1 Woensdag I Augustus 1906,
21st" Jaargang N". 1159.
voor (Ie 25ül(tli©ilfiii®tsc!!© en üeeiiwselie Eilanden.
Antirevolutionair
Orgaan
POTJES.
n.
IN HOC SIGN O VINCE S
T. BOEKHOVEN.
s
tiOMlUtSLSUtJ Si.
JUS.
?adang XII."
W.Z.
amis Maandag en
sdag, Ym. 6,30 uur.
m Zondag, 'a avonds
5 uur.
Maasnymph".
ot en met 39 Sept.
W.Z.
dam, Dagelijks
uur.
Maandag en Dinsdag
6.30 uur. Overige
en 6,30 uur.
Botterdam.
Dinsdag vm. 5,30,
Overige dagen vm
Pernis".
41.
W.Z.
am: Zondag 9, 3 en
Dinsdag 9, 12.15,
12.15, 4 en 7* uur.
nuten, Sobiedam 20
worden de diensten
)n van 2 April tot 1
ns 6.15 uur.
Zondag 8, 2 en 6*
r, Dinsdag 7,30, 10, 1
10, 2 en 6* uur.
wordt de dienst nm.
m van 2 April tot 1
,30 uur.
BRIELLE.
ostboot.
Aankomst.
10.20
3.15
5,10
8,15
TTERDAM D. P
ostboot.
Aankomst.
8,6
1,31
5.—
8.45
levoet- Rotterd.
luis. 0.P.
Vlaard. Postbo.
rtrek. Aankomst.
5.10
7.35
2.35
5.—
5,40
8.66
9,39
2.34
5,—
8.45
11,55
irnsche tijd.)
Numansdorp
.10
6.—
8.35
.41
6.24
9.06
.05
6.43
9.25
.12
6.53
9.29
.53
7.24
10.10
.16
7.44
.32
7.22
8.57
53
7.42
9.18
05
7.51
9.29
45
8.24
10.08
07
8.42
10.25
35
9,06
10.53
r zeer onregelmatig.
ing te Ooltgensplaat
gen halteD.
5.45
7.55
6.05
8,13
6.26
8.35
7.35
9.06
6.—
8.35
7.02
9.12
7.24
9.33
7.45
9.52
onregelmatig.
botterdam
6.—
7.43
6.13
7.56
6.25
8.07
6.40
8.21
7.35
9.06
6.—
8.35
6.45
9.25
6.57
9.37
7.07
9.47
7.25
10.05
itlg.
legen hallen,
.10
.45
.58
6.—
7.54
8.07
8.35
10.40
55
08
35
regelmatig.
7.01 8.24
7.14 8.37
9.06 10.53
levoetsluis
4.20
4.55
5.25
5.43
6.—
6.15
6.30
6.52
7 20
7.40
7.52
8.05
3.50
4.03
4.20
4.40
5.07
5.40
regelmatig.
7.05
7.18
7.40
7.55
8.20
8.55
hilipsland,
7.50
11.—
44
8.32
11.35
26
9.15
12.18
45
9.45
06
10.6
45
10.45
lo
8.15
11.10
58
8.58
11.53
20
9.20
12.14
45
9.40
12.34
36
10.23
1.20
16
10.58
1.54
M
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar.
ifzonderlijke nummers 5 Cent.
UITGEVER
Telefoon Intercomm. No. 3.
I Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 por regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en k/3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
I Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- ea Vrijdagmorgen 10 uur.
Alle stukken voor «Ie Redactie bestemd, Advertentiën ess verdere Administratie franc© toe te senden aan den Uitgever
liuslands lloensa.
Het besluit is gevallen.
De Doema, de Kamer der Volksver
tegenwoordigers is ontbonden en in
het voorjaar van 1907 zal een nieuwe
gekozen worden.
Voorwaar, een zeer ernstig feit.
Er was hoop, dat Ruslands uitwik-
keling uit den middeleeuwschen, abso-
luten staatsvorm een zeer deugdzamen
invloed oefenen zou op de onrust, die
in dat Land heerschte.
