1 Woensdag I Augustus 1906, 21st" Jaargang N". 1159. voor (Ie 25ül(tli©ilfiii®tsc!!© en üeeiiwselie Eilanden. Antirevolutionair Orgaan POTJES. n. IN HOC SIGN O VINCE S T. BOEKHOVEN. s tiOMlUtSLSUtJ Si. JUS. ?adang XII." W.Z. amis Maandag en sdag, Ym. 6,30 uur. m Zondag, 'a avonds 5 uur. Maasnymph". ot en met 39 Sept. W.Z. dam, Dagelijks uur. Maandag en Dinsdag 6.30 uur. Overige en 6,30 uur. Botterdam. Dinsdag vm. 5,30, Overige dagen vm Pernis". 41. W.Z. am: Zondag 9, 3 en Dinsdag 9, 12.15, 12.15, 4 en 7* uur. nuten, Sobiedam 20 worden de diensten )n van 2 April tot 1 ns 6.15 uur. Zondag 8, 2 en 6* r, Dinsdag 7,30, 10, 1 10, 2 en 6* uur. wordt de dienst nm. m van 2 April tot 1 ,30 uur. BRIELLE. ostboot. Aankomst. 10.20 3.15 5,10 8,15 TTERDAM D. P ostboot. Aankomst. 8,6 1,31 5.— 8.45 levoet- Rotterd. luis. 0.P. Vlaard. Postbo. rtrek. Aankomst. 5.10 7.35 2.35 5.— 5,40 8.66 9,39 2.34 5,— 8.45 11,55 irnsche tijd.) Numansdorp .10 6.— 8.35 .41 6.24 9.06 .05 6.43 9.25 .12 6.53 9.29 .53 7.24 10.10 .16 7.44 .32 7.22 8.57 53 7.42 9.18 05 7.51 9.29 45 8.24 10.08 07 8.42 10.25 35 9,06 10.53 r zeer onregelmatig. ing te Ooltgensplaat gen halteD. 5.45 7.55 6.05 8,13 6.26 8.35 7.35 9.06 6.— 8.35 7.02 9.12 7.24 9.33 7.45 9.52 onregelmatig. botterdam 6.— 7.43 6.13 7.56 6.25 8.07 6.40 8.21 7.35 9.06 6.— 8.35 6.45 9.25 6.57 9.37 7.07 9.47 7.25 10.05 itlg. legen hallen, .10 .45 .58 6.— 7.54 8.07 8.35 10.40 55 08 35 regelmatig. 7.01 8.24 7.14 8.37 9.06 10.53 levoetsluis 4.20 4.55 5.25 5.43 6.— 6.15 6.30 6.52 7 20 7.40 7.52 8.05 3.50 4.03 4.20 4.40 5.07 5.40 regelmatig. 7.05 7.18 7.40 7.55 8.20 8.55 hilipsland, 7.50 11.— 44 8.32 11.35 26 9.15 12.18 45 9.45 06 10.6 45 10.45 lo 8.15 11.10 58 8.58 11.53 20 9.20 12.14 45 9.40 12.34 36 10.23 1.20 16 10.58 1.54 M Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Buitenland bij vooruitbetaling f 4,50 per jaar. ifzonderlijke nummers 5 Cent. UITGEVER Telefoon Intercomm. No. 3. I Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 por regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en k/3 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. I Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- ea Vrijdagmorgen 10 uur. Alle stukken voor «Ie Redactie bestemd, Advertentiën ess verdere Administratie franc© toe te senden aan den Uitgever liuslands lloensa. Het besluit is gevallen. De Doema, de Kamer der Volksver tegenwoordigers is ontbonden en in het voorjaar van 1907 zal een nieuwe gekozen worden. Voorwaar, een zeer ernstig feit. Er was hoop, dat Ruslands uitwik- keling uit den middeleeuwschen, abso- luten staatsvorm een zeer deugdzamen invloed oefenen zou op de onrust, die in dat Land heerschte. Toen het Manifest des Keizers ver scheen, dat zulk een volksvertegen woordiging als in de Westersche Sta ten zou bijeengeroepen worden, was er allerwege in en buiten Rusland blijdschap. Men kreeg weer sympathie voor het door den Japanschen oorlog en binnen- landsche onlusten zoo zwaar geteis terde Land. De hoop gloorde op, dat op de bloedstorting in Januari, dat na de revolutie in Moskou, na den joden moord en het verzet der matrozen in de Zwarte-Zeehavens een k^une tijd zou aanbreken en door de Doema, die toch de tolk des volks was of behoorde te zijn, de weg van een constitutioneel staatsleven bestendig en met ambitie zou worden ingetreden. Zoo ongunstig als de Czaar zich had doen kennen in de Januaridagen, toen hij den storm poogde -te ontvluchten en zich reeds gereed maakte om in stiller oorden over den toestand van Land en Volk na te denkentoen hij zijn Volk in den steek liet en Peters burg overgaf aan de genade van een muitende menigtezoo ongunstig de indruk was in alle oorden en hoeken des Rijks over zoodanige lafheid en onvorstelijke zwakheid, zoo gunstig was de indruk, die