Zaterdag 4 Augustus 1906.
voor de Knidhollandiehe en Mieeiiwsciie iiïlanden.
BIJVOEGSEL
21sie J aargang 1160.
Antirevolutionair wOrgaan
IN HOC SIGN O VI MCE S
T. BOEKHOVEN.
üjtgeyeb:
Alle stukken voor de Kiedactie bestemd, Advertentiëm ess verdere Administratie franco toe te «enden aan «leis Uitgever.
Vacaatie voor den
werkasian.
Technische herziening-.
OP UITKIJK.
Uil «Ie Pers.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 CeHt.
tSOMMEijSn IJH
Telefoon Intereonun. So. 8.
Ad vertentie tl 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel,
Boekaankondiging 5 Cent per regel en maal.
Menstaanvragem en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Diasdag- ei Vrijdagmorgen 10 uur.
Bij dit nummer behoort een
Een goede gewoonte gaat beerschen
onder verschillende patroons nl. deze,
dat ze hun werklieden eenige dagen
vrijaf geven met behoud van loon.
'tls toch een natuurlijke zaak, dat
een fabrieksarbeider, die dag aan dag
hij de machines staatdat een werk
man, al is zijn loon behoorlijk en al
wordt het niet in borrels of andere
liefhebberijen uitgegeven in een stad
wonend tusschen andere huizen en
zelfs niet ruim, vaak nauw behuisd,
er wel eens graag eenige dagen tus-
schenuit wil trekken, oin zoo mogelijk
op 't platteland eens vrij en genotvol
uit te blazen.
Het leven in een stad heett vele
bezwarenook eenige voordeelen, 't
is zoo; maar voor den werkman zijn
de bezwaren vele, al was 't alleen
maar de bekrompenheid van woning
is hij 's avonds teruggekeerd van zijn
werk, dan kan hij op een klein bin
nenplaatsje zijn pijp opsteken, maar
de rook stijgt vaak nauwelijks tusschen
de enge muren van zijn »achteruitje«
op. Hij zit te kijken tegen huizen of
fabriekende vuile grachten ruiken
hem op zijn bed tegen. Frissche lucht
ademt hij ternauwernood in.
En 't werk dat hij doet, hoe degelijk
ook de machinerieën zijn, en hoe goed
ook voor luchtverversching in de
fabriek is gezorgdhoe goed ook
verdeeld de rusttijden en hoe uitne
mend ook de wasch-, kleed- en bad
kamers (wat, dit even er bij gevoegd,
op vele fabrieken nog al te wenschen
overlaat): toch zit hij heel den dag
tusschen de vier muren.
Welnu, we juichen het toe, dat aan
die werklieden eenige dagen vacantie
wordt gegeven met behoud van loon.
Zeer zekerde Zondag is de rust
dag en menig werkman kan er van
profiteeren om dan de stad eens uit
te gaan in de frissche natuur, tenzij
de groote afstanden geen beletsel zijn
voor de kinderen. Maar de Christen
werkman heeft niet den heelen Zondag
disponibel, want de kerk roept hem
en daar hoort hij te zijn, als 't Woord
en de Sacramenten bediend worden.
Helaas dat de groote vermoeidheid
meermalen de mannen in hun huis
terughoudt en zij, in plaats van naar
de kerk te gaan. laat opstaan of een
groot deel van dien Zondag blijven
slapen, zoodat er van kerkgaan, dat
toch den geest kan verkwikken, noch
van wandelen buiten de stad, ook
maar iets komt.
Zóó is in menig opzicht 't stadsleven
voor den fabrieksman. Altijd in de
weer en 's Zondags eens uitslapen.
Welnu, we juichen het toe, dat aan
die werklieden eenige dagen vacantie
wordt gegeven met behoud van hun
loon.