Toen het Manifest des Keizers ver
scheen, dat zulk een volksvertegen
woordiging als in de Westersche Sta
ten zou bijeengeroepen worden, was
er allerwege in en buiten Rusland
blijdschap.
Men kreeg weer sympathie voor het
door den Japanschen oorlog en binnen-
landsche onlusten zoo zwaar geteis
terde Land.
De hoop gloorde op, dat op de
bloedstorting in Januari, dat na de
revolutie in Moskou, na den joden
moord en het verzet der matrozen in
de Zwarte-Zeehavens een k^une tijd
zou aanbreken en door de Doema, die
toch de tolk des volks was of behoorde
te zijn, de weg van een constitutioneel
staatsleven bestendig en met ambitie
zou worden ingetreden.
Zoo ongunstig als de Czaar zich had
doen kennen in de Januaridagen, toen
hij den storm poogde -te ontvluchten
en zich reeds gereed maakte om in
stiller oorden over den toestand van
Land en Volk na te denkentoen hij
zijn Volk in den steek liet en Peters
burg overgaf aan de genade van een
muitende menigtezoo ongunstig de
indruk was in alle oorden en hoeken
des Rijks over zoodanige lafheid en
onvorstelijke zwakheid, zoo gunstig
was de indruk, die de oprichting eener
Vertegenwoordiging maakte.
Vadertje werd Vadertje weer.
Maar hoe zijn de rollen nu gekeerd.
Thans na eenige maanden levens
is ze ontbonden.
Ontbonden, omdat de Doema niet
optrad zooals de Czaar dat wenschte.
Hoor hem den Volke zijn redenen
ontvouwen in zijn proclamatie
Wij hebben uit vrijen wil de ver
tegenwoordigers van het Russische
volk bijeengeroepen tot wetgevenden
arbeid. Vast vertrouwend op de God
delijke genade en geloovend in de
schitterende en groote toekomst van
ons volk, verwachtten wij van hun
arbeid veel goeds voor het land. Op
ieder gebied van het nationale leven
hebben we groote hervormingen voor
gesteld het is steeds een onderwer p
van onze voortdurende zorg geweest,
door het licht der beschaving een einde
te maken aan de onwetendheid van
het volk en de lasten van het volk
door verbetering der arbeidsvoorwaar
den en der voorwaarden voor het
verkrijgen van grondbezit te verlichten.
Een wreede beproeving heeft ons
m onze verwachtingen teleurgesteld,
n plaats van te werken aan den
wetgevenden arbeid, waartoe zij ge
roepen waren, zijn de volksvertegen
woordigers buiten de grenzen van
hun bevoegdheid gegaan en hebben
zij zich bezig gehouden met onder
zoekingen betreffende de handelingen
van door ons aangestelde plaatselijke
autoriteiten en de onvolkomenheden
der fundamenteele wetten, die slechts
oor onzen keizerlijken wil gewijzigd
kunnen worden. Ten slotte gingen de
r egenwoordigers van het volk zelfs
onwettige handelingen over, zooals
bijv, de oproep aan het volk. De
boeren, verontrust door dergelijke
onwettige handelingen, en geen ver
betering van hun lot meer verwachtend
van wettelijke maatregelen, zijn in een
aantal districten aan het plunderen
geslagen en hebben zich schuldig
gemaakt aan vernieling van de eigen
dommen van anderen en aan onge
hoorzaamheid jegens hun wettige
overheid. Maar onze onderdanen moe
ten zich herinneren, dat verbetering
van het lot des volks slechts mogelijk
is onder voorwaarde, dat er volkomen
rusf en orde heerschen. Wij zullen
geen willekeurige of onwettige hande
lingen dulden en met alle kracht van
macht van de wet zullen wij den
onwilligen onzen keizerlijken wil op
leggen. Wij roepen alle welgezinde
Russen op zich te vereenigen, om
de wettige macht te steunen en den
vrede in ons geliefd vaderland te
herstellen. Moge de rust in het Rus
sische land hersteld worden en moge
God ons helpen om onze belangrijkste
taak ten uitvoer te leggen, nl. om
de verbetering van het lot der boeren
tot stand te brengen. Onze wil is op
dit punt onwrikbaar, en de Russische
arbeider zal, zonder dat andermans
bezit worden aangetast, daar waar
het landelijk bezit te gering is, aan
wettige en eerlijke middelen worden
geholpen om zijn bezitting te vergroo-
ten.
