1
itie.
1 - w
Zaterdag 21 Juli 1906.
21st® Jaargang 'N°. 1156,
voor «Ie SKuMKiollaiidscfifte en Keeuwsehe Eilanden
EERSTE BLAD.
I
Si
li
I
Antirevolutionair
IN HOC SIGN O VINCES
lil
lard
\pen
:ue*
fl N
N
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
Alle stssfefeeu voor «Ie ttedactle bestemd, AflvertenfiëBi eau verdere Administratie franco toe te geanieo *a&£gs gchi büsëyever
Buitenland.
j
fl
JJ
1906.
lerden.
i en
men
)6
lIV
'lakkee.
}TIEK
DEN
ohan A 50 ets,
Apothekers en
rk n.%nker
tterdam.
r-Pain-Ex-
bij DIJKEMA
jk; bij A.
bij A. G. P.
ltd en bij A. L.
it.
boedel enz, wil
dan eerst
-reniie,
Hertogenbossche
IMMELSDIJK.
w CO
|5 g
B
O -tJ
3
F -S -e
o
s-.
I 03
J-03
Ix:
22
t
a
£h
bb
as
s J§
a s
i a EC
I
03 c
J
a "O ij
42
oa o
o
o
O
a a
§3 S
N
8
1i K
.s .a 'a
w fl
- -S is
J?
0 .w
tn 0
T3 -cl
3
m .a.
"Ph.*»
"S :£f a
o a"
o
.^T3 -4-» Td
~Ci
O -ö S
o
3
nU
c
C*5 S
-Ö ->->
c
'5b q
ÖC o
a ë3 o
.5
cT
a &0
-I g
oa'3
JB9
kli3i
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Buitenland bij rooruitbetaling f 4,50 per jaar.
UITGEVER
T. BOEKHOVEN.
SOMMELSniJH.
Telefoon Intercomm. No. 3.
i Advertentïëa 10 cent per regel en 3/, maal. Reclames 20 per regel,
ij Boekaankondiging 5 Cent per regel en V3 maai.
I Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
I Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- eu Vrijdagmorgen 10 uur.
Slaan op school.
In de zaak Van der Sluis te Me-
iissant, een onderwijzer, die, naar de
Gemeenteraadsverslagen te oordeelen,
de verordening meer dan eenmaal
ernstig heeft overtreden, hebben we
ons niet uitgesproken, omdat we ons
daartoe niet geroepen meenden. En
ook thans wenschen we ons van cri-
tiek op 't gebeurde te onthouden, De
bijl ligt reeds aan den wortel en
napleiten is dwaasheid Maar wat ons
wel belang inboezemt is de kwestie
van 't slaan op school in het algemeen
en de verordening er tegen.
En dan zijn deze vragen aan de
orde Is slaan een eerste tuchtmiddel
Is slaan een vruchtbaar tuchtmiddel
Is slaan een onmisbaar tuchtmiddel
Is slaan een eerste tuchtmiddel
Niet één onderwijzer zal beweren, niet
durven beweren dat slaan in de aller
eerste plaats moet worden toegepast.
Een waarschuwing, een tweede, een
derde gaan vooraf; helpt het niet, dan
een ernstige dreiging van strafhelpt
't niet, dan [uit de klasse verwijderd en
naast den meester gezeten helpt dat
niet ja, wat danZie, daar staat
de onderwijzer in verlegenheid Naar
huis sturen, gaat nietwant als zoo'n
kind de school uit is, is het uit het
toezicht des onderwijzers en der ouders;
en gebeurt er een ongeluk met zoo'n
baas door overrijden of in 't water
vallen, ja, dan krijgt meester de
schuld en terecht. Een jongen mee
geven, die den deugniet thuis brengt,
gaat ook niet, want hier zou 't recht
van den sterkste al gauw een eigen
aardig effect geven.
De jongen moet dus op school
blijven, opdat meester in zijn geweten
gerust zij, dat het kind veilig is;
maar nu staat hij voor de moeielijkste
zaak de jongen verdraait het om ge
hoorzaam te zijnlacht bij uw waar
schuwing en maakt u woedend.