Er zijn patroons, die wel vacantie
willen geven, maar met aftrek van
loon. Nu kan daar in 't algemeen
weinig of niets tegen gezegd worden,
mits het loon maar hoog, genoeg is
om eens eenige spaarduiten te kunnen
wegleggen voor zoo'n zomerreisje.
ar of dit zoo is, daarover valt in
Algemeen niet te oordeelen,
0oori1''/iac^tten het persoonlijk zeer
p j/lat, al is 'tloon van een werk-
cantied^001^' hij toch v00r de
agen zijn loon krijgt uitbetaald,
va-
om de heel eenvoudige reden, dat
vacantiedagen veel duurder zijn dan
normale dagen.
En gaat men uit, dan moet men
ook onetjes« kunnen uitgaan en niet
benauwd zijn om een cent of een
halfje meer of minder uit te geven.
Uitgaan doet men voor zijn plei-
zierdan is men vrijdan is 't een
feestgetij. En dan moet men centen
hebben of niet benauwd behoeven te
zijn om eens dit of dat liefhebberijtje
te koopen.
En zijn er, die zeggen de patroon
heeft nooit vacantiedie moet altijd
maar in de weer zijnwaarom dan-
een werkman.
Nu gelooven we, dat daar een kern
van waarheid inzit; dat er tal van
patroontjes zijn, di® nog harder moe
ten zwoegen dan hun knechtdie
ailerlei zorgen dragen, als de fabrieks-
deur reeds lang achter den arbeider
is dichtgevallen.
En voor zulken geldt het in der
waarheid, dat ze een slechter leven
hebben dan hun werkman.
Voor zulke patroontjes, voor wien
de strijd om 't bestaan ernstig is, is
er dan ook geen doen aan om hun
knechts eenige dagen vrijaf te geven
met behoud van loon.
Wat niet wegneemt, dat toch door
hen naar dit doel gemikt moet wor
den. Ze moeten dat doel in 't oog
houden.
En gaat 't niet, welnu, een flinke
knecht, die met zijn patroon meeleeft,
zal 't dezen niet kwalijk nemen, als hij
de vacantiedagen niet uitbetaalt.
Wat niet kan, dat kan niet.
Maar wat wel kanals de »zaak«
't maar eenigszins toelaat, moet de
patroon er toe overgaan.
Want, dit komt er nog bij: dat uit
gekeerde loon op vacantiedagen komt
terugeen flinke knecht waardeert
dat en zijn ontspannen geest en
lichaam zijn vooreen krachtigen aan
pak na den rusttijd in staat en genegen.
Zoo'n uitgaanstijd maakt sympa
thieën dat wordt gewaardeerddat
versterkt den band tusschen de »zaak«
en den knecht.
Welnu, we waardeeren het in eiken
patroon, als hij de loonen uitbetaald
bij vacantietijden.
Op 't platte land zijn de toestanden
anders. Een fabrieksarbeider met een
landarbeider te vergelijken in dit
opzicht zou dwaas zijn. 's Winters is
er vacantie te veel, en dat is heel
wat erger
Wat men niet al doet, als men in
den knel zit.
Er is alweer een Staats-Commissie
benoemd, de zooveelste, die een tech
nische herziening moet ontwerpen van
't Tarief van Invoerrechten.
De heerj Sprenger van Eik gaf ook
een herziening, zoo gezeid. om de
fraude te voorkomen, en de Schatkist
had er een vijf millioen voordeel van.
De heer Pierson gaf ook een her
ziening en ze had op moeten brengen
een paar millioen.
De Minister van Koloniën heeft een
wetsontwerp ingediend om de invoer
rechten in Indië te verhoogen, waar
over we aanstaande week een stuk
zullen plaatsen verspreid door de
Tariefvereeniging, en dat brengt ook
een paar millioen op.
En zoo roepen de liberale heeren
maar steeds, alsof ze met onnoozele
en onkundige menschen te doen heb
ben, (maar eigenlijk omdat ze in den
knel zitten en de verkiezingsleugens
niet weg kunnen moffelen)we her
zien slechts technisch.