De vertegenwoordigers der andere
klassen zullen op onze aansporing
krachtige pogingen in het werk stellen
om deze belangrijke taak,- die door
de volgende Duma definitief langs
wetgevenden weg zal worden geregeld,
tot een goed einde te brengen. Door de
Duma te ontbinden, geven wij onzen
onverandelijken wil te kennen deze
instelling in stand te houden. Over
eenkomstig deze bedoeling, bepalen
wij, dat de nieuwe Duma zal worden
bijeengeroepen op 5 Maart 1907,
bij -oekase aan den uitvoerenden Se
naat.
Met een onwrikbaar geloof in de
Goddelijke goedertierenheid zullen
wij van het werk der nieuwe Duma
de verwezelijking van onze verwach
tingen tegemoet zien en de vastlegging
daarvan in de wet overeenkomstig
de eischen van het herboren Rusland.
Getrouwe zonen van Rusland, uw
Czaar roept u, zooals een vader zijn
kinderen roept, om u met hem te
vereenigen tot het scheppen van ge
zonde toestanden in ons heilig vader
land. Wij gelooven, dat er reuzen
van den geest en van de daad zullen
opstaan en dat door hun ijverigen
arbeid de roem van Rusland zal
blijven stralen.
De oorzaak is dusinmenging van
de Doema in de rechten der Kroon
en tweedensde oproep aan 't Volk.
Nu wensehen we geen lans te bre
ken voor het meer of minder doeltref
fende en juist optreden dezer Russische
volksvertegenwoordigingde toestan
den zijn te verward, en de politieke
toestand is daar te ingewikkeld, dan dat
wij op goede gronden een goede of
kwade verdediging van de handelingen
der Doema zouden kunnen geven; maar
dit schijnt ons ontwijfelbaar waar, dat
een ontbinding der Doema in dit stadi
um vangroote troebelen in 'tCzarenrijk
niet anders dan schadelijk en gevaarlijk
kan werken voor de onrust in't Land.
Het pas ontloken vertrouwen wordt
hevig geschoktde nieuwe bijeenroe
ping in 't voorjaar van '07 is te lang,
dan dat men die onrust ook maar
bezweren zou.
't Is koren op den molen van allen,
die de revolutie wensehen.
En allerlei al te Democratische
woord- en penvoerders zullen er ge
bruik van maken om den Czaar het
langer regeeren onmogelijk te maken.
Vreeselijke botsingen tusschen Volk
en Keizer zijn dan ook onzes inziens te
wachten. De stroom uit haar bedding
gedreven, is door geen dam of dijk
meer te keeren.
De Doema komt terug, maar waar
schijnlijk over den weg, waarop een
weggeloopen of onwaardig van den
troon vervallen verklaard Vorst zijn
laatste treden heeft gezet naar een
oord van meerdere zekerheid voor lijf
en leven.
De uitwikkeling van Rusland
door.
Niet alles is
gaat
rijp, want m
Rusland heerscht de grofste onkunde,
maar de denkers onder 't Volk, de
hoogerstaanden, de ifttellectueelen met
hun aanhang, de leiders en verderzien-
denzij zullen niet rusten, voordat
Ruslands staatkunde zetelt op het fun
dament van een gewaarborgde vrijheid
voor politiek en sociaal en economisch
leven.
De Doema komt terug, maar wellicht
over de ruïnen van 't Keizerschap.
Tol©- ess gjandttoeiw.
„LANDBOUW-ONDERWIJS".
VUI.
PROEFVELDEN.
