BIJVOEGSEL 7SSS! Woensdag 19 December 1906. A nlire mlutionair &lste Jaargang JV. 1199, Orgaan. woor lie iSiiidliollaiMliehe en ^eenwsclie Eilanden, IN HOC SIGN O VINCEft T. BOEKHOVEN. Aïle stukken voor de üedaefie bestemd, Advertentiën en ventere Administratie fran<».o toe te zenden aan den ttJiayever. Het blijvend gedeelte/ Slinisfcr Slink en 't Onderwijs Tui»- en Landbouw. raag?baak. Uit de Pers. £Bf Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. uitgever ëOMMJESj §S$SJ H Telefoon Intercomm. So. 2. j Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. I Boekaankondiging 5 Cent per regel en Va maal- I Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing, j Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagmorgen 10 nnr. Bij dit nummer behoort een In het nummer van dit blad, hetwelk in den morgen van 1 JANUARI as. verschijnt, zullen, evenals vorige jaren, gebracht aan Familie, Vrienden en Begunstigers, opgenomen worden, tegen den geringen prijs van slechts 25 cents, indien de advertentie 5 of minder regels bedraagt. Elke regel meer 5 cents. Daar van deze wijze om elkaar geluk te wenschen, steeds meer wordt gebruik gemaakt, omdat het 't om slachtige verzenden van naamkaartjes kan vervangen, zal het ons aange naam zijn, reeds nu de advertentiën daarvoor te ontvangen, teneinde voor een goede plaatsing te kunnen zorg dragen. De Uitgever. Dato 8 Dec. is verschenen de Mem. v. Antwoord op hoofdstuk 8; de oor- logsbegrooting. Wat de Minister zegt over zijnbeleid, kunnen we met stilzwijgen voorbij gaan; maar overigens is de Memorie belangrijk genoeg om ze voor 't grootste deel te behandelen; nochtans zullen we alleen stilstaan bij het blijvend gedeelte, het punt, dat tot allerlei op- en aanmerkingen aanleiding gaf. In de eerste plaats betoogt de Minis ter, dat hij altijd voor inkrimping of afschaffing is geweest, en hij zet zijn woorden kracht bij door aanhaling van citaten uit vorige stukken en rede voeringen. In de Mem. v. Antw. nopens't 8ste hoofdstuk der Staatsbegrooting had hij gezegd: »Wat echter het blijvend gedeelte «betreft, de ondergeteekende heeftin »ernstig onderzoek genomen de vraag, »of het mogelijk is het te beperken, «zoo niet op te heffen Mocht die over «weging ertoe leiden, dat op sommige «plaatsen de kazerne gedurende de «wintermaanden zou kunnen worden «gesloten, dan zou hij daarin geen «bezwaar zien. Tot een en ander zou «eventueel echter eerst in het volgende «jaar kunnen worden overgegaan. En ook citeert de Minister, wat hij gezegd heeft in de zitting van 21 Dec '05, om evenzoo te betoogen, dat de afschaffing van 't blijvend gedeelte geheel in zijn plan lag. Maar onzes inzien staat de Min. juist met die rede niet sterk-, omdat die gansche rede erop wijst, dat dan pas tot afschaffing zal over gegaan worden, als de mobilisatie gedekt en alle mogelijke groote rustverstoringen in weinig tijds kunnen onderdrukt wor den. En nu schrijft de Minister wel veel over de beteekenis, de volgens hem geringe beteekenis van de afschaffing van ..het blijvend gedeelte, maar hij schrijft zeer weinig, in ons oog beslist onvoldoende, over wat gebeuren zal met de Landweer en wat gebeuren zal, als er onrust uitbreekt. Dat was juist het punt in kwestie. Wie klaagt er over de wegzending van het blijvend gedeelte, als alle arbeid in en door het leger even goed kan geschieden? Niemand wil het blijvend gedeelte in de kazernes houdenmaar, en zoo is steeds gevraagd, bewijs dan Excel lentie, dat de mobilisatie toch in orde is; dat de Landweer die goed en flink kan dekken; bewijs evenzeer, Excel lentie, dat de kaderopleiding er niet onder lijden zaldat de diensten voor de blij venden er niet zwaarder op worden; dat de openbare rust en veiligheid gewaarborgd is. Op die condities, d. i als aan alle voorzorgsmaatregelen is voldaan, dan is 't blijvend gedeelte niet meer noodig. Maar is aan die voorzorgen voldaan? Zien we, wat de Minister zegt. Ten eerste het aantal naar huis- gezonden. De Minister schrijft: Wanneer men nu bedenkt, dat het »aantal op 31 October 11. met verlof gezonden miliciens bedroeg »Bij het ie reg. huiaren (2e eskadron) >17 man. »Bij het 2e reg. huzaren (5e eskadron) >54 man. >Bij het 3e reg. huzaren 4e eskadron) >28 man en >bij het 4e reg. huzaren (5e eskadron) >44 man, »dan mag toch gevraagd worden, wat »er in het licht van deze getallen over blijft, van de bewering, dat (het 3 e »regement huzaren bij mobilisatie ten a-gevolge van dezen maatregel slechts amet x 1li in plaats van met 4 eskadrons azou kunnen uitrukken.