Technischmaar minister Harte
gaf een wetsontwerp, dat door zijn
verdeeling in 55 rubrieken de ondui
delijkheden der oude wet geheel weg
nam.
Minister Harte heeft een echt tech
nische verbetering gegeven.
Daarvoor behoeft dus de huidige
Minister geen Staats-Commissie te
benoemen.
Neen verhooging der invoerrech
ten is de bedoelingmaar in plaats
dat de Minister nu eens zoo flink was
om te zeggenik wil meer uit jullie
zakken halen durft hij niets anders
doen dan een Commissie benoemen,
die dan wel tot de conclusie zal komen,
dat eenige verhooging mogelijk en
noodzakelijk is.
Geen bescherming, ziet Umaar
luttele verhooging der invoerrechten
zal 't heeten en weer geen verhoo
ging om meer geld uit de zakken der
onderdanen te halen, zal 't genoemd
worden, maar een ongewild gevolg
der technische verbeteringen.
En met zulke smoesjes werden de
4 millioen invoerrechten er 9; en de
9 werden elf; en de elf zullen nu in
de toekomst '13 worden. Met zulke
smoesjes. Alles door dat »technisch.«
En »technisch« klopt men de men
schen de centen uit den zak.
Da's technisch-politiek.
De uitersten raken elkaar, zegt men wel
met een bekend spreekwoord. En hoewel
er vele uitersten zijn, die met een hyper
bolische lijn zich steeds verder van elkander
verwijderen, heeft men toch ook van het
a> raken voorbeelden te over.
Een bekend figuur in de letterkundige
wereld van ons vaderland gedurende het
tijdvak »vóór '8o«, voor dus de zondvloed
van de Nieuwe Gids wegsloeg of over
stelpte wat tot dien tijd in onzen Iitlerairen
tuin groendeeen bekend figuur was
de heer Jan Holland. Natuurlijk een
schuilnaam. Maar ieder wist, wie Jan Hol
land was, evengoed als men Hildebrand
bij z'n doopnaam kende. Ieder wist, dat
de man geducht liberaal was en op gods
dienstig gebied een vrijdenker, die de fijnen
niet uitstaan kon en van den godsdienst
een grapje maakte.
's Mans werken getuigen er van Waar
hij een fijne beschuit tusschen de vingers
kon krijgen, daar kon hij 't kruimelen niet
laten. Op hem afgaande zou men zoo
zeggen, dat alle »geopenbaarde godsdienst((
een uitvindsel is van menscfcen, om hun
minder snuggere en meer bijgeloovige pla-
neeigezellen bij deu neus te nemen en 't
geld uit den zak te kloppen. Fijvan den
geestelijken domper des bijgeloofs.
En diezelfde man werd in 't eind zijns
levens roomsch devoot »katholiek«
Uitersten, die elkander raken
Er zijn meer voorbeelden.
Het toonwoord van den nieuweren tijd
is Vrijheid*. Voorwaar een kostelijk goed,
onze vaderen hadden er een strijd van
tachtig jaar voor over. Ook van de ware
vrijheid kan men zeggen, als van de vrijheid
dat ze beter is dan robijnen.
Maar we leven in een tijd van vele
vervalschingen zoo gaat veel onder den
naam van svrijheid* naar de markt, dat
niets anders is dan een gemeen, schadelijk
2-surrogaaU, dat met echte vrijheid weinig
meer dan den naam gemeen heeft. En nu
is het eigenaardig, als men van die zoo
genaamde vrijheid inslaat en zich aan 't
gebruik verslaaft, dat men dan komt onder
't juk van ondraaglijke tyrannie.
De historie leert het duidelijk.
Het oude Rome, prat op zijn vrijheid*
zoodat de titel »Romeinsche burger® we
reld adel uitdrukte, dat Rome bukte
onder, kroop weldra voor zijn Cesars.