De lieer B. van iler Meidc te Sommelsdijk
nam een beniestingsproef op haver, 't Proefveld
lag in den polder „Westplaat", 't Bestond uit
6 pereeelen elk van 80 roeden. De grond be
stond uit middelmatig zware klei. In 1901 groei
den er op 't proefveld suikerbietenin 1902
tarwe op 30.000 K.G. stalmest per H.A., in 1903
uien en in 1904 suikerbietende laatste twee
gewassen zonder mest. Als een bijzonderheid zij
nog opgemerkt, dat op dit land nog nooit te
voren kunstmest was gebruikt. Nu werden 5 der
6 pereeelen daarmee dus voor 't eerst bemest.
Hier staat het, op wat wijze dit geschiedde.
Nadat de haver was gezaaid op de ploegsneden
en kanten en voren geëgd gaf men aan
Perceel I 40 K.G. Peru Guano 7 m. 10 m. 2
II 40 Amm. Superph. 7 m. 9
III 25 Sup plus 20 K.G. chili
IV 75 20
V 60 Amm. Superph.
VI Onbemest.
Vervolgens werd alles met de vijfbalks houten
egge ingeëgd en zaaide men Rozendaalsch Rood
(klaverzaad) tegen 8 K.G. per H.A. Daarna werd
wederom geëgd en een paar dagen later toege-
blokt. Haver en klaver kwam half April voor
den dag. Van verschil tusschen de pereeelen
was toen nog geen sprake. Doch 14 dagen daarna
kon men duidelijk waarnemen, dat onbemest
achter bleef, hoewel ook toen nog weinig of
geen onderscheid tusschen de andere stukjes
bleef. Wel was zulks het geval een maand later.
Toen leek perceel III het mooist, wat kleur en
grootte der planten aanging .Dan kwam IV en
daarna V, dat echter slechts weinig beter leek
dan I en H. Later leek V 't best, dan kwam
III, vervolgens IV en eindelijk I en II VI
bleef ver achter. Dus werkten alle kunstmest
stoffen goed, hoewel III (in aanmerking genomen
de betrekkelijk geringe hoeveelheden super en
chili) vooral uitstekend resultaat leverde. Hier
ziju de cijfers
Opbrengst per H.A.
Pereeelen
K.G.
K.G.
Haver
Stroo
I
3226
3700
II
3129
3753
III
3465
4317
IV
8469
4537
V
3607
5048
VI
2663
2889
De nawerking der gebruikte kunstmeststoffen
zal worden nagegaan op de roode klaver. M.
Vrui^biuih.
Vragen en Antwoorden worden kosteloos geplaatst
Antwoorden of mededeel inheit
zijn met hetzelfde nummer gemerkt als de vragen
waarop ze betrekking hebben.
Vragen
967. Is de klimop een woekerplant
968. Wat is een koolschuur
969. Kan grasland dat eens per jaar gehooid,
en daarna met rundvee geweid wordt, uitsluitend
mét superphosphaat en chilisalpeter in vrucht
baren staat gehouden worden?
De grond van bedoeld perceel is zwart.
Hoeveel moet per bunder van bovengenoemde
mestsoorten gezaaid worden en wanneer is de
beste zaaitijd?
Antwoorden en mededeelingen
965. Hoe hooi door broeien kan gaan bran
den 't „Broeien" wordt veroorzaakt door schei
kundige verschijnselen. Bij 't plaats grijpen van
deze wordt veèl warmte ontwikkeld. En binnen
in den hoop is slechts weinig gelegenheid tot
afkoeling. Dus hoopt er zich zeer veel warmte
op, zóóveel, dat bij 't binnendringen van een
weinig lucht branden onmogelijk uit kan blijven.
966. Zwavelkoolstof 't Is een vloeistof op
gebouwd uit zwavel en koolstof. Ze is zeer
vluchtig, maar ook zeer brandbaar. Men zij er
voorzichtig mee.
Dl". Kuyper te Maasluis.