* Nu is het getal van 143 man niet groot, we geven het aanstonds toe, maar is het te veeldat is de vraag, om den legerdienst te handhaven. Bij mobilisatie, zegt de Minister, kan alles op volle sterkte uitrukken, want ik heb ze niet met groot verlof, maar met verlof laten gaan, waardoor het mogelijk wordt, zoodra de om standigheden dit noodzakelijk doen achten, deze manschappen zonder ophef en zonder vertraging bij hunne korpsen te doen terugkeeren door eenvoudige intrekking van verlof. Zeer wel, meenen we, maar houdt die mobilisatie dan niet te lang op de landweer moet uittrekken tot dek king, en dan komen tevens de thuis zijnde troepen uit hun dorpen en stedengaat er dan niet te veel tijd verloren Het blijvend gedeelte moet tot mo bilisatiedekking dienende landweer ookdoch 'alles is thuis, terwijl eer tijds alleen de landweer thuis was zal er niet veel tijd verloren gaan, eer al de hens aan 't dek zijn en ieder soldaat staat bij de grenzen om tegen te houden, wat tegen te houden is De Minister voelt dat bezwaar ook en daarom voegt hij er bij »Verder zijn door den ondergetee- »kende maatregelen genomen, waardoor »de militie bij die korpsen, welke bij de ^mobilisatie het eerst moeten uitrukken. »meer dan vroeger wordt getrokken uit »de nabijheid der vredesgarnizoenen.* Zeker kan dit middel dienen om de mobilisatie beter of minder slecht te dekken. Wanneer in de grensgar- nizoenen de mannetjes zitten, .die dadelijk ter grens kunnen snellen of bij andere belangrijke strategische pun ten den vijand kunnen tegenhouden, dan is dat zeer zeker een best hulp middel. Maar toch blijft de vraagals nu èn landweer èn blijvend gedeelte thuis is, wordt er dan van de mannen uit de vredesgarnizoenen niet te veel ge- eischt, eer de thuisblijvers zich bij hen gevoegd hebben. Is die verspreiding van krachten in zulke critielce dagen na een oorlogsverklaring 'voor de Landsveiligheïd te verdedigen. Wordt vervolgd) De klacht is niet van vandaag of gisteren wat minister Rink voor 't onderwijs doet en doen zal is te schrij ven op je duim. Ieder kent de onderwerpen, die in 't geding zijn wat betreft 't L Onder wijs Voor 't Bijzonder onderwijs Subsidieering van hoogere burger scholen. Wijziging van het kweekschoolbe- sluit. Wijziging van de wet op 't L. O. in verband met 't lierhalingsonderwijs, om er godsdienstonderwijs te geven. Voor 't Bijzonder en Openbaar on derwijs 1 Kleine klassen. 2. Verhooging van de minima XT 3. Betere opleiding door Normaal scholen irt Kweekscholen te veranderen 4 Reorganisatie vanhet Rijksschool- toezicht. 5. Technische herziening der Leer plichtwet. 6. Aansluiting der lagere scholen aan de burgerscholen en gymnasia. 7. Art. 21 of de verhouding van den klasse-onderwijzer tot de leiding in de school. De laatste 7 punten liggen in de neutrale zonemaar er is nog niets uit de werkkamer van Minister Rink voortgekomen, dan een erkenning, dat hij den Leerplichtleeftijd, als er maar een meerderheid voor te krijgen was, wel tot op 't 14e jaar zou willen stellen Leerplicht tot 't 14e jaar, zou de Mi nister willenmaar over de andere hier boven genoemde zaken verschijnt geen helder licht. Er is een Commissie, een zooge noemde Aaneenschakelingscommissie, die wellicht met nuttige adviezen komen zal. Maar er zijn toch' nog wel andere zaken te regelen, en daarvan hoort men geen resultaat. En met 't, middelbaar onderwijs is 't niet beter Over de theologische faculteit in 't Hooger Onderwijs wordt gezwegen en die zaak is toch zeer belangrijk. 