De Fransche Republiek, die de vrijheid*
kocht met het bloed van honderdduizenden
harer beste burgers, zag zich na weinig
jaren door Napoleon de handboeien aan -
gelegd en aan zijn keizerstroon vastgeketend.
En waar geen Cesar of Napoleon opkomt
daar staat een andere, een onpersoonlijk
tyran gereed, harder, wreeder, onweerstaan
baarder nog dan eenig mensch, een tyran,
die verplettert, wie hem tegenstaat, zonder
mededoogen, gevoelloos, cynisch. De meer
derheid van den dag, oftewel de helft
plus één.
Domela Nieuivenhuis heeft de sociaal
democraten van tegenwoordig eens toege
zegd, dat de wereld nooit grooter tyrannie
gezien zal hebben, dan in hun komenden
heilstaat heerschen zai, en de man had
gelijk.
Zou er reeds nu wel een staatkundige
partij zijn, waarvan de leden meer hun
persoonlijke vrijheid hebben verloren aan
de partij discipline dan de S. D. A. P. P
Zeker ze hebben vrijheid van praten
van razen en schelden, ook tegen elkaar,
ook tegen 't partijbestuur. Maar als de
meerderheid eenmaal gesproken heeft, dar}
is het onderwerpen of de laan uit. leder
weet nog, wat met de redactie van de
Yorwarts in Duitschland gebeurd is. En
dat b.v. een Schaper bij ons nog in de
partij geduld wordt, hoewel hij zich durft
verstouten er een eigen meening op na te
hebben en soms »maling« heeft aan de
officiëele uitspraken der partij of aan de
opinie der meerderheid, dat komt doordat
de broederen nog niet in hun Kanaan
zijn aangekomen en nog in de woestijn
van het kapitalisme moeten rondzwerven.
Nu kunnen ze geen mannetje missen. Maar
hebben ze eenmaal het »Land der Belofte«
bereikt, dan wordt elk tegenspreker en
tegenstrever onmeedoogend naar het Over-
jordaansche en verder verwezen.
Natuurlijk moet, wie van de ^vrijheid*
den mond vol heeft en desniettemin, den
staf der tyrannische verdrukking zwaait, daar
een voorwendsel voor hebben, een schitte
rende verontschuldiging voor zoeken.
Die is tegenwoordig niet moeilijk te vin
den. Men noemthaarhet ^algemeen belang.
Zie bijna alles wordt u veroorloofd en
vergeven, als ge 't maar weet klaar te
maken, dat het s-algemeen belang« er mee
gebaat is. Wie een schurkenstreek uithalen
wil en op den koop toe als volksweldoener
geprezen worden, goochele met woorden,
tot ieder overtuigd is, dat het ^algemeen
belangd zoo'n streek eischt en hij heeft
kans op een standbeeld na zijn dood.
Met de zeis van het ^algemeen belang*
kunnen de laatste uitspruitsels der »persoon-
ke vrijheid* worden afgesneden.
Gij denkt over uw bezittingen naar welge
vallen te kunnen beschikken In het »alge-
meen belang* wordt uw bezit aan honderd
zegelen gebonden en als ge het tenslotte,
beu van dat alles, verkoopen wilt, dan
wordt het in »'t algemeen belang* onteigend
en met den vast te stellen prijs hebt ge
tevreden te zijn.
Ja, wat al niet in naam van dat »A. B,«
wordt bepleit
Ge meent, dat, indien ooit, daar inzake
uw huwelijk wel persoonlijke vrijheid in eigen
vrije keur zal bestaan? Verwacht dat in de
toekomst zoo zeker niet. Immers, 't is in het
>£lgemeen belaug« dat ei gelukkige huwe
lijken gesloten worden en dus heeft de
»Staat« het recht om door een nauwkeurig
examen onderzoek te doen, of bij u en uw
verkorene de elementen aanwezig zijn, die
de wetenschap aangeeft, dat tot een geluk
kig huwelijk worden vereischt.