Donderdag is Dr. Kuyper te Maassluis, zijn
geboorteplaats. Aan het station verwelkomd door
een viertal heeren, werd per rijtuig de tocht
aanvaard naar het zoogenaamd „domineeshuis"
op den Zuidvliet.
Dr. Kuyper werd hier welkom geheeten door
den heer Veltenaar en wel in de kamer, waar
hij geboren werd. Hier werd ;hem aangeboden
zijn officieele geboorteakte en het doopboek der
Ned. Herv. gemeente, benevens twee platen, voor
stellende de Ned. Herv. Kerk en de Schansburg.
Daarna werd een bezoek gebracht aan de Vis-
scherij school, waar Dr. Kuyper werd ontvangen
door den Heer N. M. Dirkzwager, wien het aan
genaam was den man te ontvangen, die als
minister medewerkte een rijkssubsidie aan de
school te verleenen.
Dr. Kuyper antwoordde, dat hij bijzondere sym
pathie gevoelt voor het visschersbedrijf en dus
ook voor deze school. Hij zeide, te hopen, dat de
uitbreiding der subsidie ook tot gevolg (zou heb
ben uitbreiding van een onderwijs als dit. Bij
de bezichtiging der lokalen kon hij echter niet
nalaten zijn iteleurstelling uit te,drukken. Hij
ried het bestuur aan eens te gaan zien hoe de
Duitsche Visscherij scholen zijn. „Daar", zeide hij
„pakt men de zaak degelijk aan." Hij hoopte dat
deze school naar het degelijke en intensieve
voorbeeld der Duitsche scholen zou worden in
gericht.
's Middags werd een bezoek gebracht aan de
„Dr. A. Kuyper school", hoofd de heer A.Kuyper
Boone.
Op het terrein naast de school zou Dr. Kuyper
een rede houden. Aan 't verslag in de „Rotter
dammer" ontleenen wij het volgende daaromtrent
Een groote massa mensehen had zich hier om
een hoog getimmerd podium opeengedrongen.
We schatten hun aantal wel op twee duizend.
Toen men den gevierden man in het oog kreeg
klonk uit de duizenden op een spontaan en
krachtig
Dat 's Heeren .zegen op u daal'
Daarna werd liet stil en ving Dr. Kuyper die
het podium iumiddels beklommen had aan te
spreken.
Hij begon met te zeggen dat hij hoogelijk ver
eerd was nu in zijn geboorteplaatsj zulk een
prachtige Christelijke school naar zijn naam was
genoemd. Vooral om dat dit geschiedde in zijn
geboorteplaats. Want de gedachte aan zijn ge
boorte, waarbij hij des morgens in zijn geboorte
huis zoo zeer was bepaald, brengt bij hem altijd
zulke bijzondeie gewaarwordingen teweeg. Bij
hem brengt de gedachte aan zijn geboorte immer
ontroering.
Als men jarig is, denkt men in den regel aan
alles en nog: wat, maar hoe weinig menschen
denken dan oin het uur van hunne geboorte
We leven te oppervlakkig. Precies zooals een
eeuw geleden. In een mooi gezang heet het
Gij hebt, o albestierend' Koning!
De plaats bestemd van ieders woning,
Den kring waarin hij werken moet.
Dat is alles heel mooi, maar als we Gods Woord
opslaan, lezen we nog wel wat anders. Dan zingt
David
Gij hebt mijn gansch gestel doorgrond,
Zelfs vóór mijn eersten levenstond.
Ik ben verbazend voortgebracht.
Op 't nagaan van uw wondere macht,
Sla ik verrukt het oog naar boven:
Ja, juist onze Schepper is het aan wien we bij
onze geboorte moeten denken. En menschen die
wel dieper dan gewoon in de verschillende zaken
doordringen, zijn dan ook meer dan anderen met
het uur hunner geboorte bezig en met het Gods-
bestel daaromtrent. Bij de geboorte toch krijgt
de mensch zijn aanleg en zijn inborst mede en
wordt het op een klein beetje na uitgemaakt
wfit hij in de wereld wezen zal. En mogen latei-
de onderwijzers en medemenschen als middelen
ih Gods hand moeten dienen om veel aan ons
te beschaven, bij de geboorte zelve is het alleen
onze Schepper, die ons het leven geeft en den
kiem legt van alles wat we eenmaal zijn zullen.