de oprichting eener Vertegenwoordiging maakte. Vadertje werd Vadertje weer. Maar hoe zijn de rollen nu gekeerd. Thans na eenige maanden levens is ze ontbonden. Ontbonden, omdat de Doema niet optrad zooals de Czaar dat wenschte. Hoor hem den Volke zijn redenen ontvouwen in zijn proclamatie Wij hebben uit vrijen wil de ver tegenwoordigers van het Russische volk bijeengeroepen tot wetgevenden arbeid. Vast vertrouwend op de God delijke genade en geloovend in de schitterende en groote toekomst van ons volk, verwachtten wij van hun arbeid veel goeds voor het land. Op ieder gebied van het nationale leven hebben we groote hervormingen voor gesteld het is steeds een onderwer p van onze voortdurende zorg geweest, door het licht der beschaving een einde te maken aan de onwetendheid van het volk en de lasten van het volk door verbetering der arbeidsvoorwaar den en der voorwaarden voor het verkrijgen van grondbezit te verlichten. Een wreede beproeving heeft ons m onze verwachtingen teleurgesteld, n plaats van te werken aan den wetgevenden arbeid, waartoe zij ge roepen waren, zijn de volksvertegen woordigers buiten de grenzen van hun bevoegdheid gegaan en hebben zij zich bezig gehouden met onder zoekingen betreffende de handelingen van door ons aangestelde plaatselijke autoriteiten en de onvolkomenheden der fundamenteele wetten, die slechts oor onzen keizerlijken wil gewijzigd kunnen worden. Ten slotte gingen de r egenwoordigers van het volk zelfs onwettige handelingen over, zooals bijv, de oproep aan het volk. De boeren, verontrust door dergelijke onwettige handelingen, en geen ver betering van hun lot meer verwachtend van wettelijke maatregelen, zijn in een aantal districten aan het plunderen geslagen en hebben zich schuldig gemaakt aan vernieling van de eigen dommen van anderen en aan onge hoorzaamheid jegens hun wettige overheid. Maar onze onderdanen moe ten zich herinneren, dat verbetering van het lot des volks slechts mogelijk is onder voorwaarde, dat er volkomen rusf en orde heerschen. Wij zullen geen willekeurige of onwettige hande lingen dulden en met alle kracht van macht van de wet zullen wij den onwilligen onzen keizerlijken wil op leggen. Wij roepen alle welgezinde Russen op zich te vereenigen, om de wettige macht te steunen en den vrede in ons geliefd vaderland te herstellen. Moge de rust in het Rus sische land hersteld worden en moge God ons helpen om onze belangrijkste taak ten uitvoer te leggen, nl. om de verbetering van het lot der boeren tot stand te brengen. Onze wil is op dit punt onwrikbaar, en de Russische arbeider zal, zonder dat andermans bezit worden aangetast, daar waar het landelijk bezit te gering is, aan wettige en eerlijke middelen worden geholpen om zijn bezitting te vergroo- ten. De vertegenwoordigers der andere klassen zullen op onze aansporing krachtige pogingen in het werk stellen om deze belangrijke taak,- die door de volgende Duma definitief langs wetgevenden weg zal worden geregeld, tot een goed einde te brengen. Door de Duma te ontbinden, geven wij onzen onverandelijken wil te kennen deze instelling in stand te houden. Over eenkomstig deze bedoeling, bepalen wij, dat de nieuwe Duma zal worden bijeengeroepen op 5 Maart 1907, bij -oekase aan den uitvoerenden Se naat. Met een onwrikbaar geloof in de Goddelijke goedertierenheid zullen wij van het werk der nieuwe Duma de verwezelijking van onze verwach tingen tegemoet zien en de vastlegging daarvan in de wet overeenkomstig de eischen van het herboren Rusland. Getrouwe zonen van Rusland, uw Czaar roept u, zooals een vader zijn kinderen roept, om u met hem te vereenigen tot het scheppen van ge zonde toestanden in ons heilig vader land. Wij gelooven, dat er reuzen van den geest en van de daad zullen opstaan en dat door hun