Het is in het s>algemeen belang,dat er
gezonde kinderen komen en dat zwakkelin
gen, erfelijk belasten e. d. g, zich niet
voortplanten, maar dat slechts huwelijken
tusschen zooveel'mogelijk j»ziektekiemvrije«
personen worden gesloten, daarom eischt
de Staat zoo goed als een maatschappij
voor levensverzekering onderzoek en genees
kundig attest, eer hij den ondertrouw in
schrijft. En als 't gezin eenmaal kinderen
krijgt, wat is dan al niet in het »algemeen
belang« Dat die kinderen goed onderwezen
worden dat ze tegen pokken, typhus, pest,
roodvonk etc. worden ingeent'; dat hun
tanden tijdig worden nagezien dat ze rein
gehouden worden dat ze vóór ze vol
wassen zijn met geen sdogma's* worden
beziggehouden,
Het lijstje is gemakkelijk te vergrooten.
Dat ^algemeen belang« is de knuppel
waarmee men elke ritseling der persoonlijke
vrijheid neerslaan kan. Driedubbel gevaarlijk
is de hand van hen, die God niet eeren
De Heere onze God gaf Zijn ordinantiën
ook voor het persoonlijke leven en de per
soonlijke vrijheid Wie naar die ordinan
tiën vraagt, weet waar hij die vrijheid moet
ontzien en eerbiedigen.
Maar voor de anderen is 't een rekensom
metje, de wil van één tegenover de wil der
»gemeenschap« 't belang van dien éénen
tegenover 't »algemeen belang*
Dat moet de eenling verliezen.
Laten we toch dubbel voorzichtig zijn
met dat A. B, waar tegenwoordig zoo mee
geschermd wordtWie deze A en deze
B eenmaal gezegd heeft, weet niet op te
houden, eer hij 't alphabet ten einde is.
UITKIJK.
De antithese die dood is.
De verkiezingen van 1905 stonden in
het teeken van de antithese.
D. w. z. met nadruk was vóór de ver
kiezingen door den minister-president
Kuyper gewezen op het groote verschil in
levensbeschouwing, dat in ons volk aan
den dag komt.
Aan ide eene zijde staan zij, die hoewel
onderling weer verschillend toch allen aan
nemen, dat ook voor het politieke leven
de geopenbaarde wil Gods, richtsnoer moet
zijn.
Aan de andere zijde staan zij, die dat
loochenen en zich meenen te tooien zoo
ze den naam van vrijzinnig zich toeëigenen.
Die antithese, dat verschil is zoo goed
als door niemand geloochend.
Zelfs niet door hen, die van de antithese
ï>verkiezingsleuze« niets weten wilden. Van
hun standpunt hadden deze laatsten vol
komen gelijk want als werkelijk elk kiezer
die antithese alsbeheerschendhad beschouwd
voor de invulling van zijn stembiljet, dan
had de vrijzinnigheid van nog kouder kermis
thuis gekomen dan ze nu is met haar
leuze „tegen Kuyper".
Een leuze, die wel wat opgeprikt werd
met »wat willen de vrijzinnigen en met
het concentratiepogram, maar die tcch
bleef de stormram tegen het bestaande
regeeringskasteel.
De heeren hebben wel hun zin gekregen,
dat Kuyper weg ging, zelfs heel ver weg ging
zoover zelfs, dat bijna alle berichtten, die
omtrent hem verteld werden in die vreemde
Oostersche plaatsen praatjes bleken te zijn
en toch
Eerst heette het na den uitslag der ver
kiezingen dat de antithese dood was.
Wat daarmee bedoeld werd, is ons
nooit duidelijk geweest, en we durven de
meening uitspreken dat velen met ons,
of niet snappen.