Hier in Maassluis heb ik dus alles gekregen wat
ik ben. Hier is de grond gelegd van mijnwezen,
aanleg en inborst. Tusschen mij en Maassluis ligt
daarom een band, die niet kan verbroken worden
de band der geboorte.
Of ik dan aan Maassluis als stad zooveel te
danken heb? Zeker, 't Is mij of Maassluis mij iets
heel bijzonders meegegeven heeft en dat is de
neiging van mijn hart om de zee in te gaan.
Die neiging heb ik hier in Maassluis gekregen
en nog houd ik veel van de zee. lu Middelburg
kwam die ueiging eerst goed tot openbaring. In
mijn schooljaren leefde ik in het zien van sche
pen en scheepstuig en 's avonds was niets mij
liever dan bij den kapitein van een of anderen
Engelschon kolenbrik te zitten praten over de
zee en het varen. Ik moest en ik zou koopvaar
dijschipper worden, 't Was zelfs al klaargemaakt
dat ik naar Amsterdam zou gaan om in de kweek
school voor de zeevaart te worden opgeleid.
Hoe kwam het nu dat ik niet naar zee ging
en in de theologie ben gaan studeeren Dat is
de schuld van mijn drie zusters, waarvan thans
er nog twee leven.
't Is mij hier net gegaan als mijn vader die
in zijne jonge jaren in Amsterdam op een kan
toor was. Toen kwam daar een Engelschen domi
nee als zendeling onder de Joden, die een aan
tal Engelsche traktaatjes in het Hollandsch
wilde verteld hebben, welk werk mijn vader te
doen kreeg en dat hij zoo goed deed, dat deze
dominee hem een studiebeurs bezorgde waarop
hij in de theologie ging studeeren.
Wat nu die Engelsche predikant voor mijn
vader was, waren mijn zusters; voor mij. Mijn
vader kreeg een beroep naar Leiden en hij stelde
zijn vertrek daarheen afhankelijk van mijn keuze
van beroep. Bleef ik hij mijn besluit om naar
zee te gaan, dan zouden we te Middelburg blij
ven wilde ik theologie gaan studeeren, dan gingen
we naar Leiden.
Mijn zusters, die niet graag te Middelburg ble
ven eu wel eens wat van Holland wilden zien,
wisten mij toen over te halen om theologie te
kiezen en op een goeden dag te zeggen„Vader,
ik heb mijn zeiltjes maar opgerold ik ga theologie
studeeren." Zoo zijn zij dus betrekkelijk 't zelfde
voor mij geweest als eenmaal de Engelsche domi
nee voor mijn vader was.
En vraagt ge nu of ik te Maassluis of Middel
burg op een Christelijke school heb gegaan, dan
antwoord ik: neen en toch ja.
Op een openbare school ben ik nooit geweest,
00k niet op een Christelijke school. Mijn vader
en moeder hebben me zelf aan huis les gegeven.
Aan hen heb ik dan ook buitengewoon veel te
danken. Moeder was uit Zwitserland afkomstig
en kende dus goed Fransch. Vader kende goed
Engelsch en Hollandsch kenden ze allebei goed.
Daarbij gaven ze me les in rekenen en schrijven,
zoodat ik bij anderen, die op school gingen, in
't geheel niet achter stond.