Wat nu te doen? Slaan? Neen,
slaat dan as je blieft niet, want dan
bega je een ongeluk aan zoo'n deugniet,
je slaat te hard, of op een verkeerde
plaats en negen van de tien, er vloeit
bloed uit de ooren of vingers of neus,
of zijn jas is gescheurd in de oksels.
Neenin vredesnaam, slaat nooit als
je woedend benga dan liever een
minuut de klasse uit en hapt wat
frissche luchtof loop gauw naar den
achtersten hoek van je lokaal en gaat
daar zitten, en kijkt naar een mooie
plaat, naar 't zonnetje buiten, naar een
werkzamen leerling, kijkt naar wat
aantrekkelijks is en bekoren kan, maar
slaat dan, als ge woedend» zijt, nooit.
Maar wat dan? Wel, wachten tot
de bui over is, niet bij den jongen,
maar bij je zelf. Niets aan den jongen
doen, tenzij ge zelfvaneen »woedende«,
doodkalm zijt geworden. En zoolang
het daar binnen kookt en bruist, blijft
ge of zitten öf ge begint het mooiste
werk na te zien, dat er in de klasse
gemaakt wordt, want daar kan ie
bepaald van opfleurenZoo'n vlegelige
jongen doet je pijnmaar keurig
werk, dat vroolijkt je op en stemt u
rustiger en krachtiger.
Maar dan! de deugniet wil niet
werken heeft geen cijfer op zijn lei
zit speldenprikken te maken in zijn
boek, of kreukelt en beduimelt de
hoekjes, en draai je je rug om, dan
kijkt ny je achter na met zoo'n in-ter-
gende tronie. Wat nu, nu je dan
toch eindelijk zeer kalm geworden zijt.
Slaat er op! hé.
Neenslaat niet, slaat nog niet
Spreek nog eens met hem houd hem
zijn verkeerd gedrag nog eens met een
sober, doch diep-indringend, liefdevol
woord voor oogen en zeg hem met
hoogen ernst, dat uw maat nog niet
vol is; dat gij nog geduld koestert;
nog niet tot de allerstrengste straf
wilt overgaan om hem te sparen, nog
meer geduld wilt oefenen, doch dat
de maat vol kan raken, omdat hij er
't naar maakt.
Maar nu gaat de jongen toch door
in zijn brutaliteit, ondanks dit aller
laatste woord uwerzijds. Welnu Slaat
danhé
Neen slaat nietslaag nog niet
maar ziet uw andere leerlingen eens
goed in de oogen, en negen van de
tien, als ge een onderwijzer zijt, die
de kinderen lief hebt (en, o, o, dat
weten ze in alle klassen al heel gauw)
dan ziet ge in de dubbele oplettendheid
der andere kinderen, in hun meewarig
oog over uw lijdzaam gedrag tegenover
dien bengelin hun sympatiek zitten
en met u meeleven, dan voelt ge
daarin een troost, een berusting, een
bekoring, die den rekel doet verge
ten dan schenken de andere leerlin
gen u een dubbel genot.
Maar dan slaan als hij voortgaat,
als hij voortgaat
Sla, als ge doodkalm zijt, en de
andere kinderen u met liefde omrin
gen en uw lijdzaam gedrag door hun
dubbele werkzaamheid eeren laat dan
de klasse ophouden met werken. Ge
bied rust. Zeg, wat ge gaat doen. Zeg
't met ernst en smartgevoel. En neem
den knaap en sla hem want dan slaat
ge, niet om hem te wonden maar
om hem door 't onteerend vonnis van
een pak slaag tot beter inzicht te
brengen.
Sla met uw hand sla raak, dat hij
't voeltmaar sla zoo, dat gij eiken
klap vooraf meet en weegt. Niet in
't gezichtniet op de handen niet
tegen de beenenmaar sla toch op
andere deelen en sla raak.
En slaat ge zoo, dan is 't een v rucht
baar tuchtmiddel. Dan is slaan een
schandelijk vonnis voor den deugniet
en een hulde voor uw liefde en geduld
maar ook een erkenning van uw
gezag en macht in de klasse.
