zijn. Dit bleef helaas sta-
tionnair. Het oprichten van nieuwe
afdeelingen moet zoo gemakkelijk
mogelijk worden gemaakt, het uit
zenden van kinderen zoo goedkoop
mogelijk. Dit jaar betaalden de af
deelingen 80 ct. p. d. en p k ge
neeskundige behandeling inbegrepen.
Hiervan wordt de huishouding enz
betaald.
Maar voor den bouw, voor de huren,
de meubileering en inrichting van
het steeds toenemende aantal kolonie
huizen en ten slotte voor een ruste-
looz e propaganda, moet het hoofd
bestuur zorgen.
Alles teekent een voortdurende,
snelle ontwikkeling van het U. G.
Het aantal afdeelingen en het aantal
uit te zenden kinderen kan in 1907
weder veel en zeer veel grooter zijn.
Maar dan is noodig, dringend
noodig, dat het C. G. zijn leden en
begunstigers niet meer bij tientallen,
maar bij tienduizenden telt.
Veel wordt gevraagd, maarhetwordt
gevraagd ter wille van het zwakke
kind.
Alg. Secretaris is Mr. L N. Rooden-
berg, Banstraat 9, Den Haag.
Alg. Penningmeester Th. M. Kete
laar, Ceintuurbaan 286, Amsterdam.
Gedelegeerde v. h. H. B bij de
verpleging en propaganda is onderge-
teekende.
A. C. BOS, Egmond aan Zee..
Ik durf even de aandacht vragen voor
een schoolkwestie. Er is een tijd geweest,
dat onze politieke bladen met de »school«
opstonden en naar bed gingen, 't Was,
toen ons politieke leven zich bewóóg om
den schoolstrijd.
Die tijd is voorbij gelukkig. We zou
den eenzijdig geworden zijn politiek scheef
zijn gaan loopen. En voor wie van »kwes-
ties« houdt er zijn er genoeg, meer
dan inktmerksels in een vloeiboek Hij kan
uitzoeken.
Toch lijkt het' wel, alsof school en pers
afscheid namen voor goed, en alsof de
schoolzaken nu voortaan maar in het vak
blad* moeten behandeld worden. Dat het
groote publiek natuurlijk nooit onder de
oogen krijgt. Dit deugt toch niet, dunkt me
zoo. Dat onze school een plaats heeft in
't hart van ons volk, is meê te danken
aan de pers, die sinds de dagen van Groen
aan de school een ruime plaats in haar
kolommen afstond.
Maar ik kom ter zake.
Nu we langzamerhand wat ruimer in onze
contanten komen, rijst op verschillende
plaatsen de vraag zullen we houden één
school voor alle kinderen, of zullen we voor
de kinderen der meergegoeden een aparte
school stichten
Die vraag geeft aanleiding lot bespreking,
tot wrijving, soms tot krakeel. Er zijn zelfs
plaatsen, waar die »meergegoeden«, der
kibbelens zat, eenvoudig de hoofden bijeen
stak n en 'n school opricht'ten, welker ver
der onderhoud, na de jongste wetswijziging
geen zorg meer voor hen is.
Maar ook van hen geldt de vraag, of
ze daar wijs en goed aan deden. Laat ik
er 't mijne van mogen zeggen, op conditie,
dat geen mensch boos wordt, want in onze
nerveuze twintigste eeuw worden we steeds
meer prikkelbaar.
Zij, die erop aansturen, om, indien éven
mogelijk een aparte school te hebben voor
de kinderen der >meergegoeden«, gaan uit
van de stelling, dat deze kinderen, met het
oog op hun stand, hun toekomst in de
maatschappij, enz. uitgebreider in vele op
zichten ander onderwijs moeten hebben, dan
het kind uit de volksklasse Vroeger, zeg
gen ze, hebben we ons beholpen met uit-
breidings-, hcrhalings- en avondklassen bij
de gewone school, maar dat was lapwerk.
Wij moeten een ander gebouw hebben en
daarvan moeten reeds de fondamenten anders
worden gelegd. Een eigen, afzonderlijke
school dus.
Nu dat »lapwerk« daar is
veel van waar
Er is geen wanstaltiger, meer anti-paeda-"
gogisch opvoedings instituut denkbaar, dan
de school voor ^gewoon en meer uitgebreid
ager-onderwijs.« 'l Is geen gewone lagere