't Botert niet erg. in «Binnenland- sche Zaken« met 't onderwijs. versla gen en mededeelingen van de directie van den landbouw. Van deze „verslagen en mededeelingen" bevat no. 6 een drietal zeer belangrijke opstellen, 't Eerste handelt over „Onze Nederlandsche Kaas". No. 2 behandelt „de teelt van en de handel in Nederlandsche zaai- en pootuien en no. 3eindelijk heeft 'tover „Veeteelt en. Zuivelbereiding in Zweden". In het „Voorbericht" vertelt ons de Directeur- Generaal van den Landbouw, de heer Lovink, dat no. 1 is samengesteld door den heer G. J. Biele man, Boterinspecteur, mede naar gegevens ver strekt door enkele zuivelconsulenten, in het bijzonder door don heer Dr. L. T. C. fcheij, zuivelconsulent voor Noord-Holland, die ook zijne medewerking verleende bij de photogra- phische opnamen no. 2 werd geschreven door de heeren I. G. J. Kakebeeke, Bijkslandbouwleeraar voor Zeeland, C. H. Claassen, Riikstninbouwleeraar voor Zuid- Holland en R. P. Bonthuis, adspirant-Rijkstuin- bouwleeraar, tijdelijk verbonden aan het Con sulaat-Generaal te Londen onder medewerking van de heeren J. G. Hazeloop, Rijkstuinbonw- leeraar voor N. Holland en K. Wiersina, Rjjks- tuinbouwleeraar voor 't Westland en no. 3 is een rapport, door de heeren V. R. V. Croesen, zuivelconsulent voor Overijssel en Dr. A. G. Breen, Directeur van het botercontrê- lestation „Gelderland-Overijsel", uitgebracht naar aanleiding van een door hen, in opdracht der Regeering, gebracht bezoek aan de 2Óste land bouwtentoonstelling te Norrköping. De lezer ziet het dus, dat aan de samenstel ling van no. 6 der Verslagen en mededeelingen heel wat krachten bezig zijn geweest en flinke krachten ook. De koopers van bet boekje ('t is te verkrijgen bij Gebrs. J. en H. van Langen- huijsen te 's-Gravenhage) zullen zich dan ook stellig hun twee kwartjes niet beklagen. Want er valt heel wat uit te leeren. En voor de men- schen op Flakkee zal 't uienopstel stellig wel belangrijk zijn. De schrijvers daarvan komen aan het slot tot de volgende conlusies: le. De uienhandel lijdt onder de minder zorg vuldige behandeling der uien door een groot deel der telers, door verkeerde praktijken van enkele commissionairs en door de omstandigheid, dat de tegenwoordige wijze van verkoop het niet mogelijk maakt, een prijs te bedingen, die even redig is aan de kwaliteit. 2e. De uienhandel op Engeland lijdt sterk door het feit, dat er handelaren zijn, die te laag gewicht per baal leveren en welke bovendien menigmaal uien in een niet goed verhandelbaren staat eiporteeren. 3e. Het verdient overweging na te gaan, of het mogelijk is de wijze van verkoop in dier voege te regelen, dat den handelaren vooraf ge legenheid wordt gegeven de kwaliteit der uien te beoordeelen, hetzij door veilingen in cultuur- of exportcentra, door verkoop op monster of anderszins. 4e. Het is gewenscht, dat van Regeeringswege bevorderd wordt, dat bij de export van uien streng de hand wordt gehouden aan een uniform gewicht. Deze conclusies zijn mijnsinziens zeer de over weging en bespreking waard. Wat ik van belang zou achten Dat de Besturen der dorpsvereeni- gingen op de eilanden vooral van „de teelt van en de handel in Nederlandsche zaai- en pootuien voor hare leden bij 't Departement v. Landbouw een gratis exemplaar aanvragen. En dat dan later in eene daartoe uitgeschreven vergadering de in bedoeld opstel behandelde kwestie bespro ken worde. Laten dus de secretarissen dér ver- eenigingen maar vast beginnen met de brochures aan te vragen. Zoo lang de voorraad strekt zijn ze gratis verkrijgbaar. M. Vragen en Antwoorden worden kosteloos geplaatst. Antwoorden of mededeelingen zjjn met hetzelfde nummer gemerkt als de vragen waarop ze betrekking hebben. Vragen. 11. Is 't niet vreemd, dat men in dezen tijd rupsennesten in de boomen vindt? 12. Wat is kalkstikstof Antwoorden en mededeelingen. 9. Laagveen 't zelfde als moerasveen Precies 't zelfde is 'tniet. In Reinders' Handboek wordt moerasveen genoemd, dat laagveen 't welk is ontstaan in ondiep water of op een zoogenaamd drassigen, moerassigen bodem, terwijl 'teigenlijke laagveen in meer of minder diep water (meren) ontstond. Eens gevormd, is het moerasveen van eigenlijk laagveen moeilijk te onderscheiden, behalve dat de veenlaag minder dikte heeft. 10. Voorzichtigheid bij vervoederen van erw- tenstroo? Ik denk, dat de geachte vrager één woordje uit z'n vraag heeft weggelaten nl. „be schimmeld." Want met beschimmeld stroo en ander voer moet men voorzichtig zijn. Dat ook bij 't vervoederen van normaal, dus gewoon erwtenstroo de voorzichtigheid in acht genomen worden moet, dat wist ik niet. Lenige Kainer-op-nierkiugen. Dr. Kuyper heeft een pluimpje gekregen. Wat een wonder I En nog wel van een verdachten kant van den socialist van der Zwaag. Deze afgevaat digde keurde 't af, dat de Minister vergunning gaf op wedrennen en fanfare-concours. Neen, zeide de socialist, dan paste Dr. Kuyper de wet strenger toe. De Min. 