ijverigen arbeid de roem van Rusland zal blijven stralen. De oorzaak is dusinmenging van de Doema in de rechten der Kroon en tweedensde oproep aan 't Volk. Nu wensehen we geen lans te bre ken voor het meer of minder doeltref fende en juist optreden dezer Russische volksvertegenwoordigingde toestan den zijn te verward, en de politieke toestand is daar te ingewikkeld, dan dat wij op goede gronden een goede of kwade verdediging van de handelingen der Doema zouden kunnen geven; maar dit schijnt ons ontwijfelbaar waar, dat een ontbinding der Doema in dit stadi um vangroote troebelen in 'tCzarenrijk niet anders dan schadelijk en gevaarlijk kan werken voor de onrust in't Land. Het pas ontloken vertrouwen wordt hevig geschoktde nieuwe bijeenroe ping in 't voorjaar van '07 is te lang, dan dat men die onrust ook maar bezweren zou. 't Is koren op den molen van allen, die de revolutie wensehen. En allerlei al te Democratische woord- en penvoerders zullen er ge bruik van maken om den Czaar het langer regeeren onmogelijk te maken. Vreeselijke botsingen tusschen Volk en Keizer zijn dan ook onzes inziens te wachten. De stroom uit haar bedding gedreven, is door geen dam of dijk meer te keeren. De Doema komt terug, maar waar schijnlijk over den weg, waarop een weggeloopen of onwaardig van den troon vervallen verklaard Vorst zijn laatste treden heeft gezet naar een oord van meerdere zekerheid voor lijf en leven. De uitwikkeling van Rusland door. Niet alles is gaat rijp, want m Rusland heerscht de grofste onkunde, maar de denkers onder 't Volk, de hoogerstaanden, de ifttellectueelen met hun aanhang, de leiders en verderzien- denzij zullen niet rusten, voordat Ruslands staatkunde zetelt op het fun dament van een gewaarborgde vrijheid voor politiek en sociaal en economisch leven. De Doema komt terug, maar wellicht over de ruïnen van 't Keizerschap. Tol©- ess gjandttoeiw. „LANDBOUW-ONDERWIJS". VUI. PROEFVELDEN. De lieer B. van iler Meidc te Sommelsdijk nam een beniestingsproef op haver, 't Proefveld lag in den polder „Westplaat", 't Bestond uit 6 pereeelen elk van 80 roeden. De grond be stond uit middelmatig zware klei. In 1901 groei den er op 't proefveld suikerbietenin 1902 tarwe op 30.000 K.G. stalmest per H.A., in 1903 uien en in 1904 suikerbietende laatste twee gewassen zonder mest. Als een bijzonderheid zij nog opgemerkt, dat op dit land nog nooit te voren kunstmest was gebruikt. Nu werden 5 der 6 pereeelen daarmee dus voor 't eerst bemest. Hier staat het, op wat wijze dit geschiedde. Nadat de haver was gezaaid op de ploegsneden en kanten en voren geëgd gaf men aan Perceel I 40 K.G. Peru Guano 7 m. 10 m. 2 II 40 Amm. Superph. 7 m. 9 III 25 Sup plus 20 K.G. chili IV 75 20 V 60 Amm. Superph. VI Onbemest. Vervolgens werd alles met de vijfbalks houten egge ingeëgd en zaaide men Rozendaalsch Rood (klaverzaad) tegen 8 K.G. per H.A. Daarna werd wederom geëgd en een paar dagen later toege- blokt. Haver en klaver kwam half April voor den dag. Van verschil tusschen de pereeelen was toen nog geen sprake. Doch 14 dagen daarna kon men duidelijk waarnemen, dat onbemest achter bleef, hoewel ook toen nog weinig of geen onderscheid tusschen de andere stukjes bleef. Wel was zulks het geval een maand later. Toen leek perceel III het mooist, wat kleur en grootte der planten aanging .Dan kwam IV en daarna V, dat echter slechts weinig beter leek dan I en H. Later leek V 't best, dan kwam III, vervolgens IV en eindelijk I en II VI bleef ver achter. Dus werkten alle kunstmest stoffen goed, hoewel III (in aanmerking genomen de betrekkelijk geringe hoeveelheden super en chili) vooral uitstekend resultaat leverde. Hier ziju de cijfers Opbrengst per H.A. Pereeelen K.G. K.G. Haver Stroo I 3226 3700 II 3129 3753 III 3465 4317 IV 8469 4537 V 3607 