Slaan is daarom ook een onmisbaar
tuchtmiddel, en dwaas is elke ver
ordening, die 't slaan verbiedt. Ze is
onzinnig. Niet 't slaan schaadt, maar
de uitdeeler der klappen bepaalt de
waardij van 't slaan
Ja maar, zegt menwordt er zoo
wel geslagen op de school. Gaat dat,
als u daar schrijft. Is er die lijdzaam
heid Is 't niet meestaltik, tikdan
hier, dan daar
Och lezerals zoo'n tik tikker
nu gaat nijpen, in plaats van slaan
is 't dan ook niet meestaldan hier,
dan daarnu in den arm, dan aan
het oor
Laat men dan behalve 't slaan,
ook 't valsche nijpen verbieden
En als een verordening dat verbiedt,
èn slaan èn nijpen, welnu, dan is een
onbekwaam onderwijzer toch nog wel
zoo bekwaamom andere pijn wek
kende middelen toe te passen er zijn
meer van die vkunstjesa, vraag het
maar aan de kinderen, die bij zoo'n
onderwijzer zitten. Men raakt ook
daarin geroutineerd.
Eidoch, zegt er een waarom houdt
u zoo'n bengel niet schooléén uur,
twee uur.
Zeker, één, twee uur schoolblijven
kan noodig zijnmaar slaan kan
vooraf moeten gaan dat hangt geheel
van de omstandigheden af. Als een
jongen het om negen uur op zijn
heupen begint te krijgen, zooals moeder
dat wel eens noemt, dan is 't voor de
rust en orde in de school noodzakelijk
dat voor twaalven reeds een welver
diende straf is toegepastwant hij
moet toch leeren en werkenhij kan
toch geen drie lange uren zich zelf
en zijne buren ten last zijnzeker,
voor de toekomst is een schoolblijven
een beste straf; maar hoe voor den
tijd van 912, als er van sschool-
bïijven« natuurlijk geen spraak is,
doch wel van leeren en vooruitkomen,
want daarvoor is men dan toch in
school.
Welke straf is er voor die drie
uren, of voor de 2 tusschen 2 en 4.
Er moet orde zijnen een kwade
bengel mag absoluut niet de oorzaak
blijven van wanorde. Welnu dan als
uw liefde voor den deugniet de over
hand heeft boven den wrok en 't mokken
tegen hemals 't bewustzijn om een
bengel te genezen van zijn kwaad
levendig is boven 't gevoel van wraak
op zoo'n lastig sujetals al de andere
kinderen door hun innemend gedrag in
die oogenblikken uw hart verteederen
en u »goed doen« welnu, sla dan
en sla raaken weeg uw slagen
smeer honing aan de roemaar dan
toch aan de roe, die niet gespaard
mag blijven.
OP im% O Til IJ 14.
Dezer dagen las ik een eigenaardig
artikel uit een tijdschrift. Een artikel dat
me beurtelings deed huiveren van schrik
en deed bewonderen de macht en wijsheid
onzes Gods. Het deed me griezelen en
aanbiddenvreezen en loven. Ik mocht
iets zien van den Schepper in zijn almacht
en van den mensch in zijn nietigheid en ik
stelde mij de vraag, hoe er nog één na
tuuronderzoeker zijn kon, die niet zag en
verheerlijkte de majesteit des HeerenHeeren.
Het artikel handelde over de bacterio
logie.
Dat is een vak van wetenschap, liggende
op de grens van de natuurkunde en de
geneeskunde en over beider terrein henen-
schuivend.
Wat bacteriën of bacilen zijn, mag be
kend heeten. Het zijn duidelijke wezens,
wier afmetingen voorzoover daar sprake
van zijn kan, slechts in duizenden van
millimeters worden uitgedrukt. Zeontsnappen
dus aan onze waarneming en aan ons
voorstellingsvermogen.