'verdedigde zich daartegen, want Dr, Kuyper had dit ook gedaan aan ten toonstellingen. Of dat't zelfde is. Tentoon stellingen duren weken, en nen wedren één dag. Het praatje van den Min. was maar een praatje voor de vaak. Ook Min. van Raalte gaf Dr. Kuyper een pluimpje. De Min. zeide, dat door de Loterijwet »aan de teugelloosheid, welke in de laatste jaren op het gebied der loterijen heerschte, een einde heeft gemaakt, zoodat inderdaad mag aangenomen worden, dat de werking der wet aan de verwachting beantwoordt.* ja, we gaan vooruit! Misschien als de vrijzinnigen even den Kuyperhaat vergeten zijn, komt er nog meer! We zullen geduldig wachten: de waar heid komt vast, al moddert men nog zoo. De Socialist Tak toornde erg over de verhooging van de jaarwedde van 't salaris van Rotte's burgemeester. Is dat geen meten met twee maten, als men let op wat Tak's partijgenooten in Frankrijk doen. Die heeren verhoogen zelf hun salaris als Kamerlid tot f 7500 per man, en dan is de werkkring van een burgemeester van Rotterdam nog wat anders dan een Kamerlidmaatschap in Frankrijk. De heer Rink heeft enkele fraai zetten gedaan. Verheelt u, voor eenige maanden hielden de socialisten te Rotterdam, een optocht met muziek tegen het verbod van den Burgemeester in. De heer Schokking inter pelleerde den Minister hierover en deze afgevaardigde werd met een kluitje in 't riet weggestuurd, want Z.Fxc. zou er eens met zijn ambtgenoot van Justitie over praten! Wat een zet! Bespottelijk! Geen wonder, dat de heer Schokking niet te vreden was! We krijgen geen hoogen dunk van ons stel Ministers. Met recht zitten wij er mee. De Min. van Buitenl. Zaken las alles van een papiertje af, de Min. van Justitie maakte ook al geen prettigen indruk en Min. Rink was erg zwak in zijne verdediging. Gingen ze maar naar huis Zulke ministers zijn er bij de vleet Gooische Courant.) Het volgende vinden we als inge zonden in de »Graafschapper« De staking; te Kijssen. Ingezonden. Reeds wekenlang was er een loongeschil hangende tusschen de firma Terhorst en Co. en hare at helders. Steeds zwakker werd de hoop op eene vredelievende oplossing van dit geschil. Totdat 11. Maandag in beide fabrieken het werk door de arbeiders, na inachtneming van een behoorlijken termijn van opzegging werd neergelegd. De firma Terhorst en Co, oefent het bedrijf uit van spinnen en weven van jute- artikelen. In de laatste 40 jaren nam hare onder neming steeds toe in omvang. Het getal arbeiders bedraagt 1022, zoowel mannen (588) als vrouwen (278 en kinderen 156.) Nog zeer jong is de organisatie der arbeiders. De afdeeling van »Unitas,< den Christelijken Textielarbeidersbond, waarin verreweg de meesten zijn georganiseerd, is opgericht in November 1905. Opgericht met 28 leden telt de afdeeling thans reeds honderden. Een zoo zeldzame vlugge groei is slechts te verklaren uit de oeconomische toestan den aan de fabrieken, want de drang naar het vereenigingsleven is in de Rijssensche arbeiders steeds zeer gering geweest. Van de zijde der firmanten en hun meest notabele vrienden in het stadje wordt de voorstelling gegeven, alsof door den anti revolutionairen Hervormden predikant, den gelijkgezinden Rijksontvanger en niet het minst door ondergeteekende de organisaties kunstmatig zijn in het leven geroepen, om de liberale fabrikanten te treften. Wel is waar hebben deze mannen het vereenigingsleven in Rijssen bevorderd, doch allerminst met het doel, om politieke tegen standers te treffen. Het waren de treurige misstanden, waar uit de krachtige organisatie binnen enkele maanden is gegroeid. Kunstmatig bereikt men zoo iets niet. En dat er treurige misstanden aan de jutefabrieken bestaan, is algemeen bekend. Elke bewering van het tegendeel vindt haar verklaring deels in het aan de arbei dersbeweging vijandig beginsel, deels in het

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1906 | | pagina 1