5048 VI 2663 2889 De nawerking der gebruikte kunstmeststoffen zal worden nagegaan op de roode klaver. M. Vrui^biuih. Vragen en Antwoorden worden kosteloos geplaatst Antwoorden of mededeel inheit zijn met hetzelfde nummer gemerkt als de vragen waarop ze betrekking hebben. Vragen 967. Is de klimop een woekerplant 968. Wat is een koolschuur 969. Kan grasland dat eens per jaar gehooid, en daarna met rundvee geweid wordt, uitsluitend mét superphosphaat en chilisalpeter in vrucht baren staat gehouden worden? De grond van bedoeld perceel is zwart. Hoeveel moet per bunder van bovengenoemde mestsoorten gezaaid worden en wanneer is de beste zaaitijd? Antwoorden en mededeelingen 965. Hoe hooi door broeien kan gaan bran den 't „Broeien" wordt veroorzaakt door schei kundige verschijnselen. Bij 't plaats grijpen van deze wordt veèl warmte ontwikkeld. En binnen in den hoop is slechts weinig gelegenheid tot afkoeling. Dus hoopt er zich zeer veel warmte op, zóóveel, dat bij 't binnendringen van een weinig lucht branden onmogelijk uit kan blijven. 966. Zwavelkoolstof 't Is een vloeistof op gebouwd uit zwavel en koolstof. Ze is zeer vluchtig, maar ook zeer brandbaar. Men zij er voorzichtig mee. Dl". Kuyper te Maasluis. Donderdag is Dr. Kuyper te Maassluis, zijn geboorteplaats. Aan het station verwelkomd door een viertal heeren, werd per rijtuig de tocht aanvaard naar het zoogenaamd „domineeshuis" op den Zuidvliet. Dr. Kuyper werd hier welkom geheeten door den heer Veltenaar en wel in de kamer, waar hij geboren werd. Hier werd ;hem aangeboden zijn officieele geboorteakte en het doopboek der Ned. Herv. gemeente, benevens twee platen, voor stellende de Ned. Herv. Kerk en de Schansburg. Daarna werd een bezoek gebracht aan de Vis- scherij school, waar Dr. Kuyper werd ontvangen door den Heer N. M. Dirkzwager, wien het aan genaam was den man te ontvangen, die als minister medewerkte een rijkssubsidie aan de school te verleenen. Dr. Kuyper antwoordde, dat hij bijzondere sym pathie gevoelt voor het visschersbedrijf en dus ook voor deze school. Hij zeide, te hopen, dat de uitbreiding der subsidie ook tot gevolg (zou heb ben uitbreiding van een onderwijs als dit. Bij de bezichtiging der lokalen kon hij echter niet nalaten zijn iteleurstelling uit te,drukken. Hij ried het bestuur aan eens te gaan zien hoe de Duitsche Visscherij scholen zijn. „Daar", zeide hij „pakt men de zaak degelijk aan." Hij hoopte dat deze school naar het degelijke en intensieve voorbeeld der Duitsche scholen zou worden in gericht. 's Middags werd een bezoek gebracht aan de „Dr. A. Kuyper school", hoofd de heer A.Kuyper Boone. Op het terrein naast de school zou Dr. Kuyper een rede houden. Aan 't verslag in de „Rotter dammer" ontleenen wij het volgende daaromtrent Een groote massa mensehen had zich hier om een hoog getimmerd podium opeengedrongen. We schatten hun aantal wel op twee duizend. Toen men den gevierden man in het oog kreeg klonk uit de duizenden op een spontaan en krachtig Dat 's Heeren .zegen op u daal' Daarna werd liet stil en ving Dr. Kuyper die het podium iumiddels beklommen had aan te spreken. Hij begon met te zeggen dat hij hoogelijk ver eerd was nu in zijn geboorteplaatsj zulk een prachtige Christelijke school naar zijn naam was genoemd. Vooral om dat dit geschiedde in zijn geboorteplaats. Want de gedachte aan zijn ge boorte, waarbij hij des morgens in zijn geboorte huis zoo zeer was bepaald, brengt bij hem altijd zulke bijzondeie gewaarwordingen teweeg. Bij hem brengt de gedachte aan zijn geboorte immer ontroering. Als men jarig is, denkt men in den regel aan alles en nog: wat, maar hoe weinig menschen denken dan oin het uur van hunne geboorte We leven te oppervlakkig. Precies zooals een eeuw geleden. In een mooi gezang heet het Gij hebt, o