Eerst door een zeer sterk vergrootglas
zijn ze waarneembaar en een enkele vin
gerhoed herbergt gemakkelijk een gansche
natie van deze schepselen 1
Wat is dit op zichzelf reeds een wonderlijke
ontdekking 1 Hoe wordt niet het fijnste
menschenwerk het ragge hart, als spinsel
draden zoo ijlhet dunne lijnengewar van
een schoone penteekening hoe wordt
het niet alles grof en kunsteloos, als we
't vergelijken bij de groote werken Gods,
zichtbaar ook in de wereld dezer allerkleinste
schepselen
Ja, wie waarborgt ons, dat deze waarlijk
de allerkleinste zijn 1
Eeuwen zijn voorbijgegaan, zonder dat
iemand het bestaan dezer wezens ver
moedde, 't kan zeer wel zijn, dat later
nog weer kleinere worden ontdekt, die als
parasieten op en in de lichaampjes dezer
milli-millimeters diertjes leven
Maar hoe stijgt nog onze verbazing, als
we aan de hand der wetenschap in het
leven dezer schepselen doordringen 1
Hier wordt weer de waarheid bevestigd,
dat juist wat klein is, wat onmerkbaar
werkt, wat voor ons menschen gedaante
noch heerlijkheid heett, door de Voorzienig-
heid Gods. tot groote dingen geroepen
wordt.
In onze Indiën is de tijger een gevi eesd
roofdier. Loerend sluipt hij door de hoog-
begroeide sawah's, zich den bloedigen muil
lekkend, lenig strekkend de spieren van
zijn reuzenlijf Opeens bemerkt hij zijn
prooi, dier of mensch, zijn vurige oogen
gloeien sterkeréén sprong en zijn slacht
offer is 'geveld
Duizenden over de geheele aarde worden
in één jaar zijn prooi.
Kleiner van lichaam, onaanzienlijker, is
de slang, die schuifelend zich wentelt door
het stof en voedsel zoekt, maar tienduizen
den in een jaar spuit hij het doodende
gif in het bloed.
Wat zijn echter die duizenden, ja deze
tienduizenden, bij de talloos velen, bij de
millioenen, die door den tuberkel.-bacil
omkomen en aan teringziekten in haar,
veelvuldiger verscheidenheid sterven
En dat is nu nog maar een vertegen
woordiger dezer soort.
De wetenschap heeft in de laatste jaren
den cholera-, den pest-, den typhus-bacil
ontdekt en nog steeds gaan de ontdekkin
gen voort.
Ja, steeds meer gaan wij, menschen,
begrijpen, dat deze onzichtbare wezens de
vijanden zijn van ons- geslachtdat zij zijn
de instrumenten Gods, die als onze ure
gekomen is, ons bloed vergiftigen, onze
krachten verteren en de dood over ons
brengen.
En tegen deze belagers baat schier geen
verweer.
Wie wetenschap vermeerdert, vermeerdert
smart. Hoe meer we het leven der bacilen
leeren kennen, hoe machteloozer we ons
zelf gevoelen. Tegen vele kwaden leerde
de mensch zich beschermen. Kleeding en
woning, vuur en voedsel behoeden tegen
de kwade invloeden van het klimaat.
Het roofgedierte doodt hij met zijn
vuurwapenen of verstrikt het in netten en
kuilen. Maar hoe beschermt hij zich tegen
deze kleine doodvijanden
Met eiken ademtocht, met elke teug,
die we drinken, met de bete, die wij nut
tigen, kunnen we den vijanden zelf in de
vesting laten. En eenmaal daar binnen,
doet hij wat God behaagt.
Ja, als ik ooit den troost heb leeren
kennen, die wij putten uit het geloof aan
de Voorzienigheid Gods, dan was het toen ik
mij in het leven van deze kleinste der
kleinen verdiepte. Is het niet een heerlijke
gerustheid, is het geen zaligheid voor de
opgeschrikte ziel, te weten, vastelijk te
vertrouwen, dat ook deze schepselen zich j
niet weren of bewegen kunnen zonder den
wil van onzen Hemelschen Vader Dat
Hij hunnen uitgang en hunnen ingang be
stiert Dat ook zij niets tegen ons vermogen,
tenzij dan met Zijnen wil
Dat is wat anders, dan het calvinistische
fatalisme, waarop Schaper nog onlangs in
de Kamer afgaf! Dat geloof doet ons te
midden van bekende en onbekende gevaren
rustig en vroolijk onzen weg bewandelen,
zoodat we niet vreezen voor de pijl, die
des daags vliegt, noch voor de pestilentie,
die in de donkerheid wandelt noch
voor den bacil, die ons lichaam binnen
dringt en dreigt met verwoesting, verderf
en dood 1
De ongeloovige vermeerdert smart.