Op 't Gymnasium had ik echter wel een gevoel
of ik achterlijk was, doch dat bleek me later een
gevolg daarvan te zijn, dat ik sommige gemak
kelijke sclioolloopjes niet geleerd had en dat ik
door het degelijk onderwijs van vader en moeder
eigenlijk veel verder was dan de andereu. Boven
dien hadden vader en moeder mij een diepen
eerbied Voor Gods Woord ingeprent, die mij in
latere jaren nooit begeven heeft. Zelfs in mijn
Academiejaren, toen ik over stag ging en allerlei
ongeloovige denkbeelden kreeg, bleef die eerbied
voor het Woord Gods nog zoo bestorven in mijn
gemoed, dat ik met één mijner kennissen onher
roepelijk de vriendschap afbrak, toen hij zich
over den Bijbel oneerbiedig uitdrukte.
Zoo kan men begrijpen wat een vreugde in mijn
hart is, nu in ditzelfde Maassluis mijner geboorte
bij zoovele ouders leeft wat mijne ouders bezielde.
Dat men niet tevreden is als zijn kind wat van
rekenen, lezen en schrijven en natuurkunde weet,
maar dat men beseft dat in het hart van het
kind een wortel moet zijn, die de levenssappen
put uit het levendmakende Woord Gods.
En toch brengt de Christelijke school zoo een
groot gevaar mede. De ouders komen er zoo gemak
kelijk toe, alles aan de Christelijke school over
te laten en zelve het werk der opvoeding te laten
rusten. Laten we toch niet denken, dat het kind,
wanneer het op een Christelijke school gaat,
geborgen is. Laten we de opvoeding inhetgezin
allereerst in eere houden. Worde ons volk geen
oppervlakkig volk, maar houde het toch de belij
denis des Heeren zeifin het gezin en voor zijne
kinderen hoog.
Ik heb dit jaar gereisd in Klein-Azië, het Heilige
Land, Egypte, Nubië, Tunis, Algiers enMaroeco.
Dit zijn allemaal landen, waar vóór de 7e eeuw
alles Christelijk was. Heidendom wat er niet meer
overgebleven. En thans is in al die landen niet
één Christen meer te vinden, als men de van
buitenaf daarin gekomenen niet mederekent.
Vroeger werd daar geen kind geboren of het
werd in den naam des Drieëenigen Gods gedoopt.
Thans is alles, wat nog maar aan het Christendom
herinneren kan, afgebrand in 't zand der woestijn.
Ik zeg dit omdat er zeer dikwijls door opper
vlakke Christenen beweerd wordt dat het hier
eenmaal een Christelijk land is en dat het ook wel
zal blijven. Dat hebben eenmaal de menschen ook
gezegd in die landen. Wie zal zeggen dat ook
hier 't Christendom nieteenmaal zal verdwijnen
„We hebben een belofte", zoo wordt aangevoerd.
Maar ddlir zijn, niettegenstaande die belofte, de
kerken ook al weggeslagen. God kan ook de kaars
hier uitdooven en haar op een andere plaats
ontsteken. Laten we niet op valsche beloften ons
vertrouwen stellen maar met al onze macht
doen wat onze roeping is.
Toch ben ik in die landen, waar Mohammed
vereerd wordt, dikwijls beschaamd geweest als
ik zag hoe diep eerbiedig men daar zijn Moham
med dient. Ge moest het niet wagen een vinger
tegen den profeet op te heffen. Het zou uw hals
kosten.
Als men dat ziet en 't vergelijkt men den wei
nigen eerbied die men hier heeft niet voor een
valschen profeet maar voor den eenigen Profeet,
den Chiistus Gods, den Gezalfden Koning, dan
wordt men door deze Mohammedanen beschaamd.
Zelfs zij vereeren onverholen Jezus nog als een
groot profeet, al stellen ze Mohammed oneindig
veel hooger.
Ook ben ik bij de Joden in Palestina geweest
en heb ik met de rabbijnen gesproken. Deze ver
zekerden mij, toen zij van mij beidden gehoord
wat de Nederlandsche Koningin voor de Joden
had gedaan, dat voortaan in de synagogen voor
Haar zou worden gebeden. Ik betuigde hen daar
voor mijn dank, maar voegde er bij, dat zij dan
ook maar moesten bidden voor de vele Joden in
ons land, die van het geloof hunner vaderen
waren afgeweken. Maar daar hadden deze rabijnon