albestierend' Koning! De plaats bestemd van ieders woning, Den kring waarin hij werken moet. Dat is alles heel mooi, maar als we Gods Woord opslaan, lezen we nog wel wat anders. Dan zingt David Gij hebt mijn gansch gestel doorgrond, Zelfs vóór mijn eersten levenstond. Ik ben verbazend voortgebracht. Op 't nagaan van uw wondere macht, Sla ik verrukt het oog naar boven: Ja, juist onze Schepper is het aan wien we bij onze geboorte moeten denken. En menschen die wel dieper dan gewoon in de verschillende zaken doordringen, zijn dan ook meer dan anderen met het uur hunner geboorte bezig en met het Gods- bestel daaromtrent. Bij de geboorte toch krijgt de mensch zijn aanleg en zijn inborst mede en wordt het op een klein beetje na uitgemaakt wfit hij in de wereld wezen zal. En mogen latei- de onderwijzers en medemenschen als middelen ih Gods hand moeten dienen om veel aan ons te beschaven, bij de geboorte zelve is het alleen onze Schepper, die ons het leven geeft en den kiem legt van alles wat we eenmaal zijn zullen. Hier in Maassluis heb ik dus alles gekregen wat ik ben. Hier is de grond gelegd van mijnwezen, aanleg en inborst. Tusschen mij en Maassluis ligt daarom een band, die niet kan verbroken worden de band der geboorte. Of ik dan aan Maassluis als stad zooveel te danken heb? Zeker, 't Is mij of Maassluis mij iets heel bijzonders meegegeven heeft en dat is de neiging van mijn hart om de zee in te gaan. Die neiging heb ik hier in Maassluis gekregen en nog houd ik veel van de zee. lu Middelburg kwam die ueiging eerst goed tot openbaring. In mijn schooljaren leefde ik in het zien van sche pen en scheepstuig en 's avonds was niets mij liever dan bij den kapitein van een of anderen Engelschon kolenbrik te zitten praten over de zee en het varen. Ik moest en ik zou koopvaar dijschipper worden, 't Was zelfs al klaargemaakt dat ik naar Amsterdam zou gaan om in de kweek school voor de zeevaart te worden opgeleid. Hoe kwam het nu dat ik niet naar zee ging en in de theologie ben gaan studeeren Dat is de schuld van mijn drie zusters, waarvan thans er nog twee leven. 't Is mij hier net gegaan als mijn vader die in zijne jonge jaren in Amsterdam op een kan toor was. Toen kwam daar een Engelschen domi nee als zendeling onder de Joden, die een aan tal Engelsche traktaatjes in het Hollandsch wilde verteld hebben, welk werk mijn vader te doen kreeg en dat hij zoo goed deed, dat deze dominee hem een studiebeurs bezorgde waarop hij in de theologie ging studeeren. Wat nu die Engelsche predikant voor mijn vader was, waren mijn zusters; voor mij. Mijn vader kreeg een beroep naar Leiden en hij stelde zijn vertrek daarheen afhankelijk van mijn keuze van beroep. Bleef ik hij mijn besluit om naar zee te gaan, dan zouden we te Middelburg blij ven wilde ik theologie gaan studeeren, dan gingen we naar Leiden. Mijn zusters, die niet graag te Middelburg ble ven eu wel eens wat van Holland wilden zien, wisten mij toen over te halen om theologie te kiezen en op een goeden dag te zeggen„Vader, ik heb mijn zeiltjes maar opgerold ik ga theologie studeeren." Zoo zijn zij dus betrekkelijk 't zelfde voor mij geweest als eenmaal de Engelsche domi nee voor mijn vader was. En vraagt ge nu of ik te Maassluis of Middel burg op een Christelijke school heb gegaan, dan antwoord ik: neen en toch ja. Op een openbare school ben ik nooit geweest, 00k niet op een Christelijke school. Mijn vader en moeder hebben me zelf aan huis les gegeven. Aan hen heb ik dan ook buitengewoon veel te danken. Moeder was uit Zwitserland afkomstig en kende dus goed Fransch. Vader kende goed Engelsch en Hollandsch kenden ze allebei goed. Daarbij gaven ze me les in rekenen en schrijven, zoodat ik bij anderen, die op school gingen, in 't geheel niet achter stond. Op 't Gymnasium