Reeds jaren weet men, dat het lichaam
der ratten een uitstekende leider is, ter
overbrenging van deze onze vijanden, met
name van den pestbacil. Waar de pest
dreigde is dan ook met goeden uitslag een
verdelgingskrijg tegen de ratten gevoerd.
Het scheen, alsof de wetenschap ook dezen
hinder zou te boven komen, Zij triomfeerde.
Daarna echter bleek haar, dat ook de
muggen dezelfde rol spelen. Zij zetten zich
op uw lichaam, steken, en de bacil van
deze ol gene doodelijke kwaal drong in
uw bloed
Hoe de myriaden muggen van de aarde
te verdelgen Hopelooze taak 1 Toch
tracht men reeds, waar een bepaalde soort
aan het overbrengen van een bepaalde
ziekte schuldig staat, haar aantal te be
perken.
Verre moet het van ons zijn, deze
pogingen te minachten. Integendeel, het
ligt juist op den weg des christens, ze te
bevorderen. Van den aanbeginue is alzo o
de werking dezer bacilen niet geweest. De
zonde deed ze haar duidelijken gang door
het menschdom aanvangen. En tegen de
ev olgen der zonde bindt de christen in
den naam zijns Heeren den strijd aan.
De weienschap staat tegenwoordig in
het teeken der natuurkennis. Zelfs op onze
scholen leeren de kinders reeds van dieren
en planten vele treffelijke dingen. Maar ik
wilde, dat een man van geloof en kennis
onder ons opstond, die een handboek
schreef over »Gods grootheid in de werken
der schepping,zooals Wilkens dat voor
heen deed, maar dan op de hoogte van
onzen tijd en dat dit het leerboek werd
voor onze scholen met den Bijbel.
1JITKIJK.
FRANKRIJK.
Do Affaire is uit, j'a, maar naar
Fransche zeden moest het Dreyfus drama
in de Kamer, vóór deze met vacantie
ging, nog eren tot een uitbarsting van
de oude hartstochten leiden. De heerea
afgevaardigden raakten zeifs handgemeen
en president Brisson zag zich, om het
onstichtelijke van 't tooneel, verplicht
de zitting te schorsen. Een duel naar
aanleiding van de standjes heeft voorts
reeds plaat3 gehad, en daarbij is 't ook
hooge ernst geweest, wat twee ministers
di8 er bij tegenwoordig waren, getuigen
kunnen. Dan, de Kamer is nu naar
huis en ook de Senaaten zoo men
mag hopen dat het de laatste opflik
kering van de oude hartstochten is
geweest.
Om drie uur begon in de Kamer het
debat over de gevolgen vau het arrest
inzake Dreyfus, en eerst om half zeven
was het geëindigd. Het wetsontwerp tot
wederopneming van Picquart in het
leger was het eerst aan de beurt, en werd
met 477 tegen 27 stemmen aangenomen
na een heftig debat, waarbij Allernare
generaal Mercier noemde „de schavuit
die in den Senaat zit".
Daarna lichtte De Pressensé zijn in
terpellatie toe Hij zeide, dat, hoewel hij
niet betreurde, dat men de schuldigen
niet voor de rechtbank kon breDgen
hij toch een uitspraak had gewenscht]
waarbij de misdadigers met een gloeiend
ijzer werden gebrandmerkt. Hij vroeg
of de Kamer die bende van boosdoeners
langer zal duldeff, en zal toestaan, dat
mogelijkerwijze Fransche'soldaten onder
bevel van Mercier zouden worden ge
plaatst. En tegelijk moesten Boisdeffre,
Gonse en andere generaals het weer
ontgelden.
Toen begon het lawaaiPugliesi Conti
verweet de regeering, dat zij de officieren
laat beleedigen, en kreeg van Sarraut,
onderstaats-secretaris, een klap in het
gelaat. Dat was het sein voor een
handgemeen-worden van verschillende
afgevaardigden. Daar een ernstig gevecht
dreigde te ontstaan, zotte president
Brisson zijn hoed op en verliet de zaal,
terwijl de tribunes werden ontruimd.
Na de hervatting der zitting las
Messimy het rapport voor over het
wetsontwerp, waarbij Dreyfus weder in
dienst wordt gesteld. Het werd met
li
•5 -I
38# 21
rffl
U
Ifll
-asw