had ik echter wel een gevoel of ik achterlijk was, doch dat bleek me later een gevolg daarvan te zijn, dat ik sommige gemak kelijke sclioolloopjes niet geleerd had en dat ik door het degelijk onderwijs van vader en moeder eigenlijk veel verder was dan de andereu. Boven dien hadden vader en moeder mij een diepen eerbied Voor Gods Woord ingeprent, die mij in latere jaren nooit begeven heeft. Zelfs in mijn Academiejaren, toen ik over stag ging en allerlei ongeloovige denkbeelden kreeg, bleef die eerbied voor het Woord Gods nog zoo bestorven in mijn gemoed, dat ik met één mijner kennissen onher roepelijk de vriendschap afbrak, toen hij zich over den Bijbel oneerbiedig uitdrukte. Zoo kan men begrijpen wat een vreugde in mijn hart is, nu in ditzelfde Maassluis mijner geboorte bij zoovele ouders leeft wat mijne ouders bezielde. Dat men niet tevreden is als zijn kind wat van rekenen, lezen en schrijven en natuurkunde weet, maar dat men beseft dat in het hart van het kind een wortel moet zijn, die de levenssappen put uit het levendmakende Woord Gods. En toch brengt de Christelijke school zoo een groot gevaar mede. De ouders komen er zoo gemak kelijk toe, alles aan de Christelijke school over te laten en zelve het werk der opvoeding te laten rusten. Laten we toch niet denken, dat het kind, wanneer het op een Christelijke school gaat, geborgen is. Laten we de opvoeding inhetgezin allereerst in eere houden. Worde ons volk geen oppervlakkig volk, maar houde het toch de belij denis des Heeren zeifin het gezin en voor zijne kinderen hoog. Ik heb dit jaar gereisd in Klein-Azië, het Heilige Land, Egypte, Nubië, Tunis, Algiers enMaroeco. Dit zijn allemaal landen, waar vóór de 7e eeuw alles Christelijk was. Heidendom wat er niet meer overgebleven. En thans is in al die landen niet één Christen meer te vinden, als men de van buitenaf daarin gekomenen niet mederekent. Vroeger werd daar geen kind geboren of het werd in den naam des Drieëenigen Gods gedoopt. Thans is alles, wat nog maar aan het Christendom herinneren kan, afgebrand in 't zand der woestijn. Ik zeg dit omdat er zeer dikwijls door opper vlakke Christenen beweerd wordt dat het hier eenmaal een Christelijk land is en dat het ook wel zal blijven. Dat hebben eenmaal de menschen ook gezegd in die landen. Wie zal zeggen dat ook hier 't Christendom nieteenmaal zal verdwijnen „We hebben een belofte", zoo wordt aangevoerd. Maar ddlir zijn, niettegenstaande die belofte, de kerken ook al weggeslagen. God kan ook de kaars hier uitdooven en haar op een andere plaats ontsteken. Laten we niet op valsche beloften ons vertrouwen stellen maar met al onze macht doen wat onze roeping is. Toch ben ik in die landen, waar Mohammed vereerd wordt, dikwijls beschaamd geweest als ik zag hoe diep eerbiedig men daar zijn Moham med dient. Ge moest het niet wagen een vinger tegen den profeet op te heffen. Het zou uw hals kosten. Als men dat ziet en 't vergelijkt men den wei nigen eerbied die men hier heeft niet voor een valschen profeet maar voor den eenigen Profeet, den Chiistus Gods, den Gezalfden Koning, dan wordt men door deze Mohammedanen beschaamd. Zelfs zij vereeren onverholen Jezus nog als een groot profeet, al stellen ze Mohammed oneindig veel hooger. Ook ben ik bij de Joden in Palestina geweest en heb ik met de rabbijnen gesproken. Deze ver zekerden mij, toen zij van mij beidden gehoord wat de Nederlandsche Koningin voor de Joden had gedaan, dat voortaan in de synagogen voor Haar zou worden gebeden. Ik betuigde hen daar voor mijn dank, maar voegde er bij, dat zij dan ook maar moesten bidden voor de vele Joden in ons land, die van het geloof hunner vaderen waren afgeweken. Maar daar hadden deze rabijnon

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1906 | | pagina 1